Menu

zondag 8 januari 2012

Spaans meisje op Ameland – Rita Knijff-Pot


Dit boek wordt aangekondigd als een roman, maar ik vind het meer weg hebben van een literair docudrama, eerlijk gezegd (voor een roman is het en toen… en toen… en toen-gehalte wel heel erg groot). Het doet denken aan “Het meisje dat verdween” van Els Florijn (zie mijn blog van 19.05.’11), “Baltische zielen” van Jan Brokken en “In Europa” van Geert Mak: geschiedenis op persoonlijke leest geschoeid. Door gebruik te maken van de levensverhalen van bepaalde mensen kun je van geschiedenis een boeiende presentatie maken. Dat spreekt mij erg aan. Je moet geschiedenis wel een beetje leuk vinden, natuurlijk – maar dat doe ik: heel erg zelfs!
Rita Knijff zag bij het NPS/VPRO programma “Andere Tijden” de documentaire “Spaanse edellieden op Ameland”, wat haar zo intrigeerde dat ze besloot daar verder onderzoek naar te doen en er uiteindelijk dit boek over te schrijven.


Het verhaal begint in Spanje, waar in 1936 een bloedige burgeroorlog uitbreekt. Pedro, een net afgestudeerd econoom, sluit zich vol overtuiging aan bij de rechtse falangisten (een extreem-nationalistische groep). Ze staan achter generaal Franco: “… De socialisten, linkse en radicale republikeinen, communisten en regionalisten, met uitzondering van de conservatieve Basken (want hen was autonomie beloofd) stonden tegenover de Kerk, grootgrondbezitters, industriëlen en aristocratie… De toenemende macht van allerlei linkse partijen, die dachten de wijsheid in pacht te hebben, ontnam hem het zicht op de toekomst…”. Het linkse Volksfront, dat de verkiezingen won, stond recht tegenover het National Front, dat overtuigd was dat er stemfraude was gepleegd: “… In zijn memoires schreef Van Vollenhove dat ‘de Spaanse Republiek’ in het buitenland als een democratie werd verheerlijkt, maar in werkelijkheid niets anders was dan een anarchie waarin alle partijen en personen naar macht streefden en elk centraal gezag afwezig was’…”. En toen stond dictator Francisco Franco op…

Ik heb de achtergrond van de Spaanse burgeroorlog altijd erg verwarrend gevonden omdat er sprake is van zoveel partijen. Het knappe van dit boek is dat daar in romanvorm een heel duidelijk overzicht van wordt gegeven. Eindelijk snap ik het min of meer. Eigenlijk zou je eerst een boek als dit moeten lezen, voordat je begint aan romans als het duizelingwekkende “De schaduw van de wind” van Carlos Ruiz Zafón; dat daardoor veel beter te begrijpen is - en waar je je dan des te meer in kunt verplaatsen.

In Madrid breken hevige gevechten uit, die Franco, tegen alle verwachtingen in, niet even neerslaat. Om zijn familie te ontzien vluchten Pedro en zijn broer met nog zo’n 150 Franco-aanhangers de Hollandse ambassade in. Daar weten ze niet wat ze met hen aanmoeten. Ze brengen de Nederlandse neutraliteit in gevaar. Als het dak van één van de gebouwen instort en de situatie onleefbaar wordt, gaat Nederland praten met de wankele Spaanse regering, en krijgt het voor elkaar dat de vluchtelingen opgenomen mogen worden als asielzoekers, op voorwaarde dat ze de ‘weerbare mannen’ tegen zullen houden, mochten die alsnog terug willen om zich weer in de Spaanse strijd te storten. En zo arriveert op 30 maart 1937 op het station in Roosendaal een groep van 75 hoog-opgeleide Spaanse fascisten, waaronder Pedro.

In Nederland worden ze met open armen ontvangen door vertegenwoordigers van de Rooms-Katholieke kerk. De oorlog die in Spanje is uitgebroken ziet men daar als een strijd van het christendom tegen het atheïstische communisme. Omdat er toch Spanjaarden verdwijnen, besluit een kardinaal hen naar het waddeneiland Ameland te verplaatsen. Vandaar is het moeilijk vluchten; er vaart maar één veerdienst per dag – die boot is goed in de gaten te houden.
Op Ameland vinden ze het prima: daar houden ze zich niet met wereldpolitiek bezig.

Iedereen weet dat er overtuigde communisten (zoals de beroemde schrijver George Orwell) naar Spanje gingen om tegen Franco te vechten. Dat er andersom, ook (en in dit geval nationalistisch-gezinde) mensen uit Spanje vertrokken, is veel minder bekend.

Pedro belandt op Ameland, wordt tot over zijn oren verliefd op een mooi winkelmeisje: Riemke, die hij, zonder het te weten, zwanger achterlaat. Op 13 februari 1939 keren alle vluchtelingen op stel en sprong terug naar huis: de burgeroorlog is over. Riemke hoort of ziet nooit meer wat van hem.

Het ene hartverscheurende drama volgt op het andere. Een buitenechtelijk kind krijgen was in die tijd een ongelooflijke schande. Riemke wordt door haar strenge moeder naar Utrecht gestuurd (ze is het vasteland nog amper op geweest), waar ze doodalleen in een R.K.-opvanghuis voor ongehuwde moeders bevalt van een meisje: Annelies. Hier draait het boek om.
Omdat de Amelanders en opa van niets mogen weten gaat Annelies niet mee naar huis. Na een paar jaar komt opa er toch achter dat hij ergens een onwettig kleinkind heeft zitten, en haalt het, briesend van woede, persoonlijk op: sympathieke man – die opa.

Ondertussen breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Weer stort Riemke zich in een onmogelijke liefde: een Duitse soldaat, Karl. Weer wordt ze zwanger, trouwt en vertrekt naar Meissen, een plaatsje vlak bij Dresden. Er volgt een hoop getrouwtrek om Annelies. Oma laat haar niet gaan. Oma is de baas.
Boeiend is de manier waarop de oorlog wordt beschreven vanuit Duitsland. Terwijl het Duitse Rijk langzaam instort, en de boel wordt overgenomen door de niets- en niemand ontziende Russen, wordt Karl langzaam maar zeker gek, en vlucht Riemke, met inmiddels twee kinderen, terug naar Ameland. Haar moeder ziet haar aankomen, en is op zijn zachts gezegd: niet blij.
Moeder en dochter werken elkaar op de zenuwen. Haastig wordt er een nieuwe man geregeld voor Riemke: dat is voor iedereen het beste. Annelies blijft bij oma wonen.
Uiteindelijk trouwt ze met een Amelandse jongen. Samen drijven ze een winkel. Het gaat hen voor de wind.
Toch merk je tussen de regels door dat Annelies, ondanks haar liefdevolle huwelijk, nooit echt gelukkig is op Ameland. Ze kan geen kant op. Haar flamboyante Spaanse karakter aardt niet tussen alle Hollandse kneuterigheid.

Er is ook een verhaallijn die Pedro volgt. Hij wordt buitenlands verslaggever voor Radio National, en zit een tijd in Stuttgart. Op een gegeven moment denkt Riemke dat ze Pedro’s stem hoort, als ze aan een radio zit te knoeien. Dat heeft ze mooi goed, al gaat het maar om een paar momenten.
Ook hier weer buitengewoon intrigerende beschrijvingen over hoe het er aan toe gaat in Nazi-Duitsland. De manier waarop Joden verdwijnen, de luchtaanvallen, de branden, de duizenden doden. Op een gegeven moment zoekt Pedro met een vrouwelijke collega dekking in een verzakte graftombe: levend begraven, fluistert ze. De volgende dag wordt ze gedood als ze een kind wil redden uit een brandend huis.

Het verhaal volgt Annelies die met hulp van een geschiedenisleraar, de filmploeg van Andere Tijden en haar kinderen op zoek gaat naar haar vader. De familie wordt gevonden. Pedro is helaas overleden, maar ze leert wel haar Spaanse halfzussen kennen.
Annelies overlijdt in 2005 aan een hartaandoening.

Dit is een bij vlagen erg indrukwekkend boek. De beschrijvingen van Ameland vind ik het minst. Ze komen het oubolllige karakter van een ellenlang huwelijksgedicht op bruiloften van vroeger niet te boven. Het zal wel aan mij liggen: maar die Hollandse bekrompenheid vliegt mij echt naar de keel. En ik ben niet eens een Spaanse! Maar ik snap dat de schrijfster daar niet onderuit kon.

"Spaans meisje op Ameland" is voor €18,95 rechtstreeks te bestellen bij internetboekhandel IZB-Ark als je hier klikt (voor meer informatie over IZB-Ark: zie kolom hiernaast).

Uitgave: Aspekt - 2011, 252 blz., ISBN 978 946 153 019 6, € 18,95
Rechtstreeks bestellen: klik hier

1 opmerking :

  1. Prachtige beschrijving van het boek Evelien. Het prikkelt mij meteen om het te gaan lezen. Groet Eugenie

    BeantwoordenVerwijderen