Menu

dinsdag 13 augustus 2013

Echt sexy – Renate Dorrestein


Met dank aan de lezer die mij wees op “Echt sexy”(2008): ik ben gelijk naar de bibliotheek gesprint om het te halen. Deze Dorrestein had ik nog niet gelezen. Ik vond het tussen de young adults.
Het is het rauwe verhaal van de dertienjarige fictieve Fiebie Koolveld, dat geënt is op de wereldberoemde klassieker van J.D. Salinger: “The Catcher in the Rye” (De vanger in het graan, 1951).
Als de vrouwelijke evenknie van Holden Caulfield uit het voornoemde boek, zwerft Fiebie een paar dagen door Amsterdam, terwijl ze commentaar levert op alles wat ze tegen komt. In niet mis te verstane straattaal en op zijn Dorresteiniaans, zal ik maar zeggen.
Terwijl Fiebie uit handen probeert te blijven van een zelfbenoemde loverboy die vanwege zijn puisten "Klimwand" wordt genoemd, zoekt ze haar vermiste vriendinnetje Sacha.
Er verdwijnen voortdurend meisjes in kelders en garageboxen; wat zou er toch met hen gebeuren? Dorrestein zou Dorrestein niet zijn, als ze uiteindelijk niet op de proppen kwam met het meest bizarre antwoord dat ze kon bedenken: sommigen belanden in een vrieskist zodat ze opgezet kunnen worden, om - eeuwig jong, onderhoudsvriendelijk en zeer humaan (niemand lijdt er onder) - als seksobject te dienen in Dubai. Tsja…
“Echt sexy” is een exorbitant, verontrustend, sarcastisch, feministisch en vooral vlammend protest tegen de oversekste samenleving waarin onze kinderen opgroeien: hier is iemand héél erg boos geworden…


Reclame
Je hoeft niet per se tot de achterban van de SGP te horen om je zorgen te maken over het effect van de reclamewereld in ons land. Dat deed Renate Dorrestein zich vijf jaar geleden in “Echt sexy” ook al: “… Op weg naar school kom ik drie keer die nieuwe poster tegen die sinds kort in de stad hangt. Je ziet hem overal. Er is een vrouw in een witte bikini afgebeeld. Ze draagt hoge hakken en staat wijdbeens. Haar halflange blonde haar wappert in de wind. Haar ene hand rust uitdagend op haar heup, in de andere houdt ze een mobieltje. Ze kijkt je recht aan. Kom maar halen, zie je haar denken. Naast haar staat een klein meisje, nog niet eens groep één, lijkt me. Ze heeft hetzelfde blonde haar, ze draagt dezelfde blote bikini en ook zij steekt een telefoontje naar voren, in dezelfde stoere houding, met dezelfde verleidelijke blik. BIJ SCARLET ONE KINDERMOBIELTJE GRATIS staat er in dikke witte letters boven. Ken je dat affiche? Iedere keer als ik het zie, probeer ik me die belkleuter voor te stellen. Nog geen vier en al fotomodel. Ze verdient vast mega. Ze heeft misschien zelfs een auto met chauffeur. Een kast vol kleren moet ze in elk geval hebben, al is daar op de poster weinig van te merken. Wat de moeder betreft, je ziet zó dat zij dol is op lolly’s, rolschaatsen en naveltruitjes. Ze heeft namelijk een tuitmondje en gespierde benen en haar middenrif is gebruinder dan de rest van haar lichaam. Dingen uitpluizen, dat vind ik leuk. Ik zou later best bij de CIA willen, als special agent. Privédetective is ook wel wat voor mij. Als detective kun je mensen zekerheid geven over verdachte omstandigheden of over spulletjes die zijn verdwenen. Dan krijg je vanzelf respect. Ik zou die moeder van die poster weleens een tijdje willen schaduwen. Het zou me niets verbazen als ze een bedriegster is. Welke echte moeder vindt het nou goed dat haar dochtertje zowat in haar blootje op een levensgrote foto overal in de stad hangt? Kleine kinderen moet je een T-shirtje aantrekken, met Bambi of zo erop. Zo’n moeder zou ik niet willen hebben…”.
Volgens psychiater Bram Bakker in een uitzending van de onvolprezen NTR academie op 22 juli 2013: “Over seks gesproken”, http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1357015 (zo ongeveer de gekuiste versie van “Echt sexy”), kan het nog veel gekker. Hij neemt het onomwonden op tegen de pornoficatie van onze samenleving en houdt een dringend persoonlijk pleidooi voor monogamie. Hij laat een tijdschrift zien waarin reclame wordt gemaakt met een vrouw waarvan het gezicht schuil gaat achter een masker. Haar gezicht doet er niet eens meer toe. Haar persoonlijkheid is van geen enkel belang. Het gaat alleen nog maar om haar lijf.

Liggend laten drogen
Sacha en Fiebie kennen elkaar al vanaf groep één: “… Wij waren de enigen die van thuis nooit Yogi-drink of Chocomel in een Jip en Jannekebeker meekregen. In het speelkwartier hadden we allebei onze duim. Sacha stond meestal onder de grote kastanje op de speelplaats, ik bij het fietsenhok. Iedere dag schoven we een stukje dichter naar elkaar toe, en tenslotte stonden we zij aan zij te duimen, terwijl we strak voor ons uitkeken naar de kinderen op het plein die een straaljager nadeden of elkaar achternazaten…”. Langzaamaan onthult Fiebie haar situatie. Ze blijkt een kind van de spermabank; haar moeder had 'even geen vent voor handen toen haar biologische klok afliep'. Ze woont bij een vriend van haar moeder, een hoge pief in de advocatuur waar ze vreselijk gek op is, en een ‘stiefheks’, die de plaats van haar moeder heeft ingenomen. Fiebie is doordrongen van het feit dat ze zomaar weggedaan kan worden. Haar echte moeder blijkt te zijn overleden aan een te hoge dosis drugs in combinatie met alcohol.
Al is het buiten dertig graden, ze blijft rond lopen met een dikke groene sjaal om haar nek. Het herinnert haar aan één van de prettigste momenten in haar leven: haar moeder die de sjaal voor haar koopt en net als gewone moeders met de verkoopster discussieert over de wasvoorschriften: “… ‘Liggend laten drogen,’ herhaalde ik opgetogen, ‘dan blijft-ie het mooist.’ Mijn moeder sloeg de sjaal om mijn nek en trok me naar zich toe. ‘Dan doen we het voortaan met jou net zo.’…”.

Instincten gaan voor
Renate Dorrestein hakt opvoeders die kinderen in alles grenzeloos hun zin geven zo ongeveer aan spaanders: ze zouden het veels te lastig vinden om bonje met hun schattebouten te krijgen.
Als dealertjes op gestolen scooters op school aan komen scheuren weten onderwijzers die buiten staan te roken niet hoe gauw ze weer naar binnen moeten glippen. Naïeve ouders halen en brengen brugklassertjes naar ongure nachtelijke lolliparty-feestjes, waar je door middel van seks aan een stel nieuwe Nikes of stuf met de straatwaarde van een mars kunt komen, terwijl de kids hen hebben wijsgemaakt dat het om een midzomernachtviering, griezelbusschoolavondje, suikerfeest, dan wel loofhuttenfeest gaat.
Als meiden in het openbaar lastig worden gevallen kun je 112 bellen tot je een ons weegt, maar politie: ho maar. Hele veldslagen worden er uitgevochten op metroperrons, maar beveiligingsbeambten zijn op zulke momenten in geen velden of wegen te bekennen.
En ook in de advocatuur is het ieder voor zich, gaat macht boven recht en verdienen professionals goud aan geënsceneerde ontvoeringen. Niemand maakt zich druk om vermissingen, want dat levert geen geld op: “… ‘Gebruik je hersens. Wanneer iemands aanwezigheid niet nodig is voor het in stand houden van de machten en krachten die ertoe doen… Wat verandert er nou helemaal als er meisjes verdwijnen? Niks, toch? De AEX zakt er geen tandje van in…”. Als alle vermissingen aan de kaak gesteld zouden worden zou de hele wereldeconomie zelfs instorten! Organisaties die zich in het begin bezig hielden met opsporingen hebben zich gaandeweg gestort op vrouwenhandel; ze hebben veel ervaring en het is veel lucratiever. Dan loop je pas binnen. Seks sells. “… Het punt is, de overheid doet niks, niemand doet iets, chicks zat, en de instincten gaan vóór, die zijn een natuurlijke zaak, die zijn zowat een mensenrecht…”.

Openbaar bezit
Fiebie: “… Of iemand nu in haar ondergoed op een affiche staat of geheel en al onder een sluier moet, we hebben het in essentie over hetzelfde…”. Ze heeft het over de tijd waarin Van Brederode leefde, en vrouwen een kuisheidsgordel om moesten, waardoor er dus geen sprake kon zijn van dat je lichaam van jou was. Je lijf was eigendom van je echtgenoot. Maar “… stappen we vanaf Erasmus met zevenmijlslaarzen door de tijd naar nu, dan moeten we constateren dat de toestand alleen maar verslechterd is…”. Als je kijkt naar alle affiches van blote vrouwen die je om de anderhalve meter in de stad tegenkomt dan is het zo dat je lichaam “… thans zowel conceptueel als realiter onlosmakelijk thuishoort in het publiekelijk domein en dus geheel openbaar bezit is…”.

Shockeren en provoceren
Uiteindelijk komt de politie het overschot van Sacha overhandigen: een weckfles waarin haar genitalieën ronddrijven. Daarmee is de vermissingszaak wettelijk afgehandeld. De rest van haar lichaam ‘zal wel in ongebluste kalk zijn opgelost’.
Renate Dorrestein wil shockeren en provoceren; maar als je even doordenkt in de lijn van Bram Bakker en dat gezichtloze lichaam, dan is dit wel de ultieme consequentie. Uiteindelijk doet zelfs het lichaam er niet meer toe, maar is de mens gereduceerd tot zijn/haar geslachtsdelen.
Op het eind van het boek besluit Fiebie het verhaal van Sacha op te schrijven. Het lijkt of Renate Dorrestein de behoefte heeft zich een beetje te verontschuldigen over haar evocatieve boek: “…Goed nieuws heeft zijn beperkingen. Je verbetert er de wereld niet mee, als je alleen maar kijkt naar alles wat hunky-dory is. Fijne dingen hebben genoeg aan zichzelf, die hebben geen hulp nodig. Akelige dingen wel, die kunnen niet zonder mensen: alleen wij kunnen ze rechtzetten. Maar daarvoor moeten ze eerst onder ogen worden gezien…”. Op You Tube vond ik het volgende filmpje waarin Renate Dorrestein zich uiteenzet over “Echt sexy”: http://www.youtube.com/watch?v=7wBH2HDXHe4.

Hemel en hel
Wat Fiebie oppert over de hemel en de hel heeft mij wel aan het denken gezet. Haar moeder heeft tegen haar gezegd dat ‘hel’ een verkeerd gespeld ‘monnikenwoord’ is. De hel bestaat helemaal niet, de kloosterlingen hebben in hun enthousiasme gewoon vergeten de e en de m op te schrijven toen ze hun godsdienstige boeken schreven. Het gevolg is dat ze zich voorstelt hoe Sacha in de hemel zit, en alle loverboys er gezellig bij komen zitten, met in hun kielzog “... De vriendelijke buurman die op een warme zomeravond opeens. De klasgenoot die in het fietsenhok zomaar. En de vriend van de klasgenoot die daarom ook. De hele klas die vervolgens, vanzelfsprekend… En dit is in de sector van de natuurlijke instincten alleen nog maar de amateurdivisie: dit zijn de hobbyisten, de liefhebbers. De profi’s moeten nog komen. Die staan op de drempel nog even hun geld te tellen. De pooiers, de handelaren, de tussenpersonen in hun keurige, onopvallende pakken, de escortbazen, de beursgenoteerde bordeelhouders, de eigenaren van 0906-sekslijnen, pornobladen en hotte internetsites, de uitbaters van eroscentra en sekswinkels waarvoor gemeentelijke ambtenaren vergunningen hebben afgegeven en die waarnodig mogelijk hebben gemaakt door plaatselijke bestemmingsplannen soepel op te rekken, in vruchtbare samenwerking met vastgoedbedrijven en woningbouwcorporaties. En tot slot komen de klanten binnen. Zij hebben de meisjes toch altijd netjes betaald? En is het een vrij beroep of niet?...”. Het enige wat voor de seksslachtoffers overblijft is een raam te zoeken om zich zo snel mogelijk uit de hemel te gooien. Nergens veilig. Zelfs daar niet. Even terzijde: volgens onderzoek van het ND van 12 april 2012 gelooft trouwens nog maar een kwart van de Nederlanse christenen in de hel. Het doet mij denken aan de roman “Leven na leven” (zie mijn blog van 26.07.13) waarin een psychiater voorkomt die zegt dat hij niet in God gelooft maar wel in de hemel: “… Ik moet wel…”. Ik heb dat altijd zo’n raadselachtige redenatie gevonden. Al die mensen die geloven dat Andre Hazes in de hemel een biertje zit te drinken, enzo. Waarom zou er in vredesnaam een ‘hemel’ bestaan, als er geen 'God' is!

Gewoon ‘ziek’
Ondertussen zijn volgens mij de enige mensen die tegenwoordig nog normaal denken de SGP-jongeren. Zij hebben geen kwaaie pier van een literator of een psychiater met een beetje gezond verstand nodig die hun vertelt dat reclame voor overspel gewoon ‘ziek’ is. Als je leest hoe Renate Dorrestein in “Echt sexy” pubers opvoert die niets liever willen dan een ‘gewone’ vader en ‘volkoren’ moeder die niet alleen maar met zichzelf bezig zijn, die het opmerken als je ‘s nachts niet thuis komt, die trots zijn als je je scooter met een krantenwijk of vakken vullen bij elkaar verdient, en die er niet uitzien alsof ze denken dat ze zeventien zijn, gekleed in roze babydolls en mini plisse jurkjes met pofmouwen, terwijl ze hun grut in kinderstrings heisen en mee naar playbackshows sjouwen, waarin ze moeten bewegen als doorgewinterde hoeren, breekt je hart: “… Lazer maar op naar je moeder. Ze zit vast al wanten voor je te breien, en gestreepte sokken en truien met van die blokjes erop. Maar je hoeft heus niet te denken dat jij daarom méér bent! Ze zal ook wel geweldig iedere ochtend een eitje voor je koken en geweldig met je gaan shoppen en haar eigen geweldige pasta maken…”.
Ik zit sterk te overwegen of het toch niet eens tijd wordt dat ik me ga aanmelden bij de SGP…

Uitgave: Contact - 2008, 222 blz., ISBN 978 949 064 714 8, €18,95
Rechtstreeks bestellen: klik hier

2 opmerkingen :