donderdag 31 januari 2013

Liefde, lust en ellende – Roos Vonk


Boeken zijn er over vol geschreven: liefde. Vervelen doet het nooit, erover uitgepraat raak je niet, maar snappen: nou, nee.
Waarom nu juist die ene? Roos Vonk: “… Vorige week gebeurde het weer. Ik ontmoette de geliefde van een vriendin; de man naar wie zij hunkert en die haar niet ziet staan. En ik dacht: wat is nou de big fuzz? Doodgewone man! Waar maakt ze zich zo druk om? Niet dat ik zo’n ijskonijn ben. Omgekeerd is het natuurlijk ook voorgekomen dat ik hysterisch deed over een man waar mijn vriendinnen de grote attractie niet van in zagen…”, of, zoals Emily Dickinson verheven dichtte: “… The Voice that stands for Floods to me, Is sterile borne to some – The Face that mades the Morning mean, Glows impotent on them - …”. Duidelijk verliefd.
‘Liefde, lust en ellende’ is een eigentijdse drieslag over “… dat eigenzinnige mysterie, de liefde, waarin we tot op zekere hoogte allemaal ervaringsdeskundige worden - soms onvrijwillig, maar meestal met overgave…”.


Onromantische hormonen
Het leuke aan de boeken van Roos Vonk (1960; hoogleraar Sociale Psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen) is dat ze in korte columns ingewikkelde onderwerpen terug brengt naar alledaagse, herkenbare en vaak grappige toestanden – die je helpen het leven een beetje beter te begrijpen.
Zo is liefde vooral een kwestie van onromantische hormonen. Niet erg leuk om te bedenken als je in vuur en vlam staat; maar misschien kan het idee een doekje tegen het bloeden zijn als je gek wordt van liefdesverdriet. De biologische functie van verliefdheid is paarvorming. Het activeert in het brein dezelfde gebieden die betrokken zijn bij verslaving en zorgt voor de aanmaak van ‘lekkere’ stoffen, zoals dopamine. Als het lukt om een band te smeden, komen de verliefdheidshormonen vanzelf tot bedaren, en kun je weer overgaan tot de orde van de dag. Als het niet lukt gaan je hormonen alleen nog maar harder tekeer. Vandaar dat Woody Allen zei: ‘De enige liefde die stand houdt is onbeantwoorde liefde.’ Dus als je verliefd bent op de verkeerde is er maar één oplossing: “… alle contact verbreken en afkicken van de verliefdheidshormonen. Cold turkey, net als bij elke verslaving…”.

Internetdaten
Heel veel mensen denken dat ze moeten laten zien hoe geweldig ze zijn als ze indruk op iemand willen maken. Het tegenovergestelde is het geval: je moet juist die ánder laten voelen hoe geweldig hij of zij is. Oftewel: het draait niet om jou. Het is dan ook best raar dat uit onderzoek is gebleken dat meer dan 80 procent van de participanten op datingsites zich op de een of andere manier veel beter voordoen dan ze in werkelijkheid zijn: “ … Ze zijn slank en sporten, ze staan midden in het leven. Geen muurbloempjes en nerds te bekennen! Ze hebben leuk werk, veel vrienden en veel hobby’s (vaak ‘passies’ genoemd). Vrouwen zijn ‘spontaan’ en overal voor in, hebben een ‘te gekke job’, ‘fantastische kids’ en missen alleen nog een ‘brede schouder’. Mannen hebben het ‘goed voor elkaar’, zijn ‘communicatief ingesteld’ (ze praten!) en vermaken zich met hun veelzijdige interesses, ze zitten vol leuke en spontane invallen, ze houden van romantiek (strandwandelingen en open haard) en koken (‘goed glas wijn’), en zijn dermate spannend dat hun annonce moet eindigen met de provocerende vraag ‘Durf jij het aan?’…”. Nou, ik denk het niet, eerlijk gezegd; bij dergelijke volmaaktheid kun je niet in de schaduw staan. “… Nu zeggen de meeste adverteerders wel dat ze ‘gewoon lekker zichzelf’ zijn, maar dat is non-informatie (ik moet waar dan ook de eerste nog tegenkomen die zegt ‘Ik ben meestal niet mezelf’)…”. Roos Vonk is niet erg positief over internetdaten: “… Nog los van flatteuze foto’s en keiharde leugens over leeftijd en gewicht, heb ik het gevoel dat de singles zich happiër en stoerder presenteren dan ze zijn, uit angst om voor de welbekende kneus of oude vrijster te worden versleten. (…) Je laat je niet kennen. En dat is precies het probleem. Want om je zielsverwant te ontmoeten, moet je je ziel laten zien…”. Ondanks het overweldigende aanbod - driekwart miljoen singles struinen geregeld de sites af - vindt 93 procent geen duurzame relatie via internet.

Jezelf zijn
Voor mensen in intieme, langdurige relaties is het juist belangrijk dat ze mogen zijn die ze zijn, inclusief hun gebreken – waaronder ook rimpels, vetrollen, platvoeten en terugtrekkende haargrenzen: “… Je moet er toch niet aan denken dat je je hele verdere leven je buik moet inhouden voor je partner, of achteruit de slaapkamer uit moet lopen als je niks aan hebt?…”.
Vaak wordt beweerd dat tegenpolen elkaar aantrekken. Ook dat blijkt niet waar:
“… Mensen vallen veel eerder op iemand die op hen lijkt wat betreft intelligentie, politieke overtuiging, godsdienst, leeftijd, aantrekkelijkheid, achtergrond en opleiding, interesses, voorkeuren, leefsituatie...". Gelijkenis is een belangrijke voorwaarde voor stabiele gelukkige relaties (vandaar die ouderwetse uitdrukking: twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen?).
Niet alleen voor mensen, ook voor dieren, is het vinden van een partner soms een hele toer. Wat dacht je hiervan: “… Octopussen vechten soms tijdens de seks met seksegenoten die ook willen. Toch handig om veel armen te hebben dan. Concurrenten die niet zo sterk zijn, hebben een andere tactiek: zij doen zich voor als vrouwtjes-octopus en komen zogenaamd casual voorbij dobberen, tralala, en in een onoplettend moment steken ze gauw hun paararm uit naar de begeerde vrouw. Hagedissen en inktvissen doen zich ook voor als vrouw, en mensenmannen die niet zo stoer zijn trouwens ook; zij zetten zichzelf als vrouw op dating- en chatsites om met vrouwen in contact te komen en intieme ontboezemingen aan hen te ontlokken…”.

Verschillen
Roos Vonk legt in haar boek het een en ander uit over het verschil tussen mannen en vrouwen en over veilige en onveilige hechting. Ik denk dat wat begrip over en weer heel wat geruzie kan voorkomen. Iedereen die aan een relatie begint zou van te voren moeten weten dat mannen door hun hogere testosteronspiegel een hogere seks-drive hebben dan vrouwen: “… Onbewust is seks voor vrouwen vaak een middel om de ander te veroveren en te binden. Als dat gelukt is, haakt de vrouw in lustmatige zin af…”. Je hoeft dus niet gelijk te gaan denken dat er iets mis is met jou of je relatie als je als vrouw minder zin hebt om te vrijen. Integendeel: het is misschien eerder een teken dat je relatie stabiel is, dat je je partner vertrouwt en je geborgen voelt.
Verder zijn mannen meer ingesteld op het hier en nu en op plezier. Mannen produceren meer dopamine als ze leuke dingen doen, zoals hard rijden, sport kijken en drinken. Vrouwen denken aan verantwoordelijkheden, verplichtingen en later. Vrouwen willen weten van de hoed en de rand, gaan gerust moeilijk doen en houden zich niet in omdat anderen lol willen hebben.

Blijven of gaan

Uitgebreid gaat Roos Vonk in op relatieproblemen en uit elkaar gaan: het uitmaken, de wraak, de rouw en het weer single zijn:
“… Ik geloof helemaal niet in de stelling: liefde is een werkwoord. Taalkundig klopt dit al niet, om mee te beginnen: liefde is een zelfstandig naamwoord. Maar los daarvan: de stellen die ik ken bij wie het goed zit, hoor ik nooit over ‘werken aan de relatie’. Bij een goeie match klikt het gewoon en gaat het vanzelf. Je kunt ontspannen bij elkaar. Natuurlijk moet je weleens tijd maken voor elkaar, voorkomen dat je elkaar vanzelfsprekend gaat vinden. Maar ‘werken’, dat zie ik alleen koppels doe waar het niet lekker bij loopt. Zoals het liedje gaat: ‘Als er over de liefde gepraat wordt, is de liefde voorbij’…”.
Tsja, ik moest denken aan de reactie van mijn man toen ik hem ooit eens vertelde dat er bij ons in de kerk een ‘Mariage Course’ werd gegeven om huwelijken te versterken: “Als je dat nodig hebt zit het al niet goed”. Een beetje gelijk heeft hij wel – denk ik. Schrijfster Ann De Craemer heeft het in ‘De seingever’ over een stel dat het na anderhalf jaar “… net zo vanzelfsprekend vindt om te trouwen als elke morgen je voet in een sok stoppen…”. Dat klinkt niet echt spannend, maar wel ‘duurzaam’.
Er is veel onderzoek gedaan naar hoe mensen zich voelen na een beëindigde relatie: “… Wat bleek: kort na de breuk voelden ze zich inderdaad ellendig, maar zes weken later was dat al zo bijgetrokken dat ze vrijwel op hun oude geluksniveau terug waren…”. Kortom: het leed duurt korter dan je denkt. Ooit las ik een keer een onderzoek waarin gesteld werd dat de meeste mensen in zes weken overal aan wennen. In dit verband ging het over gegoede burgers die miserabele concentratiekampen overleefden.
Vonk: “… Natuurlijk heb je momenten van wanhoop, leegte, je geamputeerd voelen, en dat is verschrikkelijk – maar hé, je gaat er niet dood van. En waar je niet dood van gaat… zo is het…”.

Oud en lelijk
Ter relativering: “… Uiteindelijk worden we allemaal oud en lelijk, en mensen die het samen supergezellig hebben worden ook nog eens dik. Als de liefdeshormonen eenmaal toeslaan, ga je de ander vanzelf mooi vinden. Zo kun je heerlijk samen lelijk, oud en dik worden, en heel gelukkig…”.
Kijk aan: dán maar dik…

Uitgave: Scriptum Psychologie - 2013, ISBN 978 905 544 294 7, €18,95
Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten