vrijdag 22 maart 2013

God op het boekenbal – Evert Jan de Wijer


Subtitel: Bijbel & Bestsellers

Voor iemand die alles aan elkaar leest is een boek over boeken natuurlijk heel leuk. Hier heb ik er weer zo’n eentje. Dominee Evert Jan de Wijer (1964) bespreekt in “God op het boekenbal” een aantal bestsellers aan de hand van de Bijbel. Het gekke is dat ik niet één van zijn besproken titels heb gelezen – ik ben niet zo van de bestsellerslijsten. Je kunt nu eenmaal niet álles lezen, dus volg ik meestal simpel mijn eigen voorkeur. Neemt niet weg dat ik goede stukken over ongelezen boeken hartstikke interessant vind. De Wijer: “… Dit is het verhaal van een onbescheiden dominee die vindt dat hij wat te vertellen heeft (…). Omdat er geen cabaretier, schrijver, filmmaker of politicus is die nog naar zijn mening vraagt, geeft hij die maar ongevraagd…”. Oké.

Over “God is gek” van Kluun
Kluun schreef deze essay, met als uitdagende ondertitel ‘De dictatuur van het atheïsme’, in het kader van de Maand van de Spiritualiteit – 2009. Nederlanders zijn veel ‘geloviger’ dan gedacht. Maar veertien procent blijkt absoluut niet in God of een hogere macht te geloven. Een ‘mindstyle’ magazine als ‘Happinez’ verkoopt veel beter dan het succesvolle glossy magazine ‘Linda’ en bladen als ‘Story’, ‘Voetbal International’ en ‘Playboy’. Spiritualiteit is ‘in’. Toch staat de wereld van de moderne spiritualiteit, die zich voornamelijk buiten de kerken heeft ontwikkeld, haaks op de theologische wereld van de toch best wel ‘moderne’ dominee Evert Jan de Wijer:
“… Predikanten worden academisch opgeleid en ontwikkelen daardoor een kritische houding waarin vooral op een rationele manier over geloof wordt nagedacht…”. Wat chargerend gezegd: “… gelooft de predikant minder, de gemeente meer, en de spirituele mens alles…”. Hij ziet de hang naar het spirituele dan ook vooral als een reactie op de dominante rationele en instrumentele cultuur.
Bij Kluun en in de buitenkerkelijke spiritualiteit lijkt het voornamelijk te gaan om het voortbestaan na de dood, maar God, en met name een persoonlijke God, blijft buiten beeld: “… Ergens schrijft Kluun: ‘over God wordt niet gepraat.’ Op dat gebied reiken atheïsten en Kluun elkaar de hand. God en zijn vertegenwoordigers op aarde, dat is een soort rariteitenkabinet…”. Volgens De Wijer zegt de Bijbel helemaal niet zoveel over het leven na de dood. Hij haalt het verhaal over koning Saul erbij - die de heks van Endor vraagt om de dode priester Samuel op te roepen zodat hij hem advies kan vragen, en de gelijkenis over de arme bedelaar Lazarus - die in het hiernamaals in de schoot van Abraham vertoeft terwijl de rijke man in de hel verkeert, om aan te tonen dat de boodschap van de Bijbel luidt dat wat in het leven ‘unfinished business’ was dat ook in de dood zal blijven: “… In de Bijbel gaat het er meer om dat het niet goed voor een mens is om erg lang in de ‘twilightzone’ te blijven verkeren. De hang naar wie overleden is, helpt of bevrijdt een mens niet. Verzoening of begrip valt niet postuum te regelen. Dat had toch echt bij leven plaats moeten vinden…”.

Over de film “Avatar”
Aan de hand van de meest winstgevende film aller tijden, “Avatar” (2009) van James Cameron (won drie Oscars en twee Golden Globes), denkt De Wijer na over de vraag of God nu wel of niet in de natuur te vinden is en of de natuur misschien zelf God is: “… Nog niet zo lang geleden publiceerde het dagblad Trouw zowaar ‘een kleine catechismus van het groene geloof’, compleet met vraag en antwoord waarmee het groene geloof definitief de status van een nieuwe religie kreeg. Deze catechismus is een collage van uitspraken van diverse ‘charismatische visionairs’ zoals ze in deze krant worden genoemd. Een goed beeld van het gebodene geeft meteen al de eerste ‘zondag’:
‘1. Wat is het ultieme doel in je leven?
Dat is leven uit het besef dat we met hoofd en hart en handen deel zijn van de Aarde. Dat we niet op onszelf staan, maar verbonden zijn met alles om ons heen, met aarde, water, lucht en vuur, en met de generaties die na ons komen.’ (Trouw; 12.01.13).
Het zou zomaar uit ‘Avatar’ kunnen komen…”
.
Als de natuur (inclusief jijzelf) ‘goddelijk’ is; valt er niet meer te praten, zegt De Wijer. Juist als jij en de natuur ‘niet heilig’ zijn, blijft er altijd discussie mogelijk.

Over “Bonita Avenue” van Peter Buwalda
Laaiend enthousiast is De Wijer over deze ‘vallende vaderroman’ ( “… In interviews stelt Buwalda dat hij bewust naar een sterke persoonlijkheid heeft gezocht. Zielenpoten heeft de Nederlandse literatuur al genoeg…”), waarin een familie rechtstreeks op de ondergang afkoerst: “… De familie Sigerius valt in Bonita Avenue niet uit elkaar – de familie explodeert alsof ze op een landmijn is gestapt…”. Buwalda schreef zeven jaar lang, zeven dagen per week, dag en nacht onafgebroken aan dit verhaal, tot zijn vrienden dachten dat hij terminaal ziek was. De Wijer heeft het over de ‘bedwelmende, bijna hypnotiserende manier van schrijven’: “… Alles spettert, vonkt en slaat de lezer rechtstreeks in het gezicht…”. Hij vergelijkt de roman met de moeilijke levens van de aartsvaders. Het verschil is dat een worstelaar als de bijbelse Jakob niet ten onder gaat in tragiek, maar ‘ergens zegen vermoedt’.

Over “Het diner” en “Zomerhuis met zwembad” Van Herman Koch
“… Wij zijn helemaal niet van die ‘gelukkige huisvrouwen’ die we geacht worden te zijn, en er is er tenminste één die dat voor ons opschrijft…”, aldus De Wijer. De hoofdpersonen in Koch’s romans zijn continu woedend, en minachten de mensen om hen heen. Volgens Koch wordt het menselijk gedrag bepaald door erfelijkheid en andere biomedische factoren: ‘Wij zijn ons brein’. Het doet denken aan het donkere calvinisme met zijn ‘dubbele predestinatieleer’: al voor je geboren wordt heeft God bepaald of je al dan niet ‘gered’ gaat worden: “… God is door de genetica afgelost, wat is precies het verschil?...”. Maar dat is niet het verhaal van de Bijbel: “… God heeft van de mens in de Bijbel geen hooggespannen verwachtingen. Eigenlijk weet God al eeuwenlang hoe de mens eraan toe is. Bijvoorbeeld dat hij geneigd is God en zijn naaste te haten…”, maar “… een mens kan anders gaan doen. Daartoe heeft hij de vrijheid…”. Je bent verantwoordelijk voor je gedrag. In de Bijbel is het zo “… dat de mens voor de agressie kiest. Sterker nog, de lijn van Kaïn naar Lamech laat zien dat de agressie toeneemt naarmate de mens meer op eigen benen en los van God komt te staan…”. Lamech “… gaat aan haat en wraakzucht ten onder. Niet eens als een straf van God, maar meer omdat hij zichzelf op die manier verteert…”. De Wijer: “… De mens is vrij en niemands onderdaan, noch van God, noch van het lot…”.

Over “Tonio” van A.F.Th. van der Heijden

Over rouw en verdriet: “… De toekenning van zowel de Libris Literatuur Prijs, de NS Publieksprijs en de P.C. Hooftprijs in 2012, maakt duidelijk dat de thematiek van deze roman diep resoneerde in de kom van de Nederlandse moderne ziel…”. Het verhaal over Van der Heijden’s op 21-jarige leeftijd verongelukte zoon is hartverscheurend: “… Er is geen troost. Er is geen hoop. Er is alleen onpeilbaar verdriet…”. De schrijver en zijn vrouw “… zijn als Rachel, van wie de kreten in heel Rama worden gehoord in haar weigering zich te laten troosten omdat haar kinderen niet meer zijn (Jeremia 31:15)…”.
En toch is er in de Bijbel sprake van protest tegen een wereld die zo verschrikkelijk in elkaar zit: “… Een protest dat zich rechtvaardigt met een beroep op de toekomst van God…”.

Over “Wilders”
In een buiten de toon vallend hoofdstuk heeft De Wijer het naar aanleiding van de Bijbelboeken Ezra en Nehemia ineens over de politiek van Geert Wilders, en wat hij bedoelt met de ‘joods-christelijke traditie’.

Over “Vijftig tinten grijs” van E.L. James
Het meest verrassende artikel vind ik de bespreking van de vrouwelijke porno-trilogie “Vijftig tinten grijs”; omdat ik toch ook wel verbijsterd ben over deze internationale hype die zo ongeveer de hele Nederlandse boekenbranche voor instorten behoedt – want zo goed staat die er niet voor. “… Een nieuw genre heeft volgens enkele recensenten met deze boeken zijn intrede gedaan: de mommy porn…”. De titels die intussen mee proberen te liften op het succes van James zijn niet van de lucht: 'Fifty Shames of Earl Crey' van Fanny Merkin is tot nu toe wel de grappigste. Wat heeft een dominee in vredesnaam over dit soort romans te melden? En wat zegt dat over de tijdgeest?
De Wijer: “… In het dagelijks leven is de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw een onbetwiste norm. De latente onvrede daarover zou zijn uitlaatklep vinden in precies dit soort lectuur (puisant rijke, met een jeugdtrauma behepte, dominante zakenman, krijgt een stormachtige, sadomasochistische verhouding met een onderdanige 22-jarige maagd). Helemaal absurd is die gedachte nou ook weer niet. Als student kon ik mijn verbazing amper verbergen toen een medestudente die geheel naar de aard van die tijd voorop liep in vrouwenstrijd en –studies, mij onder haar bed stapels Bouquetreeksen toonde die zij met groot plezier tot zich nam. U kent dat spul wel: pockets met bloemmotief, waar op de voorkant een smachtende vrouw en breedkakige man met ontbloot torso prijken…”.
En dan preekt De Wijer voor mij het verlossende woord als hij zegt dat alle stomende seks niet kan verhullen dat de Vijftig tinten-trilogie veel gemeen heeft met het Bouquetromannetje, ‘ouderwetse zwijmelromannetjes in een nieuw, latex jasje’, inclusief het voor vrouwen vrijwel onweerstaanbare motief: de vrouw die door weet te dringen in de gekwetste ziel van deze lange, sterke, mooie, intelligente, en diepzinnige minnaar: “… ‘Hoe vrouwen uiteindelijk het hart veroveren van moeilijke en getraumatiseerde mannen en hen gelukkig weten te maken’, klinkt op het eerste gehoor vreselijk banaal maar dit soort thema’s oefenen een niet te onderschatten aantrekkingskracht op vrouwen uit. Meer dan al die expliciet beschreven woeste seks, zou dat wel eens de werkelijke reden voor dit grote verkoopsucces kunnen zijn…”. Hallelujah. Met dit commentaar kan ik tenminste uit de voeten, al is het alleen al omdat de door mij zeer gewaardeerde psycholoog Paul Verhaeghe precies hetzelfde zegt in “Liefde in tijden van eenzaamheid”, waarvan ik een stuk citeer in mijn bespreking over de roman “Bevrijdende liefde” van Francine Rivers (zie mijn blog van 27.05.12).
De Wijer vindt dat Vijftig tinten niet bepaald bijdraagt aan een realistisch beeld van de seksuele praktijk: “… Een bestseller als Fifty Shades opereert precies op het grensgebied van het opgeschroefde westerse ideaal van perfecte seks en de heel wat ingewikkelder praktijk…”, en zegt vooral wat over de hedendaagse 'seksstress'. Het ideaal van een spetterend seksleven wordt hoog opgetuigd. : “… Dat seks een aardig tijdverdrijf kan zijn, ‘niet heilig om er toch mee door te kunnen' (G.H. ter Schegget), ‘leuker dan het buitenzetten van de vuilniszakken’ (Bill Cosby) of ‘zolang ze niets leukers hebben uitgevonden, blijf ik het er gewoon bij doen’ (Kees van Kooten), zijn noodzakelijke, maar te weinig gehoorde relativeringen om de druk wat van deze seksuele ketel af te halen...".
De Wijer: “… Vreemd eigenlijk dat het routineuze liefdesleven uiteindelijk het ideaal van de trilogie van E.L. James blijkt te zijn. De twee geliefden vormen op het laatst een gelukkig gezinnetje met twee blozende kinderen…”. En de seks? “… Af en toe komt er nog een verdwaalde handboei bij kijken maar het is toch in niets te vergelijken met het sm-spel van dominantie en gedomineerd worden van het begin…”. Wijers begrijpt dat vooral “… als een verlangen naar het einde van alle seksuele frustratie en misverstanden, waarbij al die kinky seks niet meer nodig is omdat je rustig en vol vertrouwen in elkaars armen kunt liggen…”. De clou van het verhaal is “… dat hij te vertrouwen is en dat jij je aan hem kunt toevertrouwen en dat hij jou vertrouwt…”, en, voegt De Wijer er dan als dominee graag aan toe: “… dat zoiets kan omdat bovenal God te vertrouwen is…”.

De Wijer doet me vooral denken aan die opa - een inmiddels overleden, verlegen, New Yorkse rabbijn - van Susan Cain in "Stil" (zie mijn blog van 03.02.13). Altijd zat hij met zijn neus in de boeken, en iedere sabbat vertelde hij aan zijn ademloos luisterende publiek in een tot de nok toe gevulde synagoge wat zijn spirituele en intellectuele verkenningen van de afgelopen week weer hadden opgeleverd. Misschien is dat een goed idee voor dominees. Om de kerk weer een beetje aantrekkelijk te maken. Iedere week, net als De Wijer de Bijbel uitleggen aan de hand van een moderne roman. Ik zou in ieder geval geen zondag missen!

Uitgave: Skandalon - 2013, 208 blz., ISBN 978 949 070 868 9, €18,50
Rechtstreeks bestellen: klik hier


Geen opmerkingen :

Een reactie posten