vrijdag 25 oktober 2013

Dit is hoe een storm ontstaat – Pim te Bokkel


Om even bij te komen van Donna Tartt (zie mijn vorige blog) ga ik wat doen wat ik nog nooit eerder heb gedaan: een dichtbundel recenseren. Ik weet eigenlijk helemaal niet hoe dat moet, dus ik schrijf maar gewoon wat mij is opgevallen. Na lezing dacht ik dat je in ieder geval kunt zeggen dat als je jezelf wilt vergeten je een roman moet lezen, en als je jezelf wilt tegenkomen je naar een gedicht moet grijpen.

Uniek
“Dit is hoe een storm ontstaat” is de derde dichtbundel van Pim te Bokkel (1983). Hij werd ontdekt tijdens het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam, treedt regelmatig op tijdens festivals als b.v. Poetry International, en publiceert in kranten en literaire tijdschriften.
Uitgeverij Nieuw Amsterdam heeft deze bundel voor het eerst verrijkt met een z.g. Layer, een digitale content die op je smartphone is te downloaden, waardoor je kunt luisteren naar de auteur die een paar van zijn gedichten voorleest. Een unieke uitgave dus!

Storm in je binnenste

Te Bokkel heeft vier jaar met het idee voor deze bundel rondgelopen. Hij zegt dat het vooral gaat om ‘de storm in je binnenste’. Het boekje (59 blz.) begint met een citaat uit “Meteorologica” van Aristoteles, dat bijna een metaforisch gedicht op zich is: “… Een wervelwind ontstaat dus als een storm die is voortgebracht zich niet kan bevrijden van de wolk (…) en treedt op wanneer de spiraal richting aarde zakt en de wolk, waarvan het zich niet weet te bevrijden, met zich meesleurt…”. Gaat dit over ‘loslaten’? Als je dingen niet kunt loslaten, wordt het onrustig, gaat het stormen, in je hart.
Te Bokkel: “… een moeder haalt haar targets niet / een hand reikt - / bereikt het verlangde niet / Dit is hoe een storm ontstaat…”.

Reizen
De bundel bestaat uit drie gedeelten, waarvan het eerste om gedichten rond het thema ‘reizen’ draait (vooral ook naar jezelf).
Prachtig is het gedicht “Roltrap”, waarop de reizigers naar boven gedragen worden - de gang door het leven: “… Soms draagt er één een steen / Soms stopt er één / een winegum in zijn mond / en denkt iets minder te bestaan…”. Het deed me denken aan een gesprek dat ik laatst had met een oude dame. ‘Hoe zwaar je het leven neemt is aan jou’, zei ze. En ook aan Sisyphus, die tot het eind der tijden een rotsblok tegen een berg op moet duwen. Telkens als hij boven is rolt de steen weer naar beneden.
Te Bokkel: “… Je kan me vragen hoe het gaat - / het gaat / het gaat…”.
Het is niet alleen melancholie dat de klok slaat. Er verrijzen mooie beelden als: “… door gloeiende wolken / de zon als Superman…” die ‘uit zijn overhemd breekt’ en ‘een moeder die de keuken blauw bakt’.
En altijd weer de liefde: “… Zie je / ik hou van je / maar laat je / en omarm je niet – nog niet / maar mooi ben je / met achter je oor je haar / en hoe je volmaakt eigenwijs / mij beziet / zo mooi / zo wij zo breekbaar nu…”.

Wie ik ben
Het tweede gedeelte gaat over zelfreflectie. De auteur wil zichzelf doorgronden, maar dat gaat niet: “… Ik wil mijzelf zijn / en doorzien / maar zie mij telkens als een Pim / die mij van buitenaf bekijkt…” en “… Er is een man / die in mijn hoofd / als in een doorzonwoning / woont…” en “… Hij wil geraakt worden / om echt te zijn / maar is de man die telkens / ergens anders is…”. Wij kennen onszelf niet; dat wist de dichter van Psalm 139 al: “ Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken”. Te Bokkel concludeert dat: “… het oog dat op zichzelf gericht / zichzelf verliest…”. Teveel met jezelf bezig zijn is niet goed. Een gedicht dat opgedragen is aan Rutger Kopland heeft als titel: “… Melancholie is gevaarlijk…”.
Om jezelf te zijn, moet je jezelf zelfs vergeten, stelt Roos Vonk in een column (zie hier) waar ik aan moest denken.

Verlangen

Het laatste gedeelte is doorademd van eindeloos verlangen: “… Het is niet uitzichtloos / zo met die mist / je kijkt naar wat er nu nog is…” en “… als in de wintertuin eens het bal waarop / elk mens de ander ongemaskerd binnenlaat / zo droomt de mens dat hij de tuindeur openslaat / en in het barre land – het kale bos – de zon omarmt…”. Alle Menschen werden Brüder.
De beelden van de zee met haar eb en vloed. Smachten en terugtrekken. Nooit het volmaakte bereiken, en toch geloven dat het bestaat.
Nooit weten wie de geliefde ander écht is: “… Wij drijven zonder bakens / uit elkaar en worden ik en jij / en afstand die verlangen is…”.
Dit is voor de romantici onder ons. Eigenlijk zou je als je opstaat moeten beginnen met één gedicht te lezen en dat de hele dag door herkauwen zodat je ’s avonds weet wat het jou te zeggen heeft. Niet dat ik dat doe – ik ben een snellezer.
Pim te Bokkel: “…. Het gedicht is een schaduw van dingen en mensen…” en “… Poëzie is verlangen / naar iets wat nog niet echt bestaat…”.
Deze dichter heeft wat je noemt: de macht van het woord. Hij schrijft ontzettend mooi, gevoelig, en fijnzinnig. Misschien is dichten wel dromen en denken tegelijk…

Uitgave: Nieuw Amsterdam - 2013, 64 blz., ISBN 978 904 681 582 3, €17,50
Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten