Met “De klokkenmaker” schreef Mitch Albom (1958, Michigan - VS), die de meeste lezers waarschijnlijk zullen kennen van zijn wereldberoemde doorbraak "Mijn dinsdagen met Morrie" - waarin Albom vertelt over de inspirerende gesprekken die hij voerde met een oude man die niet lang meer te leven heeft - een sprookjesachtige roman over ‘tijd’:
“… Denk eens na over het woord ‘tijd’. We gebruiken het in ontzettend veel uitdrukkingen. De tijd verdrijven. Tijd verspillen. De tijd doden. Geen tijd verliezen. In goede en slechte tijden. Dat werd tijd. Neem de tijd. Tijd besparen. Een lange tijd. Precies op tijd. Geen tijd meer hebben. Denk aan de tijd. Wees op tijd. Bespaar je de tijd. De tijd bijhouden. Tijdrekken…”.
Vader(tje) Tijd
In zijn boek voert Albom ‘Vader Tijd’op (Nederlanders hebben het trouwens meestal over ‘VaderTJE Tijd’). We denken vaak dat Vader Tijd heel oud is, maar onder zijn warrige baard en lange haar is zijn lichaam jong gebleven. Voor Vader Tijd staat de tijd namelijk stil, want hij heeft God boos gemaakt.
Heel lang geleden, aan het begin van de wereld, was Vader Tijd een jongetje dat Dor heette, die samen met zijn vriendinnetje Alli en vriendje Nim op een heuvel woonde. Terwijl hij groter en ouder werd, werd Alli mooier en zachter: “… hij voelde zich helemaal slap worden als ze haar ogen opsloeg om hem aan te kijken. Hij had het gevoel dat hij omver werd geduwd…”. Dor trouwde met Alli en stichtte een gezin. Nim werd een trotse koning die de goden wilde verslaan en het hoogste bouwwerk tot stand bracht dat de mens ooit heeft gemaakt: de toren van Babel. Omdat Dor weigerde Nim als slaaf te dienen, werden Alli en Dor met hun kinderen uit de stad verbannen. Vervelend natuurlijk, maar Dor zat er niet écht mee. Hij werd opgezogen door een andere obsessie: het meten van de tijd. Hij vergat God en leerde tellen en instrumenten maken die de tijd aangaven. Hij vond de kalender uit. Dit alles verwijderde de mensen van het eenvoudige licht van het bestaan. Voordat Dor ter wereld kwam bestond de tijd niet eens…
Toen Alli ernstig ziek werd en op sterven lag, rende Dor ten einde raad de toren van Babel op, om de goden uit te dagen en de tijd stil te zetten. De toren stortte in, de mensen gingen in allerlei vreemde talen spreken, en als straf belandde Dor in een tijdloze grot waar hij hete tranen huilde, die een plas vormden waaruit een eindeloze hoeveelheid stemmen opsteeg, waarnaar hij verplicht moest luisteren. Bijna allemaal bedelden ze om ‘meer tijd’.
Eén die te veel en één die te weinig tijd wil
Daar bleef het niet bij. Na zesduizend jaar wordt Dor terug gestuurd naar onze wereld, met de opdracht twee mensen te zoeken: één die te veel en één die te weinig tijd wil. Hij moet hen leren wat hij zelf heeft geleerd. Hij krijgt een magische zandloper mee. Hij kan er de tijd mee versnellen of vertragen, en daardoor pakken wat voor handen is, maar ach, voor iemand voor wie alles voor het oprapen ligt is bijna niets de moeite waard.
Prachtig wordt verteld hoe hij leert zichzelf in de moderne wereld te handhaven. Hij vindt werk in een klokkenwinkel - hoe kan het anders?! Daar ontmoet hij de mensen waar het om begonnen is: Victor, een steenrijke tachtiger die dood zal gaan aan kanker, maar zich wil laten invriezen zodat hij ontdooid kan worden als er een middel tegen zijn ziekte is gevonden ; en Sarah, een hoogbegaafde, te dikke tiener, die afgewezen wordt door zowel haar klas als de jongen waar ze stapelverliefd op is, en alleen nog maar dood wil. Victor koopt een antiek horloge die hij stil wil zetten op het moment dat hij ingevroren wordt, en Sarah koopt een prachtig driehoekig horloge als kerstkadootje voor degene die ze - schrijnend genoeg - bestempelt als ‘de man van haar leven’: “… Als ze haar verstand had gebruikt, zou Sarah bij Ethan uit de buurt zijn gebleven. Maar voor het verstand is bij een eerste liefde geen plaats, dat is altijd zo geweest…”.
Om hun levens te begrijpen achtervolgt en observeert Dor zijn klanten dagenlang. Hij verbaast zich grenzeloos over de snelheid van hun bestaan; die nog eens extra gestimuleerd wordt door de moderne communicatiemiddelen. Hij is verdrietig omdat de medische machines waarmee tegenwoordig levens gerekt kunnen worden nog niet bestonden toen Alli overleed.
Alles heeft zijn tijd
Als Victor en Sarah op oudejaarsavond allebei uit het leven willen stappen, grijpt Dor in, en zet de tijd stil: “… En wat er toen gebeurde… Van Los Angeles tot Tripoli kwamen krullende golven voor de kust tot stilstand. Wolken bewogen niet meer. Het weer bleef zoals het was. In Mexico hingen regendruppels in de lucht, en een zandstorm in Tunesië veranderde in een permanente zee van zandkorrels. Er klonk geen enkel geluid op aarde. Vliegtuigen hingen geluidloos boven landingsbanen. Sigarettenrook bleef roerloos om de rokers hangen. Telefoonlijnen waren dood. Schermen waren leeg. Niemand zei iets. Niemand haalde adem. Zonlicht en duister verdeelden de planeet en het oudejaarsvuurwerk bleef in de donkere luchten hangen, in een regen van paars en groen, alsof kinderen het firmament hadden gekleurd en vervolgens waren weggerend. Er werd niemand geboren. Er ging niemand dood. Niets kwam dichterbij. Niets verdween…”.
Als in een bijna-dood-ervaring krijgen Victor en Sarah de kans om de gevolgen te zien van hun besluit. Victor blijkt honderden jaren in de toekomst een verschrompeld wezen te zijn wiens hersenen worden aangesloten op een monitor. Niet helemaal meer menselijke mensen kijken met open mond naar de projectie van zijn gevoelens op een beeldscherm; want zelf zijn ze geëvolueerd tot lege hulzen die geen emoties kennen. Zo leuk is dat dus allemaal niet.
Sarah, die dacht dat haar ex-vriendje wel erg geschokt en zeer veel spijt zou hebben van zijn gedrag als hij zou horen over haar vroegtijdige dood, ziet dat hij haar af doet als een gestoorde freak terwijl hij vrolijk verder gaat met zijn leven. Juist de mensen waar ze nooit een gedachte aan heeft gewijd, blijken het meest om haar te geven.
Sprookjes lopen goed af. Weer terug in het hier en nu geeft Victor een van te voren afgesproken teken aan zijn begeleider waardoor het invriezingsproces wordt gecanceld; en ook Sarah wordt op het nippertje gered. Victor wijzigt in de tijd die hem rest zijn testament. Met zijn geld kan de slimme Sarah aan een prestigieuze medische opleiding beginnen, en vindt zij op den duur een middel uit tegen de meest gevreesde ziekte van onze tijd. Het zal miljoenen mensen het leven redden. Dor heeft aan zijn opdracht voldaan en kan eindelijk sterven. Hij leefde lang maar ongelukkig. Victor leeft nog kort, maar gelukkig. En Sarah leeft nog lang én gelukkig.
‘Alles heeft zijn tijd’; Prediker 3 : 1 – 15.
Vakmanschap is meesterschap
“De klokkenmaker” is wonderlijk mooi geschreven. Zelf zegt Mitch Albom in het dankwoord dat het ene boek ‘lastiger’ is dan het andere. Ik heb nog eens een stukje uit "Mijn dinsdagen met Morrie" gelezen: het verschil is inderdaad fenomenaal. Zo vloeibaar als het laatste uit zijn pen lijkt te zijn gerold, zo moeizaam lijkt het eerste tot stand te zijn gekomen. Zelfs in de vertaling – van Ralph van der Aa – staat ieder woord op zijn plaats: alsof er ik-weet-niet-hoelang over is nagedacht. Dat bedoel ik niet als kritiek. Integendeel. Het resultaat nadert de perfectie: vakmanschap is meesterschap. Zelden heb ik een verhaal gelezen dat zo in balans is. Schitterend!
Uitgave: De Barbaar – 2014, 240 blz., ISBN 978 905 999 904 6, €17,50
Rechtstreeks bestellen: klik hier
Geen opmerkingen :
Een reactie posten