Ondertitel: Van baarmoeder tot Alzheimer
“… Wij worden gekenmerkt door een fantastisch brein van anderhalve kilogram, dat bestaat uit zo’n 100 miljard hersencellen, onze neuronen. Dat is 15 keer zoveel als er mensen zijn op aarde. Iedere hersencel maakt contact met zo’n 10.000 andere hersencellen middels zeer gespecialiseerde contactplaatsen, de synapsen. Ons brein bevat ruim 100.000 kilometer bevezeling…”.
Als je tot je door laat dringen wat er zoal fout kan gaan in zo’n ongekend complex en nauwkeurig op de omgeving afgestemd systeem, snap je niet dat wij niet allemaal als halve garen op deze aarde rondsjouwen.
En dan meent Dick Swaab dat geloven in een intelligente Schepper achter dit alles klinkklare onzin is. Goed, als gelovige kan ik niet bewijzen dat God bestaat; maar Swaab maakt het mij wel moeilijk te geloven dat Hij niét bestaat: “… U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. Ik loof U voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt…” - Psalm 139:13,14 (Dick Swaab haalt in zijn boek nogal wat bijbelteksten aan, dus doe ik dat hierbij ook maar).
Ik heb lang zitten azen op dit boek. Ik mocht het van een vriendin lenen, als ik beloofde dat het binnen twee weken terug kwam. Veertien dagen om een boek van meer dan 450 blz. te lezen én er ook nog een recensie over schrijven: dat betekent buiten werktijd zo’n beetje dag en nacht lezen. Gelukkig geen enkel punt met ‘Wij zijn ons brein’: “Wow, man… wat een boek!”.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik de uitzending van “Zomergasten” met Dick Swaab, in augustus dit jaar, na een kwartier heb uitgeklikt. Ik vond het zó saai. Op papier zijn mensen vaak een stuk leuker dan in het echt (misschien is dat met mij ook wel zo, bedenk ik ineens…).
Dick Swaab (1944) is één van de bekendste hersenonderzoekers van onze tijd. In dit boek praat hij je helemaal bij over de huidige stand van zaken in de neurologie. Hij doet dat door als het ware een tocht door het leven te ondernemen, beginnend bij de geboorte en eindigend in de ouderdom. Ondertussen bespreekt hij voor elke levensfase de specifieke breintoestanden die erbij horen. Dat hij nogal eens zijn boekje te buiten gaat en uitspraken doet op gebieden die in de verste verte niet thuishoren op het terrein van de neurologie, zoals critici als de Groningse hoogleraar psychologie Douwe Draaisma (“Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt”) en de Vlaamse filosoof en neurowetenschapper Jan Verplaetse (“Zonder vrije wil”) opmerken, zij hem wat mij betreft vergeven: als je zó kunt schrijven…
Een van de bizarste ontwikkelingsstoornissen waar Swaab het over heeft is de Body Integrity Identity Disorder (BIID): “… Tijdens onze vroege ontwikkeling wordt niet alleen onze genderidentiteit (het gevoel man of vrouw te zijn) en onze seksuele oriëntatie (homo-, hetero-, of biseksualiteit) in de hersenen geprogrammeerd, maar ook ons lichaamsschema. Personen met het BIID-syndroom hebben van jongs af aan het gevoel dat een deel van hun lichaam niet bij hen hoort en willen dit koste wat kost kwijt. Ze accepteren een eigen ledemaat niet als een onderdeel van het eigen lichaam, ook al functioneert het prima. Dit leidt tot een allesoverheersende amputatiewens…”. Natuurlijk krijgen ze zelden artsen zover dat ze hen helpen. Vaak gaan deze mensen er dan toe over zichzelf zo te beschadigen dat hun ongewenste ledemaat wel geamputeerd móet worden: “… Soms gebeurt dit met gevaar voor eigen leven, bijvoorbeeld door een kogel door de knieschijf te schieten, door bevriezing van een been of met behulp van een zaag. Mensen met BIID weten ook precies waar de amputatie plaats moet vinden en als de amputatie verricht is, kunnen ze feilloos aangeven waar er net iets te weinig is weggehaald. Na de amputatie zijn ze dolgelukkig, en ze zeggen nogal eens dat het enige waar ze spijt van hebben is dat het niet veel eerder is gebeurd…”.
En wat dacht je van ‘slaapwandelmoorden’. Tot nu toe zijn er 68 bekend.
Of het ‘aliën-handsyndroom’ waarbij de zieke hand ongecontroleerde handelingen uitvoert die volkomen tegengesteld kunnen zijn aan die van de gezonde hand. “… De ene hand trekt de broek aan, terwijl de andere hand tegelijkertijd pogingen doet de broek uit te trekken… Iemand beschreef hoe ze een aantal keren wakker geworden was omdat haar (eigen) linkerhand haar probeerde te wurgen…”.
Swaab haalde zich in de jaren ‘80/’90 van de vorige eeuw de woede van grote groepen progressievelingen en homo’s op de hals toen hij met zijn team aantoonde dat seksuele voorkeur geen keuze is, maar vastligt in de hersenen (inclusief pedofilie). Hij werd bedreigd en gelijkgesteld met “Dr. Mengele”: “Homoseksualiteit is geen ziekte…!”. Ik kan mij dat nog goed herinneren omdat ik in die tijd een opleiding deed voor doktersassistente, en les kreeg van een arts die onderzoek deed naar reuk bij homo’s. Iedere zaterdagavond maakte hij de disco’s in Leiden en omgeving onveilig. Hij beweerde dat homo’s het parfum “Brut” lekker vonden; in tegenstelling tot hetero’s. Ik vond het fascinerend allemaal. Swaab heeft het in dit boek ook over onderzoek naar feromonen. Tegenwoordig zijn hersens ‘hot’; en ergert niemand zich meer aan de uitkomsten van wat voor onderzoek dan ook. Integendeel; ook al doet Swaab nog zulke boude beweringen b.v. over dat ‘de vrije wil niet bestaat’, ‘je kinderen beter niet religieus kunt op voeden’, 'criminaliteit al in de baarmoeder begint’, ‘straffen op basis van eigen verantwoordelijkheid op drijfzand berust’, enz.; het lijkt allemaal over het algemeen als zoete koek geslikt te worden. Zo snel kunnen meningen in de tijd dus veranderen…
Prachtig is Swaab’s uitleg over hoe tijdens de geboorte de hersenen van het kind nauw samenwerken met de hersenen van de moeder. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat ze, door de afgifte van allerlei stofjes, elkaar stimuleren tijdens de baring. Een moeilijke, langzame, of te vroege bevalling kan dus heel goed een aanwijzing zijn dat er iets mis is in de hersenen van het babietje. Dat betekent niet dat je daar gelijk wat van merkt; hersenziekten als schizofrenie worden vaak pas opgemerkt in de puberteit.
In de jaren zestig en zeventig dacht men dat kinderen als een “onbeschreven blad” ter wereld kwamen, en kregen voornamelijk de moeders de schuld van breinproblemen. Het beruchte nature- of nurture debat. Autisme werd veroorzaakt door ‘koude’ moeders, schizofrenie door ‘besluiteloze' moeders, en homoseksualiteit door ‘dominante’ moeders. Hierdoor werden nogal wat moeders opgescheept met een enorm schuldcomplex. Het was gebruikelijk kinderen snel weg te halen bij problematische opvoeders. Geen wonder dat er vaak niet al te vriendelijk over 'geiten-wollen-sokken' werd gedacht. Inmiddels weten we gelukkig dat dergelijke zaken vastliggen in het brein.
“… Transseksuelen waren psychotisch, criminaliteit kwam door slechte vrienden, een dun model veroorzaakte een epidemie van anorexia nervosa bij andere meisjes en misbruik of verlating resulteerde in een borderline-persoonlijkheidsstoornis. Weinig of niets van deze opvattingen staan nu nog overeind…”.
Dick Swaab i.v.m. homoseksualiteit, droog: “… Ik heb overigens jarenlang op college aan 250 medisch studenten gevraagd: wie van jullie heeft er géén dominante moeder? Nog nooit heeft een student zijn vinger opgestoken…”.
Wat wel weer opmerkelijk is: hoe meer broers je boven je hebt, hoe meer kans dat je als jongen homoseksueel wordt (als ik dat naga in mijn eigen omgeving dan kan ik dat wel bevestigen, ja).
Swaab over sport: “… Hoe is het misverstand dat sport gezond is eigenlijk ontstaan?...”. Want: “… Hoe hoger de stofwisseling van het lichaam, hoe korter de levensduur… De Amerikaanse onderzoeker Sohal vond dat hoe meer vliegbewegingen een vlieg maakt, hoe eerder hij dood neervalt…”.
En over placebo’s: “… Er was verbijstering toen bleek dat de werking van de meest gebruikte antidepressiva klinisch niet significant beter was dan een fopmiddel, een placebo…”.
Vol mededogen schrijft Swaab over het alzheimerproces: “… In Stadium 1 is er niets aan de hand. In Stadium 2 kun je je spullen niet meer terugvinden en merk je dat er problemen op het werk ontstaan, maar je kunt het vaak nog aardig verborgen houden. In Stadium 3 merken ook anderen dat je je werk niet meer kunt uitvoeren. In Stadium 4 loopt het mis met complexere taken, zoals het ordenen van de financiën. Vervolgens (5) heb je hulp nodig met het uitzoeken van kleding. Dan (6) heb je hulp nodig bij het aankleden, met het wassen, er ontstaan problemen op het toilet met het doortrekken en het afvegen van je billen, je wordt incontinent voor urine en voor ontlasting. In Stadium 7 spreek je nog maar een tot vijf woorden per dag, je kunt niet meer lopen, en dan niet meer zelfstandig zitten. Vervolgens verdwijnt de glimlach, waar iedereen zo blij mee was toen je een baby was, en dan kun je je hoofd niet meer zelf optillen. De patiënt ligt uiteindelijk in foetale houding in bed, en als je een vinger in zijn mond steekt, heeft hij een zuigreflex. Dan is de patiënt dus helemaal terug naar het stadium van pasgeboren baby. Taal en muziek zitten opgeslagen in een deel van het geheugen dat pas in de late fase van de ziekte van Alzheimer is aangedaan. Het spreken verdwijnt pas in Stadium 7. Muzikale vaardigheden kunnen bij alzheimerpatienten zeer lang behouden blijven…”.
Ik heb meerdere malen van pastoraal werkers gehoord dat ze geen normaal gesprek konden voeren met demente gelovigen, maar dat ze wel met hen een kerkgezang konden ‘zingen’. Swaab vraagt zich af of het wel zo verstandig is te streven naar een zo lang mogelijk leven, omdat uiteindelijk alle oude hersenen alzheimersymptomen gaan vertonen.
Dick Swaab is een overtuigd atheïst en steekt dat in dit boek niet onder stoelen of banken. Gelovigen die niet kunnen velen dat er tegen hun heilige huisjes wordt geschopt kunnen het dus maar beter niet lezen. Ik heb er geen moeite mee. Mijn geloof is geen knip voor de neus waard als het geen kritiek kan verdragen – meen ik. Boeken als van Swaab laten mij juist des te dieper nadenken over de grondslagen waar ik in geloof.
Dick Swaab stelt dat Intelligent Design – aanhangers, zoals ik, hem niet overtuigen. Andersom is dat natuurlijk ook zo. En dat is volgens Dick Swaab helemaal verklaarbaar, omdat religie óók 'in de genen zit' (hoe zit dat dan met Franca Treur en Ann De Craemer?).
Swaab denkt dat de wereld beter af zou zijn zonder religie, omdat veel oorlogen veroorzaakt zijn door godsdiensttwisten. Dat is zo; maar in a-religieuze regimes zijn misschien nog wel meer doden gevallen. Wat te denken van de slachtoffers onder Stalin, Mao en Hitler?
Hitler trad dan wel in een christelijk Europa op, maar de nazistische rassenleer kwam uit de koker van Darwin, waar Swaab zo’n aanhanger van is. Daarmee bedoel ik niet dat Darwin dit zo gewild zou hebben; maar wel dat er gevaarlijke elementen inzitten, waar mensen zomaar op een verkeerde manier mee aan de haal kunnen gaan. Dat is in feite wat er ook vaak met de Bijbel is gebeurd (zie de heksenprocessen en de kruistochten).
Ik geloof in een schepping, maar hoe die precies in zijn werk is gegaan, weet ik niet. Ik was er niet bij. Misschien ging het inderdaad op een evolutionaire wijze. Ik heb een tijdje de never-ending-discussies over schepping contra evolutie gevolgd; en ik ben er alleen maar heel erg moe van geworden. Ik merk dat in bepaalde takken van de wetenschap het evolutiemodel goed werkt, dus waarom zou je die hypothese dan niet gebuiken? Er wordt altijd van hypothesen uitgegaan, tot ze omvallen, en er wat anders voor in de plaats komt. Zo gauw je gaat zeggen dat iets voor altijd en eeuwig de waarheid is, ben je klaar met de wetenschap, in mijn ogen. Dat kan toch niemands bedoeling zijn?
Onbekommerd reduceert professor Swaab alles wat is tot een kwestie van neuronen: "Psychologen denken dat ze gedrag bestuderen, in feite bestuderen ze hersencellen". Hij noemt zich met een vrolijke glimlach een neuro-calvinist. Hij ontkent de vrije wil. Net zoals sommige streng orthodoxe christenen. Hij stelt zelfs dat het erop lijkt dat sommige keuzeprocessen in de hersenen al zijn gemaakt voordat je een rationele beslissing neemt. Met andere woorden: keuzes zijn gewoon verklaringen achteraf. Of ik morgen worteltjes of bloemkool ga koken ligt allang vast. Ook al voelt het anders. Ik kan niet geloven dat het zo simpel is. Dan zouden wij geen enkele verantwoordelijkheid meer hebben.
Al met al is het laatste woord over dit fantastische boek dus nog lang niet gezegd!
Uitgave: Contact - 2010