donderdag 8 december 2011

Kamer – Emma Donoghue


“… Geen grotere wanhoop dan om een kind, iedere ouder is op zeker moment een Mater Dolorosa…” - Vonne van der Meer in ‘De vrouw met de sleutel’ (zie mijn blog van 20.03.’11).
Twee blogs hiervoor schreef ik dat de meest volmaakte liefde niet de liefde tussen man en vrouw is, maar die tussen moeder en kind.
Deze onthutsende roman bewijst dat maar weer eens.


Waarschijnlijk herinnert iedereen zich nog de lugubere nieuwsberichten over de aanhouding van een 73-jarige Oostenrijker, Joseph Frizl, die zijn dochter Elisabet 24 jaar gevangen hield in een kelder. Zij kreeg zeven kinderen van hem waarvan er drie bij haar opgesloten zaten. De bevrijdingsbeelden lieten een 5-jarig jongetje zien die met wijd opengesperde ogen de onbekende wereld inkeek. De Iers-Canadese schrijfster Emma Donoghue (Dublin-1969) werd hier zo door geraakt dat ze er een boek op baseerde.

Dit hele verhaal is geschreven vanuit het perspectief van Jack, oftewel “Meneertje Vijf” (hij is vijf jaar geworden), die samen met zijn moeder, “Mam”, afgesloten van de buitenwereld in “Kamer” leeft. Meneertje Vijf weet niet beter en is eigenlijk heel gelukkig. Zijn moeder speelt en stoeit met hem, zingt voor hem, leert hem lezen, schrijven en rekenen, en soms mag hij naar zijn vriendjes in “Tv” kijken: Dora, SpongeBob, en Bob de Bouwer: “… Ik zou het liefst de hele dag tv-kijken, maar dan gaan onze hersens rotten…”.
Samen hebben ze een keur aan dagelijks af te werken rituelen bedacht.
Wat niet leuk is: s’ avonds moet Jack in “Kast” slapen, omdat “Ouwe Nick” dan komt, en Mam niet wil dat hij Jack ziet. Meneertje Vijf is bang dat Ouwe Nick Mam pijn doet. Hij wacht, terwijl hij zijn tanden telt, tot Mams bed is uitgekraakt. Als Ouwe Nick weg is kan hij bij Mam gaan liggen. En wat nog meer niet leuk is: heel soms is Mam niet aanspreekbaar. Dan is haar batterij leeg: ze ligt bewegingloos in bed met haar ogen dicht. Dan is Mam “Weg”, en probeert Jack zo stil mogelijk voor zichzelf te zorgen.

Mam is zo blij met Jack: “… ‘Jij was helemaal verdrietig tot ik ineens in je buik kwam.’ ‘Precies. Ik huilde tot ik geen tranen meer overhad,’ zegt ze…”.
Tot Jack werd geboren: “… ‘Ik dacht: Jack komt eraan. En toen kwam je er heel vroeg in de ochtend uit gefloept, op het kleed, met je ogen wijd open.’
‘Jij snijdde het touwtje door en toen was ik vrij,’ zeg ik tegen Mam. ‘Toen werd ik een jongetje.’ ‘Nou, eigenlijk was je al een jongetje.’…”.

Als je vijf bent, word je al een hele kerel. Dus gaat Mam met stukjes en beetjes aan Jack de waarheid over zijn situatie uitleggen. In het boek wordt dat ‘onliegen’ genoemd. Jack dacht altijd dat er buiten “Kamer” niets was, nu vertelt Mam dat de dingen die hij op Tv ziet in het echt ook bestaan. Soms is het moeilijk voor Jack om alles te accepteren wat Mam hem vertelt:
“… ‘Jack, dit is belangrijk. Ik woonde in een huis met mijn mama en mijn papa en Paul.’ Ik moet het spel meespelen, anders wordt ze boos. ‘Een huis in Tv?’ ‘Nee, buiten.’ Dat is belachelijk, Mam is nooit in Buiten geweest… ‘Ik was hun kleine meisje.’ ‘Nietes’. Mam frommelt de tekening op. Er ligt nat op Tafel, het maakt haar wit helemaal glimmend. ‘Niet huilen,’ zeg ik. ‘Ik kan er niets aan doen.’ Ze wrijft de tranen over haar gezicht… Ik hou haar hand vast. Ze wil dat ik het geloof dus ik doe mijn best, maar mijn hoofd doet pijn. ‘Heb je echt eerst in Tv gewoond?’ ‘Ik zei toch dat het niet Tv is? Het is de echte wereld, je zou niet geloven hoe groot die is.’ Ze doet haar armen opzij, ze wijst naar alle muren. ‘Kamer is alleen maar een klein stinkhol vergeleken met de rest van de wereld.’ ‘Kamer is geen stinkhol.’ Ik schreeuw bijna… ‘Liegbeest, jokkebrok, er is helemaal geen Buiten.’ Ze begint nog meer uit te leggen maar ik stop mijn vingers in mijn oren en roep: ‘Blablablablabla!’…”.
Dan zegt Mam dat het haar spijt dat ze te snel gaat, en wacht ze tot Jack aangeeft de zaken verwerkt te hebben. Jack is een wijs en nieuwsgierig jongetje: meestal vraagt hij vanzelf verder.

Gaandeweg het verhaal komen we er achter dat Mam als studente werd gekidnapt door Ouwe Nick en opgesloten in zijn tuinhuis dat hij speciaal hiervoor heeft gebouwd.
“… ‘Weet je waar je hart zit, Jack?’ ‘Boem boem boem.’ Ik wijs ernaar. ‘En waar zit je gevoel, waar voel je je verdrietig of bang of vrolijk en zo?’ Dat is lager volgens mij, ik denk in mijn buik. ‘Nou, dat heeft hij dus niet.’ ‘Geen buik?’ ‘Geen gevoel,’ zegt Mam. Ik kijk naar mijn buik. ‘Wat heeft hij dan?’ ze haalt haar schouders op. ‘Gewoon een gat.’ …”.

Als Ouwe Nick als straf een tijdje de stroom afsnijdt omdat Mam tegen hem heeft geschreeuwd, beseft ze dat hij steeds gevaarlijker wordt. Om te overleven bedenkt Mam een ontsnappingsplan. Jack moet doen of hij heel erg ziek is en dood gaat. Mam wikkelt hem in een kleed. Als Ouwe Nick hem om te begraven met kleed en al in de open laadbak van zijn pick-up gooit, weet hij te ontsnappen, en zo redt Jack zichzelf en zijn moeder.
Daarna volgt het subtiele verhaal over Jack’s aanpassing aan de buitenwereld. Alles is eng. Traplopen, de wind op zijn gezicht, andere kinderen. Eigenlijk zou hij het liefst weer naar de veiligheid van “Kamer” willen.
Voor Mam is alles ook ongelooflijk moeilijk. Een journaliste: “… ‘U voelt vast een bijna ziekelijke behoefte – heel begrijpelijk trouwens – om uw zoon te beschermen tegen de wereld.’ ‘Ja, dat heet moederschap.’ Mam gromt bijna…”.

Uiteindelijk zorgt een arts ervoor dat ze terecht kunnen in een appartement voor begeleid wonen zodat ze langzaam aan het normale leven kunnen wennen.
Samen maken ze een lijst met dingen die ze willen gaan doen als ze ‘dapper genoeg zijn’.
Jack: “… Nu ik in de wereld ben, ga ik nooit meer sperciebonen eten…”.

Kan een vrouw van het kind van haar verkrachter houden? In de roman ‘In Ongenade’ van J.M. Coetzee (zie mijn blog van 03.10.'11) kan ze dat, ja: “… Ik ben een vrouw. Denk je dat ik een hekel aan kinderen heb? Moet ik vanwege de identiteit van de vader tegen het kind kiezen? Ik heb me vast voorgenomen een goede moeder te zijn. Een goede moeder en een goed mens…”.
In dit boek doet een vrouw dat wéér. Dit is een verhaal over onvoorstelbare moederliefde in een angstaanjagend extreme situatie.

De opoffering van Mam wordt aan het begin van het boek uitgedrukt in een prachtig tijdloos fragment uit het ‘Klaaglied van Danae’ van Simonides (ca. 556 – 468 v.Chr.):
“O Kind,
Welk een smart heb ik.
Maar gij slaapt. Gij sluimert uw zoete rust
In de vreugdelooze, kopergenagelde kist,
In den duisteren nacht
En den blauwzwarten nevel uitgestrekt.”

Het verhaal wordt nergens shockerend of sentimenteel, omdat het gezichtspunt dat van een argeloze en vrolijke kleuter blijft.
Bij lezing sprongen af en toe de tranen in mijn ogen; bepaalde uitspraken van Jack lijken zo uit de mond van mijn dochter te zijn getrokken, toen ze vijf was. Hij heeft het b.v. over dingen die zijn ‘verstoppeld’, en over ‘later als ik een mens wordt’. Ja, dat zeggen kleine mensjes van vijf. Zo dichtbij komt het. Ik weet niet hoe het er in het engels staat; misschien is dit vooral de buitengewone verdienste van de nederlandse vertaalster Manon Smits.
“Kamer” is een bestseller en werd onder andere genomineerd voor de Booker en de Orange Prize. Er is een website van “Room” waar je Jacks handschrift kunt bewonderen en een idee krijgt hoe "Kamer" is ingericht: www.roomthebook.com (als je op het boekenplankje klikt word je geconfronteerd met een gigantisch aantal citaten en boektitels: hier haalde de schrijfster haar inspiratie vandaan - het is werkelijk fantastisch om te lezen...).
Naast romans schrijft Emma Donoghue ook hoorspelen, toneelstukken en filmscenario’s.


Uitgave: Mouria - 2010, 336 blz., ISBN 978 904 580 266 4, €10,-
Rechtstreeks bestellen: klik hier

1 opmerking :

  1. Dank je wel voor het mooie compliment! Ik heb toen ik met de vertaling bezig was goed geluisterd naar mijn dochtertje dat toen zes was, en bijvoorbeeld 'verstoppeld' heb ik inderdaad van haar geleend!

    BeantwoordenVerwijderen