zaterdag 11 februari 2012
Vermoord en verbannen – René Marres
Subtitel: De aanvallen op Pim Fortuyn en Ayaan Hirsi Ali en hun verdediging van westerse waarden
Dit boek is eigenlijk een politiek ‘pamflet’.
Ik kende René Marres (1936) niet, maar hij blijkt als universitair docent filosofie nogal wat gepubliceerd te hebben op filosofisch gebied (philosophy of mind) en moderne Nederlandse letterkunde. Na lezing denk ik dat ik hem wel kan typeren als een ‘rechtse’ vrijdenker. Hij hoort thuis in het rijtje: Leon de Winter, wijlen Theo van Gogh, Paul Cliteur, Herman Philipse, Theodor Hofman en Afshin Ellian. Sommigen vinden dat zij ‘polariseren’; anderen dat zij ‘signaleren’.
Marres verdedigt de ideeën van Hirsi Ali en Pim Fortuyn, en analyseert - en fileert - op een ongelooflijk heldere manier, kritiek van tegenstanders als b.v. Thom de Graaf, Geert Mak, Marcel van Dam en Ronald Plasterk (indertijd columnist bij de NRC):
“… sommige autoriteiten, schoenpoetsers van de Profeet, vrede zij met Hem, maar niet met hen, zouden hun oude moeder verkopen als dat nodig was om moslims zoet te houden…”.
Dit boek leest echt als een trein. Ook als je het niet met hem eens bent, is het leuk om te lezen. Hij leert je in ieder geval iets over denken en discussiëren.
De meeste, indertijd politiek-correcte, columns en artikelen waar Marres tegen ageert verschenen in de jaren 2003 – 2006. Toen ik het las kon ik me het wel weer voor de geest halen.
In het begin dacht ik: wat moet ik hier mee – Pim is allang dood en Hirsi Ali zit al jaren in de VS. Bovendien: wat Pim Fortuyn niet mocht zeggen, zegt tegenwoordig – heel stoer - iedereen. Wij zijn best wel ‘verrechtst’. En we hebben andere dingen aan ons hoofd. De crisis, enzo.
Tot ik op dezelfde dag dat ik dit boekje las een artikel i.v.m. Hirsi Ali op de voorpagina van het ND (7-2-2012) aantrof, waarin staat dat zij in het Amerikaanse opinieblad Newsweek schreef dat in de moslimwereld een ‘groeiende genocide’ tegen christenen gaande is:
“… Aan de ‘stille oorlog’ tegen christenen maken niet alleen militante moslims zich schuldig, maar ook islamitische overheden, aldus het vroegere VVD-kamerlid. Kerken worden in brand gestoken, christenen worden verjaagd uit gebieden waar zij eeuwenlang hebben gewoond. Ze worden aangevallen, gevangengezet of vervolgd, maar internationale ophef blijft uit. Zij vindt het beeld van moslims als slachtoffers in het Westen of helden in de Arabische opstanden verre van volledig. De gewelddadige onderdrukking van christelijke minderheden is de norm geworden in de moslimwereld, van West-Afrika tot het Verre Oosten, aldus Hirsi Ali. Zij noemt tal van incidenten tegen christenen in Egypte, Indonesië, Nigeria, Pakistan en Sudan. ‘De klaagzang van leed is nog langer, als we kijken naar Iran, Saudi-Arabië en Ethiopië.’ Hirsi Ali, die in 2006 naar de Verenigde Staten vertrok en daar werkt voor de denktank American Enterprise Institute, meent dat westerse landen hun hulpgelden aan islamitische landen afhankelijk moeten maken van de mate waarmee tegen de vervolging van christenen wordt opgetreden. Ook moeten westerse landen opkomen voor de bescherming van christenen door druk via internationale handel en diplomatie. Volgens haar zijn de media terughoudend met berichten over christenvervolging uit angst voor het aanwakkeren van geweld. Daarnaast zou ook de sterke lobby van moslimgroepen verklaren waarom de aandacht voor geloofsvervolging in moslimlanden beperkt is. De Organisatie van Islamitische Samenwerking (‘een soort Arabische VN’) en de Amerikaanse moslimkoepel CAIR aarzelen niet om politici en journalisten aan te pakken op beschuldiging van islamofobie. ‘De schaal en ernst van islamofobie verbleekt echter in vergelijking met de bloedige christenhaat die op dit moment in moslimlanden over de hele wereld heerst’, aldus Hirsi Ali. ‘In plaats van te zwichten voor overtrokken sprookjes van westerse islamofobie moeten we scherp positie kiezen tegen de christenhaat die de moslimwereld vergiftigt’…”.
Nou ja, je hoeft een blad als ‘Open Doors’ (dat opkomt voor vervolgde christenen) maar op te slaan, om te weten hoe erg het is.
Marres lijkt een vooruitziende blik te hebben gehad. Op het eind van zijn pamflet schrijft hij in 2006: “… dat Hirsi Ali moet vertrekken is een verlies voor het Nederlandse liberalisme en winst voor de westerse wereld, waarop zij via de Verenigde Staten vermoedelijk grotere invloed zal kunnen uitoefenen…”. Intussen zijn we zes jaar verder, en ziedaar…
Onder de kop ‘Jemen krijgt Nederlands geld en doodt bekeerlingen’, vertelt Christen-Unie-Kamerlid Joël Voordewind n.a.v. Hirsi Ali’s uitspraken in diezelfde krant dat hij er al diverse malen voor heeft gepleit om geen hulp te geven aan landen waar het verboden is van godsdienst te veranderen, en waar geen bescherming van minderheden is. Met bijvoorbeeld Jemen, dat officieel de doodstraf op bekering heeft staan, wordt nu weer een ontwikkelingsrelatie gestart. CDA’er Kathleen Ferrier zegt dat de ontwikkelingsrelatie ‘heel voorzichtig’ wordt opgebouwd. ‘We zitten daar bovenop’, met het excuus dat als je met zo’n land aan tafel gaat zitten je ‘een stok hebt om mee te slaan’. Alsof zo’n rigide bewind zich ook maar een ziertje van ons aan zal trekken. Ik voel aan mijn theewater dat Marres gehakt zou maken van deze zienswijze.
Ik ben blij dat fotograaf Samuel Aranda gisteren de World Press Photo 2011 gewonnen heeft met een foto waarop een vrouw in boerka een gewonde man omhelst. Erg ontroerend. Het werd genomen tijdens de onlusten in Jemen, op 15-11-2011. In de westerse media worden gesluierde vrouwen zelden op zo’n intiem moment getoond. Ook zij hebben lief; net als wij. Wat mij trof: het beeld lijkt nog het meest op een christelijke piëta, Maria met de dode Christus in haar armen.
De foto deed me sterk denken aan de indrukwekkende vertaling van Michelangelo's Pieta door Casper Berger (1965), dat ik onlangs zag in het Museum Catharijneconvent in Utrecht. De fraaie buitenkant die Michelangelo schiep is door Berger omgekeerd: hier is juist de binnenkant, het verdriet, te zien. "Dit gaat over pure rouw". Waar het gezicht van Maria hoort te zitten is een confronterend 'gapend' gat.
Marres: “… We zijn getuige noch van een botsing der beschavingen noch van een tegenstelling tussen West en Oost, maar van een wereldwijde strijd tussen democraten en theocraten…”. Ik denk dat hij gelijk heeft. Kijk naar Syrië (In het ND van 11-2-2012 een reportage van Gerhard Wilts, waarin de Nederlandse Syriër Sam, die dagelijks met zijn vader in Homs belt, gefrustreerd zegt: ‘Je kunt rustig zeggen dat er een geloofsoorlog aan de gang is’), Egypte, Afghanistan, Irak, Iran. Waarbij ik tegelijk aanteken dat een kleine Nederlandse partij als de SGP ook zo haar ‘theocratische’ idealen heeft.
“… Journalist Harm Botje heeft er in zijn stuk ‘Profeet botst met integratie’ op gewezen dat de islam vooral een ortho'praxie' is: orthodoxe moslims drukken hun geloof primair uit in voorgeschreven gedrag, dat door de sharia bepaald wordt. Deze gedragsregels kunnen niet ter discussie worden gesteld, daar ze rechtstreeks van Allah afkomstig zijn. De Belgische islamkenner Urbain Vermeulen stelt in ‘Islam en christendom’ dat de islam in de eerste plaats een rechtssysteem is, een wet die het hele leven tot in detail regelt. De sharia is dus geen culturele bijzaak maar religieuze medehoofdzaak in de islam…”. Ongeveer de helft van de miljoen moslims in Nederland staat achter de sharia.
Ik denk dat zulk soort dingen belangrijk zijn om te weten. Het helpt om mensen met een islam-achtergrond beter te begrijpen.
Psychiater en traumatoloog Carla Rus in Trouw 22-5-2006:
“… Sommigen twijfelen hardop aan de erfenis van Ayaan Hirsi Ali. Ik ken als psychiater echter niemand die zoveel voor getraumatiseerde moslima’s heeft gedaan. Niet alleen zijn de blijf-van-mijn-lijfhuizen nu beter beveiligd en staan eerwraak en vrouwenbesnijdenis hoog op de agenda’s, ook durven hulpverleners nu eerder dan vroeger het thema (seksueel) geweld aan te snijden bij hun islamitische cliënten…”.
Even ter zijde, ik las dat de inmiddels alweer 42-jarige Ayaan Hirsi Ali op tweede kerstdag moeder is geworden van een zoontje: Thomas. Gefeliciteerd!
Marres betoogt dat kritiek op een godsdienst of cultuur iets heel anders is dan racisme en soms onmisbaar. Op een scherpe manier verdedigt hij de waarde van vrijheid van meningsuiting. Daar is niks mis mee, lijkt mij!
Uitgave: Aspekt - 2006
Evelien de Nooijer
Geen opmerkingen :
Een reactie posten