Subtitel: Een nieuwe generatie volgelingen van Jezus
Christen-zijn is niet hip. Het ‘merk’ christen roept vooral negatieve associaties op; en eerlijk gezegd hebben christenen het daar vaak zelf naar gemaakt. Christenen worden beschouwd als veroordelend, hypocriet, antihomoseksueel, tegen abortus, euthanasie, ijsjes eten op zondag en nog een heleboel andere dingen meer. Om de kerkelijke seksschandalen maar even buiten beschouwing te laten. “… Zeven jaar geleden was ik 27 en durfde mezelf geen christen te noemen…” vertelt Gabe Lyons, leider van een christelijke Amerikaanse denktank, “… Dat was best vreemd … Ik had juist een enorme fan van het christendom moeten zijn… “. Dat moet en kan anders, beweert hij.
Rare snuiters
“Herstellers” kwam uit in 2010; en is misschien alweer een beetje een gepasseerd station. Bovendien gaat het over de situatie in Amerika. Ik heb zo-bij-zo het idee dat we in Nederland geseculariseerder zijn. Natuurlijk herken ik de culturele weerzin tegen christenen, maar die lijkt vooral verbonden met de oudere generatie die zich daadwerkelijk tegen de claims van het christendom verzette en zich ervan heeft losgemaakt. Zie literaire reuzen als Jan Wolkers, Maarten ’t Hart en Gerard Reve. Nu de maatschappij weinig ‘last’ meer heeft van christenen, is er ook minder reden om tegen het christendom aan te schoppen. Ik vind althans dat christenen de laatste tijd best ‘leuk’ in het nieuws zijn, zie Pauw en Witteman (zie hier), en het NOS journaal over de laatste EO-jongerendag (zie hier; begint na 12.19 sec.). Christenen worden op zijn hoogst ‘een beetje gek’ gevonden. En dat is prima, wat mij betreft. In de marge van de samenleving en rare snuiters. Zo schetst Paulus de positie van de eerste christenen in de Bijbel ook (zie 1 Korintiërs 1:21-28). Ik denk dat christenen daar veel beter op hun plek zijn, dan wanneer zij het voor het zeggen hebben. Want kijk wat er is gebeurd toen de kerk de macht kreeg: de ketterjachten, de heksenjachten, de Jodenjachten - wat een ellende allemaal…
Cultuurhoudingen
Toen een filmproducer bij Lionsgate Films aan Gabe Lyons vroeg wie de christenen van de eenentwintigste eeuw waren – ze wilde een strategie bedenken om deze groep te bereiken - bedacht Lyons dat er van homogeniteit binnen het christendom geen sprake was. Hij verdeelde christenen naar de manier waarop zij zich verhielden tot de omringende cultuur, en kwam tot een aantal subgroepen die voor mij heel herkenbaar zijn en van een helder inzicht getuigen.
Hij begint zijn analyse met twee categorieën: de separatistische christenen, die zich terug trekken in eigen kring, en culturele christenen, die wél mee doen met alles wat hun pad kruist.
Er zijn drie ‘soorten’ separatisten die hij als volgt omschrijft:
- Ingewijden: trekken zich terug in het christelijke kamp om niet besmet te worden door de wereld, hun leven speelt zich af in christelijke gemeenschappen: ‘veilige’ plaatsen, zoals christelijke scholen, christelijke partijen, christelijke campings, ze lezen alleen christelijke boeken, luisteren alleen naar christelijke muziek, enz. “… Wanneer je de wereld slecht vindt, is het een logische reactie om je terug te trekken. Maar als je dat doet, is het niet verwonderlijk dat je houding tegenover andere mensen als afkeuring wordt geïnterpreteerd…”.
- Strijders: vechten tegen de secularisatie, staan pal voor hun overtuigingen, preken vurig tegen het morele verval. “… Deze christenen verwachten dat niet-christenen zich houden aan dezelfde normen en waarden als christenen. Is dat een realistische verwachting?...”.
- Evangelieverkondigers: zijn er op gericht mensen ‘te redden’ van ‘de eeuwige verdoemenis’ door hun boodschap te pas en te onpas de wereld in te slingeren.
De culturele christenen bestaan volgens Lyons uit:
- Mengers: identificeren zich op geestelijk gebied met het christelijke geloof, maar gaan verder op in de massa; vaak mensen die religie van huis uit hebben meegekregen maar zich er niet diepgaand mee bezig houden.
- Weldoeners: Leggen de nadruk op goed-doen; zozeer dat het evangelie niet meer belangrijk is.
Terwijl separatistische christenen zich uit de wereld terugtrekken, laten culturele christenen hun geloof met de cultuur versmelten.
Verum, Bonum, Pulchrum
Door het beste van allebei de categorieën samen te voegen is er een nieuw en ander soort christendom ontstaan: de Herstellers.
Het verhaal erachter vind ik wel mooi. Volgens deze groep is de vertolking van de christelijke boodschap over het algemeen veels te kort door de bocht: wij zijn allemaal gevallen zondaars die de hel verdienen, maar Jezus is gekomen om ons daarvan te verlossen, dus als je dat nu maar gelooft kom je straks vanzelf in de hemel. Zoiets. Maar de Bijbel begint en eindigt met ‘een paradijs op aarde’. Volgens de Herstellers is het de bedoeling dat wij dáár in onze wereld en in ons leven naartoe werken, en is het geloof niet alleen maar iets voor na de dood. We moeten het veel breder trekken. Christenen moeten de ‘goddeloze’ cultuur juist niét afwijzen, maar er diep in doordringen en er helend in aanwezig zijn. We moeten nadenken over ‘hoe het zou moeten zijn’, en dat als leidraad nemen voor ons handelen. We moeten het verschil maken. Het kwade ten goede keren. Als partner van God meehelpen in het verlossen van de schepping. De wereld verheffen. ‘Wees een zegen’. We moeten laten zién wat het betekent om Jezus te volgen; dan komt de rest vanzelf wel. We moeten ons richten op het ‘Verum, Bonum, Pulchrum’ – het Ware, het Goede en het Schone; want dat komt van God. We hoeven geen ‘zieltjes te winnen’: laat dat maar aan God over. Als mensen naar onze motivatie vragen is het vroeg genoeg om het over het geloof te hebben. Het nieuwe christendom, is een christendom van de daad. Enfin; het lijkt wel een christelijk New Age-verhaal.
Gabe Lyons aarzelt dan ook niet deze beweging gelijk te stellen aan andere grote christelijke omwentelingen zoals De Reformatie.
En dan nu de praktijk
Gabe Lyons noemt zes kenmerken die nieuwe christenen typeren, en waarmee hij in afzonderlijke hoofdstukken stevig uitpakt:
- Ze voelen zich uitgedaagd, niet verontwaardigd: slechte dingen veranderen niet door ze te veroordelen, af te keuren en te boycotten – Herstellers proberen slechte dingen positief te beïnvloeden.
- Ze zijn scheppers, geen zeurpieten: Herstellers zijn doeners.
- Ze weten zich geroepen, niet in dienst van: gaat over ‘overgave’ aan wat God voor je in petto heeft, over ‘tot je recht komen’, omdat Herstellers de overtuiging hebben dat God ieder mens geschapen heeft met een uniek doel.
- Ze zijn standvastig, niet wispelturig: gaat over het aankweken van christelijke gewoonten als de Bijbel lezen en bidden – “… Gebed maakt christenen nederig en laat ze beseffen dat niet zij de touwtjes in handen hebben…” – om een band met God te scheppen.
- Ze leven in gemeenschap, niet op zichzelf: gaat over het verlangen en aangaan van diepgaande en betekenisvolle relaties.
- Ze vormen een tegencultuur, en proberen niet slechts ‘relevant’ te zijn: Gabe Lyons heeft het over ‘een omgekeerde manier van leven’ en ‘de wereld op z’n kop’.
Verdraaid mooi verhaal
Het rare is: hoe meer ik over dit boek nadacht, hoe meer ik de principes van het nieuwe christendom om mij heen zag floreren. Van Olympisch zwemster Inge de Bruijn in het EO-programma “Op zoek naar God” en IKON-presentatrice Annemiek Schrijver - zie haar blog van 14.06.14 - die allebei zeggen ‘helemaal klaar te zijn met negatief gedoe’ tot en met de orthodoxe Amsterdamse dominee Paul Visser die gisteren (23.06.14) in het ND liet weten dat hij eigenlijk alleen nog maar de liefde van God wil laten zien aan kerkelijken en onkerkelijken, gelovigen en ongelovigen - want ‘de rest is toch maar ballast’. Het zou best eens kunnen dat er écht een andere wind is gaan waaien. Spannend!
Ik heb eerder een boek gerecenseerd over ‘nieuwe christenen’: “God in de stad” van Gea Gort - zie mijn blog van 25.11.11. Evenals Gort geeft Gabe Lyons talloze voorbeelden van mensen die de nieuwe christelijke principes toepassen in hun leven. Wel op een Amerikaanse manier, dus ronkende verhalen over succesvolle carrières en very important persons ontbreken niet. Amerikanen dromen groots. Echter; als je daar met Hollandse nuchterheid doorheen prikt, blijft het nog steeds een verdraaid mooi verhaal - vind ik.
Uitgave: Gideon – 2012, vertaling Ingeborg van Dam van Hofwegen, 235 blz., ISBN 978 906 067 680 6, €16,95
Rechtstreeks bestellen: klik hier
Geen opmerkingen :
Een reactie posten