donderdag 17 september 2015

Madame Bovary - Gustave Flaubert



Afgelopen weekend heb ik het filmcollege van alweer de 17de editie van “Film by the Sea” in Vlissingen gevolgd; een evenement waarin de link tussen literatuur en film wordt onderzocht. Dit jaar draaide alles om het universele thema 'onmogelijke liefde'. Gidsen: Gerlinda Heywegen, Stine Jensen en Harry Peters. De laatste deed een boekje open over zijn favoriete personage: “Madame Bovary”. Het bijna archetypische verhaal (zie dit grappige filmpje) over een verveelde doktersvrouw in de provincie, die boven haar stand leeft en overspel pleegt, om aan de leegte en banaliteit van haar leven te ontsnappen. Dat loopt natuurlijk niet goed af. “Madame Bovary” blijft een eindeloze inspiratiebron en een interessant onderwerp voor discussie over de mens en de liefde. Peters maakte inzichtelijk hoe verschillende filmmakers “Madame Bovary” in beeld hebben gebracht, waarna we de nieuwste interpretatie van Flauberts meesterwerk kregen te zien: die van regisseuse Sophie Bartes (Verenigde Staten, 2014). Het is best een leuk kostuumdrama, maar persoonlijk vind ik het boek duizend keer beter. De film oogt vrij vlak, terwijl het echte verhaal barst van de emotie. Dat zegt wel wat over onze cultuur, denk ik. Gaan wij de kant van de Japanners op, zoals ik mij afvroeg in mijn blog over “Het geluid van vallende sneeuw”? Je zou het bijna zweren. Misschien zijn we al dat gezoek naar ons ‘authentieke zelf’ inmiddels wel een beetje zat. Het verhaal van Peters was zo goed, dat ik vanzelf zin kreeg om de klassieker te herlezen.

Madame Bovary, c’est moi

Peters noemde “Madame Bovary” de eerste volwaardige roman in de wereldliteratuur. Mij is altijd verteld dat dat “Don Quichot” van Cervantes was. Een verhaal waarvan het eerste deel in 1605 werd gepubliceerd, en het tweede deel in 1615. Hoe dan ook, toen “Madame Bovary” tussen 1 oktober en 15 december 1856 voor het eerst als feuilleton werd gepubliceerd in “La Revue de Paris”, werd de schrijver Gustave Flaubert (Rouen 1821 – Croisset 1880) door openbare aanklagers vervolgd voor obsceniteiten (hoewel je het boek ook als een zedenschets zou kunnen lezen: ‘loop je achter vreemde kerels aan, dan zal het je slecht vergaan’). Dat resulteerde in een geruchtmakende rechtszaak in januari 1857. Evenals later W.F. Hermans (“Ik heb altijd gelijk”, 1952) en Gerard Reve (“Nader tot u”, 1966-1968), verweerde hij zich door een beroep te doen op de autonomie van de literaire tekst: een auteur kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor de opvattingen van een romanpersonage. Na de vrijspraak op 7 februari, werd “Madame Bovary” een bestseller. Critici prezen de roman om zijn psychologische diepgang en de sterk uitgewerkte sociale kritiek. Het boek is een aantal malen vertaald in het Nederlands; in 1904 door G.H. Priem, in 1940 door C.J. Kelk, in 1960 door Margot Bakker - de editie die ik heb gelezen - en in 1987 door Hans van Pinxteren. Flaubert deed er meer dan vier jaar over om zijn verhaal te vervolmaken. Hij schreef het net zolang over tot iedere zin klopte en de muzikaliteit van de tekst nergens meer haperde. De tot in de puntjes verzorgde schrijfstijl, waaronder een heftige gevoeligheid merkbaar is - beroemd werd zijn uitspraak: “Madame Bovary, c’est moi” - maakte hem tot een van de grootmeesters van de Franse literatuur. Elke beschrijving van dingen en situaties onderzocht hij van te voren tot in de finesses. Zo is “Madame Bovary” dan ook nog eens een schitterend tijdsdocument: “… Charles daalde de trap naar de benedenverdieping af en ging de eetkamer (van een herenboer) binnen. Twee couverts met zilveren bekers wachtten al op een kleine tafel vlak naast een groot hemelbed, bekleed met bedrukte stof, waarop Turken waren afgebeeld. Er hing een geur van lavendel en vochtige lakens, die ontsnapte uit een hoge eiken kast recht tegenover het raam. In een hoek stonden op de vloer zakken koren naast elkaar. Dat was het overschot van de nabijgelegen voorraadschuur, die via drie stenen treden te bereiken viel. Als versiering van de ruimte was er aan een spijker in de muur, waarvan de groene verf schilferde door de salpeter, een kop van Minerva opgehangen, uitgevoerd in zwart krijt en voorzien van een vergulde lijst, die in Gothische letters aan de onderkant het opschrift droeg: ‘Voor mijn lieve pappa.’…”.

Molenpaard
Anders dan in de film begint het boek met Charles, de toekomstige man van Madame Bovary, een niet bijster intelligente student medicijnen. Hij deed mij sterk aan “Stoner” denken: “… Hij begreep er niets van; hij kon luisteren zoveel hij wilde, het drong niet tot hem door. Toch werkte hij, hij bezat stapels dictaten. Hij verrichtte zijn bescheiden dagelijkse taak op de wijze van het molenpaard, dat in een kring rondloopt, met kleppen voor de ogen, zonder te weten wat er tussen de stenen vermalen wordt…”. Hij zakt als een baksteen voor zijn artsenexamen, maar vijf jaar later wordt hij toch nog beloond met een tamelijk goede uitslag. Even terzijde; Flauberts vader was arts. Charles doortastende moeder regelt een dorpspraktijk en een vrouw voor hem. Een vijfenveertig jarige weduwe: lelijk, mager als een lat, met een gezicht vol pukkels, en liegend dat ze rijk is. Al gauw wordt hij vrijwel vermorzeld tussen hun op- en aanmerkingen: “… Hij moest niet zoveel eten! Waarom moest hij altijd met een borrel klaarstaan als er iemand binnenliep? Waarom was hij zo stijfhoofdig geen flanel te willen dragen?...”. Gelukkig gaat de weduwe snel dood. Hij rouwt op zogenaamd gepaste wijze, maar went snel aan het alleen zijn:
“… Hij kon nu eten wanneer hij wilde, uitgaan of thuiskomen zonder opgaaf van redenen en zich, als hij vermoeid was, languit op bed uitstrekken, dat nu ruimte in overvloed bood…”. Bovendien vindt iedereen hem zielig, en wordt hij overal vertroeteld, zo ook bij een boer wiens gebroken been gespalkt moet worden, en die een waanzinnig mooie dochter heeft. Daar is ze dan: Madame Bovary! De boer heeft al snel in de gaten dat Charles een rooie kop krijgt als hij naar zijn Emma kijkt. “… Hij vond de dokter wel een beetje miezerig klein en het was niet precies de schoonzoon die hij zich voorgesteld had…”, maar toch praat hij Charles - die natuurlijk geen woord durft te zeggen - het huwelijk in, want Emma is een verwend nest waar hij eigenlijk alleen maar last van heeft en die zich bovendien dood verveelt op het eentonige platteland. En zo huwt Charles dan voor de tweede keer.
“… Emma zelf had het liefst omstreeks middernacht bij fakkellicht willen trouwen…”, maar daar steekt pa een stokje voor. Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg. Op een virtuoze manier beschrijft Flaubert vervolgens hoe het er aan toe gaat op een boerenbruiloft rond 1850.

Zwijmelromans
Charles is dolgelukkig, maar de onrustige Emma vraagt zich al heel snel af waarom haar leven niet is zoals in alle zwijmelromans die ze op kostschool heeft gelezen. Ze is eenzaam. Haar man springt s’ morgens vroeg op zijn paard, komt s’ avonds laat terug, eet, en valt in slaap. Ze meende verliefd te zijn. Heeft ze zich vergist? “… En Emma trachtte erachter te komen wat men eigenlijk precies bedoelde met de woorden verrukking, hartstocht en roes, die zij in haar boeken altijd zo prachtig had gevonden…”. Evenals Don Quichot laat Emma zich het hoofd op hol brengen door de verhalen die ze leest. Ze irriteert zich hopeloos aan haar saaie, alledaagse echtgenoot: “… hij leerde haar niets, hij wist niets, hij verlangde niets…”. Ze komt tot de wanhopige conclusie dat haar huwelijk met een sukkel van een vent - “… Was niet hij, de belemmering van alle geluk, de oorzaak van alle narigheid, als het ware de spitse pen van de gesp van de riem, die haar aan alle kanten vasthield? …” - een uitzichtloze tredmolen zonder verrassingen is. Van die gedachte wordt ze letterlijk, zoals dat toen zo mooi werd genoemd, ‘zenuwziek’. Ze is moeilijk en onberekenbaar (zie alweer Stoner): “… Zij bestelde gerechten voor zichzelf en zette er dan geen mond aan. De ene dag dronk zij niets dan melk, de volgende dag ging zij zich aan tientallen koppen thee te buiten. Vaak weigerde zij uit te gaan; maar even later kreeg zij het benauwd, wierp de ramen open en kleedde zich dun. Als zij haar dienstbode al te ruw had bejegend gaf zij haar geschenken of liet haar met haar vriendinnen uitgaan, zoals zij soms ook zilverstukken uit haar beurs aan bedelaars kon toewerpen, hoewel daarbij geen sprake van vertedering was en zij eigenlijk nauwelijks openstond voor de nood van anderen, zoals de meeste plattelandbewoners, die in hun gevoelsleven altijd nog iets van de hardheid van hun voorouders bewaren…”. Charles denkt dat verandering van lucht zal helpen, en verhuist naar een onfortuinlijke praktijk in een wat grotere plaats. Hoe ze het voor elkaar krijgen is een raadsel; maar tussendoor wordt Emma zwanger, bevalt van een meisje, die ze natuurlijk uitbesteed aan een min. Een mooie anekdote gaat over het feest na de doopdienst waarop iedereen dronken wordt, en de grootvader zijn kleinkind met een glas champagne doopt dat hij over het hoofdje uitgiet, ter bespotting van het kerkelijke ritueel. De pastoor is woedend…

Verleiding
Dan komen er andere mannen in zicht. Een jonge klerk, met wie Emma zo ontzettend ‘goed kan praten’. Over boeken, over muziek, over mode, over de wereld van glitter en glamour in de grote steden. En over de lompheid en stompzinnigheid van de mensen om hen heen. Helaas verdwijnt hij uit het zicht als hij verder gaat studeren. Emma weet zich geen raad en vervalt in ongeremd gedrag: “… Zij kocht een gotische bidstoel, zij gaf in een maand voor veertig franken aan citroenen uit om haar nagels schoon te maken; zij schreef naar Rouen en bestelde een japon van blauwe kasjmir; zij zocht bij Lhereux de allermooiste sjaal uit (tussendoor wordt ze namelijk ook nog eens uitgeknepen door een gewiekste koopman, die haar van alles aansmeert waar ze geen nee tegen kan zeggen); zij knoopte die, over haar peignor heen, om het middel; zij sloot luiken en bleef, op deze manier toegetakeld op de canapé liggen. Herhaaldelijk veranderde zij haar kapsel; zij maakte het naar Chinese trant op, of in losse krullen, of in vlechten; zij trok een scheiding aan de zijkant van het hoofd en rolde het haar eronder op, als een man. Zij wilde Italiaans leren: zij kocht woordenboeken, een spraakkunst, een voorraad schoon papier. Zij trachtte zich in belangrijke boeken te verdiepen, geschiedenis en wijsbegeerte. Charles werd nu en dan ’s nachts verschrikt wakker, in de mening dat men hem voor een patiënt kwam halen. ‘Ja, ik kom,’ zei hij slaperig. Maar het was het geluid van een zwavelstok, die Emma afstreek om de lamp aan te steken. Het ging met haar boeken evenwel zoals met haar borduurwerkjes, die, wel begonnen maar niet afgemaakt, haar kast vulden; zij begon eraan, liet ze liggen, begon aan iets anders…”. Daarna wordt ze verleid en weer gedumpt door een vrijgezelle markies, een vrouwenverslinder die precies weet hoe hij een labiel iemand als Emma moet aanpakken. Ze gaat bijna dood aan liefdesverdriet. Als Charles haar als verzetje meeneemt naar de grote stad om een opera bij te wonen komt ze – oh hemel – de klerk weer tegen, wat uitloopt op een hernieuwde affaire, waarin alle uitgezette listen en lagen uiteindelijk wel naar de ondergang móeten voeren: ze beneemt zich het leven met gif. Door verschillende perspectieven te gebuiken schotelt Flaubert ons steeds een andere Madame Bovary voor. Wie is de echte? Is ze een slachtoffer van haar omgeving of gewoon een egoïstisch kreng? Is ze de onschuld zelve of loopt ze weg voor problemen? Is ze een meelijwekkende geesteszieke of een dom wicht dat weigert volwassen te worden? Valt ze ten prooi aan kwade machten of is ze vooral een over het paard getild mormel? Is ze gezegend - dan wel vervloekt - met een hoogbegaafde, hoogsensitieve geest, of zwelgt ze in eigendunk en zelfmedelijden? Is ze een harteloze echtbreekster of een speelbal van het lot? Wie zal het zeggen? Misschien is ze van alles wel een beetje. Misschien hebben wij allemaal wel eens zo nu en dan wat van Madame Bovary weg. Daarom zal ze eeuwig voortbestaan. Wat een boek!

Uitgave: LJ Veen Klassiek – 2015, vertaling Hans van Pinxteren, 384 blz., ISBN 978 902 041 380 9, € 15,-
Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten