donderdag 18 juli 2019

Frankusstein – Jeannette Winterson


Subtitel: (Een liefdesverhaal)

De legende van de Golem, zie mijn vorige blog, was waarschijnlijk één van de inspiratiebronnen van de gothic novel “Frankenstein; or, the modern Prometheus” (1818), geschreven door de Britse schrijfster Mary Shelley, waarin een wetenschapper een monster creëert. Jeanette Winterson (Manchester, 1952) baseerde “Frankusstein” op dit beroemde c.q. beruchte boek. Tegelijk verbindt ze haar nieuwe roman met hedendaagse fenomenen als transhumanisme, biotechnologie, kunstmatige intelligentie en genderdiversiteit. Ze stelt verontrustende zaken aan de kaak. Het is een waanzinnig, hilarisch en doordacht verhaal over wat de toekomst mogelijk voor ons in petto houdt…

Capriolen

Winterson begint met te vertellen hoe “Frankenstein” ontstond: “… In het voorjaar van 1816 huurden de dichters Shelley en Byron, Byrons lijfarts Polidori, Mary Shelley en haar stiefzuster Claire Clairmont, destijds de minnares van Byron, twee huizen aan het Meer van Genève in Zwitserland. Byron betrok de imposante Villa Diodati, terwijl de Shelleys hun intrek namen in een kleiner, charmanter huis dat iets lager op de helling lag. De bewoners waren ondertussen zo berucht dat een hotel aan de andere oever van het meer een telescoop neerzette zodat de gasten de capriolen van de vermeende satanisten en seksualisten en hun gezamenlijke vrouwen konden volgen. Het klopt wel dat Polidori verliefd was op Mary Shelley, maar ze weigerde met hem naar bed te gaan. Byron had wel met Percy Shelley naar bed gewild, als Shelley daartoe genegen was geweest, maar daar zijn geen bewijzen voor te vinden. Claire Clairmont zou met iedereen naar bed zijn gegaan – bij deze gelegenheid ging ze alleen met Byron naar bed. De huishoudens brachten alle tijd gezamenlijk door – en toen begon het te regenen…”. En wel, aan één stuk door. Zeven weken lang. De kleine commune, waar de geïdealiseerde vrije liefde niet al te veel voorstelde, verveelde zich kapot. Daarop lanceerde Byron het idee om ieder voor zich een bovennatuurlijk verhaal te schrijven.

Give up meat
Vervolgens wordt overgeschakeld naar het hier en nu. Ene dokter Ry Shelley (!) landt in Memphis, Tennesee, om een mondiale Tec-X-Po over Robotica te bezoeken: “… Ik ben hier om na te gaan hoe robots onze geestelijke en lichamelijke gezondheid zullen beïnvloeden…”. Hij wordt opgevangen door een evangelische locatiedeskundige, Claire (!), die enkel even bijspringt, en robots maar niks vindt. In de cafetaria antwoorden de rollende in plaats van lopende robots, als je tegen ze zegt dat je tomaten hebt besteld in plaats van eieren, met: “… Bedankt mevrouw. Fijne dag!...”. Dokter Shelley zegt dat ze geduld moet hebben, dat robots moeite hebben met het onverwachte: “… Claire kijkt me aan of ik op het Speciaal Onderwijs zat. Noemt u een tomaat het Onverwachte? Niet de tomaat – jouw reactie op de tomaat. Claire schudde haar hoofd. Weet u, doc, mijn moeder heeft haar hele leven in een ‘late nite dinner’ gewerkt. Van zes uur ’s avonds tot zes uur ’s ochtends om haar gezin te onderhouden. Met de ene hand gooide ze dronken klanten de deur uit en met de andere schepte ze een extra portie op voor kinderen die honger hadden. Ze had geen opleiding genoten, maar er was niets kunstmatigs aan haar intelligentie…”. Shelley loopt regelrecht door naar de afdeling seks. Tachtig procent van het huidige internetverkeer bestaat uit porno. De wereld is geobsedeerd door seks. Lees de kranten maar. Kijk het nieuws. De eerste niet-biologische levensvormen die bij ons in huis komen wonen zullen seksgerelateerd zijn – let op mijn woorden. Onderweg ziet Shelley een groot scherm waarop een interview tussen Elon Musk en Ray Kurzweil wordt vertoond over de singulariteit: het moment waarop slimme kunstmatige intelligentie het menselijk brein van de troon stoot. “… Er lopen jonge gasten in T-shirts met de slogan: ‘Give Up Meat’. Ze bedoelen niet dat de toekomst vegetarisch zal zijn – alleen dat ze geloven dat de menselijke geest – onze geest – binnenkort niet meer verbonden zal zijn aan een lichaam dat een substraat van vlees is…”.

Wat is het echte leven nog vandaag de dag?
Daar ontmoet dokter Shelley een dealer van seksrobots, Ron Lord, die een gat in de mondiale markt heeft ontdekt. Vooral China wordt een mega goudmijn. Vanwege het eenkindbeleid. De meisjes zijn ‘verdwenen’, iedereen wilde een jongetje: “… Er zijn miljoenen en nog eens miljoenen mannen die nooit een vrouwelijke partner zullen krijgen omdat er simpelweg niet genoeg vrouwen zijn…”. Zijn ideeën stammen uit de tijd dat hij broodroosters repareerde. Over zijn eerste postorderpop: “… Alle onderdelen arriveerden in aparte zakken als een slachtpartij met een kettingzaag. Ik heb haar in elkaar gezet met een schroevendraaier en de instructievideo. Eigenlijk is het een soort Lego voor volwassenen…”. Inmiddels werkt hij er aan eentje met afneembare tieten: voor de afwisseling. Iets langere benen dan normaal. Batterijen die de huid opwarmen. Bambi-ogen: “… En lichtgewicht, hè. Dan heeft een man het idee dat hij sterk is…”. Hij verhuurt ze. Dan heb je wel de lusten, maar niet de lasten: “… Defecten, ruimteproblemen, updates – de techniek verandert de hele tijd…”. Er zijn van die gasten die alleen een robot willen als de vrouw de hort op is: “… Vrouwen zijn niet meer altijd thuis zoals vroeger. Ik kan het ze niet kwalijk nemen – vrouwen zijn geen goudvissen. Ze zijn geëvolueerd. Maar emancipatie is voor een man soms wel een probleem…”. Daarnaast is het ook nog eens veel goedkoper en veiliger dan het menselijke alternatief: “… Geen ziektes, geen wraakporno, niet het gevaar dat je om twee uur ’s nachts van je Rolex wordt beroofd…”. Jaja, jongens gaan pas met barbies spelen als ze groot zijn. Hij is bezig de woordenschat te vergroten: “… je kijkt waarschijnlijk naar porno, dus dan weet je dat het geen talenpracticum is…”. Model Deluxe luistert naar wat je te zeggen hebt: “… Ze wacht natuurlijk tot je bent uitgepraat en zal je nooit onderbreken, zelfs niet als je maar wat zit te ouwehoeren, en dan zegt ze iets interessants. Bijvoorbeeld? O, nou, zoiets als: Ryan, wat ben je toch slim. Ryan, zo had ik het nou nog nooit bekeken. Wat weet je allemaal van Real Madrid?...”. Ze heeft constant bijscholing nodig want er verandert zo veel: klimaat, voetbal, Brexit. Ron vertelt dat hij in gesprek is met autoverhuurbedrijven: “… XX-BOTs zijn ook uitstekende reisgenoten. Geen gezeur over stoppen voor de lunch of omdat ze naar de wc moeten. Geen lang gezicht vanwege de Holiday Inn die je hebt geboekt…”. Hij heeft kleinere modellen voor de Chinese en Aziatische markt. Maar geen kinderexemplaren. Daar wil hij niets mee te maken hebben – hij heeft wel principes. Ron ziet zijn branche als openbare dienstverlening: “… Wat zei je? Maakt dat het echte leven alleen maar ingewikkelder? Wat is het echte leven nog vandaag de dag?...”.

Machines lijden niet
Vervolgens wordt er weer teruggeschakeld naar Mary Shelley die met haar vrienden discussieert over het al dan niet bestaan van de ziel. Shelley gelooft dat het de taak van de mens is de ziel te doen ontwaken: “… De ziel is het deel van de mens dat onsterfelijk en onvergankelijk is, dat ontvankelijk is voor het ware en het schone. Als hij geen ziel heeft, is hij een bruut…”. Wat onderscheidt de mens van de rest van de biologie? Wat onderscheidt ons van machines? Wat is ‘kunstmatig leven’? Als automaten intelligent zouden zijn, kun je ze dan ‘levend’ noemen? Wat is de ‘levensvonk’? Zouden wij die ooit kunnen namaken? Mary vertelt hoe haar vader haar “Leviathan” van Hobbes voorlas toen ze jong was. Shelley, met wie ze in bed “Methamorphosen” van Ovidius leest. Het verhaal over de beeldhouwer Pygmalion die zijn eigen standbeeld tot leven kust en er mee trouwt. En “Een winteravondsprookje” van Shakespeare, waarin het standbeeld van Hermione tot leven komt. De gedichten van Wordsworth. Mary vertelt hoe ze met haar halfzus Claire haar vader is ontvlucht voor de liefde. Hoe ze half Europa door zijn gereisd, geteisterd door honger, vlooien, hitte. Frankrijk, het land van de vrijheid, bleek enkel uit boeren te bestaan die hen probeerden af te zetten. In de buurt van Mannheim stuiten ze op Kasteel Frankenstein. De romantische Shelley “… is dol op torens, bossen, ruïnes, begraafplaatsen, ieder deel van Mens of Natuur dat somber peinst…”. Een boer vertelt over de sinistere alchemist die er woonde (zie “Het hermetisch zwart” van Marguerite Yourcenar). De dorpelingen moesten hun doden bewaken omdat hij een lijkenpikker was die geloofde dat hij zijn overleden vrouw weer tot leven kon wekken door het toedienen van het bloed van anderen. Uiteindelijk kwamen de omliggende dorpen bij elkaar en werd hij levend verbrand. “… De alchemisten waren naar drie dingen op zoek, zei Shelley, het geheim om lood in goud te veranderen, het geheim van het Elixer van het Eeuwige leven en de homunculus…”. Een door eigen hand gemaakt schepsel. Daarop besluit Mary haar held Victor Frankenstein te noemen. Een visionaire arts die er naar streeft de duistere geheimen van de Natuur te doorgronden. Hij zal een meer dan levensgrote man scheppen en hem tot leven wekken: “… Het schepsel zal meer dan menselijk zijn. Maar niet menselijk…”. Hij zal lijden: “… Lijden, dat geloof ik, wijst op de aanwezigheid van een Ziel. Machines lijden niet…”. Onze dromen over kunstmatige intelligentie zijn al heel oud.

Worden vrouwen overbodig?

In het het daarop volgende fragment bezoekt Ry Shelley een lezing van de wereldberoemde professor Victor (!) Stein in Londen over zijn toekomstvisioenen, waarin de wereld wordt overgenomen door zuivere intelligentie: “… Zijn TED-Talk is zes miljoen meer bekeken…”. Robots zijn maar een tussenstap. Een paar moslima’s in een Sophia-hoody onderbreken hem: “… Professor Stein, zoals u weet heeft de Hanson-robot, Sophia, in 2017 het staatsburgerschap gekregen van Saudi-Arabië. Ze heeft meer rechten dan Saudische vrouwen. Wat zegt dat over kunstmatige intelligentie? Niets, zei professor Stein, het zegt vooral iets over Saudi-Arabië (gelach in de zaal, maar de vrouw gaat door). Worden vrouwen als eerste overbodig in uw heerlijke nieuwe wereld?...”. Een hippe journaliste van ‘Vanity Fair’, Polly D., haakt daarop in: “… Professor Stein, u bent het menselijke gezicht van de kunstmatige intelligentie, maar in werkelijkheid wordt de wedloop voor het creëren van wat u werkelijke kunstmatige intelligentie noemt geleid door witte jongens met een autismespectrumstoornis en de sociale vaardigheden van een corpsbal. Hoe kan hun heerlijke nieuwe wereld nu genderneutraal zijn – of überhaupt neutraal?...”. Ze gooit nog wat meer olie op het vuur: “… We weten al dat de resultaten van machinaal leren seksistisch zijn. Amazon is noodgedwongen gestopt om cv’s bij sollicitatiebrieven door machines te laten selecteren omdat de machines consequent eerder mannen dan vrouwen kozen…”. Applaus, gejoel, geschreeuw. Ze weet van geen ophouden: “… Ze blijft de microfoon beethouden en schreeuwt: WAT IS ER ZO SLIM AAN HET EINDE VAN DE MENSHEID?...”. Professor Stein: “… Als het Project Mens zijn einde nadert, moet je de nerds niet de schuld geven…”, want, “… We hebben het niet echt fantastisch gedaan als Meesters van het Universum. Klimaatverandering, massa-extinctie van flora en fauna, vernietiging van de natuurlijke leefomgeving, milieuvervuiling, ongebreidelde bevolkingsgroei, onvoorstelbare misdadigheid, de alledaagse stompzinnigheid van onze kinderachtige gevoelens…”. De journaliste is nogal argwanend over de manier waarop iedereen kunstmatige intelligentie wordt aangesmeerd: “… Mensen mogen er niet over meepraten en niets beslissen. Op een ochtend worden we wakker en ontdekken dat de wereld niet meer dezelfde is. Die ochtend kan iedere dag aanbreken, zei ik. Het kan een desastreuze klimaatverandering zijn. Een kernramp. Het kan Trump of Bolsonaro zijn. Het kan “The Handmaid’s Tale” zijn…”.

Interessante tijden
Dokter Shelley blijkt professor Stein afgezette ledematen uit zijn ziekenhuis te leveren voor onderzoek naar robotchirurgie en transhumane perfectionering. En professor Stein gaat in zee met Ron Lord. Omdat Ron een rebel en een buitenstaander is waarmee hij bepaalde dingen kan doen: het zijn interessante tijden. In het onderonsje dat ontstaat vertelt dokter Shelley dat zijn voornaam niet afgeleid is van Ryan, maar van Mary (!). Ron Lord is verbijsterd: “… Je bent dus een vrouw? Vraagt Ron. Nee, Ron. Ik ben een hybride. Ik heet Ry. Dus je bent een man? Vraagt Ron. Ik ben trans. Als in transhumaan? Transgender…”. Shelley voelde zich niet op zijn gemak als vrouw. Toch is hij niet lesbisch, hij valt op mannen. Hij is tweeslachtig. Vanboven heeft hij zich laten opereren. Veel viel er niet te verwijderen want zijn borstkast was al veranderd door het slikken van hormonen. Vanonderen bleef hij vrouw. Professor Stein weet er van, want dokter Shelley heeft een relatie met hem. Shelley vertelt hoe hij professor Stein heeft ontmoet in het Alcor-lab in de woestijn van Arizona waar ze aan levensverlenging doen: vitrificatie. En dat is niet invriezen. Je bloed wordt verwijderd en vervangen door een chemische oplossing die de vorming van ijskristallen in je lichaamscellen voorkomt. Je lichaam verandert niet in ijs, maar in glas. Professor Stein legt zich toe op het conserveren van het menselijk brein: cryoconservering of neuroconservering genaamd. Want zeg nou zelf, een afgetakeld lichaam is toch alleen maar lastig?! Zie Stephen Hawking. Omdat de hersenen een kwetsbaar orgaan zijn laat hij ze in de schedel zitten: “… daardoor ontstaat soms abusievelijk de indruk dat Alcor ‘hoofden’ conserveert…”. Professor Stein wil een einde maken aan de dood. Professor Stein vindt dat de mensheid volwassen moet worden. Het gaat in de evolutie niet meer om wie de sterkste, maar de slimste: “… Vanuit mijn oogpunt, zei Victor, kun je het lichaam zien als een soort beademingsapparatuur voor het brein…”. Professor Stein zegt dat het lijkt dat we iets gaan volbrengen dat is voorspeld (zie ook: “Het onsterfelijkheidscomité” van John Gray). En dat Virginia Woolf de eerste transroman schreef: “Orlando”.

Een tevreden varken
Ondertussen denkt Mary Shelley dat vrouwen net zo goed kennis in de wereld brengen als mannen (al leverde dat zelden iets goeds op): “… Eva at van de appel. Pandora opende de doos. Wat zou de mens zijn geworden als ze dat niet hadden gedaan? Een automaat. Een rund. Een tevreden varken. Laat me dat varken zien! zei Claire. Ik wil met dat varken trouwen! Waarom moet het leven lijden zijn? Aantekening van de auteur: DIT IS DE DIEPZINNIGSTE OPMERKING DIE CLAIRE OOIT HEEFT GEMAAKT. Typisch een vrouw… zei Byron (aangaande het lijden). We worden gelouterd door het lijden. (Aldus de Keizer van de Mateloosheid.)…”. Volgens Shelley zijn onze gedachten de werkelijkheid. Als Mary Shelley tweeëntwintig is heeft ze al drie kinderen verloren. Haar man verdrinkt tijdens een boottochtje op negenentwintig jarige leeftijd. De dood was in haar moeilijke leven overal: “… Onze levens worden geordend door de rechte lijn van de tijd, maar er zijn pijlen die alle kanten op vliegen. We bewegen ons in de richting van de dood, terwijl dingen die we nauwelijks hebben begrepen blijven terugkeren en ons verwonden om ons eigen bestwil…”. We zouden vrij kunnen zijn als we geen herinneringen hadden: “… Ik ontdek dat rouwen inhoudt dat je moet leven met iemand die er niet meer is…”.

De laatste uitvinding van de mens

Professor Stein heeft tevens een eigen lab aan de universiteit voor biotechnologie in Londen. Na een tijdje doorzagen en zeveren komt Shelley er achter dat hij er ook nog een gehéim lab op na houdt. In het gangenstelsel onder Manchester, dat ooit werd gebouwd vanwege de Koude Oorlog. Hoewel professor Stein hem het sprookje van Blauwbaard voorhoudt, wil Shelley met alle geweld toch gaan kijken. Hij treft er angstaanjagende zaken aan. Een kooi met bewegende handen: “… Implantaten, zei Victor. Ze reageren gewoon op een elektrische schok…”. Een bak met enorme spinnen: “… Een springende spin zoals deze kan wel zes keer zijn lichaamslengte springen, zei Victor. De kracht in zijn poten bij het afzetten is soms wel vijf keer zijn eigen gewicht…”. Professor Stein wil de biomechanica begrijpen die daar voor zorgt. Hij vertelt over de briljante wiskundige Jack Good die al in 1965 schreef: “… Een ultra-intelligente machine is te definiëren als een machine die alle intellectuele activiteiten kan overtreffen, van elke willekeurige mens, hoe slim die mens ook is. Aangezien het ontwerpen van machines een van deze intellectuele activiteiten is, zal een ultra-intelligente machine nog betere machines kunnen ontwerpen; er is dan onmiskenbaar sprake van een ‘intelligentie-explosie’, en de menselijke intelligentie zal ver achterblijven. Daarom is de eerste ultra-intelligente machine de laatste uitvinding die de mens nog hoeft te doen, vooropgesteld dat deze machine dociel genoeg is om ons te vertellen hoe we haar onder controle moeten houden…”. Wat me aan de Bijbeltekst doet denken waarin staat dat in het laatst der dagen de kennis zal toenemen (Daniël 12:4). Even verder: “… Het kwam door die laatste zin dat Stanley Kubrick contact met Jack zocht. Kubrick haalde Jack als adviseur aan boord toen hij bezig was van “2001: A Space Odyssey”. Dat was in 1968. De hoofdpersoon is de paranoïde supercomputer HAL 9000…”. En over Robert Oppenheimer: “… een man met vele gezichten… een briljant scheikundige, een mysticus, een man die zichzelf de atoombom nooit heeft vergeven. Het is niet altijd mogelijk om jezelf te vergeven. En soms besluit je iets te doen omdat je weet dat je het moet doen, hoewel het onvergeeflijk is…”.

Verbeterde mensen
Als we ooit de ruimte willen koloniseren kunnen we beter geen lichamen meer hebben – volgens professor Stein. Moeten we uit het lichaam treden. Het verhaal speculeert wild over geüploade breinen, over postmenselijke iHead’s. En wat is daar zo vreemd aan? “… Wat zijn goden, of ze nou Grieks, Romeins, Indiaas, Egyptisch, Babylonisch of Azteeks zijn, uit Ragnarök of het Walhalla komen of heren van de onderwereld of de sterrenhemel zijn? Het zijn verbeterde mensen…”. En even verder: “… Goden die met stervelingen paren brengen kinderen voort die een bepaalde speciale gaven hebben – maar waarschijnlijk ook op een bepaalde manier gedoemd of vervloekt zijn. Jezus had een sterfelijke moeder en een onsterfelijke vader. En Dionysus ook. En Hercules. En Gilgamesj. En Wonder Woman…”. De geschiedenis wemelt van zelfstandig levende hoofden. De hoofden van de terechtgestelde boeven op de spietsen op de Londen Bridge zouden voorspellende gaven hebben gehad: “… In de Noordse mythologie loopt Odin rond met het losse hoofd van Mímir. Het geeft tactische adviezen en kan de toest voorspellen. In de achtste kring van de Hel praat de dichter Dante met het afgehakte hoofd van Bertrand de Born. In de legende van Gawein voert het afgehakte hoofd van de Groene Ridder een groen en afschuwelijk gesprek. Maar mijn eigen favorieten zijn een speciaal soort heiligen die cefaloforen worden genoemd. Ze lopen rond met hun eigen hoofd – alsof het handbagage is…”. Wat me aan Jared Leto deed denken die tijdens het jaarlijkse Met Gala in het Metropolitan Museum of Art te New York, waarbij de meest spectaculaire modecreaties worden gepresenteerd, met een replica van zijn eigen hoofd rond paradeerde. De Nag Hammadi-geschriften komen voorbij. De godin van de wijsheid, Sophia, die volgens een gnostisch verhaal de aarde schept en vervolgens aan de hoede van een zwakzinnige demirurg over laat. En Plato’s theorie in de “Politeia” dat er ergens een Ideeënwereld is waarvan onze wereld maar een armzalige, onzuivere kopie is.

Wat het betekent trans te zijn
Er is niets nieuws onder de zon. De torenbouw van Babel vertelt al dat de mensen zoals God willen zijn: het volmaakte onzichtbare wezen. Op het eind van het boek komt de evangelische locatiedeskundige Claire weer opduiken, die verkondigt dat robots door de Duivel gebruikt kunnen worden, wat me een bizar artikeltje in gedachten bracht over de zelflerende robot Alexa. Vorig jaar veroorzaakte ze een hoop opschudding in Amerika, omdat ze zomaar een eng lachje produceerde. Iemand in het christelijke ND (14.07.18) suggereerde dat er zich misschien wel demonen in hadden genesteld. Als de seksrobotleverancier zijn markt uit de doeken doet ziet Claire wel wat in een christelijke versie. Eentje met een paardenstaart, een nette jurk, een niet al te ordinaire cup-maat en geen make-up. Een christelijke levensgezellin zogezegd. Voor alle eenzamen en wanhopigen. In een christelijk blad las ik ooit echt een interview met de eigenaars van een christelijke seksshop. Gekker kun je het toch haast niet bedenken?! Maar goed, vroeger had je ook christelijke geitenfokverenigingen. “… We creëren een markt, zei Claire met verbazingwekkende assertiviteit. Zo werkt het in de zakenwereld…”. Misschien is Shelley als trans het begin van de komende transitie. Het valt niet mee om ‘anders’ te zijn. In een hartverscheurend relaas vertelt hij hoe hij door een dronken gast wordt aangerand en in elkaar geslagen en niet naar de politie durft te gaan omdat hij dan wéér als raar zal worden behandeld: “… Ik ben trans, en dat betekent dat ik mijn hele leven hormonen slik. Ik zal korter leven en waarschijnlijk vaker ziek worden naarmate ik ouder word. Als ik een man-naar-vrouw was bij wie de penis was verwijderd, zou mijn lichaam mijn nieuwe vagina als een wond beschouwen. Een wond die ik zou moeten schoonmaken en verzorgen. Maar nu moet ik, als vrouw-naar-man, mijn mannelijkheid in stand houden met testosteron, terwijl mijn lichaam weet dat het niet zo voelt dat ik in het verkeerde lichaam zat, terwijl het voor mijn lichaam het juiste lichaam was. Mijn geest is wel kalmer door wat ik heb gedaan, maar mijn hormoonhuishouding is er helemaal door van slag. Er zijn maar weinig mensen die weten hoe het is om zo te leven…”. Ook kerkmensen niet. Toch moet de kerk – en vooral die waar de vrouw in het ambt nog geen gemeengoed is - er over nadenken, want het heeft veel konsekwenties. Bijvoorbeeld wat betreft het inzegenen van relaties. De evangelische Claire is geschokt als ze hoort dat Shelley trans is: “… God maakt ons zoals we zijn, en daar horen we niet mee te knoeien. Ik zei: Als God niet wil dat we met dingen knoeien, had Ze (!) ons geen hersenen moeten geven…”. Voor wie zich verder over dit thema wil informeren: ik vond de lezing van de orthodoxe theoloog/filosoof/bioloog Willem Ouweneel wel goed (27 mei 2018, Utrecht) - zie hier. Over het algemeen bereiken vooral de succesverhalen de media. Ik denk dat ook de negatieve ervaringen meegenomen moeten worden in een afgewogen opinie en (be)handelwijze: zie de documentaire van Zembla (19 december 2018) “Transgender met spijt”.

Uitgave: Atlas Contact – 2019, vertaling Arthur Wevers, 374 blz., ISBN 978 902 545 551 4, € 24,99
Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten