zaterdag 23 juni 2018

Leerschool – Tara Westover


Franca Treur wees tijdens een lezing waar ik bij was op het volgens haar fantastische non-fictie debuut van Tara Westover (1986). En inderdaad, misschien is Tara wel de moedigste vrouw waar ik ooit over heb gelezen. Ze bevrijdde zich uit een geïsoleerd mormoons gezin in de bergen van Idaho, waarvan de strenge, godsdienstgestoorde vader de touwtjes strak in handen hield. De wereld was zo zondig dat Tara nooit naar school werd gestuurd. Op eigen houtje bracht ze zichzelf wiskunde en grammatica bij. Uiteindelijk werd ze toegelaten op Brigham Young University waar ze een bachelor geschiedenis haalde, aangesteld als gastonderzoeker aan Harvard, en voltooide ze in 2014 haar promotieonderzoek aan de universiteit van Cambridge.

Zelfvoorzienend

Tara is de jongste van zeven kinderen. Ze wonen op een boerderij omgeven door schroothopen aan de voet van een berg. Prachtig beschrijft ze wat het leven op zo’n plek met je doet: “… Opgroeien op een berg geeft je een bepaald gevoel van autonomie en geeft inzicht in zaken als eenzaamheid en isolement, zelfs in zeggenschap. Op die uitgestrekte vlakte kun je uren in je eentje rondvaren, drijvend op de sparren, de stenen en het kreupelhout. Er gaat een zekere rust van uit, die ontstaat door zijn absolute onmetelijkheid; puur en alleen door de afmetingen is het kalmerend, omdat het menselijke totaal onbelangrijk wordt. Gene werd door deze alpiene hypnose gevormd, door die plek waar menselijke drama’s verstommen…” (zie ook "De acht bergen" van Paolo Cognetti). Gene, haar fundamentalistische en paranoïde vader, probeert zijn hoofd boven water te houden met auto’s slopen en schuren bouwen. Hij indoctrineert de kinderen met enge verhalen over gezinnen die belaagd worden door de FBI en Armageddon, het Einde der Tijden, waarin ze alleen zullen kunnen overleven als ze zelfvoorzienend zijn. Daarom houden ze zich hele zomers bezig met het wekken van vruchten en wapens inkopen. Af en toe heeft hij andere bevliegingen waardoor ze bijvoorbeeld een periode geen melk drinken. Maar die gaan vanzelf weer over. Haar moeder heeft zich ontwikkeld tot kruidengenezeres en op aandringen van papa ook tot illegale vroedvrouw, zonder vergunningen en diploma’s. De medische wereld wil je alleen maar dood hebben. Reguliere dokters zijn werktuigen van de Illuminati. Op haar negende ziet Tara al kinderen geboren worden, maar tot diep in haar puberteit heeft ze geen idee van hun verwekking. Pas als ze als student in een collegezaal naar een hoogleraar psychologie luistert beseft ze dat haar vader waarschijnlijk bipolair is: “… Ik wist dat mensen gek konden worden - dan zetten ze een dode kat op hun hoofd of werden verliefd op een knolraap -, maar het idee dat iemand normaal kon functioneren, helder en overtuigend was, maar dat er tegelijkertijd toch iets mis kon zijn, was nooit bij me opgekomen…”.

Zonnebloem
Tara beschrijft hoe haar vader in een winter leegloopt. Alsof hij in elkaar zakt: “… Er sloop een duisternis in zijn ogen, tot ze er volledig mee gevuld waren. Hij liep rond met zijn armen slap langs zijn lijf en hangende schouders, alsof iets hem vasthield en naar de grond trok. Tegen januari kon papa niet meer uit bed komen. Hij lag plat op zijn rug en staarde wezenloos naar het ingewikkelde patroon van richeltjes en nerven in het gepleisterde plafond. Hij knipperde niet eens met zijn ogen als ik ’s avonds zijn bord met eten kwam brengen. Ik vraag me af of hij überhaupt wist dat ik er was…”. Daarop propt haar moeder de hele familie in een stationwagen en vertrekken ze naar de woestijn in Arizona, waar opa en oma overwinteren. Na een paar dagen in de zinderende zon te hebben gelegen komt papa weer bij: net een zonnebloem - in de sneeuw gaat hij dood. Tijdens de twaalf uur durende nachtrit terug rijdt haar zeventienjarige broer Tyler, valt in slaap, en raakt van de weg. Het gezin komt tegen een elektriciteitspaal tot stilstand. Kabels zetten de auto onder stroom. Papa weet zich uit de onverzekerde auto te gooien zonder wat dan ook te raken. Iedereen is zwaar gehavend, maar er wordt geen ambulance opgeroepen. Hoe ze thuis zijn gekomen weet Tara niet meer. Haar moeder ligt weken met zwart omringde ogen en barstende hoofdpijn in de stille, donkere kelder: “… Als kinderen noemden we haar Wasbeeroog…”. Voor de grap. “… We hadden geen flauw idee dat het een medisch begrip was: racoon eyes – een teken van ernstig hersenletsel…”. Over de bende in huis: “… op de slaapkamers lag de vloer bezaaid met stapels vuil wasgoed, vettig en zwart van de schroothoop; in de keuken was elk tafeltje en kastje gevuld met groezelige potjes kruidenprut, en die werden alleen opgeruimd als er plaats moest worden gemaakt voor nog viezere werkjes, misschien om een dood hert te villen of Cosmoline van een geweer te peuteren…”. Haar broers maken ruzie als een roedel wolven: “… Toen ik jong was eindigde dit soort gevechten er meestal mee dat moeder stond te krijsen om een gebroken lamp of vaas, maar naarmate ik ouder werd bleef er weinig breekbaars meer over. Moeder zei dat we ooit een televisie hadden gehad, toen ik een baby was, tot Shawn Tylers hoofd door het scherm ramde…”.

Oeps!
Als de ouders beloven dat ze hun kinderen thuisonderwijs zullen geven hoeven ze niet meer naar school. Natuurlijk komt daar niets van terecht. Op haar vierde leert Tara volkomen toevallig lezen vanwege een weddenschap tussen twee broers. “… Leren was in ons gezin een zelfstandige aangelegenheid: als je klaar was met je werk mocht je jezelf leren wat je maar wilde. De een was daarin gedisciplineerder dan de ander. Ik was een van de minst gedisciplineerden, dus toen ik tien was had ik maar één onderwerp uitvoerig bestudeerd, namelijk het morsealfabet…”. Alleen haar acht jaar oudere, stotterende, muziekgevoelige broer Tyler is anders dan de rest, en kiest tegen de wil van zijn vader voor de universiteit. Hij verdwijnt achter de ‘vijandelijke linies’ alwaar hij ‘gehersenspoeld’ gaat worden. Tara mist hem oneindig. Haar boek is dan ook aan hem opgedragen. Op tienjarige leeftijd, als de oudste jongens op eigen benen gaan staan, moet Tara op de schroothoop komen werken. Metaal sorteren. Een veiligheidshelm en werkhandschoenen zijn niet nodig: “… Ik boog voorover om een rol koper op te rapen toen iets enorms rakelings langs me heen vloog. Toen ik me omdraaide om te zien waar het vandaan kwam, kreeg ik een stalen buis vol in mijn maag. Hij raakte me zo hard dat ik omviel. ‘Oeps!’ riep papa…”. Geen zorgen lieverd. God en zijn engelen zorgen dat je niets overkomt. Tara leert vanzelf opzij te springen en te bukken in de buurt van haar vader, want die kijkt nergens naar als hij met ijzer aan het smijten is. Regelmatig komt er een opengereten, verbrijzeld, gebroken of verbrand lichaamsdeel van zijn helpers voorbij. Ook als een broer zijn eigen been in de fik zet met een snijbrander komt er geen dokter aan de pas. Tara heeft de tegenwoordigheid van geest het been eerst in een vuilniszak te planten voor ze de jongen in een vieze vuilnisbak duwt die ze met water volspuit. Terwijl ze over dit voorval schrijft beseft ze dat haar broer met zijn vlammende been de kurkdroge omgeving in de hens moet hebben gestoken. Na een zorgvuldige reconstructie bedenkt ze dat haar vader zijn zoon op hoop van zegen in zijn rijdende pick-up moet hebben gezet, waarna hij zelf het vuur heeft uitgeslagen om een enorme brand te voorkomen.

Tussen de mensen
Ondertussen legt haar mama, ondanks blijvend geheugenverlies, zich steeds meer toe op ‘spirituele’ genezing. Is in de weer met tincturen, oliën, chakra’s, drukpunten, spiertesten, energiewerk. Tara kan alleen maar denken aan wat haar ooit wijze moeder eens zei: “… Tovenarij bestaat niet…”. ‘s Avonds zet ze zich aan het lezen van wat voor handen is: Het Boek van Mormon, de Bijbel, taaie speeches, brieven en dagboeken van de vroege mormoonse profeten: “… De vaardigheid die ik hiermee ontwikkelde was cruciaal, namelijk het geduld om dingen te lezen die ik nog niet begreep…”. Als ze bijna geplet wordt tijdens een ongeluk met een vorkheftruc waarbij ze een val van vijf meter overleeft, vraagt ze zich af hoe ze kan ontsnappen aan de schroothoop. Papa wil het woord ‘school’ niet horen. Dus heeft ze geld nodig. Als Tara elf is hangt ze een briefje op in de supermarkt waarop ze zich zelf aanbiedt als oppas. Ze liegt over haar leeftijd. Ze verdient geen drol maar ze komt wel tussen de mensen. Sommigen zijn bereid haar piano- en dansles te geven. Als papa er achter komt dat ze meedoet aan een dansuitvoering in de kerk komt hij kijken. Hij knalt bijna uit elkaar van woede over de zedeloosheid die hij aantreft. Niemand anders dan Satan himself heeft brave mormonen overgehaald om hun dochters ongestraft als hoeren door het huis van God te laten dartelen. Daarop lukt het haar moeder om Tara op zangles te krijgen. En wat een zegen: Tara zingt als een engel. Overal wordt ze gevraagd. Zelfs voor musicals. Nu is papa zielsgelukkig met zijn dochter. Alle keren dat ze stiekem op haar kamer naar een cd van het Mormon Tabernacle Choir op de oude gettoblaster van Tyler luisterde hebben vruchten afgeworpen. En eerlijk is eerlijk, het Mormon Tabernacle Choir maakt ook hemelse muziek, vind ik.

De slechtste plek waar je kunt zijn
Als ze een jaar of vijftien is komt het noodlot in de vorm van haar broer Shawn thuis huishouden. Hij heeft een poos als lasser en vrachtwagenchauffeur kriskras door de Verenigde Staten gezworven. Met “Het gewelddadige brein” van Adrian Raine nog vers in mijn geheugen vraag ik me af wie er uiteindelijk psychopathischer is: haar door kuisheid geobsedeerde vader of de agrressieve Shawn. Als papa al in alle staten is over de Millenniumbug, die ongemerkt voorbijgaat, kun je je voorstellen wat Nine Eleven bij hem teweeg brengt. Het punt is dat Shawn even aardig als wreed kan zijn. Hij herstelt haar nek als een rigoureuse kraker na andermaal een auto-ongeluk, waarbij haar totaal onberekenbare vader zijn gezin voor de zoveelste keer in gevaar heeft gebracht. Hij redt haar als het wilde paard dat ze proberen te trainen op hol slaat. Hij neemt het voor haar op als haar vader wil dat ze een monsterlijk apparaat gaat besturen dat gebruikt wordt om ijzer te knippen. Maar hij knalt haar ook tegen de grond en grijpt haar naar haar keel als ze iets doet wat hem niet zint. Papa en mama verkiezen de andere kant uit te kijken. Ze registreert hoe hij op een afschuwelijke manier een meisje manipuleert dat zo verliefd is dat ze alles van hem pikt. Na een val op een bouwwerkplaats raken zijn hersens dermate beschadigd dat hij gewelddadiger wordt dan ooit. Hij heeft last van “… woedeaanvallen, momenten van blinde razernij waarop hij niets liever wilde dan iemand pijn doen. Hij had een feilloos gevoel voor rotopmerkingen, voor precies die ene vernietigende uitspraak, waarmee hij moeder bijna elke avond aan het huilen kreeg. Deze aanvallen namen een andere, ergere vorm aan naarmate zijn fysieke kracht terugkeerde, en elke ochtend als ik de wc schoonmaakte, wist ik dat ik er nog voor de lunch in kon hangen…”. Daar komt ook nog eens een motorongeluk bovenop. Het is Tyler die er tijdens een van zijn zeldzame bezoekjes op aandringt dat ze thuis weg moet: “… Volgens mij is dit de slechtste plek waar je kunt zijn…”. Hij vertelt dat ze een test kan doen voor een universiteit waar ze ook studenten aannemen die thuis zijn geschoold. Geluk bij een ongeluk: Tara is de enige die Shawn kan kalmeren, dus zorgt ze dag en nacht voor hem, waardoor ze gelegenheid heeft tussendoor te studeren voor haar toelatingsexamen. Hoe is het als je vader ’s nachts op je bed komt zitten en met zwarte ogen vol onaardse spirituele kracht vertelt dat hij voor jou gebeden heeft en God hem heeft laten weten dat je Zijn zegeningen opzij hebt geschoven om trouweloos aardse kennis na te jagen? Dat je Gods’ toorn hebt gewekt die niet lang op zich zal laten wachten? De tweede keer slaagt Tara voor de test met zoveel punten dat ze ingeschreven kan worden voor Brigham Young University.

Officieel communist
Tara komt op een flatje terecht met twee andere studenten. Alles is vreemd. Ze wordt gek van het lawaai in de stad. De kamerbewoners vinden haar asociaal omdat ze een enorme troep maakt die ze niet opruimt en niet gewend is haar handen te wassen als ze gebruik van het toilet heeft gemaakt. Ze is in shock vanwege de ordinaire kleding waarin de haar omringende dames rondlopen. Als Tara eindelijk iemand vindt die eruit ziet als zijzelf blijkt ze verderfelijke cola te drinken en op zondag boodschappen te doen. Ze kan de collegezalen niet vinden. Ze weet niet hoe ze moet studeren. Ze slaat enorme flaters omdat ze nog nooit van begrippen als de Holocaust heeft gehoord. Toch weet ze haar vakken glansrijk te halen. Zo gauw ze thuis is dwingt haar vader haar echter terug in het sloopwerk. Voor ze het weet staat ze weer op negen meter hoogte bouten aan te draaien op daken van hooischuren. Haar eerste vriendje wordt kundig weggepest door Shawn, die haar een onuitstaanbaar verwaand nest vind worden van al dat geleer. In plaats van tegen haar vader en Shawn keert Tara zich tegen haar lief. Tijdens hun laatste afspraakje zegt hij dat hij van haar houdt maar dat alles waar hij door haar in verzeild is geraakt niet aan kan: “… Hij kon me niet redden. Dat kon ik alleen zelf. Ik had geen idee waar hij het over had…”. En toch verandert er langzaam iets: “… Ik was op weg naar bewustzijn en was op weg iets fundamenteels over mijn broer, mijn vader en mezelf gewaargeworden. Ik had ontdekt in welke mate we waren gevormd door een traditie die ons door anderen was opgelegd, een traditie waar we ons per ongeluk of expres niet van bewust waren…”. Tijdens haar studie loopt Tara een maagzweer op en een kaakholteontsteking. Ze weigert in eerste instantie medische hulp. Ze wil niet vergiftigd worden en ze heeft geen geld. Ze werkt zich te barsten. Allerlei rotbaantjes. Tot een aardige bisschop en een oudere studiegenoot haar eindelijk zover weten te krijgen dat ze een beurs accepteert, waar ze volgens een brief van de overheid ruim voor in aanmerking komt, vanwege haar uitzonderlijke prestaties in combinatie met haar uitzonderlijke armoede: “… Ik was aan het schoonmaken in Draper toen de brief kwam, dus Robin legde hem klaar op mijn bed met een briefje erbij dat ik nu officieel communist was…”.

Ongelooflijk dat ik dit ooit allemaal klakkeloos aannam
Ook haar vaders’ lichaam verbrandt voor de helft als er een benzinetank ontploft. Geen dokter. Niets voor de pijn. Alleen kilo’s van mama’s kruidenzalf – en dat helpt ook nog. Hij kan niet eten want zijn mond en luchtwegen zijn kapot geschroeid. Mama houdt hem in leven door via klysma’s vocht toe te dienen. Na een half jaar loopt hij weer verminkt rond, zij het met moeite. Zijn handen misvormd tot klauwen. Volgens papa heeft hij geen moment gevaar gelopen. Alles moest zo gaan om te laten zien dat God wonderen doet. Ondertussen zijn haar docenten zo onder de indruk van Tara dat ze haar op een uitwisselingsproject naar Cambridge sturen. De studie kan ze makkelijk aan, maar geestelijk gaat ze door dalen van onzekerheid: “… Ik wilde een academische geest hebben, maar blijkbaar zag dr. Kelly dat ik meer de geest van een dakwerker had. De andere studenten hoorden in de bibliotheek thuis; ik hoorde in een hijskraan…”. Haar studie over geschiedschrijving zet heel haar wereldbeeld op de helling: “… Mijn belangstelling kwam waarschijnlijk voort uit het bodemloze gevoel dat ik had sinds ik over de Holocaust en de burgerrechtenbeweging had gehoord – sinds ik besefte dat onze kennis over het verleden altijd beperkt is en beperkt zal blijven tot wat anderen ons vertellen. Ik wist hoe het voelde om op je eigen misvattingen gewezen te worden – misvattingen die zo omvangrijk zijn dat je hele wereldbeeld erdoor verschuift. Nu wilde ik graag uitzoeken hoe de grote poortwachters van de geschiedenis zich met hun eigen onwetendheid en vooroordelen hadden verzoend. Als ik onder ogen kon zien dat wat zij geschreven hadden niet onbetwistbaar was, maar het resultaat van een bevooroordeeld proces van gesprekken en revisies, dan kon ik me er misschien bij neerleggen dat de algemeen aanvaarde geschiedenis niet was wat ik geleerd had. Papa kon het mis hebben, en de grote geschiedschrijvers Carlyle, Macauley en Trevelyan konden het mis hebben, maar uit de as van hun tegenstrijdigheden kon ik mijn eigen wereld vormgeven. Ik hoopte dat ik door het besef dat de bodem geen vaste grond bood toch zou kunnen staan…”. Vroeger kwamen er alleen boeken in huis die in papa’s straatje pasten, de rest werd gezien als werk van de duivel: “… Om mijn essay te kunnen schrijven moest ik boeken anders leren lezen, zonder me aan angst of aanbidding over te geven…”. Ze moet haar eigen mening vormen: “… Het was opwindend om tijdens het lezen op mezelf te vertrouwen…”. De professor die haar begeleidt staat verstelt van haar eruditie, maar ze kan daar niet mee dealen: “… Ik kon alle vormen van wreedheid beter verdragen dan vriendelijkheid. Complimenten werkten op mij als vergif: ik stikte erin. Ik wou dat de professor tegen me schreeuwde; ik wou het zo graag dat ik duizelig werd toen het uitbleef. Er moest worden benoemd hoe lelijk ik was. Als dat niet uit zijn woorden klonk, moest ik het zelf onder woorden brengen…”. Als ze terug is en ze met haar ouders een keertje gaat eten in een restaurantje gaapt ze haar vader voor het eerst met totale vervreemding aan. Luidkeels verkondigt hij zijn merkwaardige samenzweringstheorieën, die ze direct herkent als ideeën uit de ‘Protocollen van de wijzen van Sion’, aangevuld met waarschuwingen over de vernietiging van de aarde door de Verenigde Naties en de Europese Unie. Uit haar dagboek: “… het is ongelooflijk dat ik dit ooit allemaal klakkeloos aannam…”.

Emancipate yourselves from mental slaverny
Tara krijgt de kans om op Cambridge te komen studeren en wordt aangesteld als gastonderzoeker op Harvard. Tussendoor gaat ze steeds vaker de confrontatie met haar familie aan, terwijl ze drijft op een liedje van Bob Marley: “… Emancipate yourselves from mental slaverny / None but ourselves can free our mind…”. Het oliehandeltje van haar moeder groeit uit tot een goedlopend bedrijf dat ze samen met haar vader runt: “… Voor zover ik kon zien was papa hard op weg de best betaalde dorpsgek van de Mountain States te worden…”. Shawn blijft een engerd, en als hij zijn vrouw mishandelt, wil Tara verhaal halen bij haar vader. Die sust de zaak en haar moeder valt hem bij. Ook als Shawn Tara een bebloed mes overhandigt. Ook als hij haar in Cambridge opbelt over zijn dilemma of hij haar zelf moet komen vermoorden of een huurmoordenaar in zal huren. Shawn is door de verlossing van Christus van alle zonden gereinigd en een nieuw mens geworden, weet papa. Dus moet Tara hem ook vergeven. Dat kan Tara niet. Op Harvard komen haar ouders nog een keer langs om haar te bekeren. Tara weigert de priesterlijke zegen van haar vader: “… Als ik nu toegaf, had ik niet alleen de discussie verloren; dan was ik het beheer over mijn eigen geest kwijt. Ik begreep nu dat dat de prijs was die ze me wilden laten betalen. Wat mijn ouders uit me wilden drijven was geen boze geest: ik was het zelf…”. Daarop breken ze met hun dochter en vertellen iedereen thuis dat ze ‘bezeten’ is. Tara raakt in een heftige identiteitscrises waar ze met behulp van intensieve psychotherapie uiteindelijk bovenop komt. Over haar nieuwe ik: “… Die nieuwe manier van zijn kun je allerlei namen geven. Een transformatie. Een metamorfose. Een leugen. Verraad. Ik noem het een leerschool…”. Een verhaal voor iedereen die zich uit wat voor wespennest dan ook moet vrijvechten (zie ook "De erfenis van Adriaan" van Johan Lock, "Mazzel tov" van Margot Vanderstraeten en "Hoor nu mijn stem" van Franca Treur).

Uitgave: De Bezige Bij – 2018, vertaling Lette Vos, 400 blz., ISBN 978 940 310 570 3, € 22,99
Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten