woensdag 23 januari 2019

Erotische intelligentie – Esther Perel


Ondertitel: Een vaste relatie geeft zekerheid, maar hoe houden we het spannend?

Nu de rook na de Nashville-bom is opgetrokken kun je constateren dat we met z’n allen toch best een beetje in de war zijn over de liefde. Vlak de hetero’s ook niet uit. In kringen waar het hardst geroepen wordt dat homo’s het wel mogen zijn, maar niet doen, pieken de echtscheidingscijfers als nooit tevoren, hoor ik uit verontruste bron. Terwijl de deskundigen ons toch met een vloed aan boeken over relatievorming om de oren slaan. En seks bespreekbaarder is dan ooit. Zelfs in christelijke kring. Ik krijg zoveel christelijke boeken aangeboden dat ik ze onmogelijk allemaal kan lezen, laat staan bespreken, maar zomaar een greep uit het christelijke assortiment: "Zo verbeter je je seksleven" van Kevin Leman. Met als subtitel: “Een goed gesprek… een betere band… de beste seks”. Nou, wat wil je als christen nog meer. Ik vind het prima allemaal, want volgens de grote godsdienstkenner Karen Armstrong moet liefde ‘gevoed’ worden (zie mijn blog over “Compassie”). Word je van het lezen van boeken over ‘geluk’ alleen maar ongelukkiger, van het lezen over de ‘liefde’ zou je daarentegen des te liefdevoller worden.

Hulde aan De Volkskrant

Ik stoom echter door naar het ‘echte’ werk. Niet na nog even gewezen te hebben op psychiater Dirk De Wachter, die ongetwijfeld het meest ontroerende boek over de breekbaarheid van de liefde heeft geschreven: “Liefde. Een onmogelijk verlangen?”. En het essay van Stine Jensen voor de Maand van de Spiritualiteit, "Eerste liefde", dat vast en zeker keigoed zal zijn, want ik kom Jensen ieder jaar een keer tegen op een filmfestival, waar ze altijd een zeer appetijtelijke speech houdt. Plus natuurlijk de prachtige documentaireserie van Sophie Hilbrand: “Liefde is…”. Maar de aller-, allergrootste liefdesexpert, die ik ademloos heb aangehoord, is voor mij toch wel Esther Perel. Ik zag haar in het drie uur durende interviewprogramma “Zomergasten”. En ik kijk zelden tv, laat staan ademloos. Overigens halen Jensen en Hilbrand haar ook aan in hun werk, dus ik ben in goed gezelschap. Ik denk dat ik in het jaar 2018 van niemand (buiten Clarissa Pinkola Estés – zie hier) zoveel heb geleerd als Perel. Eigenlijk zou iedereen die uitzending moeten zien, voordat hij of zij ook maar aan een relatie begint. Ze heeft twee in het Nederlands vertaalde boeken geschreven: "Erotische intelligentie" en "Liefde in verhouding. Een nieuw perspectief op trouw en ontrouw". Ik heb ze direct aangevraagd bij de bibliotheek, maar inmiddels zijn we een half jaar verder, en zijn er nog steeds leners voor mij. Niet zo gek, natuurlijk. Ik zou ze ook gewoon kunnen kopen, maar daar ben ik veel te krenterig voor. Echter, wat schetste mijn verbazing toen ik een maand of wat geleden een advertentie tegenkwam voor een vier weken durend proefabonnement op De Volkskrant (voor vier euro!), met als extra kadootje een keuze uit vier boeken, waaronder “Erotische intelligentie”. Zolang de voorraad strekt. In kleine lettertjes eronder. Nou, dacht ik, daar kun je je geen buil aan vallen - dat probeer ik gewoon. Ik had verwacht dat ik naar het boek kon fluiten. Dat alleen reageerders die een echt abonnement namen een boek zouden krijgen. Maar nee hoor. Op een zonnige zaterdag viel het zomaar in mijn brievenbus. Waarvoor hulde aan De Volkskrant! Niks geen volksverlakkerij. De daarop losbrekende telefoonterreur nam ik maar voor lief. Mijn ervaring is dat de abonnementsverkopers na drie keer overgaan neerleggen. Dus iedereen die mij belt: als ik niet opneem, even geduld a.u.b. Natuurlijk zou ik ze gewoon een keertje te woord kunnen staan, maar ik ben veel te bang dat ik zwicht voor die gehaaide callcentermensen. Ik zit namelijk zo spiegelend in elkaar dat iedereen mij over welke streep dan ook kan trekken. Praat op mij in en ik overtreed elk principe. Echt waar. Ik heb een keer een student aan de deur gehad met een aanbod van de Vriendenloterij… Enfin. Dus: iedereen lid worden van De Volkskrant! Behalve ik, want ik wil nu eenmaal op de hoogte blijven van het kerknieuws. Ik móet wel aan het ND blijven hangen. En twee kranten kan ik niet betalen.

Te mogen léven
Goed. Esther Perel (Antwerpen, 1958). Een relatietherapeut uit New York. In eerste instantie dacht ik dat ik te maken had met een mondaine tante uit de plaatselijke jetset. Tot ze begon te vertellen over haar Pools-Joodse ouders. Beiden overleefden de concentratiekampen van de nazi’s, waar ze jarenlang de dood in de ogen zagen. Zowel haar moeder als haar vader waren de enige uit hun familie die terug kwamen. Volgens Perel reageerden degenen die het hadden gered op twee manieren: sommigen waren niet bij machte wat er was gebeurd van zich af te schudden en sommigen grepen zich weer vast aan het leven. Haar ouders zagen hun bevrijding als een nieuwe kans die hen werd geboden. Ze pakten die met beide handen beet om het bestaan voluit te vieren. Uit dit gegeven bouwde Perel haar visie: “… Mijn ouders waren in mijn ogen uitzonderlijk. Ze wilden niet alleen overleven, maar ook van het leven genieten. Ze hadden een sterk verlangen naar nieuwe ervaringen en belevenissen. Ze cultiveerden plezier. Ik weet helemaal niets over hun seksleven, behalve dat ze twee kinderen kregen; mijn broer en ik. Maar door de manier waarop ze leefden, ben ik gaan denken dat ze een diep erotisch besef hadden, al betwijfel ik of ze dat woord zelfs ook maar kenden. Ze belichaamden mystieke betekenis, een kwaliteit van leven, een pad naar vrijheid. Het omvatte veel meer dan de strikte definitie van seks die de moderne tijd eraan heeft toegekend. Op dit ruime besef wil ik me bij de discussie over erotiek in dit boek concentreren…”. Daar krijg ik nu tranen van in mijn ogen. Wát een moed. Het herinnert mij aan een titel met dezelfde strekking, van een boek dat mijn ouders vroeger in de boekenkast hadden staan: “Te mogen léven”. Verder heeft Perels echtgenoot een sterke invloed gehad op haar ontwikkeling. Hij is directeur van een organisatie die vluchtelingen, oorlogskinderen en slachtoffers van martelingen helpt hun trauma’s te boven te komen. Ze vertelt hoe deze mensen, door het herstel van hun gevoel voor creativiteit, en hun vermogens om te spelen en plezier te maken, weer in staat zijn te functioneren: “… Mijn man werkt met pijn en ik met genot, twee zaken die dicht bij elkaar liggen…”. Perel woonde in verschillende landen en spreekt negen (sic!) talen. Ik ben diep onder de indruk.

Het verhaal van Perel
In de voornoemde uitzending legt Perel, veel beter dan ik dat kan, uit dat mensen die vreemd gaan dat heus niet doen om alleen maar een beetje platte seks. Ik moet zeggen, dat is voor mij zowel een openbaring als een opluchting. Want hóe vaak ben ik nu al tegen koppels aangelopen, die net nadat ze alles zo’n beetje voor elkaar hebben - carrière gemaakt, mooi huis, twee leuke kindjes, poen voor exotische vakanties en een dikke auto, goede vrienden, wat moet je nog meer!? – alles in elkaar laten donderen om er met een ander vandoor te gaan. Ik ben altijd weer verbijsterd. Ik kan er niet aan wennen. Wat bezielt ze? Perel vertelt hoe huwelijken ten onder kunnen gaan aan wat je zou noemen ‘de dood in de pot’. Hoe je het gevoel kunt krijgen dat je zo ongeveer een zombie bent geworden. Dat je in een moeras bent beland dat je enkel nog maar naar beneden zuigt. Dat je in een slaap bent gesukkeld waar je niet meer uit wakker kunt worden. Dat je zelf niet meer weet wie je bent. Dat je geen kant op kunt. Dat je iets kwijt bent geraakt waarvan je bang bent dat je het nooit meer terug krijgt. Dat je weer het gevoel wilt krijgen dat je leeft. En daardoor hele gekke dingen gaat doen. Vreemdgaan is een opwindende, maar vaak ook enorm beschadigende, optie. Niet alleen voor jou, maar ook voor de mensen om je heen. Misschien kun je de uitgevallen motor van je bestaan op een ándere manier weer aan de gang krijgen. Erotiek staat niet gelijk aan seks. Dieren hebben ook seks. Erotiek duidt op de vibrerende, creatieve, aanstekelijke energie om seks heen. Dáár gaat het verhaal van Perel over. En ik vind dat een ongekend prachtig, positief en sympathiek verhaal.

Marge Simpson
Perels vrij moeilijke boek bestaat uit elf opstellen die ik stuk voor stuk kort na zal gaan. Ten eerste: we beginnen een langdurige relatie uit avontuur, maar eindigen die soms in gevangenschap. Met de nodige humor vertelt Perel hoe ze ooit in een gesprek belandde tussen romantici, die gingen voor de ware en uitzinnige liefde – anders hoefde het voor hen niet, en de realisten, die hartstocht en passie gevaarlijk en onvolwassen vonden en geloofden in de rust en stabiliteit van de ware kameraadschap: “… Naarmate de discussie op het feestje zich verder ontwikkelde, bekeken de verdedigers van de twee kampen elkaar met een mengeling van medelijden, aandacht, jaloezie, ergernis en volstrekte minachting…”. Over één ding waren ze het in ieder geval eens: op den duur dooft de euforie. “… Ofwel in de onvergetelijke woorden van Marge Simpson: ‘Hartstocht is voor tieners en buitenlanders’…”. Stabiliteit is inherent aan zaken als geborgenheid en veiligheid. Begeerte en passie houden verband met opwinding en (prettig) gevaar. Het een lijkt het ander uit te sluiten. Maar Perel is een idealist. Volgens haar hoeft dat niet. Als we maar ons best doen om het mysterie in de ander te ontdekken. Haar of zijn anders-zijn te zien. We denken vaak dat we onze partner van haver tot gort kennen. Dat is niet zo. Iedereen laat maar een topje van de ijsberg, die zijn of haar persoonlijkheid is, los op de wereld: “… Ik probeer in gesprekken juist de nadruk te leggen op hoe weinig ze van elkaar weten en ik spoor hen aan weer nieuwsgierig te worden en zodoende een glimp op te vangen van wat er achter de muur schuilt die de ander zo behoedzaam heeft opgetrokken…”.

Mannen van weinig woorden
Perel gaat diep in op het rare fenomeen dat ongedwongen intimiteit vaak samen op gaat met verminderde seksualiteit. Verliefdheid creëert een heerlijk vals beeld van de ander. In het begin is het een en al illusie. Maar wie maalt daarom? Totdat de geruststellende vertrouwdheid zich aandient: “… Sommige wensen en gewoontes van de ander vormen geen probleem en worden liefdevol door ons vervuld, sommige kosten wat meer moeite en enkele zijn vervelend, onaangenaam of zonder meer weerzinwekkend. We vragen ons af hoe we toch ooit kunnen leren leven met …”. We kunnen zo boven op elkaar zitten dat we vergeten dat we twee afzonderlijke individuen zijn. Dan valt er niets meer te verlangen of te begeren. Perel blijft er op hameren dat we onze eigen afzonderlijkheid moeten cultiveren, onze individualiteit moeten ontplooien, onze eigen geheime tuin moeten onderhouden: “… Persoonlijke intimiteit bakent een privéterrein af dat tolerantie en respect vereist. Het is een ruimte, fysiek, emotioneel en intellectueel, die alleen het individu toebehoort…”. Perel stelt dat intimiteit tegenwoordig vooral gerelateerd wordt aan het al dan niet voldoende met elkaar praten: ik spreek, dus ik besta. Hoe waar dat is toonde een Telegraaf-filmpje vanmorgen nog maar weer eens, waarin het ging over het hoge aantal echtscheidingen dat in de maand januari wordt aangevraagd. Twee deskundigen beweerden om het hardst dat alles draait om ‘communicatie’. Het problematische is dat mannen vaak niet zulke praters zijn, en daardoor in een inferieure positie worden geplaatst. Praten is niet de enige weg naar intimiteit. Er bestaat ook nog zoiets als lichaamstaal. Perel pleit voor meer aandacht voor niet-verbale communicatie: leuke dingen voor elkaar doen, attente gebaren of iets gezamenlijks ondernemen. Perel is ook geen voorstander van het alles maar tegen elkaar (moeten) zeggen. Het te ver doorgevoerde mandaat op verbale intimiteit kan dwang worden: “… In mijn praktijk maak ik stellen mee die niet meer wachten op een uitnodiging, maar direct toegang eisen tot het innerlijk van hun partner, alsof ze recht hebben om ongehinderd binnengelaten te worden in alle privégedachten. Intimiteit veroorzaakt dan een schending in plaats van verwantschap…”. Intimiteit op bevel. Woorden kunnen kwetsen en beschadigen. Communicatie moet zich rustig kunnen ontplooien in schoonheid en wijsheid. Wanneer de persoonlijke grenzen niet worden gerespecteerd is dat de doodsteek voor seks.

Open geest

Perel schuwt de controverse niet. Onze gelijkheidsidealen wegen mee in de slaapkamerpolitiek, wat kan uitmonden in zeer saaie seks. Seks draait ook om macht. Volgens haar duidt seksuele onderwerping niet automatisch op vernedering of iets pathologisch: “… Als we in ons dagelijks leven afhankelijkheid uit de weg gaan, verwelkomen we haar waarschijnlijk in ons erotische leven…”. Ze hekelt de ‘perfecte seksuele prestatie-industrie’ waarin seks benaderd wordt met een pragmatische werkhouding: “… We praten niet over de kunst van seks; in plaats daarvan hebben we het over de regels van seks…”. Erotiek is per definitie inefficiënt. We moeten weer leren plezier te hebben. Te spelen. Over een getrouwde cliënt die tot over zijn oren verliefd was – uiteraard op een ander: “… Ik verwonder me samen met hem over de aantrekkingskracht van de betovering, terwijl ik het tegelijkertijd zijn ware naam geef: een fantasie. De vraag die ik hem stel is hoe hij hiervan kan genieten zonder dat deze kortstondige blijdschap zijn huwelijk in gevaar brengt…”. Vrijheid en verbondenheid vormen twee tegengestelde krachten die met elkaar verzoend moeten worden. Het gaat niet om een probleem dat we moeten oplossen, maar om een paradox die we moeten leren hanteren. Perel heeft het over seks in de media, en wat dat met ons doet: “… Nooit eerder werd seks zo publiekelijk uitgestald, met alle details in beeld. Seks, waaraan in geen eeuwen ruchtbaarheid is gegeven, is een product op zichzelf geworden. (…) De seksuele cultuur vertelt ons wat aantrekkelijk is en wat we zouden willen, alsof we niet zelf in staat zijn om uit te zoeken naar wie we verlangen en wat ons opwindt. Een complete industrie van hedonistisch gedrag balanceert aan de rand van het huwelijk als constante herinnering aan wat we hebben opgeofferd in ruil voor afgestompte seksualiteit en echtelijke liefde. Kunnen onze hedendaagse relaties ooit sterk genoeg worden om de sirenenzang van onbeperkt genot te weerstaan? …”. Gaat het in relaties om wat je verliest of om wat je wint? “… Laten ze ons niet wijsmaken dat deze oververzadiging getuigt van een verlichte seksuele zienswijze. De opvallende marketing van seksuele afbeeldingen is waarschijnlijk eerder overdadig dan vooruitstrevend, en winst en vrijheid van handel liggen hier eerder aan ten grondslag dan de vrijheid van meningsuiting. Kortom, het gaat meer om het openen van je portemonnee dan om het openen van je geest…”. Volgens haar is de onderliggende puriteinse boodschap nog steeds: seks is vies.

De cultstatus van kinderen
Een prachtig hoofdstuk gaat over de erfenis die iedere man of vrouw als deel van de bruidsschat in een volwassen relatie meebrengt: “… de eerste plek waar we over liefde en relaties leren, is in het gezin waar we zijn opgegroeid…”. Daar hebben we onze seksuele blauwdruk ontvangen die ons later op allerlei manieren beïnvloedt: “… er wordt in iemands erotische fantasie maar weinig aan het toeval overgelaten…”. Een ander hoofdstuk gaat over de veranderende seksualiteit als er kinderen komen. Perel gruwt van de hedendaagse cultstatus van kinderen. Ze vindt het zondermeer absurd hoe het leven van ouders om dat van de kinderen draait. Ze zegt te hopen dat de nieuwe trend van overijverige opvoeding hopelijk het toppunt van gekte heeft bereikt, zodat we onderhand weer eens normaal kunnen gaan doen met z’n allen: “… de laatste twintig jaar wordt er zo de nadruk op het geluk van het kind gelegd dat onze grootouders alleen al bij de gedachte zouden huiveren. Jeugd wordt zo heilig gemaakt dat het niet eens meer belachelijk lijkt dat een volwassene zichzelf volkomen wegcijfert om de vlekkeloze en pijnloze ontwikkeling van het kind te cultiveren…”. Sommige vrouwen gaan zo rücksichtslos op in het leven van de kinderen dat ze hun eigen ik verliezen. Perel beschrijft hoe ze afgepeigerde moeders leert zich op zelfbewustwording in plaats van zelfverloochening te richten. Als je wat royaler voor jezelf wordt, kun je hopelijk ook weer wat ontvankelijker worden voor je partner. Bovendien is het voor kinderen beter dat ze leren dat er grenzen zijn aan hun macht. Kinderen hebben baat bij emotioneel en seksueel bevredigde ouders. We moeten onze emotionele behoeften niet overbrengen op onze kinderen. Dat legt een veel te zware druk op hun schouders. Want dat is de andere kant van de zaak.

Haal me maar over
Een groots staaltje van seksuele assertiviteit vond ik wel het voorbeeld van een vrouw die op de vraag van haar man, ‘Zullen we?’, antwoordde: ‘Haal me maar over…’. Want soms is wachten tot je in de stemming bent, volgens een andere cliënt, net zoiets als wachten op de wederkomst van de Heer. Perel vertelt dat ze in haar studie geleerd heeft dat seksuele fantasieën te maken hebben met ontevredenheid en onvolwassenheid. Daar is ze in de loop van haar werkende leven anders over gaan denken: “… Fantasieën drukken onze werkelijke ik uit die anders moeilijk te zien is…”. Ze onderzoekt onderwerpen als monogamie, (on-)trouw, en het vinden van 'de ware': “… De aandacht is altijd op het voorwerp van onze liefde gericht, nooit op het vermogen om lief te hebben. Vandaar dat psycholoog Erich Fromm stelt dat we denken dat het makkelijk is om lief te hebben, maar moeilijk om de juiste persoon te vinden…”. Als geen ander laat Perel zien dat, zoals Fromm het stelt, liefhebben een kunst en kunde is: “… als we onze passie gedurende lange tijd voor een persoon willen behouden, moeten we een stukje onbekendheid in het vertrouwde geheel brengen. Zoals Proust het formuleerde: ‘De echte ontdekkingsreiziger gaat niet op zoek naar nieuwe landschappen, maar kijkt er met andere ogen naar.’…”.

Uitgave: Bruna – 2014, vertaling Marga Goeting, 272 blz., ISBN 978 940 050 467 7, € 20,99
Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten