Nogmaals: over liefde. Volgens mij was het de dwarse psychiater Bram Bakker die in de tv-serie “Kijken in de ziel” verkondigde dat van alle beroepsgroepen de artsen uit verwaandheid het meest naast hun schoenen lopen, en dat van de artsen het vooral de psychiaters zijn die het toppunt van die arrogantie belichamen. Als hij dat zegt zal het wel zo zijn; maar gaat dat niet op voor de Vlaamse psychiater Dirk De Wachter. Zelden zag ik een deemoediger mens.
Durf een beetje ongelukkig te zijn
Met zijn magere, wat ineengedoken gestalte, zijn lange zwarte achterovergekamde haren, zijn donkere ogen verborgen achter zware wenkbrauwen, heeft hij bijna iets van een sater. Terwijl hij preekt als een dominee. Zijn boodschap: durf een beetje ongelukkig te zijn, want we worden knettergek als alles altijd maar ‘leuk’ is! Eerder besprak ik het boek waar hij beroemd mee werd, “Borderline Times”. Nu is daar dus het vervolg, “Liefde. Een onmogelijk verlangen?”.
De verdrietdokter
De Wachter raakt mij. In van alles. In de manier waarop hij zich ‘de verdrietdokter’ noemt bijvoorbeeld. Dat klinkt oneindig troostend. Dat is wel wat anders dan ‘zielenknijper’, waarbij ik altijd het beeld van een sadistische engerd voor me zie, die mijn hart uit mijn lijf rukt en tot moes knijpt, om het uiteindelijk als een lang dun sliertje tussen zijn vingers door op de grond te laten druipen – zoiets dus.
In “Borderline Times” analyseert De Wachter de buitenwereld. In “Liefde. Een onmogelijk verlangen?” trekt hij zich terug in zijn praktijkruimte, om daar de cliënten te ontmoeten die altijd weer worstelen met het meest ongrijpbare fenomeen in een mensenleven: de liefde.
Liefde is een mysterie, zegt De Wachter. Daarom kun je het alleen via omtrekkende bewegingen benaderen. Dat doet hij dan ook in zijn boek. Het is zeker geen studie. Het biedt geen oplossingen en geeft geen antwoorden. Het staat vol korte beschouwingen, citaten uit de literatuur, fragmenten over muziek, en bevat prachtige afbeeldingen van schilderijen; want kunst kan volgens hem veel meer over de liefde zeggen dan wetenschap. Eigenlijk is “Liefde. Een onmogelijk verlangen?” vooral poëzie: “… Ik probeer haar te benaderen en aan te raken. Meer kan ik niet. Echt niet…”. De Wachter vertelt zo mooi dat je er gewoon van gaat huilen. Ik wel tenminste.
Kom van dat dak af
Steeds meer mensen gaan als ‘single’ door het leven. Zoveel, dat de maatschappij daar rekening mee moet gaan houden en zich daar op aan zal moeten passen. De Wachter gelooft niet in het geluk van het single-zijn. Het dier in ons wil een partner; wij zijn gemaakt voor samenzijn. Ook al houdt inmiddels maar de helft van alle huwelijken stand, en is een langdurige relatie misschien wel niet normaal, dan nog dromen we er allemaal van: levenslange rust en verbondenheid in het huis dat liefde heet.
Het single-zijn ziet De Wachter veel meer als de consequentie van onze torenhoge verwachtingen omtrent de ander. Ons ideaalbeeld is zo hoog dat niemand daar aan kan voldoen: “… De argumenten om een partner te kiezen, zijn egoïstisch van aard. Bijna het omgekeerde dus van ware liefde…”. Bovendien zijn we een verwende generatie die zo verslaafd is aan ‘the kick of live’ dat we gewoon zijn alle opduikende moeilijkheden uit de weg gaan. Het leven moet ‘fantastisch’ zijn. En dat is de liefde nu eenmaal niet altijd. Liefde gaat dwars door moeite en verdriet; sterker nog – juist in de tegenslagen toont zich de liefde, juist in ellende wordt de liefde wáár. We moeten ons geen rad voor ogen laten draaien door de onzin van de reclame- en filmcultuur. Langdurige gekke, wilde, woeste liefde bestaat niet. Liefde speelt zich ook af in gewoonheid en verveling. Als de liefde perfect moet zijn slaat zij dood. De Wachter‘s advies: ‘Kom van dat dak af’.
Genade
Evenals Hanna Bervoets in haar roman Efter, zie mijn vorige blog, waarschuwt De Wachter voor de vercommercialiseerde liefde. Omdat ze niet echt is. Er komen steeds meer relatietherapeuten, datingbureaus, catalogussen met bruiden uit verre landen, virtuele pornosites, stimulerende pillen, erotische winkels, seksspeeltjes en Valentijnsprullaria op de markt. Hoe meer je betaalt, hoe meer garantie op succes, is de belofte. Alsof de liefde maakbaar zou zijn. Maar de liefde laat zich niet regelen. Zo gauw je er functioneel mee omgaat, verdwijnt de magie van de liefde als sneeuw voor de zon.
Liefde overkomt je; liefde is ‘genade’.
De Wachter houdt een pleidooi voor het praten over liefde, maar dan wel haperend en stotterend, en met veel stilte tussen de woorden: omdat liefde altijd weer anders is dan je denkt. Literatuur kan daarbij helpen: “… Als mensen lezen, worden ze doordrongen van nuances en de ingewikkeldheid van de liefde, vervuld van een veelheid van bekende en ook nog onbekende emoties…”. Evenals Karen Armstrong in “Compassie”, vindt hij dat we veel over de liefde moeten trachten te leren. Hoe complexer, hoe boeiender:
“… Wetenschappelijke vorderingen maken paradoxaal genoeg het domein van wat we niet weten niet kleiner. Hoe meer men bijvoorbeeld weet van zwarte gaten, hoe onbegrijpelijker de kosmos wordt. In woorden zijn dit soort dingen al helemaal niet meer te vatten. Kenners van zwarte gaten eindigen hun discours in de meest mystieke bewoordingen. Dat geldt voor alle onkenbare domeinen…”. Alzo de liefde (gek genoeg geldt dat niet voor ‘geluk’: hoe meer je over geluk leest, hoe ongelukkiger je wordt).
Gelaagdheid
Prachtig is hoe De Wachter de piramide van William James, de negentiende-eeuwse grondlegger van de moderne psychologie erbij haalt, om aan te tonen hoe gelaagd de liefde is. Er is een fysiologische kant aan de liefde: ons brein bepaalt veel, maar lang niet alles. Het is niet alleen een kwestie van spiegelneuronen. Er is een psychologische kant aan de liefde. Maar ook een filosofische, en zelfs een spirituele.
Wat vaak gebeurt is dat de liefde tot één laag wordt gereduceerd. In onze tijd voornamelijk de fysiologische: “Wij zijn ons brein”. De Wachter vindt het dan ook kwalijk dat de psychologie, in opleiding en onderzoeken, steeds meer over de werking van de hersenen en over zenuwbanen gaat. Met als gevolg: medicalisering. Praten kost tijd, en tijd is geld. Maar een pilletje leert ons niets over de liefde. En trouwens, ook oeverloos praten haalt de liefde, als ze weg is, niet terug. Therapeuten kunnen hoogstens kijken of er nog wat smeult, en dat vlammetje proberen aan te wakkeren. Psychologen zullen met hun vragenlijsten altijd wel een nietszeggende verklaring vinden over de liefde; we zijn echter niet alleen maar veroordeelt tot onze genen of het resultaat van ons verleden. We zijn zoveel meer. Het blijkt dat mensen die uit een warm nest komen er niets van bakken in de liefde, en dat personen die in hun kindertijd ernstig beschadigd zijn op het gebied van hechting, later toch hele liefdevolle relaties kunnen aangaan. Het zegt allemaal niet zo heel veel. En daar komt de filosofie om de hoek kijken. Mensen kunnen los komen uit hun individuele gedachtepatronen. Zichzelf overstijgen. Universeel leren denken op metaniveau. Wijs worden, inzicht verwerven, groeien. En met filosofie houdt het mens-zijn nog niet op. De top van de piramide is een leeg vakje. Het is het ‘onzegbare’; dat wat te maken heeft met religie, met spiritualiteit, met het mystieke, het niet-weten, het niet-zegbare, het onbegrijpelijke, het onverklaarbare.
“… Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen…” – Ludwig Wittgenstein. Dirk de Wachter doet niet aan geloof, maar spreekt onbekommerd over ‘de goddelijke dimensie’ van de ware liefde. “… Alle vakjes in de hiervoor getoonde piramide moeten op een of andere manier in de liefde aanwezig zijn. Zo complex en tegelijk gewoon is ze…”.
Versteld staan van elkaar
Hij vertelt dat nogal wat mensen die niet slagen in een stabiele relatie, bij hem aankloppen met de klacht dat het lijkt of ze geen goede keuze kunnen maken. “… Dat is vaak niet wat er aan de hand is. Het is net ‘de juiste keuze’ waar deze mensen voor weglopen…”. Ze ontlopen gehechtheid, binding en engagement. Zijn bang voor nabijheid en intimiteit en voor de tekorten en eigenheid van de geliefde. Meestal kunnen ze de ander niet verdragen als ander. Maar mensen zijn verhalen die elkaar maar gedeeltelijk overlappen. Anders zou de liefde verstikken. Liefde is verwonderd onbegrip. Liefde bestaat bij de gratie van het tekort. Dat houdt het verlangen naar elkaar wakker. Liefde is zoeken en nooit vinden: “… Een geslaagde therapie eindigt met: We begrijpen onszelf en de ander niet, en dat is boeiend…”. De schrijver Philip Roth in "Amerikaanse pastorale": “… Het blijft trouwens een feit dat het leven niet gaat over het begrijpen van mensen. Het niet-begrijpen is het leven, mensen niet begrijpen en eindeloos niets van ze begrijpen en dan, na zorgvuldige heroverweging, weer niets van ze begrijpen. Op die manier weten we dat we leven: we begrijpen er niets van…”.
Liefde vaart wel bij humor: “… Humor lijkt mij misschien nog wel de meest essentiële voorwaarde voor liefde. Hoe kunnen we dit absurde bestaan, met zijn vaak onbegrijpelijke verloop, samen in een lach vatten? Hoe kunnen we, zonder cynisme, het verdriet van de wereld op tijd in geestigheden verlichten? …”. En misschien is dat precies het verschil tussen liefde en verliefdheid, waarover Désanne van Brederode in “Stille Zaterdag” zegt, dat alléén verliefden zichzelf altijd dood-en doodserieus nemen.
Liefde is kwetsbaar en vergt veel voorzichtigheid. Liefde is vaak gebaat bij ‘een stapje terug doen’. Liefde is verbazing. Liefde is ‘versteld staan van elkaar’. Mooier kan het niet worden gezegd. In tegenstelling tot de platte cultuur die ons omringt is bij De Wachter zijn grote ontzag voor de liefde op iedere bladzij voelbaar. Ik hou van zijn melancholieke, romantische, geruststellende, bijna bezwerende toon: een ware verademing in tijden van borderline.
Dirk De Wachter bij Brands in het tv-programma “Boeken” (tweede helft), VPRO, 18.12.2014: zie hier
Dirk De Wachter in het radio 1 programma ‘Nooit meer slapen”, NPO, 12.12.2014: zie hier
Uitgave: Lannoo Campus – 2014, 112 blz., ISBN 978 940 142 133 1, €19,99
Rechtstreeks bestellen: klik hier
Geen opmerkingen :
Een reactie posten