woensdag 14 juli 2021

Klara en de Zon – Kazuo Ishiguro

 


Het luchtige, dystopische Toy Story-verhaal "Klara en de Zon" van de Japans-Engelse schrijver Kazuo Ishigaro (1954), winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur 2017, draait om dezelfde vraag die ik in mijn vorige blog opwierp: marcheren wij straks als halve robots rücksichtslos de technische artificiële digitale toekomst in? Wat betekent dat voor onze ervaringswereld? Wordt ze anders? Kleiner? Zal een deel van onze werkelijkheid uit beeld verdwijnen? Zullen we onze kern, die ons tot de unieke mens maakt die wij zijn, verliezen of vergeten (zie wat professor Rik Torfs hierover zegt in “Alle verstand te boven”)? Ishiguro schreef eerder een toekomstroman, “Laat me nooit alleen” (2005), over de vriendschap tussen drie klonen op een kostschool, die leven met het doel hun organen te doneren. Ook “Vergeten reus” (2015) speelt zich af in een fantasywereld met trollen en draken, waar een dichte mist hangt die het geheugen van de mensen vertroebelt. 

 

Kuntsmatige vriendjes

Klara is een meisjesrobot. Een KV: Kunstmatige Vriend. Ze staat met een stel anderen in een winkel te wachten tot iemand haar koopt. Ze loopt op zonne-energie. Daarom wordt ze graag tentoongesteld in de etalage, waar ze de meeste zon vangt. Ze heeft een bijzonder zelflerend vermogen: alles wat ze op straat ziet, slurpt ze op en verbindt ze met de al aanwezige data in haar, zodat ze steeds slimmer wordt. Als er een veel te dunne, bleke en moeilijk lopende tiener voor het raam verschijnt, is het liefde op het eerste gezicht. Josie. Ze komt nog een keer kijken. De derde keer gaat ze de winkel binnen en weet ze haar ‘volwassene’, c.q. haar moeder, over te halen KV-Klara te kopen. Niet zonder dat haar moeder Klara aan een paar zonderlinge tests onderwerpt. Of ze bijvoorbeeld Josies loopje na kan doen? Klara lijkt een beetje het midden te houden tussen een persoonlijk slaafje, haar eigenschappen worden in haar bijzijn heftig bediscussieerd, en een huisdier, KV’s worden vooral aangeschaft om eenzaamheid te doorbreken. KV’s zijn voor Japanners waarschijnlijk niet zo vreemd als voor ons. Ik zag ooit een keer een heftig filmpje bij het programma “Trippers” van BNN/Vara voorbij komen, waarin het ging over lolicon-materiaal (manga gebaseerd op pedofilie). Volwassen mannen gaven aan helemaal idolaat te zijn van hun aangeschafte meisjespop. 

                                                     

Geüpgrade tieners

In het nieuwe huis moet Klara een hoop dingen verwerken. Ze is graag in de keuken, waar de zon vanwege de grote ramen goed naar binnen kan kijken, maar wordt geboycot door 'Melanie huishoudster'. Ze vindt het fijn om samen met Josie het laatste eind van de reis van de zon te volgen, als deze in het veld zakt om te gaan slapen. Onderwijl wachten ze op de thuiskomst van Josies moeder. De laatste blijkt een alleenstaande advocate te zijn. Om haar even te zien tijdens het ontbijt komt de vaak zieke Josie als het enigszins gaat ‘s morgens vroeg haar bed uit. Josie krijgt overdag les van een ‘rechthoekdocent’. Daar weten we inmiddels alles van. Ze tekent veel en graag. Ze blijk een vriendje te hebben. Rick. Haar buurjongen. In eerste instantie reageert hij een beetje jaloers als hij kennis maakt met Klara: zijn buurmeisje zou nooit een KV nemen. Dat trekt bij als er een stel andere kinderen met hun moeders elkaar ontmoeten in Josies huis voor een ‘interactiebijeenkomst’. Per slot van rekening moet je sociaal vaardig zijn als je straks uit huis gaat om te studeren. Rick wordt eveneens uitgenodigd. Maar hij hoort er niet bij, want hij is  niet genetisch gemanipuleerd. Oftewel: ‘opgetild’. Geüpgrated, en dus klaargestoomd voor de toekomst. Als een paar rotkinderen Klara beginnen te pesten en met haar willen gaan gooien, weet Rick de aandacht van haar af te leiden door een ettertje voor paal te zetten. Rick vertelt aan Klara dat hij met Josie een verbond heeft gesloten om voor altijd bij elkaar te blijven. Maar zo gauw Josie onder vreemden is, lijkt ze te veranderen. Net als Klara wil Rick haar helpen zichzelf te blijven.

 

Echt en onecht

Een ongemakkelijk moment breekt aan als ze een tochtje naar een waterval willen maken. Om maar mee te kunnen, faket Josie dat ze zich goed voelt. Haar moeder is zo nijdig dat ze alleen met Klara vertrekt. Hoe meer Klara observeert, des te meer gevoelens komen er voor haar beschikbaar. Alsof ze een soort autistisch leervermogen bezit. Als ze langs een weiland met een stier lopen, schrikt Klara zich te pletter: “… Ik had nog nooit zoiets gezien, dat in één keer, zoveel signalen van woede en vernietigingsdrang uitzond. Zijn gezicht, zijn hoorns, zijn kille ogen die naar me keken, allemaal bezorgden ze me een angstgevoel, maar ik voelde nog iets meer, iets vreemders en diepers. Op dat moment had ik het gevoel dat het een enorme vergissing was dat het schepsel zelfs maar in het patroon van de Zon mocht staan, dat deze stier ergens diep in de grond hoorde te zijn ver in de modder en duisternis, en dat zijn aanwezigheid op het gras alleen maar afschuwelijke gevolgen kon hebben…”. De moeder van Josie zegt dat ze het goed doet. Josie zou een stuk vrolijker en attenter zijn geworden sinds ze er is. Weer komt Josies  moeder met de eigenaardige vraag of Klara haar dochter wil imiteren. Ze vertelt over het zusje van Josie die is overleden. Later wordt duidelijk dat de genetische manipulatie bij haar fout is gegaan. Josie is er ook ziek van.

 

De goddelijke zon

Als Josie zo beroerd is dat ze hele dagen in bed moet blijven, komt Rick langs en beginnen ze aan een nieuw spelletje. Josie maakt illustraties en Rick vult vervolgens de lege ballonnen die ze er in tekent op met teksten. Allengs veranderen de strips in een zwijgende strijd. Rick vindt de bezoekjes van Josie bij een portretkunstenaar steeds enger worden. Het is volgens hem niet normaal dat hij allemaal gedetailleerde foto’s van haar maakt. Josie ziet het probleem niet. Hij zou dat doen om te voorkomen dat ze te vermoeid raakt van het poseren. Josie, op haar beurt, beschuldigt Rick er van dat hij teveel aan zijn moeder hangt. Ze is psychisch niet in orde en wil hem volgens Josie klein houden, zodat hij altijd bij haar blijft wonen en voor haar kan zorgen. Dat brengt hun plan in gevaar. Waarom doet hij geen toelatingsexamen voor een technische faculteit? Ook ‘onopgetilden’ met talent worden er soms aangenomen. Rick reageert als door een wesp gestoken. Josie zou zich anders ook maar mooi ziek laten maken door haar moeder en nooit eens leuke dingen willen doen. Zwemmen in een meer of zo. Woedend vertrekt hij. Dagenlang horen of zien ze niets meer van hem. Uiteindelijk stuurt Josie Klara met een tekening naar zijn huis om het goed te maken. Josie ontmoet Ricks moeder, die haar ook al in vertrouwen neemt, en vraagt of ze Rick wil pushen richting een studie. Zo erg is ze dus niet. Rick ziet het zélf niet zitten. Ondertussen heeft Klara zo haar eigen plannetjes waarmee ze Josie hoopt te helpen. Ze beschouwt de zon als een soort god. Ze neemt aan dat de zon zich in de schuur van een farmer te ruste legt, omdat ze daar verdwijnt. Zoals gelovigen in een kerk, zorgt ze dat ze een onderonsje heeft met de zon in de schuur. De zon heeft duidelijk een hekel aan luchtvervuiling. Ze zweert haar dat ze een vervuilende machine, waarmee in de stad het wegdek wordt bewerkt, onklaar zal maken als de zon Josie geneest. Ondertussen vertelt de moeder van Josie dat ze een trip naar de stad gaan maken omdat Josie moet poseren. Klara mag daar bij zijn. Ze moet goed opletten of er geen rare dingen gebeuren. En dan komt ook nog eens huishoudster Melanie naar Klara toe met het verhaal dat de portretschilder voor geen meter deugt. Ze moet Josie beschermen. Zo niet dan zal ze Klara slopen en in de kliko dumpen.

 

Vervangbaarheid

Eenmaal in de stad nemen ze hun intrek in een ‘Vriendinappartement’, waar de ex van Josies moeder ook naar toe komt. Josie blijkt ontzettend gek met haar vader. Hij woont in een leefgemeenschap. Met anderen die uit de beroepsmatige ratrace zijn gestapt (een ‘witte’ groep die zich als het moet met wapens verdedigt – iemand beschuldigt hem later dan  ook van ‘fascisme’). Hij heeft eindelijk het gevoel dat hij leeft, vertelt hij. Met z’n allen gaan ze naar de kunstenaar in wiens huis het inderdaad een raar gedoe is. Er liggen fototoestellen. Er hangen grafieken aan de muur. Maar er zijn geen half afgemaakte schilderijen. En er is geen verflucht te ruiken. Josie zelf mag haar portret niet zien, want als ze “… zich te zeer bewust wordt van zichzelf…” zal ze misschien “… op een onnatuurlijke manier…” gaan poseren. Klara moet in een kamertje allerlei vragen beantwoorden. Want van een KV kan de kunstenaar veel leren. De vader en moeder gaan in het beveiligde atelier van de kunstenaar een kijkje nemen. Beiden komen hevig geagiteerd terug. Klara krijgt het voor elkaar daar ook stiekem binnen te geraken, en ziet een KV hangen die een bijna perfecte imitatie van Josie is. De kunstenaar is haar aan het namaken. Duidelijk wordt dat dat bij de ouders intens verwarrende gevoelens en hevige ethische vragen oproept. Al gauw wordt duidelijk dat KV-Josie nog ‘leeg’ is. Mocht de echte Josie overlijden dan zal KV-Josie opgevuld worden met de data van Klara, die daarom zo goed mogelijk Josie moet worden. De moeder van Josie kan het verlies van een dochter namelijk niet nóg een keer aan. Maar is Josie wel vervangbaar?

 

Zijn wij ons brein?

En zo komt de oude en spannende vraag naar de ziel aan de orde. De kunstenaar tegen Josies moeder: “… Het probleem is, Chrissie, jij bent net als ik. Wij zijn allebei sentimenteel. Daar kunnen we niets aan doen. Onze generatie draagt de oude gevoelens nog met zich mee. Een deel van ons weigert die los te laten. Het deel dat wil geloven dat er iets onbereikbaars in elk van ons zit. Iets unieks dat zich niet laat overdragen. Maar zoiets is er niet, dat weten we inmiddels. Jíj weet dat. Voor mensen van onze leeftijd is het moeilijk om het los te laten. We  móéten loslaten, Chrissie. Er is daar niets. Niets in Josie wat niet door de Klara’s van deze wereld kan worden voortgezet. De tweede Josie zal geen kopie zijn. Ze zal precies hetzelfde zijn en je zult het volste recht hebben om net zoveel van haar te houden als nu van Josie. Het is geen vertrouwen dat je nodig hebt. Alleen rationaliteit. Ik heb het ook moeten doen, het viel niet mee maar nu werkt het prima voor me. En voor jou zal het dat ook doen…”. Zie ook Franca Treur die in “Hoor nu mijn stem” een atheïstische student laat zeggen:  “… ik geloof helemaal niet in een authentieke kern. Ik weet niet eens waar mijn navel zit, en het kan me ook niks schelen. Vergeef me dat ik klink als een socioloog, maar we zijn alleen iemand in onze relatie tot anderen. Het is niet anders…”.

 

De onpersoonlijke mens

Even verder ontspint er ook een mooi gesprek tussen de vader van Josie en Klara over de vraag of de mens een authentieke kern heeft, “… Iets wat ieder van ons bijzonder en individueel maakt…”. Hoe moet je dat zien en kan Klara de ziel van Josie leren kennen? De vader stelt haar kern voor als “… kamers in kamers in kamers…”. Tot in het oneindige. Klara denkt eerder dat de ziel toch beperkt moet zijn en er dus een complexe mogelijkheid is om al die kamers door te lopen. De vader komt tot de moeilijke conclusie dat hij zo’n hekel aan de kunstenaar heeft omdat hij ergens gelooft dat deze wel degelijk gelijk heeft, dat het geloof in de ziel bijgeloof is. Het voelt alsof de moderne wetenschappers “… me ontnemen wat me het liefst is in dit leven. Ben ik duidelijk?...”. Voor hem draait de wereld om wiskunde: “… Ik heb… een soort kilte in me…”. Het rare is dat Klara, de KV zonder hart, juist gaat geloven dat er méér is. Ze vraagt om het vertrouwen van de vader van Josie. Ze wil een wegwerkmachine kapot maken en vraagt of hij haar daarmee kan helpen. “… Meneer is een deskundig ingenieur…”. Ze weet zeker dat het Josie beter zal maken. Hij ziet dat de robot het echt meent: “… ‘Hoop,’ zei hij. ‘Die gunt je verdomme nooit rust.’…”. Toch stemt hij toe. Het gaat nog veel verder. De machine zal onklaar gemaakt kunnen worden door een vloeistof in de generator te spuiten die zich in een kleine holte in de nek van Klara bevindt, aldus de ingenieur. Daarmee wordt Klara bijna een soort Christus die immers ook zijn bloed gaf aan het kruis ter verlossing van de mensheid. Later zal Klara nog eens naar de schuur gaan, om in naam van de eeuwige liefde tussen Josie en Rick, de zon te smeken haar beter te maken. Toch is Ishiguro nergens zwaar op de hand en zit het boek vol humor. Een vrouw over haar partner: “… Hoe meer succes hij had in het leven, des te minder knap hij gek genoeg werd…”. De vader van Josie heeft het niet over zijn ‘dear’, maar ‘dier’.

 

Mindfuck

Het sprookjesachtige verhaal heeft een fluwelen afloop. Een en ander doet denken aan de bizarre Nederlandse 2Doc-film “Deepfake Therapy”, waarin een tot leven gewekte foto van een overledene op een laptop, via de stem van een acteur tot nabestaanden spreekt. Een soort hiernamaals-rollenspel komt op gang. Rouwtherapeuten kijken of ze op die manier cliënten kunnen helpen. Columniste Reina Wiskerke in het ND van 6 maart 2021: “… De vader verklaarde later op Radio 1 dat het gesprek met zijn overleden dochter echt helend was. ‘Er gebeurde iets heel wonderlijks,’ vulde de maker van de film aan. ‘Als het troost geeft en steun geeft, dan is dat toch alleen maar mooi?!’ Dus als het werkt, mogen we elkaar beduvelen? Zelfs in de reguliere gezondheidszorg?...”. De wereld lijkt steeds gekker te worden. Maar aan de andere kant werken we natuurlijk ook al jaar en dag met placebo’s

 

Uitgave: Atlas Contact - 2021, vertaling Peter Bergsma, 352 blz., ISBN 978 902 547 002 9, 22,99

Rechtstreeks bestellen: klik hier

 

Geen opmerkingen :

Een reactie posten