Subtitel: De herontdekking van een leven met Jezus
In het christendom speelt Jezus voornamelijk de rol van verlosser. Maar hij was óók een grote wijsheidsleraar. Een aspect dat tot voor kort weinig aandacht kreeg, aldus de Amerikaanse hoogleraar filosofie en autoriteit op het gebied van spirituele vorming, wijlen Dallas Willard (1935 – 2013). Zelf ontwaar ik daar wel een kentering in. Zie bijvoorbeeld psychiater Esther van Fenema in haar boek “Het verlaten individu”. Of het YouTube-platform “De Nieuwe Wereld” waarin Marlies Dekkers onlangs in gesprek ging met rechtsfilosoof Andreas Kinniging over de relevantie en waarde van de Bijbel in onze tijd. Volgens mij wordt een en ander vooral getriggerd doordat wij (of in ieder geval ik) ons af en toe dood schrikken van de constante mediaberichtgeving over de ontaarding die zich voltrekt in de westerse wereld. Het gaat niet goed met ons. Het gaat niet goed met onze kinderen. Of is het altijd al zo geweest maar worden we simpel door informatie overspoeld? We weten tegenwoordig immers álles? Ik denk dat er een grote behoefte is aan leiders die een pad naar het goede wijzen. Jezus heeft dat gedaan in zijn beroemde “Bergrede”, het onderwerp in “Gods geheime plan”: een ietwat pretentieuze titel - echt Amerikaans. Ik kwam het boek tegen tijdens het volgen van een cursus bij de ‘School van spiritualiteit’ van Jos Douma (dat doe ik regelmatig: het verruimt mijn leven enorm). Willard: “… De zaligsprekingen behoren tot de literaire en religieuze schatten van de mensheid. Samen met de Tien geboden, Psalm 23, het Onze Vader en nog een klein aantal andere Bijbelpassages worden ze door vrijwel iedereen erkend als hoogstaande uitingen van religieus inzicht en morele inspiratie…”.
Het absurde denken
Universiteiten zijn bepalend voor de wereldcultuur. Ideeën die door een hoogopgeleide top worden ontwikkeld sijpelen langzaam maar zeker door in de maatschappij: “… De slagvelden van Cambodja zijn het resultaat van filosofische discussies in Parijs…”. Het is een heersende opvatting geworden dat niemand kan weten wat goed en kwaad is. Wij kunnen daar dus ook niet ons handelen op baseren. Of op deze grond mensen verantwoordelijk houden voor hun daden. Willard: “… Nadat de absurditeit van ons bestaan een paar generaties lang door de intellectuele en artistieke elite is uitgedragen, wordt op dit moment de grote massa getroffen door een gevoel van zinloosheid…”. Even verder: “… De elite heeft in het verleden de grootste moeite moeten doen om de vermeende zinloosheid van het leven tot uitdrukking te brengen, tegenwoordig wordt deze door de popart en media nonchalant overgedragen op honderden miljoenen mensen…”. Het is of ik een echo hoor van Peter Gay die het in “Het Modernisme. De schok der vernieuwing” zelfs had over ‘het einde van de kunst’: “… de scheppers en consumenten op het terrein van de popcultuur…”, hebben de kunst laten verworden “… tot een economisch bedrijf dat slechts bij toeval zo nu en dan iets te maken heeft met kunst. Kunstvoorwerpen worden tegenwoordig door iedereen die ermee omgaat ‘producten’ genoemd en ze komen alleen in het nieuws als ze verkocht worden voor absurd hoge bedragen of als ze gestolen worden. De kunst is ten onder gegaan in popart, zoals de sport ten onder is gegaan in beroepssport…”. Willards conclusie: “… Het absurde denken regeert en we zijn zo in verwarring dat we het nog mooi vinden ook…”. Uiteindelijk blijft in een absurde wereld maar één wet over: “… Doe grappig of ga dood…”.
Het ‘gewone’ leven: een ontvangstruimte
Toch gloort er een sprankje licht in de duisternis: we worden uitgenodigd voor een aloude pelgrimsweg.“… De weg waarover we het hebben, is Jezus, de ‘lichtverspreidende Nazarener’, zoals Albert Einstein Hem eens heeft genoemd. Tweeduizend jaar geleden werd Hij samen met twee dieven door de overheid geëxecuteerd. En toch – door middel van talloze schilderijen, standbeelden en gebouwen, door de literatuur en de geschiedenis, door personen en instituten, door vloeken, popsongs en amusementsprogramma’s, door belijdenis en polemiek, door legenden en rituelen – staat Jezus nog steeds rustig in het middelpunt van de tegenwoordige wereld, zoals Hij zelf al voorspelde…”. Jaoslav Pelikan: “… Jezus van Nazaret is bijna twintig eeuwen lang de toonaangevende figuur geweest in de westerse cultuurgeschiedenis. Als het mogelijk was om met een soort supermagneet elk stukje metaal uit die geschiedenis omhoog te halen dat op zijn minst een spoor van zijn naam draagt, hoeveel zou er dan nog over blijven?... “. Willard: “… Jezus biedt zichzelf aan als Gods toegang tot het leven dat werkelijk leven is…”. Even verder: “… Het best bewaarde geheim van ‘het gewone leven’ is zonder twijfel dat het gemaakt is als ontvangstruimte, een woning voor het goddelijke, een plaats waar het leven van God stroomt. Maar het goddelijke dringt zich nooit op…”.
Een vooruitgeschoven post van het goddelijke
Toen Jezus ongeveer dertig jaar oud was, nam Hij binnen de traditie van Israël de bekende rol van rabbi of leraar aan: “… Zijn neef, Johannes de Doper, was in die tijd de leidende figuur op religieus gebied. Hij werd door iedereen erkend als een ware profeet volgens het patroon van het Oude Testament, de eerste sinds honderden jaren. Doordat Johannes in het openbaar zijn steun betuigde aan Jezus, werd voor Hem de weg vrijgemaakt om zijn eigen werk te beginnen…”. Jezus nam de fakkel van Johannes de Doper over. Johannes functioneerde nog helemaal binnen de beperkte traditie van ‘de wet en de profeten’. Jezus bracht iets nieuws: het ‘Koninkrijk der hemelen’. Hij vestigde “… een vooruitgeschoven post van het goddelijke leven…” in het gewone menselijke bestaan. “… We kunnen nu gaan leven binnen de dynamische wereld van Gods eeuwige bedoelingen, waarbij ons leven wordt opgenomen in zijn leven…”. Door ons te ‘bekeren’. We kunnen ons van Jezus afkeren of Hem ongegeneerd aanbidden. Zie het verhaal over de prostituee die zijn voeten zalfde met kostbare Nardus-olie: ze was helemaal ‘gek’ op Jezus. “… Als we in onze persoonlijke behoeften op Jezus vertrouwen, kunnen we zomaar in Gods koninkrijk terechtkomen…”. Met de komst van Jezus brak de heerschappij van God door op aarde. Dat kan het fundament onder ons leven worden. Gods onzichtbare aanwezigheid verandert iemand van een ‘tinnen soldaatje’ in een ‘levend mens’, aldus C.S. Lewis. Er is een grote kracht beschikbaar voor gelovigen. Een kracht die met hen meewerkt. Een beetje zoals de stuurbekrachtiging van een auto. “… De apostel Paulus omschrijft het ergens gewoon als ‘rechtvaardigheid, vrede en blijdschap’ van een soort dat alleen tot stand komt ‘door de bezieling van de heilige Geest’ (Rom. 14:17)…”. Het koninkrijk van God is ‘nabij’ gekomen, al zijn er ook nog steeds andere koninkrijken actief. Wij kunnen dragers worden van Gods bewind, zegt Willard. Hij trekt een vergelijking met de komst van het elektriciteitsnetwerk, waarop iedereen zich destijds al dan niet kon aansluiten.
Afwezige leraar
Waarom merk je dan zo weinig ‘verandering’ bij christenen? “… Helmut Thielicke geeft aan dat we ons vaak afvragen of de beroemdheden die reclame maken voor bepaalde voedingsmiddelen, zelf wel eten wat ze verkopen…”. Willard legt de oorzaak bij de eenzijdigheid van zowel de rechter- als linkervleugel binnen de kerk. In orthodoxe hoek draait het geloof voornamelijk om de vergeving van zonden, zodat je ‘straks’ in de hemel komt. In de meer vrijzinnige hoek is religie versmald tot sociale ethiek. Zie bijvoorbeeld de burgerrechtenbeweging. Het doet me ook denken aan de Gaza-protesten die sommige studenten bijna beleven als een religieus zingevingsfenomeen. God krijgt gestalte in de menselijke liefde. Maar in de wereld worden veel dingen liefde genoemd. Welke daarvan is de liefde die God is? Willard: “… dit ‘evangelie’ blijkt in de praktijk weinig meer te zijn dan een nieuwe versie van de wereldberoemde Amerikaanse droom…”. God ís liefde: “… Dit blijkt heel anders uit te pakken dan wanneer we een gehavende menselijke versie van ‘liefde’ in een mentale leegte persen waar God zou moeten zijn en vervolgens dat bestempelen als God…”. In voornoemde visies blijft de mystieke 'wedergeboorte' die ‘van boven komt’, buiten beeld: “… De hele bijbelse overlevering spreekt van begin tot einde over de intieme betrokkenheid van God bij het leven van de mens – en anders over onze vervreemding van deze betrokkenheid…”. Abraham geloofde niet in een of andere rechtvaardigheidsleer maar dat ‘God met hem in contact stond’. De nieuwtestamentische geleerden zijn het er unaniem over eens dat het ‘koninkrijk van God’ het centrale thema was van Jezus’ onderwijs. Waar is dat koninkrijk gebleven?
Bewustwording: onze wereld is vol van God
Volgens Willard is de hemel niet ver weg, maar om ons heen: “… Wat in de bijbel de eerste hemel wordt genoemd, staat gewoon voor de atmosfeer of de lucht die je lichaam omgeeft…”. Zie de talloze ingrepen van God vanuit deze dimensie in de Bijbel: Hagar die een verborgen waterput wordt aangewezen als Ismaël bijna omkomt van de dorst, het offer van Abraham. Zie Paulus die op de Areopagus tegen zijn Griekse ondervragers zegt dat we ‘in’ God ‘leven en bewegen en bestaan’. “… Van boven af opnieuw geboren worden, zoals dat in het Nieuwe Testament wordt genoemd, houdt in dat we een betekenisvolle verbinding aangaan met een dynamisch, onzichtbaar systeem van goddelijke realiteit waarin alle mensen zich bevinden – of ze dat nu weten of niet…”. De hemel is hier. De hemel is hetzelfde als het koninkrijk van God. Soms ervaren mensen daar iets van. “… De romanschrijver Vladimir Nabokov beschrijft hoe een van de personen in zijn boeken een moment van bewustwording heeft als hij een oude prostituee op straat een haar aangeboden kop koffie ziet drinken: ‘(Ik) werd me bewust van de tederheid van de wereld, de diepe weldaad van alle dingen die me omringen, de zalige band tussen mij en de hele schepping; en ik besefte dat alles om me heen vreugde ademde: de snelle geluiden van de straat, de zoom van een jolig opgetilde rok, het metaalachtige, maar tedere ruisen van de wind, de dikke herfstwolken die bol stonden van de regen. Ik besefte dat de wereld helemaal niet staat voor strijd of een vernietigende reeks toevallige gebeurtenissen, maar voor stralend geluk, een weldadige trilling, een geschenk dat we hebben gekregen zonder het te waarderen.’…”. Zie ook Willemijn Dicke in “De sjamaan en ik”. Theoloog Gustave Martelet in “The risen Christ and the Eucharistic World”: “… Hoewel de mens zijn thuis heeft bij de dieren en de sterren, is hij ook de kosmische buurman van de absolute…”. Filosoof Max Picard in “De vlucht voor God”: “… In de wereld van het geloof is de hemel boven de stad vriendelijk en dichtbij: het is de bovenkamer van ieder huis…”.
Zalig
Hoe wij in deze geestelijke werkelijkheid kunnen leven heeft Jezus uitgelegd in wat wij ‘de Bergrede’ zijn gaan noemen, de eerste grote leerrede die Jezus hield te midden van een menigte op een heuvel in Galilea. Hij begint met de woorden: ‘Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het koninkrijk der hemelen’. Een andere vertaling heeft het over ‘gelukkig zijn de nederigen van hart’. De ‘zaligsprekingen’ moeten niet worden opgevat als een ‘beloning’ dan wel ‘instructies’, zoals vaak wordt gedacht, maar simpel als constatering. Jezus haalt een aantal voorbeelden aan van mensen voor wie zijn woorden zijn bedoeld. Willard: “… Hij zei dus: ‘Gezegend zijn de geestelijke nullen – degenen die geestelijk failliet, misdeeld of onvolwaardig zijn, de geestelijke bedelaars, mensen zonder een greintje ‘religie’ – wanneer het koninkrijk der hemelen over hen komt.’…”. Oftewel: degenen zonder ‘dikke ik’. Het doet me denken aan Andreas Burnier die in “Ruiter in de wolken” schreef: “… Misschien zijn atheïsme en agnosticisme wel noodzakelijke fasen waar iemand doorheen moet, om van haar kinderlijke, projectieve godsvoorstellingen af te komen…”. Ons ego zit ons danig in de weg. God lijkt ons pas te kunnen ‘vullen’, als we ‘leeg’ zijn, zoals in feite álle spirituele scholen leren. “… Door een zegen uit te spreken over degenen die naar menselijke maatstaven in een uitzichtloze situatie verkeren en juist die mensen te beklagen van wie gedacht wordt dat ze goed af zijn, stelt Jezus het koninkrijk der hemelen dus open voor iedereen…”. Zie zijn tijdgenoten die verontwaardigd over Jezus zeggen: ‘Deze man ontvangt zondaars en eet zelfs met hen’.
Spirituele revolutie
De Bergrede geeft een totaalbeeld van de volmaakte, morele schoonheid, gevoed door waarachtige goedheid en universele liefde. Wat Jezus te zeggen had over goed en kwaad domineert al tweeduizend jaar de Europese cultuur. Iemand als Nietzsche begreep heel goed dat als de moderne wereld losraakte van haar wortels in de christelijke traditie van morele goedheid, dit zou leiden tot catastrofale veranderingen – zie zijn parabel over “De dwaas”. Dat voorzegt precies wat er nú aan de hand is. Willard wijst op het belang de Bergrede te lezen als één gedachtegang: het een volgt op het ander. De Bergrede gaat niet over een serie onmogelijk te praktiseren eisen, maar over hoe gelukkig je kunt worden als je ziel verlicht wordt door het goddelijke. Jezus bespreekt de opeenvolgende fasen in de ontwikkeling van de bovennatuurlijke liefde of agape. Wanneer we hebben afgerekend met onze boosheid en dwangmatige begeerten en niet meer proberen anderen te misleiden om onze zin te krijgen, is bijvoorbeeld het liefhebben en helpen van mensen die ons haten een vanzelfsprekende stap. De Bergrede is de basis voor een praktische strategie om de mens te worden zoals God heeft bedoeld. De menselijke behoefte om te weten hoe we moeten leven is van alle tijden. Deze bijna wanhopige vraag wordt nog dringender als er sprake is van sociale instabiliteit. Zie Plato’s “Republiek”, waarin de optimaal te bereiken toestand wordt omschreven met het woord ‘gerechtigheid’. Dezelfde term die Jezus centraal stelt in de Bergrede en het beste vertaald kan worden als ‘echte innerlijke goedheid’. De Bergrede gaat over de óórzaak van onze fouten: verkeerde daden zijn slechts een symptoom. De wet van God is wel de ‘weg’ van de gerechtigheid, maar niet de ‘bron’. De Tien Geboden laten zien hoe Gods koninkrijk functioneert. Maar de vraag is: hoe kun je ze vervullen? Wel, door innerlijk te veranderen: ‘Een goede boom brengt goede vruchten voort, een slechte boom slechte vruchten’ (Jak. 3:12). Onze daden komen niet zomaar uit het niets tevoorschijn.
Menselijke keuzes
“… Als we verkeerde daden herleiden tot de wortels in het menselijk hart, ontdekken we dat er in de overgrote meerderheid van de gevallen sprake is van een zekere vorm van boosheid…”. Even verder: “… Zoek iemand die heeft toegegeven aan zijn boosheid en je vindt iemand met een verwond ego…”. Voor mensen die hun boosheid voeden en koesteren kan elk incident een uitbarsting van woede worden. Jezus presenteert het uitroeien van boosheid, minachting en verbale mishandeling als de eerste, fundamentele stap op weg naar de gezindheid van het koninkrijk. Samen met hebzucht en seksuele begeerte, vormen deze bittere emoties een giftige brij waarin de mensheid zit vastgezogen: “… Als we deze emoties eenmaal zien zoals ze zijn, kunnen we ook de voortdurende stroom menselijke rampen waarmee we door de geschiedenis en het leven worden geconfronteerd, zien zoals zij is: het logische resultaat van menselijke keuzes, van mensen die ervoor kiezen om boos te zijn en anderen te minachten…”. Iemand ‘wiens ogen voortdurend op zoek zijn naar overspel’ (2 Petr. 2:14) is geen willoos slachtoffer die niets te zeggen heeft over wat er gebeurt: “… Niemand hoeft dit te doen, niemand hoeft zo te zijn, tenzij hij of zij wellicht al in het stadium verkeert dat er sprake is van een dwangstoornis of bezetenheid. In dat geval heeft iemand uiteraard hulp nodig…”. Je kunt wel je rechteroog uitrukken om verleiding tegen te gaan, of je rechterhand afhakken (Mat. 5:29,30) om te voorkomen dat je zondigt, maar een verminkte stumper kan nog steeds een hart vol obsessieve begeerte hebben: “… Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en maken de mens onrein (Mark. 7:21-23)…”. Volgens Willard is ‘zweren’ een vorm van manipulatie dan wel anderen onder druk zetten. Laat je ja gewoon ja, en je nee gewoon nee zijn, zegt Jezus. Gerechtigheid houdt ook het respecteren van ieders diep-menselijke behoefte in om een eigen oordeel te vormen en uitsluitend beslissingen te nemen op grond van wat je zelf denkt dat het beste is. Zo zijn wij geschapen. Pas als we een bredere kijk op ons leven en op onze plek in Gods wereld hebben zijn wij in staat om te bidden: ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen’. ‘De andere wang toekeren’ (Mat. 5:39), ‘Sta hem dan ook je bovenkleed af’ (Mat. 5:40). ‘Loop er dan twee met hem’ (Mat. 5:41) en ‘Geef aan wie je iets vraagt’ (Mat. 5:42) zijn geen wetten van ‘rechtvaardig gedrag’ maar voorbeelden van een bepaald type mens: de verlichte bekeerling of het ‘koninkrijkstype’, zoals Willard hem/haar aanduidt. Deze leeft in een nieuwe realiteit, een omgekeerde orde, vanuit een ander perspectief, waarin kwaad met goed wordt vergolden en waar mensen anderen meer helpen dan ze verplicht zijn. Kinderen van God 'jagen de liefde na', aldus Paulus (1 Kor. 14:1). Een liefde die zich uitstrekt naar alle mensen met wie ze te maken hebben. Dan komt alles goed.
Belemmeringen en blokkades
In Matteüs 6 gaat het over de verleiding van status en rijkdom. Volgens Jezus zijn de twee grootste belemmeringen of blokkades voor een leven met God: het verlangen naar goedkeuring van anderen (Willard heeft het nog niet over de funeste rol die de sociale media op dit gebied spelen: zie “Generatie angststoornis” van Jonathan Haidt ) en het verlangen naar materiële rijkdom oftewel alles waarmee we ons ‘godvormige gat’ vullen (naar de Franse filosoof Blaise Pascal: “… Er is een godvormig gat in elk menselijk hart…”). ‘Waar uw schat is, zal uw hart zijn’ (Mat. 6:19): “… We kunnen gewoon geen twee ‘hoogste’ doelen of referentiepunten hebben voor ons handelen. Zo zit het leven nu eenmaal in elkaar…”. We kunnen niet God dienen én de mammon. “… Dat is de reden waarom 'Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben' het eerste van de Tien Geboden is…”. Willard schrijft prachtig over ‘Gods verborgen omgang vinden’: wat me direct doet denken aan het indrukwekkende interview dat presentator Annemiek Schrijver ooit had met gnosis-deskundige Gilles Quispel.
De balk en de splinter
Er is geen handiger manier om iemand diep te kwetsen dan hem ‘veroordelen’ – wat heel wat anders is dan ‘beoordelen’. In Matteüs 7 gaat het over ‘de balk en de splinter’. De balk ís jouw veroordelingsrepliek. Oordeel niet, zegt Jezus. Ons wezen vormt een eenheid en onze ware aard komt naar buiten door wat we doen. De gerichtheid van ons hart tegenover God kan daarom niet fundamenteel anders zijn dan tegenover mensen. Je kunt niet tegelijkertijd ‘God zegenen en mensen vervloeken, die God heeft geschapen als zijn evenbeeld’ (Jak. 3:9). De relatie die Jezus voorstaat met God en anderen heeft altijd iets van ‘vragen, zoeken, kloppen’. Is voorzichtig en bedachtzaam. Dringt zich niet op. Het heeft geen zin ‘paarlen voor de zwijnen te gooien’, wat niet betekent dat een ander als een varken wordt gezien (wat er wel vaak van gemaakt is), maar dat een zwijn geen parels kan verteren en een hond geen Bijbel of crucifix: “… De reden waarom deze dieren zich uiteindelijk ‘omkeren en u verscheuren’ als je ze op een dag weer een lading bijbels of parels komt brengen, is dat jij in elk geval eetbaar bent…”. Over christelijke bekeringsdrang: door een ander, die daar misschien helemaal niet op zit te wachten of aan toe is, met jouw heilige dingen onder druk te zetten, maak je jezelf tot een probleem waar die ander geen raad mee weet.
Gebed
Willard noemt gebed ‘niets anders dan een passende vorm van interactie’. Het idee dat de hele materiële werkelijkheid ondergeschikt is aan Gods wil is misschien te begrijpen als hoe ons eigen lichaam in belangrijke mate onmiddellijk onderworpen is aan onze gedachten, onze verlangens en onze wil. Materie blijkt niet ongevoelig voor persoonlijkheid. Willard: “… we leven in een trinitarisch heelal, waarin een oneindige energie van persoonlijke aard de ultieme werkelijkheid is…”. Even verder: “… Wanneer we bidden, gaan we de echte wereld binnen, dat is de onzichtbare werkelijkheid van het hemelse koninkrijk…”. Sinds de jaren 1980 zijn er meer dan 130 wetenschappelijke studies naar het resultaat van gebed verschenen, vertelt Willard. In het boek “Healing Words” bespreekt Larry Dossy het opmerkelijke verschil tussen een groep hartpatiënten waarvoor wel en niet gebeden werd: bij de eerste groep waren er duidelijk minder sterfgevallen, minder mensen hadden de zwaarste medicatie nodig en niemand hoefde kunstmatig in leven gehouden te worden. “… Dossey doet ook verslag van gebedsexperimenten met niet-menselijke levensvormen, zoals ontkiemende zaden, planten en bacteriën (p. 190, 218-21). Afstand bleek geen invloed te hebben op de resultaten van het gebed. Het gebed was even effectief voor dingen aan de andere kant van de wereld als voor dingen die in de buurt waren. Het gebed bleef ook effectief wanneer het object in een met lood beklede kist werd gelegd, waardoor alle bekende vormen van fysische energie worden buitengesloten – golven, deeltjes, enzovoorts…”. We bevinden ons op totaal nieuw terrein, stelt Dorsey, die zelf niet gelovig is. Volgens hem bestaat er geen ‘externe God’, maar zit het object waar ons gebed op gericht is, in onszelf. Dat is precies wat mystici beweren, bedacht ik. God is in en om ons. Nadat Willard het gebed dat Jezus ons leerde, het ‘Onze Vader’ heeft besproken, geeft hij er een hedendaagse vertaling van: “… Lieve Vader die altijd bij ons bent, / laat uw naam worden gewaardeerd en geliefd / laat uw heerschappij in ons worden vervuld - / laat uw wil hier op aarde worden gedaan / op dezelfde manier als in de hemel. / Geef ons vandaag de dingen die we vandaag nodig hebben, / en vergeef ons onze zonden en overtredingen tegenover u, / zoals wij ook iedereen vergeven die ons op welke manier dan ook kwaad doet. / Laat ons alstublieft geen beproevingen doormaken, / maar verlos ons van alles wat slecht is. / Want u bent degene die het voor het zeggen heeft, / en u hebt alle macht, en ook de heerlijkheid is alleen van u – voor altijd - / en dat is precies wat we willen!...”. De laatste zin is een fraaie parafrase van het woord ‘Amen’.
Duisternis en wonderbaarlijk licht
Uiteindelijk draait de leer van Jezus om de goddelijke liefde, agape, die de kern van onze persoonlijkheid kan worden. Het onderhouden van de wet vloeit daar op natuurlijke wijze uit voort. Het is niet de bron van iemands goedheid, maar wel een onvermijdelijk gevolg ervan. Zie 1 Korintiërs 13: “… Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal…”. Of 1 Petrus 2:9 waarin het gaat over ‘geroepen zijn uit de duisternis tot zijn wonderbaarlijk licht’, dat diep in je schijnt. “… De belofte om te leven in een heilige kracht die van buiten onszelf komt…”, zegt Paulus, “… was niet bedoeld voor de kleine groep discipelen uit die tijd. Ze was ook bedoeld voor alle inwoners van Jeruzalem, en voor hun kinderen, en voor anderen, hoe ver weg ook, die de Heer tot zich trekt. (Hand. 2:39)…”. Het is weet hebben van een andere dimensie: “… Het koninkrijksleven is een innerlijke realiteit, een verborgen leven met de ‘Vader die in het verborgene is’…”. Iedereen kan een leerling van de wijsheidsleraar Jezus te worden. Je kunt leren alles te doen op de manier waarop Hij alles deed. Een van de zwakste punten in ons onderwijs is volgens Willard dat we tegenwoordig heel veel tijd steken om mensen te laten doen wat goede mensen behoren te doen, zonder te veranderen wat ze werkelijk geloven. Het sturen van gedrag werkt niet, al is het alleen al omdat slechts een heel klein gedeelte van ons wezen wordt geregeld door onze bewuste gedachten en maar weinig van onze daden voortkomen uit onze gedachten en bewust gekozen intenties. Misschien begint geloven wel met de aanname dat ons heelal van God is en dat ons bestaan een onderdeel vormt van zijn schepping, wat heel wat anders is dan de middeleeuwse idee dat de wereld plat was of de maan van kaas. Wanneer mensen een andere overtuiging aannemen, wordt iemand ook echt anders. Dan volgen de daden vanzelf: “… We richten ons leven altijd naar wat we geloven – of niet geloven, afhankelijk van de omstandigheden…”. Onze overtuigingen zijn de rails waarop ons leven zich voortbeweegt. Daarom is het onderzoeken van de verschillende visies van mensen ook zo fascinerend.
Zorg voor de ziel
Welnu, wat is dé boodschap die Jezus volgens de oude apostel Johannes, op grond van zijn levenslange, directe ervaring met Hem, bracht? “… God is licht, er is in hem geen spoor van duisternis (1 Joh. 1:5)…”. Het is volgens hem ook de boodschap die ‘we u verkondigen’. Het leven is bedoeld om de goedheid van God te ontdekken. We kunnen er voor kiezen ons lijden niet tot het middelpunt van ons leven te maken. Om voorbij onze godsvervreemding te komen door op zoek te gaan naar het licht. Om zélf goed te zijn. De dingen die in ons leven verkeerd gaan bestaan vaak uit verkeerde gewoontes die doorbroken kunnen worden. Het kwaad ligt niet buiten onszelf. Willard pleit voor regelmatige perioden van afzondering en stilte: “… Troebel water wordt vanzelf helder als je het een tijdje met rust laat…”. Even verder: “… Je zult ongelooflijk goede dingen ontdekken. Eén ding is dat je een ziel hebt. Iets anders is dat God dichtbij is en dat het heelal bruist van goedheid. Nog iets anders is dat anderen niet zo slecht zijn als je vaak denkt…”. Daarna kunnen studie en aanbidding volgen. Willard eindigt het boek met een bespreking van de oude profetieën over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde en wat de Bijbel zegt over onze onsterfelijke geest. Zie Plato over de laatste uren van Socrates in “Phaedo”: “… Als de ziel onsterfelijk is, heeft ze niet alleen onze zorg nodig voor dat gedeelte van de tijd dat we ons leven noemen, maar voor alle tijd: en het lijkt me ontzettend gevaarlijk om dat te negeren. Als de dood ons overal van zou bevrijden, zou dat een zegen betekenen voor slechte mensen. Maar aangezien de ziel duidelijk onsterfelijk is, kan ze alleen ontsnappen aan of veilig zijn voor het kwaad door zo goed en wijs te worden als ze maar kan. Want ze neemt niets mee naar de andere wereld dan haar onderwijs en training: en men zegt dat deze dingen de pasgestorvene enorm kunnen helpen of juist schade berokkenen aan het begin van zijn reis daar…”.
Uitgave: Inside Out Publicers -2008, vertaling Petra de Haak-Geertse, 496 blz., ISBN 9789077992104
Op dit moment niet verkrijgbaar bij bol
Ben op zoek naar een tweede hands uitgave. Weer u waar ik die kan vinden?
BeantwoordenVerwijderenIk zag dat het op dit moment heel moeilijk is om er zelfs tweedehands aan te komen. Misschien kunt u het bij een tweedehands zaak op theologisch gebied als bijvoorbeeld "Boekenstek" proberen (zie internet). Zelf heb ik een exemplaar uit de openbare bibliotheek gehaald. Met vr. gr. Evelien
VerwijderenDank!
BeantwoordenVerwijderen