maandag 11 maart 2019

Wolf – Maartje Laterveer


Subtitel: Dertien essays over de vrouw

Ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag - altijd op acht maart - stelde schrijver en journalist voor onder meer Vogue, de Volkskrant en Het Financieele Dagblad, Maartje Laterveer (1976), een bundel samen waarin een stel vrouwelijke hoogopgeleide opiniemakers hun licht laten schijnen op de hedendaagse vrouw en de stand van zaken rond haar emancipatie. Het is geen boekje over onderwerpen als verborgen vrouwen, vrouwenbesnijdenis of slachtoffers van vrouwenhandel (wat dat betreft blijft zo’n vrouwendag natuurlijk kei- en keihard nodig). De schrijfsters zijn stuk voor stuk mensen die het goed geschoten hebben in de maatschappij, dus niets te klagen hebben. Toch is het best leuk om te lezen hoe in hún contreien over feminisme wordt gedacht.

Mooi

Laterveer trapt af met een verhaal over de identificatie van vrouwen met hun uiterlijk: “… Hoe mooier een vrouw, weet de wetenschap allang, hoe succesvoller haar leven in termen van geld, status, vrienden en geluk. Tot op zekere hoogte, want ze moet ook weer niet té mooi zijn; dan krijgt ze minder salaris en heeft ze minder kans op promotie. Hoe vrouwelijker een vrouw eruitziet, blijkt uit onderzoek, hoe kleiner de kans dat ze serieus wordt genomen. Daarbij blijkt dat dikke vrouwen minder verdienen dan slanke vrouwen, een verschil dat bij mannen niet wordt gesignaleerd…”. Recent onderzoek aan Harvard meldt dat meisjes tegenwoordig hogere ambities koesteren dan vroeger. Ze gaan voor het leiderschap, meer zelfs dan jongens, en hebben er het volste vertrouwen in dat ze de top zullen bereiken. Het enige echter waar ze zich zorgen om maken: dat ze niet mooi genoeg zijn. Toch is het vrouwbeeld aan het veranderen, zegt Laterveer. Imperfectie mag weer. Reclame met oudere en dikkere modellen is hip. En ik moet zeggen, ik word daar blij van en vind dat heel leuk. Laterveer vertelt dat de titel “Wolf” enerzijds gebaseerd is op de feministische schrijfster Virginia Woolf, en anderzijds op de overeenkomst die zij ziet tussen de ideale feminist en de wolf: “… de wolf is geen agressief dier. Het is een uitermate slim en vriendelijk dier die alleen aanvalt wanneer het nodig is…”. Laterveer: “… Wat mij betreft richt de feministische strijd zich niet tegen mannen, maar tegen ongelijkheid…”. Het deed mij onmiddellijk aan dat andere, schitterende vrouwenboek denken dat ik een tijdje geleden besprak: “Women Who Run With the Wolves. Myths and Stories Of the Wild Woman Archetype”, waarin de Jungeaanse psychoanalyticus Clarissa Pinkola Estés stelt dat vrouwen de wolf moeten léven – zie hier.

MeToo
Marja Pruis (1959), criticus en columnist bij De Groene Amsterdam analyseert de MeToo-beweging. Op een grappige manier vertelt ze hoe ze in de jaren tachtig met een groepje vrouwen bioscoop Kriterion besmeurde omdat ze woedend was vanwege de films die er draaiden: “Deep Throat”, “Straw Dogs” en “Turks Fruit”. Ze vindt zichzelf inmiddels wel een enorme zuurpruim, omdat ze de manier waarop Wolkers vrouwen bewonderde, denigrerend en seksistisch noemde. Ze waren destijds tegen porno en zagen het overal: “… Als er érgens veel porno werd gekeken was het in het Vrouwenhuis aan de Nieuwe Prinsengracht, waar we elkaar vergastten op de meest abjecte vrouwbeelden en onze heksennachten beraamden…”. Zelfs de etalage van Prénatal moest het ontgelden vanwege haar suikerzoete moederschapsideologie. Tijden veranderen: inmiddels is het testosteronproza van Wolkers meer dan achterhaald. “… Waar mijn generatie zich verzette tegen het beeld van de vrouw als seksueel object, is de nieuwe generatie niet bang haar seksualiteit juist in te zetten…”. Vrouwen van nu eisen hun vrijheid op rond te lopen waar en zoals ze willen, net als mannen, zonder belemmerd of lastig te worden gevallen. Poten thuis.

Female Rage
Herien Wensink (1977), theaterredacteur bij de Volkskrant, heeft het over het uiten van woede, wat niet bepaald damesachtig overkomt. Terwijl het toch zo goed voor je is. Woede voelt geweldig, merkte ze. “… Het hielp dat ik sinds kort nauw optrok met een uitgesproken kwade vrouw, te weten Netflix-pseudo-superheldin Jessica Jones. De smoezelige privédetective Jones, geweldig gespeeld door Krysten Ritter, is een humeurig type, met een driftig libido en een drankprobleem. Jessica Jones is kwaad omdat ze misbruikt en getraumatiseerd is; seizoen twee draait voor een belangrijk deel om de verwerking van haar trauma’s. Maar los van de legitieme bron van haar woede, is zo’n sociaal onaangepast vrouwelijk personage ook simpelweg een verademing. Waar nodig ramt Jessica Jones zonder scrupules een vervelende vent door een deur. In haar botte onverschrokkenheid is ze alles wat een vrouw soms óók zou willen zijn. Alleen wordt ons van jongs af aan verteld dat we ons moeten inhouden. Dat we erover heen moeten stappen. Dat we beter verstandig zijn. En niet te vergeten: lief…”. Ze vertelt dat er her en der in tv-series ook andere frisse boze vrouwen opduiken: “… In “Good Girls” beroven drie vrouwen een supermarkt omdat ze hun machobazen en overspelige echtgenoten zat zijn. Advocatendrama “The Good Fight” keert brutaal de patriarchale verhoudingen in de juridische wereld om. Met films als “Revenge” en “The Nightingale” is de vrouwelijke wraakfilm, nu ook gemaakt door vrouwen, een trend…”. In dat kielzog verschenen er afgelopen jaar ook drie Amerikaanse boeken over ‘vrouwenwoede’, “… of, en dat klinkt meteen stukken beter, als een bloedrood lippenstiftmerk: Female Rage…”.

Hysterische vrouwen
Emy Koopman (1985), schrijver en onderzoeksjournalist, schreef een indrukwekkend essay over de baarmoeder. Zelf heeft ze baarmoederhalskanker overleefd, waardoor ze meer dan andere vrouwen, geconfronteerd werd en wordt met dit orgaan. Ze vertelt over vrouwenklachten die eeuwenlang gelinkt zijn aan de baarmoeder, in het Grieks hustéra: “… In de klassieke oudheid geloofden Griekse artsen dat de baarmoeder een wonderlijk wezen in een wezen was, dat, vooral bij vrouwen die geen seks hadden, kon gaan rondwandelen en tegen andere organen aan kon botsen…”. En ze hadden een punt, want bij de ziekte endometriose, wordt er weefsel dat op baarmoederslijmvlies lijkt buiten de baarmoeder gevonden dat zelfs door het lichaam kan gaan zwerven. Over ‘hysterische’ vrouwen: “… De diagnose ‘hysterische neurose’ verdween (pas) in 1980 uit de DSM…”. Ze behandelt ‘the mother of all questions’ (de MOAQ): waar blijven de kinderen? – zie ook Yvonne Prins. Verder gaat het over of wij in de toekomst over kunstmatige baarmoeders zullen beschikken zoals in “Brave New World”, en wat dat voor ons zou kunnen gaan betekenen. En over zeepaardjes, waarbij de vaders hun kroost met weeën en al ter wereld brengen. Vandaag kwam ik een berichtje tegen in de krant (ND; 11.03.19) over een internetfilmpje waarin een rij ‘bevallende’ mannen het op een krijsen zet in een Chinees winkelcentrum. Daar werden een rij stoelen neergezet waarin mannen door middel van een band om hun middel, die elektrische schokken toedient, kunnen ervaren hoe pijnlijk een geboorte is.

Vrijheid
Anaïs Van Ertvelde ( België, 1988) is historica aan de Universiteit van Leiden en columniste voor De Morgen. Ze vraagt zich in haar artikel af of de pil wel het summum van seksuele vrijheid betekent – zie de bijverschijnselen: “… Elke kruk waarop je steunt, wordt snel een kruis dat je moet dragen...”. Anticonceptie is een miljoenenindustrie. Vandaar dat niemand zit te wachten op een omkeerbare sterilisatiemethode die allang voor handen is. Ze doet een boekje open over de gedwongen sterilisatiepraktijken in de geschiedenis. “… Of meer keuzes, meer technologische oplossingen, meer mogelijkheden tot controle over dat lichaam van me mij vanzelfsprekend gelukkiger zouden maken, is nog maar zeer de vraag. Het zou alleszins meer druk op mijn schouders leggen om te voldoen aan lichaamsnormen waar ik nu niet eens van wakker hoef te liggen. Soms is er niets zo bevrijdend als te mogen zeggen: het is niet maakbaar, ik aanvaard de situatie precies zoals die is…”. Ze weet waar ze het over heeft. Ze is geboren met anderhalve arm. Haar prothese bezorgde haar meer narigheid dan verlichting.

Gearrangeerde huwelijken
Naema Tahir (1970), Brits-Nederlandse schrijver en jurist van Pakistaanse origine, legt in haar artikel uit waarom het feminisme met haar ik-cultuur zo weinig aanslaat bij niet-westerse vrouwen. “… Ik maak deel uit van een typische groepscultuur waarin mensen denken en handelen als deel van een groep en niet zozeer als individu…”. Waarom zouden gearrangeerde huwelijken per definitie slecht zijn? Op een ontroerende manier vertelt ze hoe moeilijk het voor oosterse mensen is om hun ouders pijn te doen. Het schuldgevoel waarmee je behept raakt als je kiest voor jezelf. Hoeveel is individuele vrijheid waard? “… De groep betekent alles voor jou. Je kunt niet zonder de groep, maar de groep kan ook niet zonder jou. Een goed beeld hiervoor is een puzzel. Alleen als alle stukken er zijn, is de puzzel compleet. Stel dat er een stuk kwijtraakt, of ‘losbreekt’. Zonder dat ene stuk is de puzzel niet compleet; die vertoont dan een tragische leegte, en als je ernaar kijkt wordt je oog getrokken door die leegte, zelfs al is de rest intact. Voor dat ene, eenzame losgebroken stuk geldt hetzelfde: zonder ingebed te zijn in de rest van de puzzel, waar het thuishoort, betekent het niets…”.

Wat wil de vrouw?

Schrijver en journalist Basje Boer (1980) onderzoekt aan de hand van een aantal films waar de seksuele macht ligt; bij de man of bij de vrouw. Wat de man wil weten we. Maar wat wil de vrouw? Vrouwelijke seksualiteit lijkt veel ongrijpbaarder.

Kunst

Merel Bem
(1977) studeerde kunstgeschiedenis aan de universiteit van Amsterdam en New York University. Zij vertelt hoe het staat met de vrouw in de kunst. Ronduit belabberd. “… Het is waar dat de belangrijkste kunstgeschiedenisboeken zijn geschreven door mannen en dat vrouwen daarin een zeer marginale rol spelen. Vrouwelijke kunstenaars moet ik zeggen. Vrouwen zijn juist oververtegenwoordigd in de kunst, tenminste: als je gaat tellen hoe vaak ze op schilderijen wulps liggen te wezen. 'Do women have to be naked to get into the Met. Museum?' vroegen de Guerrilla Girls, een activistische kunstenaarsgroep waarvan de vrouwelijke leden in het openbaar gorillamaskers dragen, al in 1989 op een billboard voor een wereldwijde campagnes…”. “Fountain”, de beroemde pisbak van Marcel Duchamp, die de geboorte van de conceptuele kunst markeerde, kan net zo goed door Elsa von Freytag-Loringhover zijn gemaakt, getuige een briefje van Duchamp. Een intrigerende vrouw die na een mislukte affaire met de zoveelste man haar hoofd kaal schoor en rood verfde, “… waarna ze trots door de straten van Manhattan paradeerde en de liefde voortaan zocht bij vrouwen. Ze maakte sculpturen van tomatenblikken voordat Andy Warhol daar vier decennia later beroemd mee werd. En jaren voordat Marcel Duchamp op de proppen kwam met zijn ready-mades, plukte de barones al voorwerpen van de straat en stalde die uit in haar studio…”.

Perfect
Schrijfster Nelleke Noordervliet (1945) vraagt zich af, na met zevenmijlslaarzen door de vrouwengeschiedenis te zijn gebanjerd, of onze verworven zelfstandigheid eindelijk het paradijs heeft opgeleverd dat we zoeken. Haar woorden zijn mij uit het hart gegrepen: “… In onze superindividualistische tijd is conformisme paradoxaal genoeg de norm. Gelijkheid tussen individuen en seksen leidt tot gelijkvormigheid. Ze zijn allemaal druk, mannen en vrouwen, de kinderen ook, ze draaien op volle toeren en alles moet perfect. Ze moeten beter zijn dan de anderen, maar niet afwijken. Alles wat ze doen wordt voorgelegd en getoetst aan de groep. De autonomie wordt afgestaan aan de wet van de competitieve kudde. En als het niet naar wens gaat kunnen ze altijd nog uitblinken in depressies en angsten, wanneer die gepromoveerd zijn tot statussymbool. In de voortdurende toetsing aan de heersende mode en de sociale omgeving wordt alles een project dat tot succes moet leiden, of het nu het moederschap is, de loopbaan of de relatie. Niemand laat nog iets op zijn beloop, omhelst het toeval, geeft zich een dag aan verveling over, of accepteert mislukking als een facet van het leven. De waarde van het eigen leven wordt getoetst aan de valse normen van de social media en het wereldwijde web. Soms heb ik intens medelijden met de jonge mannen en vrouwen van vandaag…”.

Heilig moeten
Bo van Houwelingen (1987) is literatuurcriticus en schrijft als zwalkende feminist het meest sarcastisch over vrouwenemacipatie: “… Ik herinner me de uitreiking van de jaarlijkse Opzij-verkiezing van de machtigste vrouw van Nederland, die ik bijwoonde om er een stukje over te schrijven. Er werden speeches gegeven door onder anderen Neelie Kroes, Herna Verhagen en Lilianne Ploumen. Machtige vrouwen. Het viel me op hoe vaak zij de zinsnede ‘vrouwen moeten’ gebruikten: vrouwen moeten durven vragen, vrouwen moeten durven geven, vrouwen moeten stevig in hun pumps staan, hard werken, niet té hard werken, geen mannen willen zijn, niet bescheiden doen, zichzelf bewijzen, op hun bek durven gaan, zeggen waar het op staat, aardig zijn, elkaar helpen, de wetenschap in, doorstoten naar de top, in hun kracht staan, hun dromen waar maken, kansen grijpen. Vrouwen moeten zich optimaal ontplooien, zich niets van de heersende norm aantrekken, zich niets van mannen aantrekken én iets leuks aantrekken. De avond vatte perfect samen wat al sinds jaar en dag in de opiniekaternen van kranten, aan tafels van talkshows en in eigenzinnige vrouwenbladen wordt uitgekraamd: een continue sirene van doe-dít-doe-dát…”.

She-Wolf
Yaël Vinckx is auteur en journalist voor het NRC. Ze schrijft een sprookje over She-Wolf en zet zichzelf er naast. Over de tijd dat ze zich ‘one of the boys’ voelde als oorlogsverslaggever – toe maar. Hoe emancipatie synoniem werd voor carrière maken. Ze werd er niet gelukkiger van. Tegenwoordig doet ze het een stuk kalmer aan en dat bevalt haar uitstekend.

Schaamte
José Rozenbroek (1960) beweegt zich voornamelijk op de bladenmarkt. Ze schrijft over schaamte: “… Wie oplet en er gevoelig voor is, ziet overal om zich heen het overweldigende bewijsmateriaal. Ouder worden is een beschamende vertoning, vooral voor vrouwen…”.

Zelfvertrouwen
Maral Noshad Sharifi (1989) is geboren in Teheran en vluchtte als kind met haar ouderlijke gezin naar Nederland. Ze studeerde politicologie in Leiden en journalistiek in New York. Sinds 2014 werkt ze als journalist op de buitenlandredactie van NRC Handelsblad. Ze vertelt hoe haar oma en moeder hebben gevochten voor een menswaardig bestaan. Haar leerden veranderingen te accepteren. Ze vindt Nederlandse vrouwen nogal bang uitgevallen. Volgens haar kunnen ze wel een boost aan zelfvertrouwen gebruiken.

Uitgave: Atlas Contact – 2019, 208 blz., ISBN 978 904 503 783 7, € 17,50
Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten