vrijdag 11 november 2022

Ziel zoekt zin – Pauline Weseman

 


Subtitel: Hoe verder als je geloof het niet meer doet

 

Waar blijven al die mensen die het niet meer trekken in de kerk (zie mijn vorige blog)? Journalist en religiewetenschapper Pauline Weseman (1972), zelf onderdeel van deze groep, deed er onderzoek naar. Dat je klaar bent met de kerk hoeft geenszins te betekenen dat je klaar bent met God. Sterker: juist de zoekers lijken af te haken. Wat mij verraste: in de tiental jaren dat ik bezig ben met deze site begon de mystiek meer voor mij te betekenen – en ineens laat Weseman zien dat ik niet de enige ben voor wie dat geldt. Ik vermoed al heel lang dat de leegloop van de kerk te maken heeft met het ontberen van spiritualiteit. Of misschien beter, het gemis van het numineuze. Het heilige. Is de kerk niet een veel te vormelijke en rationele excercitie geworden waar vooral de verbale talenten het voor het zeggen hebben? Op een gegeven moment keert de wal dan toch het schip. En dat is best spannend. Weseman heeft het over de ‘nieuwe christenen’ als ‘neo-romantici’. De romantici kwamen in de literatuurgeschiedenis op als tegenreactie inzake de dorre classici. Sommige kerkverlaters zeggen dat ze ‘geloviger zijn geworden dan ooit’. Dat is niet zo gek. De grote godsdienstpsycholoog William James definieerde persoonlijk geloof al als “… de gevoelens, handelingen en ervaringen van individuele personen in hun eenzaamheid, voor zover zij overtuigd zijn in relatie te staan met wat zij voor het goddelijke houden…”. In de kerk wordt het geloof ‘gevierd’. Opvallend vind ik ook dat veel ‘nieuwe christenen’ uit de orthodoxe hoek stammen. Misschien steekt er toch meer ‘bevindelijks’ in hen dan ze zelf denken.

 

Stil gezet

Pauline Weseman vertelt hoe ze opgroeide in een fundamentalistisch, evangelische bubbel, waarin alles onomstotelijk vast stond en zeker was: wij gaan naar de hemel, want wij geloven in Jezus – zij gaan naar de hel, want zij doen dat niet. RPF-poster voor het raam. EO-sticker op de auto. Feestjes met schuifelende tieners werden vermeden. Sterrenbeelden in de ban gedaan. Filmavonden met apocalyptische, Amerikaanse films over de Grote Opname waarin Jezus terugkwam naar de aarde en zijn gelovigen ophaalde, zorgden voor slapeloze nachten en een altijd opgeruimde kamer (dat had mijn moeder eens moeten weten). “… In de kerk waren lezingen over het duivelse getal 666 in streepjescodes en de geheimzinnige boodschappen in terugdraaimuziek…”. Ze ging naar de Evangelische School voor Journalistiek en stroomde door naar de EO. Het ging pas schuren toen ze homovrienden zag worstelen met hun identiteit, niet-christenen ook best aardig bleken, echtscheidingen ondanks het verbod toch de beste oplossing leken en haar verkering de kinderdoop bleek te hebben ondergaan. Haar geloof kwam echt op losse schroeven te staan toen haar moeder en daarna haar man overleden. Waar was God? Niemand leek het te weten: “… We zoeken allemaal…”. Zo werd ze ‘stil gezet’: “… En langzaam ontdekte ik de heilzame kracht van die stilte, voelde ik een bodem in mij, zonder te weten wie of wat die bodem is…”. Ik vind het zo’n ontroerend verhaal. Het doet me denken aan Elia die helemaal down and out is, en bij wie God dan langs komt, niet in de storm, niet in een aardbeving, niet in het vuur, maar in een zachte stilte. Ze noemt de bodem die ze in zichzelf ervaart, de oerbron, God, want “… met een te vrijzinnig godsbeeld kan ik ook te weinig…”.

 

Bekering

Weseman heeft het over ‘de sloot aan schrijvers die ze leest’, waaronder Tomáš Halík en Kick Bras, die ik tijdens mijn eigen zoektocht ook ben tegengekomen. Ze noemt de Amerikaanse literatuurwetenschapper Joseph Campbell (1904 – 1987) die het thema van ‘de reis van de held’ oftewel het ‘Exodusverhaal’ introduceerde, waarop zo ongeveer alle films en verhalen die er bestaan zijn gebaseerd: “… De hoofdpersoon gaat na een trigger op reis en belandt na obstakels in een crisis waarin hij zijn grote angst onder ogen moet zien. Dat leidt tot een diep inzicht en nieuwe koers…”. Ook daar schreef ik eerder over: zie mijn blog naar aanleiding van  “De onvergetelijke reis van August King” van John Ehle. Weseman: “… Langzaam begrijp ik dat het systeem waarin ik opgroeide een machtsysteem is…”. Dat betekende je ware zelf opzij zetten voor een vals zelf: “… Meebuigen, meelopen, alles aannemen, geen vragen stellen…”. Even verder: “… Het ging om het behoud van mijn ziel, via een weg die mijn ziel gek genoeg geheel omzeilde…”. Haar boek bevat een serie interviews die eerder verschenen in Trouw en VolZin, met nieuwe ‘zielzoekers’ – evenals zij. Alhoewel, nieuw... Woestijnvaders en mystici rapporteerden eeuwen geleden al over dit innerlijke proces. Wat mij betreft schrijft niemand aangrijpender over het vinden van God in het diepst van je wezen dan Eric-Emmanuel Schmitt, die in zijn roman “Het evangelie volgens Pilatus” een jongetje laat zeggen: “…“… Mama, diep in mezelf vind ik niet mezelf…”.  Daar is álles mee gezegd…

 

Ván de wereld

De artikelen die mij het meest aanspreken zal ik wat uitgebreider behandelen. Theoloog en antropoloog Johan Roeland trapt af. Hij groeide op met de strenge God van de Gereformeerde Gemeenten, waarvan je wel ín, maar niet ván de wereld mocht zijn. In zijn tienerjaren stortte hij zich in het vrolijke leven van de EO: “… Ik kon gelovig zijn op een plezierige manier, waarin alles ‘ván de wereld’ een plek kon hebben zonder dat het zondig was…”. Pas op de universiteit begonnen zijn vanzelfsprekende aannames te kantelen. Hoorde hij hoe de godin Asjera uit het Oude Testament was weggepoetst. Ging hij beseffen dat Jezus zeer zeker geen bevindelijke protestant was. Zijn godsbeeld viel in duigen en hij doorleefde de afwezigheid van God als ‘een nacht van de ziel’: “… Ik voelde mij eenzaam, verlaten, bleef verbijsterd achter. Later realiseerde ik mij dat het puur liefdesverdriet was…”. In tegenstelling tot Nietzsche (“…Vallen wij niet aan één stuk door? En wel achterwaarts, zijwaarts, voorwaarts, naar alle kanten?...”), ervaart hij evenals Weseman, dat als je valt, je uiteindelijk op ‘de bodem’ stuit, “… dat je niet te pletter valt…”. Langzaam kroop hij in de richting van de mystiek en de negatieve theologie. “… Ik las veel van de Franse filosoof Jaques Derrida (1930 – 2004) die mij aanreikte bij God te denken aan iets dat zich aan ons onttrekt, waarvan je slechts sporen aantreft in de werkelijkheid. Een spoor bestaat bij de gratie van afwezigheid. Er was iets, maar je ziet niet meer wat. De sporen zijn er nog. Die begon ik te koesteren. Het hielp mij enorm te waarderen dat er zoveel is dat we niet weten, die voortdurende zoektocht te waarderen als alternatief. Het is een geloof in onzekerheden, niet weten wat je aantreft, maar wat je overstijgt…”. De ‘genade’ van de ‘hospitality’, de gastvrijheid, trok hem weer de wereld in: dus tóch ‘ván de wereld’. Een ander spoor van God vindt hij in de traditie, in dat wat de tand van de tijd heeft doorstaan. De taal van oude gebeden, zoals van Sint Patrick bijvoorbeeld. “… Misschien ben ik vooral gretig op zoek naar verhalen, ervaringen, perspectieven die nieuwe sporen van God die oplichten, mij overstijgen, in poëzie en kunst. Zoals in het gedicht ‘Van over zee’ van Hans Tentije over ‘Een strijklicht dat zijn schaduwen uitstrekt over zee (…) dat alles verheldert maar niets verklaart’. Er is iets, te groot om te bevatten. Eigenlijk ben ik nog steeds op zoek naar de religieuze ervaring in momenten die vroeger als vanzelfsprekend waren. Ze zijn niet te vinden, ze overkomen je. Ik probeer er open voor te staan en ze te vinden in woorden, beelden, in de lege ruimte van het polderlandschap. Het blijft een zoektocht.…” (zie ook: “Als het nu eens zo is…” van Henk Kroese). Hoe dicht komt dat voor mij bij de wereld van de 'Tikun Olam', het ‘helen van de wereld’, het ‘bevrijden van de lichtgevende vonken’

 

Loskomen van het ego

Naast de traditionele kerken blijken er allerlei onbekende groepen en groepjes met het christendom bezig te zijn, zoals de christelijke meditatiegroep die al negen jaar elke woensdagavond bijeenkomt in de Heilige Jacobus en Augustinuskerk, een verscholen Oud-Katholieke Kerk in Den Haag. Als mantra wordt innerlijk het gebedswoord ‘Maranatha’ per lettergreep op de in- en uitademing uitgesproken. “… In de tekst van vandaag heeft Main het ook over de stilte, twee soorten stilte.  ‘Een is die waarin je God ervaart als een vibrerende, resonerende, gevulde stilte die je omhult als een deken’, vertelt Claus. ‘De tweede is een lege stilte waarin je niks ervaart, die zwaar kan zijn, maar die je uitdaagt vol te houden en een laag dieper te gaan, waarin het niet om jou of je ego draait, maar om God.’…”. Docent filosofie Sicco Claus over het ego dat hij door meditatie meer los kan laten: “… Het ego is nu eenmaal voortdurend aan het oordelen en classificeren. Ik laat dat maar zo. Ook drijf ik conflicten minder op de spits, vraag mezelf af: wat is nu belangrijker, de verbinding met deze persoon intact houden of mijn gelijk halen? Dat laatste is meestal een ego-behoefte: gezien en erkend worden. Mensen veranderen alleen van mening vanuit een verbinding met anderen, nooit vanuit een oppositionele houding. Dat besef dringt langzaam door…”. Wat is daar christelijk aan? “… Jezus leert dit in de verhalen over de balk en de splinter, de leliën in het veld. Niet oordelen, loskomen van het ego. Daar gaat volgens mij het christendom over, voorbij de ratio…”. Het gaat om overgave, ook aan de donkere, mysterieuze kant van God in de verschrikking van het lijden. Zelfs wanneer je het rationeel niet rond krijgt.

 

Identiteit

Trappist Ria Weijers over de huidige staat van het christendom: “… Ik voorzie een paradigmawisseling. Er is zoveel nieuws aan het geboren worden. We zitten in een niemandsland, een transitieperiode en we hebben daar geen landkaart voor…”. Tegenover de notie van de ‘erfzonde’ stelt ze de ‘erfzegen’, naar aanleiding van het scheppingsverhaal waarin steeds wordt gezegd ‘En God zag dat het goed was’. “… De leer van de erfzonde is ontstaan toen het christendom een staatsgodsdienst werd, en dus verbonden werd met macht en hiërarchie…”. Over ons wezenlijke zelf: “… Onder invloed van de oosterse religies kwam er meer focus op contemplatie. Het christendom was vooral gericht op actie. Geloven wordt vooral beleefd als iets buiten onszelf, waar we aan moeten gehoorzamen, met focus op naastenliefde. De kernboodschap van Jezus is liefde, relatie, verbinding, bemin God met heel je hart, ziel en al uw krachten en je naaste als uzelf. Maar dat laatste – de relatie met jezelf – is onder het tapijt geraakt. De liefde voor God en de naastenliefde is goed maar je hebt ook de relatie met jezelf nodig…”. Met andere woorden, als je een boom bent, zijn je onzichtbare wortels toch echt heel belangrijk om te overleven. Heb je daar per se het christendom voor nodig? “… Dat God liefde is, vind je in veel religies. Maar de nadruk van Jezus op het onvoorwaardelijke van de goddelijke vergevende liefde raakt me altijd weer. In oosterse religies heb je karma, de wet van oorzaak en gevolg…”. Marcel Bot is een christelijke yogadocent. De van oorsprong reformatorische studentenpastor Maarten Vogelaar die een les meedoet: “… Ik kom uit een milieu waar ik hier geheid gedoe over ga krijgen: dat je je zou inlaten met krachten die niet neutraal zijn…”. De laatste voorziet ook een nieuwe reformatie met aandacht voor de eenheid van geest, ziel en lichaam. Over het wel of niet van de wereld zijn: “… De Grieks-orthodoxe theoloog Ioannis Zizioulas zei dat de westerse kerk haar identiteit zocht tegenóver de ander. Pas dan ben je zelf iets. De Oosterse kerk denkt meer vanuit eenheid: ik kan niet zonder de ander bestaan, niet ondanks maar dankzij de ander…”. Jongerencommunity LUX blijkt een christelijk Haags yuppenplatform voor degene waarvoor alles ‘sky high’ moet zijn, maar zich ook afvraagt: ‘is dit nu alles?’. De Stichting Hart voor Zwolle beheert een maatjesproject van buddy’s voor kwetsbaren, die aangemeld worden door hulpverleners en huisartsen: “… Reinhardt is mijn kerk…”. Erik van Pijkeren heeft een bedrijf ‘Wijn in de Bijbel’ waar je een wijnproefpakket voor groepen kunt bestellen met gespreksvragen en Bijbelverhalen: ‘wijn komt achthonderd keer voor in de Bijbel’. Hij wil de eenzijdige monologen die zich in de kerk afspelen, doorbreken.

 

Jezelf verliezen is jezelf vinden

De van oorsprong gereformeerd-vrijgemaakte domineeszoon Rikko Voorberg is de onafhankelijke PopUpKerk gestart. Hij werd bekend door zijn onconventionele, soms controversiële methoden van geloofsvernieuwing: “… Zijn oproep vloeken als gebed in te zetten, veroorzaakte ophef, evenals dat hij via een Facebookpagina mensen uitnodigde om pedofiel Benno L. welkom te heten ‘in hun straat’ en met een leeg vliegtuig vergeefs poogde vluchtelingen te halen uit het kamp Moria…”. Evenals Johan Roeland vertelt hij dat hij zijn oude geloof verloor voordat hij tot ‘bekering’ kwam: “… Het was vervreemdend en ongelooflijk eenzaam, voelde als het creëren van een derde weg, naast geloven of alles wegkieperen…”. Als je je niet meer houdt aan hoe het is uitgevogeld in de aloude belijdenisgeschriften is het maar de vraag of je niet in een ‘eigenwillige godsdienst’ terecht komt. Voorberg: “… Ik liep eens met een coach over de hei die mij vroeg: ‘Wat wil je nou ten diepste?’ Uit mijn tenen kwam: ‘Ik wil dat mensen mij begrijpen.’ Toen zij hij: ‘Niemand gaat jou ooit begrijpen. Je bent helemaal alleen.’ Toen liep hij weg. Ik ging op een boom zitten nadenken: Als dat waar is, zit daar een lichte kant aan…”. Het idee was uiteindelijk een grote bevrijding. Op de vraag waar hij denkt dat het christendom naar toe gaat, zegt hij dat hij drie groeiende stromingen verwacht. Een conservatieve, christelijke stroming dat het christelijke Europa verdedigt tegen de islam en zich afzet tegen het kwaad, dat altijd de ander is – zie Thierry Baudet. Een  mystieke stroming met kloosters en woongemeenschappen. En een stroming van activistisch handelend christendom met zorg in de haarvaten van de buurt: “… Mensen die zeggen: Er is een afbraak van de verzorgingsstaat, we gaan dit regelen met elkaar…”. Kan de mystieke stroming een opmaat zijn voor het activistische christendom; dat je eerst jezelf heelt alvorens aan de slag te gaan? “…Ja…”, zegt Voorberg, “… want als je jezelf bent geworden, rust hebt gevonden op je yogamatje, wat komt dan daarna? Dan heb je zelfrealisatie bereikt in de behoeftenpiramide van Maslow. Het verhaal gaat dat Maslow zich op zijn sterfbed realiseerde dat zijn piramide niet af was. Na zelfrealisatie ontdekte hij zelfovergave, dat je jezelf los moet laten, van betekenis zijn, je niet meer zo bewust zijn van jezelf…”. Jezelf verliezen is jezelf vinden.

 

Zoeken naar nuance

In het theehuis in het Odapark in Venray, opent op Stille Zaterdag de route van een meditatieve kunstwandeling langs twaalf hedendaagse interpretaties van Het Laatste Avondmaal. De curator van de expositie vindt dat kunst moet bevragen, maar dat hoeft niet provocerend. Via social media is tegenwoordig alles al ‘in your face’. “… In deze expositie zijn de werken eerder poëtisch. Ze openen subtiel deuren en laten je anders kijken naar iets alledaags…”. Even verder: “… Kunst gaat over alternatieven bieden en dat is nu misschien juist in het zoeken naar nuance….”.  Weseman gaat op bezoek bij woongroep De Huijberg die leeft vanuit de franciscaanse spiritualiteit. Nederland kent zo’n honderd christelijke leefgemeenschappen met ‘een hoger doel’. Theoloog Janneke Stegeman houdt zich bezig met hedendaagse vormen van bevrijdingstheologie. Zo onschuldig is het christendom niet: “… Ik vind dat christenen er niet scherp genoeg op zijn dat er een wit christendom is ontstaan dat verbonden is met kolonialisme, racisme en antisemitisme…”. Hoe kijken we bijvoorbeeld naar de staat Israël. Zelfs in de hedendaagse christelijke Israëlliefde werkt vaak een vorm van antisemitisme door, omdat Joden een rol moeten spelen in een christelijk verhaal. Een reportage gaat over christelijk klimaatactivisme: “… Zo laks, respectloos en ondankbaar als wij omgaan met de aarde is een dikke middelvinger naar God toe…”. Andere gelovigen zien klimaatproblemen eerder als signaal van de eindtijd dan als verantwoordelijkheid.

 

Orthopraxie versus orthodoxie

Tjitske Volkerink is een wellnesscoach die een Christelijk Spiritueel Centrum leidt met massages, meditaties en oliën: “… Niets vreemds, de Bijbel loopt over van de olie, kijk bijvoorbeeld naar de tekst uit Spreuken 21: ‘Een wijze heeft een kostbare schat aan olie in huis’…”. Ze bedacht de stellenworkshop rug- en handmassage als reactie op de vreemdgaancampagne Second Love: “… Ik zocht een leuke vorm waarin stellen elkaar weer fysiek ontdekken, vooral voor mannen is het fysieke belangrijk…”. Ecstatic dance staat voor vrij dansen vanuit jezelf, zonder alcohol, drugs en gepraat. Zo’n tien jaar geleden werd het een hype, maar daarvoor werd het al beoefend in Dansklooster, dat er vanuit christelijke wortels verdieping en zingeving aan geeft: “… Vroeger hád je religie, op basis van je overtuigingen, nu dóe je religie om verbinding te vinden. Dat is nog steeds religie, want dat woord komt van religare: je opnieuw verbinden met iets dat ons overstijgt…”. Eén van de dansers: “… Dansen heft blokkades op, laat meer van jezelf zien. Je komt in contact met je intuïtie, op de bodem van je ziel. Ik geloof dat God daar woont…”. Het doet me denken aan de derwisjdans van de soefi’s  en de dansende Joden tijdens Simchat Tora (Vreugde der Wet). In het Dominicanenklooster in Zwolle wordt een ‘feest van de eenvoud’ gevierd. Het bestaat uit een contemplatieve route als alternatief voor koopjesdag Black Friday. De naam, Black Friarday, is een woordgrap: de Dominicaner broeders staan ook bekend als ‘black friars’. In het Verhalenhuis Utrecht vertellen de deelnemers elkaar verhalen, mede naar de Afrikaanse Ubuntu-filosofie, met het doel het eenrichtingsverkeer in de kerk te doorbreken en elkaars ziel terug te vinden: “… Dit verhaal van de ziel is ondergesneeuwd in de kerk. We volgen te veel de apostel Paulus in plaats van Jezus of joodse rabbijnen met hun rijke traditie van parabels en verhalen…”.

 

De tweede helft van het leven

Voormalig ‘Theoloog des VaderlandsSamuel Lee veranderde van atheïst naar radicaal pinksterman naar post-pentecostalist. Volgens hem is geloven vooral ‘anders leren kijken’. Ook bij Lee zijn de echo’s van Joseph Campbell weer te horen: “… Geloven is eigenlijk een verhaal. Zonder verandering geen verhaal…”. Hij vertelt hoe hij in een hotelkamer de stem van Jezus hoorde. Luid en duidelijk. Boeken veranderden hem. Door het lezen van “The secret message of Jesus” van Brian McLaren begon hij het Bijbelverhaal van Nikodemus in een ander licht te zien. Met name de zin ‘Alzo lief heeft God de wereld gehad’, hakte er in: “… Om herboren te worden moet je dus loskomen uit je systeem en de wereld liefhebben, niet alleen je eigen toko, gemeente of ras…”. Ook “Generous Orthodoxy” van McLaren blies hem van zijn sokken. Lee keerde terug naar zijn wortels, haalde zijn oude boeken uit de kelder, “… Herlas de Oosterse dichters Rumi, Hafez en Khayyâm, de profeet Zarathustra, nu met het oog op Christus. Rumi schrijft: ‘Ik ben christen, noch jood, magiër noch moslim (…) mijn plek is plekloos (…) Ik behoor aan de geliefde’. Dat is geen syncretisme, dat verrijkt, verandert je leven…”. Lee durft amper te vertellen dat hij van de franciscaanse priester Richard Rohr houdt: “… Zijn denken is niet pantheïstisch (alles is God) maar panentheïstisch (God is in alles)…”. Zonder Christus kan niemand en niets bestaan. Hij is immers ‘het leven’. Ik herken dat zo. Ik denk vaak terug hoe ik als kind onbekommerd keihard het liedje ‘Op bergen en in dalen, ja, overal is God’ zong, dat ik op school had geleerd, terwijl ik aan het schommelen was. Hoe eenvoudig en vreugdevol het leven toen voelde… Over de vraag waar volgens hem het christendom naar toe gaat: “… Ik geloof dat er een scheuring komt en dat de strijd zich afspeelt op het LHBTIQ+-vlak. Aan de ene kant het Europees christendom met Amerikanen als McLaren en Rohr met meer openheid, inclusivisme en homoacceptatie, aandacht voor gerechtigheid en milieu. Aan de andere kant het conservatieve, Amerikaanse christendom met Benny Hinn en John Hagee en het steeds radicalere christendom van het zuiden: Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Die twee kruipen naar elkaar toe en zijn anti-homo, -abortus, -islam en pro-Israël. Ik verwacht dat de radicale tak van de pinksterbeweging de radicale tak van de islam uitdaagt en dat dat tot oorlog leidt. Je ziet het al in Indonesië rond de ramadan, het niet mogen aannemen van het ‘offervlees’ van je islamitische buurman. Ook in het Europese christendom zijn we er nog lang niet…”. Of hij zich daar zorgen over maakt? “… Ik wil mensen niet oordelen, wel bij geweld en wetticisme. Europees christendom gaat om geloven, voorbij wetticisme…”. ‘De tweede helft van het leven’ vangt aan: “… Op een gegeven moment kom je uit de wetten en ga je in de genade, in Christus leven…”.

 

Zwart water

Christelijke ‘openwaterzwemmers’ ervaren God in de kracht van de zee. Als een ‘doop’. Hoogleraar feminisme en christendom Mariecke van den Berg denkt in het water vaak aan het liedje ‘Witchi-Tai-To’ van de native American saxofonist Jim Pepper, die zingt over watergeesten die hem laten voelen dat hij leeft. Zie ook theologe Catherine Keller die het water definieert als oerchaos. “… God schiep niet iets uit niets. Het water was er al, Gods geest zweefde over de wateren. De schepping scheidde land en water. Land stond voor structuur en overzicht, water kreeg een slechte naam. Het had iets engs, grilligs, onpeilbaars, het beest Leviathan huisde erin, water werd geassocieerd met het vrouwelijke, ook ongrijpbaar. Net als Keller waardeer ik de oerchaos. Zwemmen staat voor mij aan overgave, aan het onzekere, onberekenbare. Water is zwart, je ziet de bodem niet, er is een risico. Tegelijk draagt het water me, heeft zich steeds betrouwbaar getoond…”. Ook voor Van den Berg draait het geloof om ‘opstanding’, ‘omdenken’, dus ‘bekering’. Toch is ze ‘Jezusmoe’. Ik moet zeggen: dat ben ik ook wel eens. Mijn kast puilt uit van de onbesproken recensie-exemplaren over Jezus. Alle evangelische schrijvers weten zeker dat hún Jezus de beste is. De visie die voor mij echt een spade dieper steekt is die van de orthodoxe en omstreden cultuurfilosoof Frank de Graaff, wiens gedachtegoed allang verdwenen is. Dácht ik. Tot ik van de week notabene een lezing tegen kwam die geënt is op zijn theologie: zie hier. Saxofoniste en componiste Lotte Pen wil met haar muziekwandeling Pelgrim de weg naar binnen wijzen. Tot mijn verrassing speelde ze met een dominicaner broeder een muzikale ‘dialoog’ rond het boek “Leven in Volheid” van Timothy Radcliff, dat ik eerder besprak – zie hier. Pen introduceert voor mij ook zangeres Sterre Konijn, van wie ik nog nooit had gehoord. Pen: “… Je begint in eenzaamheid, eindigt in saamhorigheid. Je loopt altijd samen én  in je eigen wereld. Door samen te lopen, wordt het iets universeels: hier moeten we allemaal doorheen…” – als je naar de ‘diepere lagen’ wilt.

 

Hedendaagse mirakelspelen

Straatartiest Bob Venus, die het alleen nog maar over ‘de liefde wil hebben’, werd onder andere bekend met zijn project ‘Brieven aan God’. Wat hij doet linkt voor mij een beetje aan de middeleeuwse mirakelspelen. Zijn nieuwste inspiratiebron is de Amerikaanse kunstenaar David Best. Cultuurfilosoof Frans Coenen: “… Je zóekt de zin van iets, die dient zich via bewustwording aan in een vínden, en daarmee gééf je vervolgens zin en betekenis. Je ontvangt eerst, alvorens te geven…”. De Bijbel staat vol mensen die transformeren: “… Als er één kind met het badwater is weggegooid, is het wel de gevoeligheid bij kerken voor die innerlijke ontwikkeling…”. Wat Venus doet, is christelijk tot in de diepste essentie, meent hij. Volgens Coenen zou Venus midden in de kerk moeten staan: “… Wat is christelijker dan Gods liefde?...”. Er zit iets profetisch in Venus’ performances: “… Ik zou dit niet durven. Ik hoorde eens dat profeten geen grote mond hebben, maar grote oren. Ze kunnen goed aanvoelen wat er schort, waar we zijn afgedwaald, en roepen op tot bekering, in dit geval tot liefde…”. Spoken word ‘Droominee’ Rik Zutphen over zijn workshop ‘De Rituelenfabriek’ waar alles wat ‘zwaar’ lijkt ‘speels en licht’ wordt: “… het genereren van ideeën ging ik ervaren als spiritualiteit, als iets waarvoor ik gemaakt ben. Ik voel mij dan connected met iets groters…”. Ook hier de associatie met de profeten: “… Ezechiël was een profeet die overal een performance van maakte, met kunstzinnige beelden, zoals lang op de ene en lang op de andere zij liggen…”. Hij vindt inspiratie bij John O’Donohue (Iers dichter, priester en filosoof, bekend om zijn Keltische spiritualiteit die leefde van 1956 – 2008). Verder verwijst hij onder andere naar het boek van H.R.Rookmaker: "Modern art and the death of a culture".

 

De cyclus van sterven en opstanding

De laatste veertig bladzijden van “Ziel zoekt zin” zijn gewijd aan drie evaluerende essays inzake de 'nieuwe christenen'. Weseman: “… Voor hen is dit proces nieuw, zo niet een aardverschuiving. Ik kan het sterker vertellen: het is stokoud, ligt besloten in de natuur. Elke keer weer die cyclus van vernieuwing. Afsterven en dan alleen opstaan, dichter bij je wezen, je kern, je ziel. Geloviger en christelijker kan ik het niet maken…”.

 

Uitgave: Zilt – 2022, 272 blz., ISBN 978 949 319 835 7, 24,99

Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten