donderdag 13 juli 2023

De vloek van de nootmuskaat – Amitav Ghosh

 


Subtitel: Boodschap aan een planeet in crisis

 

Niet alleen Jean-Jacques Suurmond greep de coronocrisis aan om een werk van formaat op te pakken – zie mijn vorige blog, ook de Indiase schrijver Amitav Ghosh (Calcutta, 1956) deed dat. Aan de hand van de nootmuskaat, die eertijds alleen op de afgelegen Banda-eilanden van Indonesië groeide en de reden was dat ‘onze’ Jan Pieterszoon Coen in 1621 er de hele bevolking uitroeide, beschrijft Ghosh de weg die door de geschiedenis heeft geleid tot de klimaatcrisis van nu. In het begin is het verhaal misschien een beetje taai, maar al gauw wordt het zo spannend en met verve verteld, dat ik zijn boek ademloos heb uitgelezen.

 

De specerijenrace

In de zestiende eeuw vormde de zogeheten ‘specerijenrace’ de ‘ruimterace’ van die tijd: de Engelse marine zat de Nederlandse van Amerika tot Oost-Indië op de hielen. De waarde van de nootmuskaat was ongekend omdat de artsen in het Engeland van Elizabeth zeiden dat het hielp tegen de pest, een epidemie die door heel Eurazië raasde. Kruidnagel, peper en andere specerijen deden het ook goed: “… In de late Middeleeuwen werd nootmuskaat in Europa zó waardevol dat je met een handvol een huis of een schip kon kopen. De prijs van specerijen was in dit tijdperk zó astronomisch hoog dat het onmogelijk is hun waarde alleen in termen van nut te verklaren. Het waren fetisjen, oervormen van handelswaar; ze werden gewaardeerd omdat ze symbolen van luxe en rijkdom waren geworden die tot afgunst leidden, geheel in overeenstemming met Adam Smiths inzicht dat rijkdom iets is wat ‘wordt begeerd, niet vanwege de materiële bevrediging die het oplevert, maar omdat het door anderen wordt begeerd’…”. Jan Pieterszoon Coen, de machtigste proconsul van ’s werelds imposantste handelscompagnie, de VOC, eiste bij het afdwingen van het Nederlandse monopolie op de specerijenhandel, van de Bandanezen op Lonthor dat ze de muren rond het dorp Selamon afbraken, hun wapens en gereedschappen, ja, zelfs de roeren van hun boten inleverden, en voorbereidingen troffen voor de aanstaande verwijdering van hun eiland. De dorpelingen moeten zich hebben afgevraagd of de Nederlanders wel goed bij hun hoofd waren. De spanning liep zo hoog op dat een lamp, die op de grond viel in het gebouw waar de Nederlandse gouverneur Martijn Sonck met zijn soldaten was ingekwartierd, de spreekwoordelijke lont in het kruidvat ontstak. In minder dan tien weken kwam er een einde aan de wereld van de eilandbewoners. Bij ‘de gratie Gods’ nog wel. Degenen die aan de slachtpartij ontkwamen werden verkocht als slaaf.

 

Waar genocide en goddelijkheid elkaar kruisen

Ghosh verbindt het bloedbad met het vrijwel tegelijkertijd door Britse kolonisten plantbranden van een Pequot-nederzetting te  Mystic, Connecticut, in Amerika, waar zo’n vierhonderd mensen bij omkwamen. Een zeer groot deel van de soldaten had tijdens de Dertigjarige Oorlog in de Lage Landen ervaring opgedaan met de tactiek van ‘brandschatten’, waardoor complete volksstammen werden uitgeschakeld. Een dergelijke manier van uitroeiing werd niet alleen bewerkstelligd door het gericht doden van mensen, maar door het vernietigen van het hele web van niet-menselijke verbindingen die een bepaalde manier van leven in stand hield. Daarbij moet je denken aan ontbossing, het doden van vee, het verwoesten van huizen en dergelijke. Massamoorden op industriële schaal waren immers nog niet mogelijk. Genocidale oorlogen werden in de naam van God goedgepraat, wat het best tot uitdrukking komt in het werk van de filosoof, polemist en Lord Chancellor van Engeland, sir Francis Bacon. Afgedwaalde groepen monsterlijke heidenen mochten volgens hem zonder meer van de aardbodem worden weggevaagd, een idee waarin ‘genocide en goddelijkheid elkaar kruisen’. Via hevige martelingen probeerde Coen de betekenis van de omgevallen lamp boven tafel te krijgen, die volgens hem duidde op een samenzwering. Vierenveertig plaatselijke oudsten werden daarop onthoofd en gevierendeeld, waarna de afgehakte hoofden en uiteengereten lichaamsdelen volgens goed gebruik op palen werden gespietst. Later werd wat restte van de oudsten in een nabijgelegen put gegooid. In lang vervlogen tijden beslisten planten en botanische stoffen al over het leven van de mens. Het lot van de Banda-eilanden kan worden gelezen als een model voor het heden. Tegenwoordig zijn we alleen maar nóg verslaafder geworden aan plantaardig materiaal: “… De meeste hedendaagse mensen zijn volledig afhankelijk van energie die afkomstig is van lang begraven koolstof – en wat zijn kolen, olie en aardgas anders dan fossiele vormen van plantaardig materiaal?...”. In de woorden van twee energie-economen: “… Energie is de belangrijkste grondstof in de wereld van vandaag. En op grond van bijna elke maatstaf is de energie-industrie onmogelijk groot. De jaarlijkse energieverkopen van ruim tien biljoen dollar doen de uitgaven van enig ander basisproduct in het niet vallen; de handel in en het vervoer van energie zijn immens, met ruim drie biljoen dollar aan internationale transacties die de levering van producten via twee miljoen kilometer pijpleidingen en vijfhonderd miljoen ton draagvermogen in de koopvaardij stimuleren; acht van de tien grootste mondiale ondernemingen zijn energiebedrijven; en een derde van de mondiale koopvaardijvloot houdt zich bezig met het vervoer van olie. Gezien deze cijfers hoeft het niet te verbazen dat het wereldenergieverbruik het energie-equivalent van meer dan 2800 vaten olie per seconde vergt…”.

 

De andere helft

De Bandanezen hadden de nootmuskaatboom te danken aan de vulkanische ecologie van de regio. Hoe kwam het dat andere eilanden, in vergelijkbare omstandigheden, aan uitroeiing wisten te ontkomen? Was het omdat daar sultanaten waren gevestigd? Voor de oorspronkelijke bevolking waren vulkanen heilig: “… De Indonesische verering van vulkanen is ook een bron van frustratie voor islamitische en christelijke fundamentalisten die dit geloof met afschuw bezien…”.  Ghosh haalt meermalen de hedendaagse roman “The Original Dream” van Nukila Amal aan om de spirituele, culturele en politieke betekenis van vulkanen in het leven van Indonesiërs duidelijk te maken. Ze zouden voortekenen en voorspellingen produceren. Ook de inheemse Noord-Amerikaanse tradities kennen allemaal een ‘heilig centrum’ op een bepaalde plaats, of dat nu een rivier, een berg, een plateau, een vallei of een ander natuurlijk kenmerk is. Hier botst de inheemse denkwijze die voorrang geeft aan aardse ruimte met de westerse denkwijze die voorrang geeft aan de tijd: “… Voor de laatste is de cruciale vraag met betrekking tot een gebeurtenis: ‘Wanneer is het gebeurd?’ Voor de eerste is dat: ‘Waar is het gebeurd?’…”. De kenmerken van een landschap spreken voor de ‘natives’ net zo luid tot mensen als de stemmen die historici tot leven brengen aan de hand van paperassen en documenten: “… De moderne blik ziet slechts één van de twee halfronden van de nootmuskaat: dat deel dat ‘Myristica fragrans’ is, een onderwerp van wetenschap en handel. De andere helft ontgaat hem omdat die zich alleen in liedjes en verhalen manifesteert…”. Het gaat om een holistische visie waarbij Land (met een grote L)  “… de unieke entiteit is die de gecombineerde levende geest belichaamt van planten, dieren, water, mensen, geschiedenissen en gebeurtenissen…”.

 

Duivelaanbidders

Voor Jan Pieterszoon Coen en de VOC bestonden natuurlijke hulpbronnen alleen om winst te genereren. De rest was ‘bijgeloof’ dan wel ‘afgoderij’: “… Deze zienswijze weerspiegelde een metafysica die destijds in Europa opkwam, waarin materie werd gezien als ‘bruut’ en ‘dom’ en dus veroverd moest worden ‘met de meest destructieve technologieën’…” (zie de hedendaagse plannen inzake diepzeemijnbouw!). Dit was een radicaal nieuwe kijk op de aarde als een ‘enorme machine’, die twee grote Europese projecten ontsloot: de verovering van Amerika en de handel in tot slaafgemaakte Afrikanen. Ook de ‘inboorlingen’ werden gereduceerd tot inerte stemloze grondstoffen. Om ‘de natuur’ te kunnen ‘verbeteren’ moest zij ‘onteigend’ worden. De - meestal arme - boeren van toen stonden net zo onwelwillend tegenover de orthodoxe stedelijke elites als nu. “… In die tijd geloofde de grote meerderheid van de Europeanen, net als de gewone mensen overal, dat het universum een levend organisme was, bezield door vele soorten onzichtbare krachten…”.  Ghosh linkt de onderdrukking en het geweld van de kolonisten met de gelijktijdig optredende heksenjacht in Europa. De slachtoffers werden gedemoniseerd met teksten die letterlijk zijn ontleend aan de kolonistische opvattingen over inheemse Amerikanen als duivelaanbidders, zoals bijvoorbeeld de veronderstelde kannibalistische rituelen van de Tupinamba: “… Dat de Europese heksenverbrandingen en de ‘Grote Sterfte’ van de Amerika’s gelijktijdig plaatsvonden was geen toeval; er is terecht gezegd dat de collectieve geest van Europa in die tijd ‘beheerst werd door christelijke ketters, “vreemde” joden en Amerikaanse indianen die onuitsprekelijke misdaden begingen, waarbij mensenvlees- en bloed werd gebruikt’…”. Deze voorstellingen dienden allemaal de visie van een ontheiligde, levenloze aarde: “… Pas toen we ons de wereld als dood voorstelden, konden we ons erop toeleggen haar dood te maken…”. Ghosh toont aan dat de uitvinding van de boekdrukkunst, en daardoor allerlei boekjes en gedrukte illustraties, de Europese heksengekte aanwakkerde: “… Net als de nog krachtiger communicatietechnologieën van onze eigen tijd was drukwerk een hulpmiddel bij het genereren van grote hoeveelheden ‘nepnieuws’ die dienden om grote golven van massahysterie op te roepen…”. 

 

Gouden Eeuw

De vitalistische denkwijzen werden dan wel naar de marge van de westerse cultuur verdrongen, helemaal verdwijnen deden ze nooit. Enerzijds werden ze in leven gehouden door mensen die dicht bij de grond, de bossen en de zeeën leefden. Anderzijds door gevierde intellectuelen als Paracelsus, Swedenborg en Schopenhauer, en door schrijvers van wat wel ‘de Radicale Verlichting’ wordt genoemd: Hölderlin, Goethe, Blake, Shelley, William Morris, Whitman, Thoreau, enzovoort. Allemaal namen die ik ook in “Mystiek” van Evelyn Underhill tegenkwam (zie mijn vorige blog). Hoe kan het ook anders?! Nederland werd hét alom bewonderde handelscentrum van de wereld, wat resulteerde in de Gouden Eeuw. Zie de in die tijd populaire schilderijen met zwijgende bestaansmiddelen en kant en klare eetwaren, onder de toepasselijke Franse genrenaam: ‘Nature Morte’. De agressie waarmee de ‘natuur’ tot deze toestand van inertie werd gereduceerd, is géén kunstzinnig item. ‘Naarmate de geschiedenis gewelddadiger werd, lijken de stillevens steeds weelderiger te worden’, schrijft kunsthistorica Julie Berger Hochstrasser. Vergeleken bij andere landen begon zich onder Nederlandse schrijvers en historici al vroeg een kritisch perspectief op de koloniale geschiedenis te ontwikkelen: zie “Max Havelaar” (1860) van Multatuli alias Eduard Douwes Dekker.

 

Omgekeerd broeikaseffect

“… De gangbaarheid van het woord ‘nieuw’ op kaarten van Amerika en Australië  wijst op een van de belangrijkste aspecten van Europese expansie: ecologische en topografische transformatie…”. Herbenoemen was de manier waarop kolonisten de vroegere betekenis van veroverde landschappen uitwisten. Bij voorkeur door namen die hen verbonden met ‘thuis’. Ze vonden het volkomen op zijn plaats dat de Rode mens van Amerika verdween. Had God immers ook niet gewild dat de rassen van mammoeten en mastodonten en grote luiaards plaatsmaakten voor anderen? De catastrofale afname van de bevolking van de Amerika’s, die begon met de Europese aanval, lijkt te hebben bijgedragen aan de daling van de wereldgemiddelde temperaturen in de Kleine IJstijd. In de zestiende en zeventiende eeuw kwam naar schatting 70 tot 95 procent van de inheemse Amerikanen om. Grote stukken land, ooit gebruikt voor de voedselproductie, werden weer bos. Vandaar dat er nog steeds hele steden en tempelcomplexen worden ontdekt in de oerwouden van Zuid- en Midden-Amerika. Is er sprake geweest van een omgekeerd broeikaseffect? Het koloniale project had enorme milieuveranderingen tot gevolg. Zo gauw er een Europese nederzetting verscheen in de buurt van indianen sloeg het wild op de vlucht. Enkele Europese families, die zich op ver van elkaar verwijderde plaatsen vestigden, verdreven uiteindelijk alle wilde dieren uit het tussenliggende land, wat voor de indianen hetzelfde was als dat de akkers van onze boeren veranderen in dorre woestijnen. Ze verloren hun middelen van bestaan. Al gauw zwierven ze als hongerige wolven door hun verlaten bossen.

 

De natuur zijn gang laten gaan

Hoe diep het verlangen naar de koloniale ervaring zit, is af te meten aan de huidige technologiemiljonairs die dromen van een ‘verovering’ van de ruimte. De roman “War of the Worlds” van H.G. Wells, waarin buitenaardse wezens de aarde aanvallen met de bedoeling de planeet aan te passen voor eigen gebruik, had een schokeffect omdat het ons een spiegel voorhoudt, volgens Ghosh. Hij beschrijft hoe het doden van niet-strijders normaal werd toen de Engelse kolonieën premies begonnen uit te loven voor de scalpen van indiaanse mannen, vrouwen en kinderen. “… Engelse kolonisten geloofden dat ze minder wreed waren dan hun Spaanse tegenhangers, omdat ze in plaats van militair geweld ‘materiële krachten’ en ‘natuurlijke processen’ gebruikten om inheemse volkeren te decimeren…” (echo’s hiervan zijn nog steeds te horen bij klimaatontkenners). Dan moet je denken aan het schenken van met pokken besmette vlaggen, bont en dekens of het opsluiten van de inheemse bevolking in kampen waar het sterftecijfer de pan uit rees, zodat ze vanzelf crepeerden. Dat heet dan ‘de natuur zijn gang laten gaan’. Uit onderzoek blijkt dat het immuunsysteem van inheemse Amerikanen niet wezenlijk anders functioneerde dan van andere groepen. Ze waren vatbaarder voor westerse ziekten vanwege het structurele geweld waarmee de Europese kolonisatie gepaard ging, zoals “… overwerk in de mijnen, veelvuldige slachtpartijen, ondervoeding en verhongering als gevolg van het verdwijnen van de inheemse handelsnetwerken en van de voedselproductie voor eigen gebruik, en als het gevolg van het verlies van land en het verlies van de wil om te leven of zich voort te planten…”.

 

Ecologische conflicten

De aanspraken van de kolonisten op land waren gebaseerd op het idee dat de in hun ogen desolate vlaktes ‘woest’, ‘wild’ en ‘leeg’ waren: braakliggend terrein dat niemands eigendom was en niet werd bewerkt. Door het aanleggen van ‘plantages’ eisten ze een gebied op. In het Amazonebekken gaat de ontbossing nog steeds om dezelfde reden door: de grote agro-industriële bedrijven willen de veeteelt in Brazilië uitbreiden. Door het land productief te maken ‘verbeterden’ de kolonisten het naar hun mening alleen maar. De indianen zagen dat heel anders. De Engelsen maaiden met zeisen het gras en kapten met bijlen de bomen, zodat de herten met hun huiden verdwenen. Evenals de baaien vol vis en gevogelte. Om de kolonisten letterlijk uit het landschap te verwijderen, staken de natives hun woningen en graanschuren in brand. Ze vielen de koeien en varkens aan die overal rondliepen en de inheemse maïsvelden vernielden. Op hun beurt roeiden de kolonisten weer de bizonkuddes uit: tien tot vijftien miljoen stuks (zie: “Butcher’s Crossing” van John Williams). Vooral het omleiden en afdammen van rivieren was desastreus voor de indiaanse gemeenschappen. In indianenreservaten zijn inmiddels hele terreinen omgevormd door nucleaire testgebieden omdat het land ‘toch niet veel soeps was’. De Laguna-schrijfster Leslie Marmon Silko vertelt hoe wolken radioactieve deeltjes van de atoomtestlocatie in Nevada over haar heen trokken. Ze hoort, zoals ze zegt,  bij de ‘vervangbare’ mensen die proefkonijnen werden. Evenals de zwarte mensen die in de chemische corridor van Louisiana wonen waar veel grote petrochemische fabrieken gevaarlijke chemicaliën in de lucht, het water en de grond dumpen. 

 

Ontevreden

In feite zou een verstandig gebruik van grondstoffen niet per definitie hoeven leiden tot uitputting van het land, maar dat is wel wat er eigenlijk altijd gebeurt. Alsof het de aarde verslindt. De ambtenaren van de VOC waren nooit tevreden. De prijzen van de specerijen begonnen te dalen toen de glamour rond de magische, verre landen waar ze vandaan kwamen verdween. De smaak van Europa veranderde. Men was bezorgd dat pittige voedingsmiddelen het lichaam seksueel overprikkelde en een neiging tot de ‘eenzame ondeugd’ creëerden. Bysshe Shelley hekelde de specerijenhandel als ‘schadelijk voor de morele vezels’. De reactie van de VOC: een obsessieve uitroeiingscampagne gericht tegen bomen. Een beperkt aanbod zou de prijs omhoog drijven. Het was niet te doen. De wildernis vocht terug. Aan het eind van de achttiende eeuw stortte de VOC in, uitgehold door tientallen jaren corruptie en verzwakt door een zwalkende geopolitieke orde. Volgens Ghosh raakt de aarde dan ook niet zozeer uitgeput, als wel haar veroveraars. Als de wildernis eenmaal onderworpen is, bevat het geen mysteries meer. Zie de sciendefictionverhalen over ‘terraforming’. Zie de miljonairs die de kolonisatie van Mars plannen. “… Veroverd, inert en serviel, kan de Aarde niet langer veredelen, noch verrukken, noch nieuwe aspiraties voortbrengen…”. Zie het gedicht “High Flight” van de in de Tweede Wereldoorlog omgekomen piloot John Gillespee Magee die zegt zich te hebben ‘losgemaakt van de stugge banden van de aarde’ om ‘het gelaat van God te kunnen aanraken’. Alsof de mens aan de aarde moet ontsnappen wanneer hij naar een hoger stadium van zijn bestaan wil opklimmen. Zie de dichter Tennyson die de mens ziet als de voorbode van een ‘hoger ras’. Door zich ‘opwaarts te bewegen’ kan hij ‘het beest achter zich laten’ en - letterlijk -  ‘de aap en tijger laten sterven’. Zie de  evolutietheorie van Darwin, die onbedoeld opgenomen werd in het weefsel van een bepaald soort raciaal superioriteitsdenken dat tot op de dag van vandaag invloedrijk is. Het einde van de wereld ziet Tennyson als een verre gebeurtenis waarin de mens zijn ware zelf verwezenlijkt, als pure Geest, ontdaan van alle vleselijke en aardse blokkades. Zie ook “Het onsterfelijkheidscomité van filosoof John Gray, het evangelisch-christelijke idee van de ‘rapture’, de apocalyptische visioenen van ecofascisten en de dromen van hen die verlangen naar een wereld ‘gezuiverd’ van mensen.

 

Moeder Aarde

Allen gaan ervan uit dat de aarde ‘inert’ is. Dood. Maar is dat wel zo? De overstromingen, bosbranden en droogtes van deze tijd spelen allemaal in gebieden waar de mens het diepst heeft ingegrepen. Alsof de landschappen hebben besloten de hen opgedrongen vormen van zich af te schudden, aldus Ghosh. Het doet denken aan de volgens hem briljante roman van Stanislaw Lem, “Solaris”, waarin een door mensen geprovoceerde planeet op volkomen onverwachte en griezelige manieren terug begint te slaan (zie ook “De Zwerm” van Peter Schätzing). James Lovelock, die de aarde als een levende entiteit benadert, waar atmosferische, oceanische en veel andere systemen dynamisch op elkaar inwerken, introduceerde de ‘Gaia-hypothese’. De naam werd tijdens een gezamenlijke wandeling geopperd door Willam Golding, schrijver van "Lord of the Flies". Door zijn theorie naar een godin te noemen schond Lovelock één van de krachtigste taboes van de moderniteit, namelijk dat de materie ‘bezield’ kon zijn. Gaia staat niet alleen bekend als ‘moeder’ maar ook als ‘monster’. Vergis je niet! Ghosh vergelijkt de Griekse mythe van de gouden appels van Gaia met de vrucht van de Boom der kennis van goed en kwaad in de Bijbel, die een zeventiende-eeuwse Spaanse historicus weer linkte aan de specerijenbomen op de Molukken. Allemaal zorgden ze voor tweedracht en ellende. In de Indiase traditie zijn eerder bloemen dan vruchten objecten van overweldigend verlangen. Zie de papaver en de bulkhandel in opium. Zie het leed dat alle opiaten veroorzaken. Om het omzetten in ‘nuttige grondstoffen’ te vergemakkelijken, werd het Linnaeïsche systeem in de achttiende eeuw de overheersende botanische categorisatiemethode ‘all over the world’. Ghosh pleit hartstochtelijk voor het elkaar aanvullen van wetenschappelijke en traditionele kennis. Hij heeft het over een groep studenten die geen enkele positieve interactie tussen mens en milieu wist te verzinnen. Naarmate het land verarmt, vermindert blijkbaar ook de reikwijdte van de wetenschappelijke visie.

 

Kapitalisme

Broeikasgassen zijn een bedreiging voor de mens. Er is gesuggereerd dat een transitie naar groene energie zou kunnen leiden naar een nieuwe, aarde-vriendelijke industriële revolutie. Waarom duurt dat dan zo lang? Krachtige obstakels zijn het kapitalisme en neoliberalisme die in wisselwerking staan met heersende machtsstructuren. Door waterkracht gedreven fabrieken waren eertijds veel goedkoper dan op steenkool gedreven fabrieken. Maar stoommachines kon je overal inzetten waar goedkope arbeidskrachten beschikbaar waren. Het werk van de mijnwerkers was echter zo zwaar dat ze vanzelf radicaliseerden. De winning van olie ging duizend keer makkelijker. Met recht kan worden gesteld dat de grote oorlogen in de vorige eeuw zijn gewonnen door zeetankers. Het Amerikaanse leger transformeerde tot een wereldwijde oliebeschermingsdienst. Het ‘petrodallarsysteem’ houdt de kapitalistische wereldorde, gepusht door wapenfabrikanten, in balans. Ter furore van de ‘homo economicus’. De militaire en geopolitieke dominantie is altijd in handen geweest van een kleine westerse minderheid die macht uitoefende op de lichamen, de arbeid, het geloof en niet in de laatste plaats de omgeving van grote groepen tot slaaf gemaakten. Overal opduikende, zwaar beveiligde logistieke centra, waar ‘uitzonderingstoestanden’ heersen die buiten de normale rechtsorde vallen,  zijn de voortzetting van de slavenforten in het verleden. De groene transitie kan deze wereldorde veranderen. Landen zullen niet meer afhankelijk zijn van onvoorspelbare petrostaten of de grootmachten die de zeeroutes voor de olietankers open houden en de hele op logistiek gebaseerde transeconomische containerhandel in stand houden. Het netto resultaat is een wereld die op zijn kop staat. Zie de conflicten die draaiden om kruidnagel en nootmuskaat.

 

Mimetisch

Ghosh bespreekt uitgebreid hoe de geopolitieke macht bezig is met de beheersing van klimaatverandering. Zie de ironie van het feit dat juist het ongekend vervuilende en geldverslindende militaire complex steeds vaker wordt ingezet bij rampenbestrijding, waardoor het een keten creëert van gevolgen waarbij rampen rampen versnellen. Ghosh vindt dat de wetenschap geen oog heeft voor het verleden en de schuld van de klimaatontwrichting veel te veel in de schoenen van individuen schuift, die hun persoonlijke verantwoording moeten nemen. Zo blijven de machthebbers buiten schot. Bovendien worden de mensen die de gevolgen aan den lijve ondervinden amper gehoord. Hij wijst op de continuïteit tussen wat de kolonisten hebben aangericht en de huidige klimaatcrisis. De covidpandemie legde ongenadig het patroon van overheidsverwaarlozing inzake arme minderheden bloot (zie de hotspots in de vleesverwerkende bedrijven): “… Het is een probleem van 250 jaar geleden…”. Met opstanden als  ‘Black Lives Matter’ tot gevolg. De landen die het het slechts hebben gedaan zijn de landen waar de meeste ‘ongelijkheid’ heerst: een goed voorspelbare waarde inzake de toekomst. Frappant is ook dat juist de rijkste landen het minst waren voorbereid op een pandemie. Het positieve is dat het idee van rijkdom fundamenteel ‘mimetisch’ is: “… Totdat ik heb wat de Ander heeft, ben ik arm…”. Als we deze opvatting over het Goede Leven kunnen veranderen zou de resonantie overal voelbaar zijn. Hier ligt het belang van bewegingen als Occupy, Extinction Rebellion en documenten als de encycliek ‘Fratelli Tetti’ van paus Franciscus.  

 

Symbiose

In tijden van crisis slaan morbide individualisme en pathologisch eigenbelang om in tragedies en kun je het vermogen tot samenwerking als een cruciaal evolutionair voordeel beschouwen. Egoïsme wordt alleen een dominant menselijk trekje door processen van indoctrinatie en bepaalde denkwijzen. Toen in 1965 een groep tieners echt op een onbewoond eiland strandde, bleken ze na vijftien maanden een commune te hebben gevormd waarin ze elkaar zoveel mogelijk hielpen. Het werd geen Hobbesiaanseoorlog van allen tegen allen’ zoals in “Lord of the Flies”. Het typische migratiepatroon in de wereld is circulair. Wat de overgrote meerderheid van de rondtrekkende migranten, die Ghosh heeft geïnterviewd, wil, is wat geld verdienen om vervolgens terug te gaan naar hun familie. Hij pleit er dan ook voor deze realiteit te aanvaarden en toezichtsmechanismen te waarborgen die uitbuiting tegengaan. Ghosh haalt ”Uitroeien die beesten” (de titel is afkomstig uit een zin in Conrads “Heart of Darkness”), een boek van Sven Lindqvist aan,  waarin deze zegt dat via ingesleten denkwijzen als de ‘natuurlijke selectie’ van Darwin ‘het idee van uitroeiing niet verder van de kern van het humanisme is verwijderd dan Buchenwald verwijderd is van het Goethehaus in Weimar’. De vraag wie het beest is en wie volledig menselijk vormt de kern van onze planetaire crisis. Ondertussen ontworstelen bacteriën, virussen, gletsjers, bossen en de straalstroom zich aan hun stemloosheid en kunnen niet langer genegeerd of behandeld worden als elementen van een inerte aarde. Lang geleden toonde de Indiase wetenschapper Jagadis Chandra Bose al aan dat planten pijn en angst kunnen voelen. Ze reageren zelfs hoorbaar op bepaalde soorten prikkels. Er zijn communicatieve vermogens ontdekt bij veel soorten niet-mensen, variërend van zeezoogdieren en olifanten tot bomen en bossen. Bultruggen markeren bijvoorbeeld het verstrijken van de tijd door van jaar tot jaar van gezang te veranderen. Biologen schatten dat het menselijk lichaam voor negentig procent uit samenwerkende bacteriën bestaat en niet uit menselijke cellen. Het is ook bekend dat micro-organismen invloed hebben op stemmingen, emoties en het menselijk redeneringsvermogen. Meer en meer lijkt ‘symbiose’ de regel te zijn. Was er een samenwerking tussen de bodhi-boom en de Boeddha tijdens zijn ‘verlichting’? Zie ook de rol die de vijgenboom speelt in de Bijbel. En Franciscus van Assisi die de mensetende wolf van Cubbio temde door op hem in te praten. De wetenschap kan niet alles verklaren.

 

Niet-menselijke stemmen

Volgens Ghosh hebben de niet-menselijke stemmen recht op een luisterend oor. Moeten ze hun stem terug krijgen: “… Dit is de grote last die nu rust op schrijvers, kunstenaars, filmmakers en alle anderen die betrokken zijn bij het vertellen van verhalen…”. Empathie wordt gevoed door verhalen. Hij bespreekt het 620 pagina’s tellende boek “The Falling Sky: Words of a Yanomani Shaman” (2012), van de Braziliaanse sjamaan Davi Kopenawa en de antropoloog Bruce Albert, over de gevaren van de ontbossing van het regenwoud dat zijn eigen klimaat in stand houdt. Het kan van een belangrijke koolstofput een bron van koolstofuitstoot worden. Ghosh waarschuwt voor de ecofascistische bloed- en bodemspiritualiteit à la nazi-Duitsland. Zie de ‘Wandervögel’ met hun mengelmoes van elementen uit de tegencultuur: neoromantiek, oosterse filosofieën en natuurmystiek. Hitler kon soms klinken als een groene utopist. Vandaar dat wit-nationalistische opvattingen soms wortel schieten in organisaties voor natuurbehoud. Hij vertelt over het ‘metafysische verzet’ tegen de verwarde Europese slavenhouders die deze zwarte tegenstand betitelden als een terugkeer naar de onbeschaafdheid ‘onder invloed van satanische gekken’. Hij noemt “De stille kracht” (1900) van Louis Couperus de meest inzichtelijke van alle Europese koloniale romans. Ghosh haalt ook “De tienduizend dingen” (1958) aan, een boek van Maria Dermoût. De hoofdpersonen in beide romans behoren tot de moderne wereld, maar zij respecteren de stille krachten van het land. Kwam het tomeloze geweld van de kolonisten voort uit angst voor dit ongrijpbare fenomeen? Een en ander had anders veel weg van exorcisme, aldus Ghosh. “… Nu het vooruitzicht van een planetaire catastrofe steeds dichterbij komt, is het essentieel dat die niet-menselijke stemmen weer in onze verhalen worden opgenomen. Het lot van de mensheid en van al onze verwanten hangt ervan af…”.

 

Uitgave: Atlas Contact - 2023, vertaling Menno Grootveld, 352 blz., ISBN 978 904 504 812 3, 29,99

Rechtstreeks bestellen bij bol.com: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten