Menu

woensdag 8 maart 2023

De Zwerm – Frank Schätzing

 


In het Nederlands Dagblad van jongstleden 17 februari  schreef literatuurcriticus Hans Ester dat vanaf 6 maart de  acht delen van de tv-serie ‘Der Schwarm’ op de Duitse tv-zender ZDF te zien zijn (klik hier voor de trailer). ‘Der Schwarm’ is gebaseerd op de gelijknamige eco-thriller van Frank Schätzing (Keulen – 1957, communicatiewetenschapper) uit 2005. Een goede reden om “De Zwerm” eindelijk eens te lezen, wat met bijna 1000 bladzijden echt een enorme kluif is. Desondanks werd de roman  een wereldsucces met een uitgave in 27 talen. Als de spectaculaire filmversie aanslaat, wat ik zéker verwacht (alleen al de schitterende walvis-shots!), zal het boek ongetwijfeld ook weer in de picture verschijnen. Het verhaal brengt de vernietiging van het leven door de mens  in de grote oceanen in kaart en laat de zeedieren tegen onze beschaving in opstand komen: “… De normaliteit en voorspelbaarheid van de oceanen verdwijnt in toenemende mate. Er blijkt een soort wezen in het water te zijn dat de nietsontziende mens met zijn vervuilende olieboringen op het continentaal plat en schadelijke zoektochten naar grondstoffen op keiharde wijze een halt wil toeroepen. De toekomst van de mensheid staat op het spel…”. Ondanks de hoge mate van fictie komen er veel wetenschappelijke issues voorbij. Gaandeweg word je diep ingewijd in de problematiek. Ester: “… ‘Der Schwarm’ als roman is een oproep tot bekering…” – daar ben ik het volkomen mee eens.

 

Pokerspel om vis

Het boek start met een scène over een traditionele visser voor de kust van Peru die met lede ogen aanziet hoe Japanse en Koreaanse trawlers met hun sleepnetten, zo groot als twaalf jumbojets (!), de oceaan leegvissen. Hij weet zich in zijn smalle biezen bootje (een ‘caballito’) de verliezer van de drijvende visfabrieken. Soms vangt hij nog wat tonijn en makreel in het ondiepe rotsige water voor het vasteland, waar de grote schepen niet kunnen komen. Plotseling wordt er zo hard aan zijn visnet getrokken dat het bootje mee de diepte in dreigt te schieten. Met een paar halen snijdt hij het los. Even later duikt hij het water in om het net terug te halen. Het zit vast aan de rotsen. Terwijl hij bezig is, merkt hij hoe boven hem zo’n gigantisch grote school goudmakrelen aan komt zwemmen, dat het licht erdoor wordt verduisterd. De visser zal nooit meer boven water komen: de vissen weigeren hem door te laten. In diezelfde periode spoelt er op het strand van Chili een reusachtig, maar onbekend geleiachtig kadaver aan, dat door contact met de lucht snel ontbindt.

 

Geslachtswisseling

Een volgende scène: plaatsvervangend projectleidster voor de exploitatie van aardolievelden van olieconcern Statoil, Tina Lund, komt zeebioloog Sigur Johanson aan de Noorse Universiteit van Trondheim een potje wormen brengen. Ze heeft ze op zo’n zevenhonderd meter diepte aangetroffen, in een gebied aan de rand van een continentaal plat. Hij ziet direct dat het om de familie van ijswormen gaat, die tot de oudste levende wezens op aarde behoren, maar herkent het specifieke soort niet. Is er sprake van een mutatie? Het Noorse ministerie geeft pas toestemming een booreiland te bouwen nadat de milieufactoren goed zijn doorgelicht. In het verleden blijkt er samen met olie veel verontreinigd water uit de bodem te zijn opgepompt, dat rücksichtslos in zee werd geloosd. Het zat vol chemicaliën die onder andere een schadelijk effect hadden op de voortplantingscycli van kabeljauw: “… Ze leken op  vrouwelijke hormonen; mannetjes werden onvruchtbaar of wisselden van geslacht…”.  Als iets dergelijks nu ook eens meespeelt in de huidige genderverwarring onder mensen? - dacht ik bij mezelf. De wormen leven van methaanvretende bacteriën. Er is ook een tak van dezelfde familie in de Golf van Mexico ontdekt. Of Lund aan nog wat meer exemplaren kan komen. Geen probleem, zegt ze. Beneden zijn er genoeg: miljoenen…  

 

Die ene vraag

Andere scène: gedragswetenschapper inzake walvissen en dolfijnen Leon Anawak, van oorsprong een Inuit, heeft een probleem. Naast zijn onderzoek naar beloega’s neemt hij toeristen mee het water op om walvissen te spotten voor Vancouver Island. Alleen lijken de zeedieren spoorloos te zijn verdwenen. Terwijl hij er op een omgevallen boomstam op het strand over na zit te denken, komt een kettingrokende vrouw van middelbare leeftijd naast hem zitten: Samantha Crowe. Ze vertelt dat ze voor de NASA werkt. Bij SETI (Search for Extra Terrestrial Intelligence), welteverstaan. Ze concludeert dat ze in wezen hetzelfde doen. Anawak probeert walvistaal te analyseren en zij luistert de ruimte af omdat ze ervan overtuigd is dat het er wemelt van buitenaards leven. Maar ja, luister maar eens honderd miljard sterren af! Vooralsnog zijn er alleen signalen opgevangen waarvan niemand de herkomst kent. Toch weten we minder van de diepzee dan van de sterren. Dat komt omdat wij ons veel makkelijker in de ruimte kunnen bewegen dan in de oceanen. Er worden wiskundige boodschappen het heelal ingestuurd, omdat wiskunde de enige universele taal is die elk intelligent wezen verstaat. Ze praten over het doel van hun werk: waarom hun obsessies voor wezens in een andere kosmos, een andere dimensie? Sam: “… Volgens mij, Leon, gaat het uiteindelijk alleen maar om die ene vraag, de vraag naar de zin…”.

 

Een lichtgevend ‘ding’

Naarmate het verhaal op gang komt, vinden er steeds meer vreemde voorvallen plaats. Lund neemt maritiem bioloog Johanson mee naar een testschip om hem kennis te laten maken met een hypermoderne duikrobot. Op een scherm ziet hij hoe de bodem van de diepzee krioelt van de rare roze kronkelige methaanwormen, met voor hun doen akelig grote kaken en tanden. Waar hebben ze die voor nodig? In die stuiptrekkende massa is heel even een lichtgevend ‘ding’ te zien. Bioluminescentie? Terwijl Anawak in zijn eentje de zee bij Vancouver opgaat, blijken de walvissen terug. Twee bultruggen verheffen zich aan weerszijden van zijn bootje en fixeren hem met een strakke blik, wat hem een zeer onaangenaam gevoel geeft. Even later wordt hij om advies gevraagd inzake een scheepvaartongeluk. Het roer van een splinternieuw schip is vastgelopen. De sleepboten die het naar een veilige haven wilden brengen, werden aangevallen door walvissen. Nader onderzoek wijst uit dat de onderkant van het vrachtschip volledig is bedekt met een laag mosselen van hier en daar wel twee meter dikte, terwijl de schroef ook nog eens onder een geleiachtig, glibberig, rubberachtig weefsel zit. Als Anawak met zijn mes tussen de mosselen wrikt, flitst er ineens een ‘ding’ naar zijn gezicht, wat gepaard gaat met kleine explosies van fel licht.

 

Tijdbom

Johanson gaat in verband met zijn wormen ook eens langs bij één van de meest gerenommeerde adressen voor maritieme geowetenschappen in Europa: het onderzoekscentrum Geomar te Kiel, in Duitsland, waar de hoop wordt  gekoesterd dat ze natuurrampen, klimaatveranderingen en ontwikkelingen in het milieu kunnen voorspellen en beïnvloeden. Methaan lijkt het antwoord te zijn op de energieproblemen van morgen: het verbrandt schoner dan alle andere fossiele brandstoffen. Maar het is ook een broeikasgas met een dertig keer sterker effect dan kooldioxide. Het vervliegt in de lucht. Als er iets misgaat met de winning verandert de aarde in een bakoven met alle gevolgen van dien. Het is altijd hetzelfde liedje: de industrie ziet reusachtige energievoorraden, de wetenschap ziet een tijdbom. Het methaangas in het diepst van de aarde gaat een verbinding aan met koud water en verandert in ijs. Vandaar dat er in de volksmond soms wordt gepraat over ‘methaanijs’, wat niet correct is. Het methaan bevriest niet, maar het water. De juiste naam is dan ook ‘methaanhydraat’. Bij hoge druk en heel lage temperaturen bevriest alleen de bovenste methaanlaag op de zeebodem. We hebben het dus over een ‘deksel’ van methaanijs, met een dikte tussen de zestig en honderd meter. “… Wij vermoeden dat er in de mariene gashydraten tweemaal zoveel methaankoolstof zit als in alle bekende aardgas-, aardolie- en koolvoorraden samen…”. De industrie staat te springen om automatische onderzeese fabrieken te bouwen waarin ze bijvoorbeeld vrijkomend gas in trechters kunnen opvangen en naar boven transporteren door op grote diepte hydraten te smelten. Dat klinkt mooi, maar wie zegt dat zulke smeltprocessen geen kettingreactie van biologische rampen veroorzaakt? De diepzeebodem zal inzakken als je daar het methaan uithaalt. Wat voor effect heeft dat? De ijswormen leven in symbiose met bacteriën die methaanhydraten afbreken. Met hun kaken boren ze zich in de ijslaag, tot ze uiteindelijk in de gasbel terechtkomen waar hun de verstikkingsdood wacht. Het zijn gek genoeg kamikazepiloten.

 

Nepindiaan

Ondertussen wordt Anawak dwars gezeten door een fanatieke milieuactivist, Greywolf, een verklede ‘nepindiaan’. Met zijn vriendjes begint de laatste  ‘toeristen te spotten’ die naar de walvissen komen kijken. Hij zoekt de confrontatie. Belaagt met twee bootjes Anawaks vaartuig. Valt diens gasten lastig door ze te fotograferen, uit te schelden, met visafval te bekogelen, op een grote trom te slaan en liedjes te zingen. Later zal hij over zijn ‘drive’ zeggen: “… Kijk, Leon, weet je wat het probleem van onze tijd is? De mensen verliezen steeds meer betekenis. Iedereen is vervangbaar. Er zijn geen idealen meer, maar zonder idealen is er niets wat je groter maakt dan je bent. Iedereen zoekt wanhopig naar een bewijs dat de wereld mét hem anders is dan zonder hem…”. In het heetst van de strijd ziet niemand dat er diverse walvissen op hen afkomen, die vervolgens frontaal tot de aanval over gaan. “… Waren ze met iets besmet? Een soort hondsdolheid? Het moest iets zijn wat dieren ziek maakte…”. Anawaks noodsignalen hebben weinig zin, want langs de hele kust blijken de walvissen schepen aan te vallen: “… Waren de dieren dol geworden van de chemie waarmee hun lijven vol zaten? Brachten de PCB-concentraties in het zeewater en het vergiftigde voedsel hun instinct volledig in de war? Orka’s raakten besmet door het eten van vergiftigde zalm en andere zeebewoners met toxinen in hun lichaam, maar grijze walvissen en bultruggen waren planktoneters. Hun metabolisme functioneerde anders dan dat van carnivoren. Hondsdolheid leek hem niet de juiste verklaring…”. Gifstoffen tasten het afweersysteem aan, met infecties en vroegtijdige dood als gevolg. Walvissen worden er echter niet gek van. Anawaks boot kapseist. Hij en nog een paar anderen worden ternauwernood gered door Greywolf – dat dan weer wel.

 

Op hol geslagen natuur

De onheilstijdingen nemen overal toe. De hydraatvelden lijken onstabiel te worden; in de zeeën en oceanen stijgen de gasconcentraties dramatisch. Veertien mensen vinden de dood door ver buiten hun territorium tredende kwalleninvasies van Portugese oorlogsschepen, zeer giftige zogeheten ‘staatkwallen’. Ook enorme scholen toxische zeewespen houden ver van de kust waar ze horen huis: “… Wat doen ze daar? Alsof iemand ze ernaartoe heeft getoverd…”. De niet te beteugelen killeralg ‘pfiesteria pisicida’ duikt op: een moordmachine, een vampier die zich lekker voelt in overbemest water (bijvoorbeeld afkomstig van de varkensteelt). Aan de lopende band verdwijnen er in diverse delen van de wereld mensen en boten. Voor de Japanse kust vliegt een gastanker in de lucht. Op hetzelfde moment botsen in de Straat van Malakka twee containerschepen en een fregat op elkaar. Giftige wezens die normaal een verborgen bestaan leiden, komen tevoorschijn en vallen mensen aan: steenvissen, pietermannen, schorpioenvissen, vuurwormen, kegelslakken. Haaien worden agressief. Een walvis kopt zelfs een watervliegtuig uit de lucht. ‘Iets’ knaagt de kabels op de zeebodem stuk. In een Frans toprestaurant explodeert een kreeft waaruit een omineus geleiachtig spul spuit dat de chefkok in zijn gezicht krijgt, die ’s avonds in elkaar zakt. Honderden en al gauw duizenden Fransen melden zich met vergiftigingsverschijnselen (het water waarin de kreeft werd gekookt is in de riolering terecht gekomen). In de hersenen van een dode walvis wordt de apocalyptische gelei ook aangetroffen. Een school haringen brengt een bijna twintig meter lange trawler tot zinken. Vissen lijken te hebben geleerd hoe ze om netten heen kunnen zwemmen: “… De vissers melden gigantische verliezen, de hele voedingsindustrie lijdt eronder…”. Er zijn onbekende diepzeegluiden. De Golfstroom wordt lamgelegd. Ondertussen draait generaal-commandant Judith Li van de US Marine op het journaal handig om de zaken heen, is het internationaal opgezette crisisteam oorverdovend stil, en weten de kranten weinig tot niets te melden. Wordt de pers het zwijgen opgelegd?

 

Tsunami

Johanson en zijn collega wetenschappers zitten natuurlijk niet stil. Al gauw blijkt dat het in en om de wormen wemelt van de methaanvretende bacteriën, die dan wel niet zonder zuurstof kunnen, maar die bacteriën leven weer samen met eencellige ‘archaea’, en zij kunnen dat wél. Het zijn de archaea die zich vrolijk, want zuurstofloos, door het dikste ijs boren. Op zich zijn wormen geen probleem. Maar als ze allemaal op een kluitje gaan zitten wordt het andere koek. In het centrum van dit wormenveld is wederom sprake van een ‘blauwe wolk’ waaruit bliksems flitsen. Evenals op een plek in de diepzee waar plotseling alle walvissen naar toe zwemmen. Wat Lund van Statoil niet heeft verteld is dat er allang een volautomatische onderwaterfabriek tussen de wormen in bedrijf is. Een hightech fantoom zonder menselijk falen weliswaar, maar ook zonder menselijke trekjes of menselijk besef, waardoor er kan worden bijgestuurd wanneer men de controle dreigt te verliezen. Welnu, dat hele complex zakt weg in de zeebodem waardoor een enorme zeebeving ontstaat. Schätzing beschrijft de hierdoor veroorzaakte tsunami op een werkelijk onnavolgbare manier. Ik ga niet eens probéren hem te evenaren. Het wordt de grootste beving die de Noordzee en Noorse Zee de laatste duizend jaar hebben meegemaakt. De verwoestende kracht van de steile watermuur bereikt Noorwegen, Nederland, Duitsland, Schotland en zelfs IJsland.

 

Onstabiel

Het klinkt paradoxaal, maar vrijwel niemand sterft door verdrinking: “… De meeste slachtoffers werden doodgeslagen. Door de snelheid was het water net beton: je voelde er niets van…”. Bij zijn vertrek is een tsunami veel erger. Door zijn zuigkracht sleurt hij alles wat nog staat of zich staande wil houden naar zee, waar trouwens ook alles is vernield: boortorens, transatlantische internetkabels, pijpleidingen (Schätzing heeft het nog niet over windmolens). Tsunami’s bestaan uit diverse grote golven die met tussenpozen aanrollen: “… Ruim een kwartier na de eerste golf kwam de tweede, die allerminst onderdeed voor de eerste. Hij maakte het karwei af. Een derde golf, die twintig minuten na de tweede kwam, was nog maar half zo sterk als de eerste. Daarna kwam er nog de vierde golf, de laatste…”. Niet alleen het water verwoest, maar ook de moddergolven en de loodzware keien, schepen en auto’s die als projectielen overal inslaan. Daarna komen de branden. Aan de kust  is de komst van een tsunami te onderkennen doordat de zee zich in slow-motion terugtrekt. Tsunami’s ontstaan niet aan het wateroppervlak, zoals stormgolven, maar in de diepte. Ze zijn niet het resultaat van winden, maar het gevolg van een seismische schokgolf.  De hele zee komt in beweging. Schop tegen de onderkant van een emmer water en je hebt een tsunami in het klein. “… Wie wist niet dat meteorieten, aardbevingen, vulkaanuitstortingen en vloedgolven het beeld van de aarde als sinds miljoenen jaren verandert? Maar hadden we niet allemaal het gevoel dat er sinds het begin van het moderne tijdperk een soort geheim verdrag bestond dat zulke dingen leek uit te sluiten?...”.

 

Conferentie

Door het afbreken van het continentale plat, ontstaan er kettingreacties waardoor de hele wereld in chaos en Noord-Europa onder water verzinkt. De stroomvoorziening valt volledig uit. Epidemieën barsten los. De wereldhandel ligt op zijn gat. Op initiatief van de Verenigde Staten komt afgesloten van de buitenwereld een grote groep geheim agenten, regeringsmensen en wetenschappers bij elkaar in een mondiaal crisiscentrum voor een conferentie. Duidelijk is dat er een systeem achter de gebeurtenissen zit. De zee staat op het punt de mens te doden. De natuur lijkt eendrachtig samen te werken. De CIA denkt aan terrorisme, aan DNA-technologie dat ingrijpen in het erfelijk materiaal mogelijk maakt, wat de gedragsverandering van dieren zou kunnen verklaren. Anderen vinden dat weer onzin. Er gaan geen bijzondere geldstromen over de wereld en er is niets wat wijst op mondiale plannen of acties. En waarom zouden terroristen buitengewoon omslachtig via de zee werken? In ieder geval krijgen alle deskundigen de taak mee uit te gaan zoeken wat er buiten op zee aan de hand is en met een verklaring te komen voor de ‘gelei’ en ‘blauwe wolken’. Daarvoor krijgen ze toegang tot de communicatiesatellieten van het leger. Ook Johanson en Anawak.   

 

Rahab

De anomalieën zetten onverminderd door. Op Long Island wordt een vrijend paartje overvallen door een leger witte kreeften zonder ogen, dat van alle kanten uit het water komt kruipen. De meesten worden in de prak gereden door het verkeer op de autosnelwegen. Geen van allen overleven lang op land. Die avond en de dagen erna begeven legio auto’s zich naar de wasstraten van New York. “… Het afvalwater stroomde in de ingewanden van de Big Apple, verdeelde zich naar alle kanten en vermengde zich met ander afvalwater. Vervolgens kwam het in de zuiveringsinstallatie terecht en daarna als gezuiverd water weer terug in het watersysteem…”. Zes uur later rijden de eerste ambulances door de straten van New York. Al gauw wordt de noodtoestand uitgeroepen. Net als de wormen functioneren de kreeften als taxi’s. Dit keer voor de killeralg. Johanson kan tot geen andere conclusie komen dan dat de wereld aangevallen wordt door een intelligent wezen uit de diepzee. Een soort Rahab, een Bijbels zeemonster. Sterker: op den duur neemt hij zijn collega’s mee in dit idee. Omdat de onbekende substantie lijkt te werken als Ray Kurtweils futuristische neuronencomputer, die in theorie iemands denken volledig kan scannen en overnemen, beginnen ze met het bestuderen van kunstmatige intelligentie.

 

Inuit

Een wat vreemde zijsprong in het toch al veel te dikke boek wordt gemaakt als Anawak terugkeert naar de Inuit, wanneer zijn uit het oog verloren vader sterft. Zijn oom leert hem evenwel open te staan voor de zienswijze van de sjamanistische nomaden met betrekking tot de wereldwijde chaos: “… die problemen kunnen jullie niet met de wetenschap oplossen, jongen. Een sjamaan zou zeggen dat jullie met boze geesten te maken hebben, de boze geesten van een drukke wereld, die in levende wezens kruipen…”.  Dat kun je gerust letterlijk nemen: “… Anawak wist maar al te goed dat industriegifstoffen als DDT en PCB uit Azië, Noord-Amerika en Europa met de wind en zeestromingen in de poolzeeën belandden. Eenmaal hier kwam het giftige spul in het vetweefsel van walvissen, zeehonden en walrussen terecht en maakte de mensen ziek die het vlees van deze dieren aten. De hoeveelheid PCB die in de moedermelk van Inuit-vrouwen werd aangetroffen lag twintig keer hoger dan de grenswaarde van de wereldgezondheidsorganisatie WHO. Inuit-kinderen hadden zenuwstoornissen en een lager IQ dan andere kinderen. De wildernis werd systematisch vergiftigd, omdat de quallunaaq niet begreep of wilde begrijpen dat onze planeet in feite precies zo werkte als een mens: het hart- en bloedvatenstelsel van onze aarde bestond uit gigantische windstromen en zeestromingen die alles overal heen verspreidde. Waarom was men eigenlijk zo verbaasd dat iemand daar beneden had besloten dat het nu welletjes was?...”. Overal waar de natuur in contact kwam met de mens, had de mens haar bedrogen. Anawaks oom zegt dat ze geen schijn van kans maken als ze de strijd met de wezens in zee aan gaan. Maar wat werkt dan wel? Ze moeten leren de aliens te accepteren en te begrijpen. Een zekere pantheïstische instelling aankweken, volgens zijn oom. Mensen zijn niet belangrijker dan de rest van de natuur. Ze zijn slechts een onderdeel van een bezielde wereld van dieren, planten en ijs. Het doet me denken aan hoogleraar theologie en wetenschap Gijsbert van den Brink, die dinsdag 7 maart 2023, in het ND schreef: “… Het is hoog tijd om te zeggen waar het op staat: de aarde is heilig. Wie haar aantast, tast God aan…” (zie eveneens mijn vorige blog, en voor wie het interesseert, de preek die ds. Jos Douma ter gelegenheid van biddag 2023 hield in de Plantagekerk te Zwolle).  Ze moeten contact met de wezens opnemen zoals Anawak contact heeft opgenomen met het vreemde volk van de Inuit, vindt Anawaks oom. Zodat ze weer met elkaar kunnen vergroeien. En dus komt de kettingrokende SETI-expert Samantha Crowe andermaal in beeld.

 

Jaarberichten van een milieuorganisatie

Hoe een en ander zich verder ontwikkelt en het leger en de wetenschappers de wereldomvattende rampen aanpakken, ga ik  verder natuurlijk niet verklappen. “De Zwerm” is en blijft een thriller. In het midden van het boek zijn nog wel wat jaarberichten van een milieuorganisatie opgenomen, die ik de moeite van het citeren waard vind, om enigszins een indruk te geven van de enorme ecologische problematiek waar de aarde mee te kampen heeft. Daarbij is het goed te beseffen dat deze informatie van twintig jaar geleden stamt. Intussen is er ongetwijfeld veel ten goede en ten kwade gekeerd. Schätzing: “… Ondanks het verbod van 1994 wordt er nog steeds kernafval in de zeeën en oceanen gedumpt. Duikers van Greenpeace hebben aangetoond dat de radioactiviteit in een loospijp van de opwerkingsfabriek in het Franse Le Hague zeventien maal zo hoog lag als in niet-verontreinigde wateren. Voor de Noorse kust zijn zeetong en krabben besmet met de radioactieve stof technetium. Noorse milieuactivisten ontdekten dat de verouderde Britse opwerkingsfabriek Sellafield de bron van de besmetting is. Toch willen Amerikaanse geologen radioactief afval in de diepzee dumpen. Hiervoor willen ze een pijp van enkele kilometers lang gebruiken waardoor containers met het stralende materiaal in speciale gaten glijden, die vervolgens met sedimenten worden bedekt…”.

 

De zeebodem als vuilnisbelt

Vervolgens: “… Al sinds 1959 dumpen de Russen enorme hoeveelheden kernafval inclusief ontmantelde reactoren in de Arctische zee. Ruim één miljoen ton chemische wapens ligt op een diepte van tussen de 500 en 4500 meter op de zeebodem te verrotten. Extreem gevaarlijk zijn de vaten met gifgas, die langzaam doorroesten. Deze dumpten de Russen al in 1947. Honderdduizend vaten met zwak radioactief afval uit ziekenhuizen, laboratoria en industrie liggen voor de Spaanse kust. En midden in de Atlantische Oceaan vonden wetenschappers plutonium op een diepte van vierduizend meter, afkomstig van kernbomtests die jarenlang in de Zuidzee plaatsvonden… De Britse hydrografische dienst heeft een lijst opgesteld van scheepswrakken die op de bodem van de diverse oceanen liggen. Er staan er maar liefst 57.435 op, onder meer enkele Amerikaanse en Russische atoomonderzeeërs… “.

 

Gif

En verder: “… Voor zeeorganismen is het gif DDT nog gevaarlijker dan voor andere levende wezens. Het gif wordt door de zeestromingen meegevoerd, breidt zich zodoende over de hele wereld uit en komt in alle mariene voedselketens terecht. Het spek van potvissen is zwaar besmet met polybroomverbindingen, een brandremmende stof voor behuizingen van computers en televisies. Negentig procent van alle gevangen zwaardvissen is besmet met kwik, vijfentwintig procent ook nog eens met PCB. In de Noordzee krijgen vrouwelijke wulken penissen. De veroorzaker is vermoedelijk tributyline, een aangroeiwerende stof die in scheepcoatings zit… Elke olieboring verontreinigt de zeebodem over een gebied van twintig vierkante kilometer. In eenderde ervan komt geen leven meer voor… Elektrische velden afkomstig van kabels in de diepzee verstoren het oriëntatievermogen van zalmen en palingen. Bovendien heeft de elektrosmog een schadelijke uitwerking op de groei van larven… Overal ter wereld nemen de algengroei en vissterfte enorm toe. Doordat Israël een verdrag tegen het dumpen van industrieafval op zee niet ratificeerde, kon het bedrijf Haifa Chemicals tot 1999 jaarlijks zestigduizend ton chemisch afval dumpen: lood, kwik, cadnium, arseen en chroom kwamen met de stroming in Syrië en Cyprus terecht. Dagelijks lozen kunstmestfabrieken langs de Golf van Tunesië 12.800 ton fosforgips in de Middellandse Zee…”.

 

Weggevaagde ecosystemen

En wat dies meer zij: "… Zeventig van de tweehonderd bekendste soorten zeevissen zijn volgens de FAO, de wereldvoedselorganisatie van de Verenigd Naties, met uitsterven bedreigd. Niettemin neemt het aantal vissers nog steeds toe; in 1970 waren er dertien miljoen, in 1977 al dertig miljoen. In dat verband zijn vooral de bodemsleepnetten die voor de vangst van kabeljauw, zandalen en Alaska-zeezalm worden gebruikt rampzalig. Hiermee worden letterlijk hele ecosystemen weggevaagd, doordat zeezoogdieren, roofvogels en zeevogels geen prooi meer vinden… Bunker C, de meest gebruikte scheepsbrandstof, wordt voor gebruik eerst ontdaan van as, zware metalen en sedimenten. Dit proces levert een taai afvalproduct op, dat meestal niet op de voorgeschreven wijze te land wordt afgegeven, maar dat stilzwijgend in zee wordt gedumpt…".

 

Waar zijn we mee bezig…

Alsof dat allemaal nog niet genoeg  is: “… Voor de Peruaanse kust, op een diepte van vierduizend meter, hebben wetenschappers uit Hamburg de grootschalige commerciële winning van mangaanknollen gesimuleerd. Hun schip trok de eg waarmee de knollen normaal gesproken worden geoogst kriskras over een gebied van elf vierkante kilometer. Daarbij kwamen talloze zeeorganismen om. Het duurde jaren voordat het gebied de schok weer te boven was… Door bouwactiviteiten in de Florida Keys kwam een grote hoeveelheid aarde in zee terecht, dat als drijfzand op de koraalriffen kwam te liggen. Een groot deel van de dieren en planten stikte… Marine wetenschappers ontdekten een toename van de kooldioxide in de atmosfeer – veroorzaakt door de verbranding van fossiele brandstoffen – die de groei van riffen tegengaat. Zodra kooldioxide in het water terechtkomt, wordt het water zuur. Niettemin willen grote energiebedrijven in de nabije toekomst grote hoeveelheden CO₂ in de diepzee pompen om de atmosfeer ervan te bevrijden…”.

 

Gamechanger

Het stemt dan ook bijzonder hoopvol dat de Verenigde Naties het afgelopen weekeinde na ruim 15 jaar onderhandelen een akkoord hebben bereikt over een historisch verdrag dat de biodiversiteit in de oceanen beveiligt. Afgesproken is om 30 procent van de zeeën en oceanen in 2030 een beschermde status te geven, zodat ze beschut worden tegen de gevolgen van menselijke roofbouw – en wellicht zelfs kunnen herstellen. Volgens de koepel van natuurorganisaties IUCN wordt momenteel bijna 10 procent van de soorten in de oceanen met uitsterven bedreigd, waaronder 15 procent van de koralen, 67 procent van de beenvissen en 90 procent van de haaien en roggen. En dan zijn de ontelbare soorten in de oceanen nog niet eens bekend (bron: ND 07.03.2023). ‘Dit verdrag is de gamechanger die de oceanen zo hard nodig hebben’, zegt Fabienne McLellan van ngo OceanCare.

 

Uitgave: Bruna - 2007, vertaling Gerrit ten Bloemendal & Dirk Rijk, 927 blz., ISBN 978 902 299 243 2, alleen tweedehands verkrijgbaar

Rechtstreeks bestellen bij bol.com: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten