Menu

dinsdag 18 oktober 2022

De kracht van ideeën – Jonathan Sacks

 


Subtitel: Woorden van geloof en wijsheid

 

In dagen van crisis, kom ik altijd weer bij het Jodendom op verhaal (zie bijvoorbeeld Viktor Frankl: “De zin van het bestaan” en Edith Eger: “De keuze”). Geen andere groepering lijkt bekender met lijden, én heeft noodgedwongen méér geleerd beproevingen te doorstaan: “… Hoe Europa de Joden heeft behandeld, zorgde voor bepaalde nieuwe woorden in het menselijk vocabulair: ‘disputen’, ‘gedwongen bekering’, ‘inquisitie’, ‘expulsie’, ‘autodafe’, ‘getto’, ‘pogrom’ en ‘Holocaust’, woorden die zijn geschreven met Joodse tranen en Joods bloed…”. Als er érgens wijsheid te halen valt, is het bij hen, voor mijn gevoel. De Engelse orthodoxe opperrabbijn Jonathan Sacks (1948 – 2020): “… De profeet Elia ontdekte dat God niet in de stormwind, de aardbeving of het vuur was, maar in de zachte stem van de kalmte, die teder is maar ook duidelijk. Laat die ons leiden door de wildernis van deze turbulente tijden. En moge die ons allen raken, zoals de sjofar ons allen raakt, om een beetje beter, nederiger en spiritueler te worden dan we waren…”. “De kracht van ideeën” bevat een selectie van zijn tijdloze religieuze en filosofische essays, toespraken en columns. Op YouTube vond ik inzake het werk van Sacks nog een interessante lezing van theoloog Marcel Poorthuis: zie hier.

 

Gemaakt naar Gods beeld en gelijkenis

Tot mijn verrassing opent “De kracht van ideeën” met een voorwoord van, toen nog, prins Charles, die rabbijn Sacks ‘een licht voor dit land’ noemt. Het eerste deel bestaat uit een selectie ‘Gedachten voor vandaag’, uitgezonden door BBC Radio 4, waarin een gelovige in zo’n tweeënhalve minuut zijn of haar gedachten over een nieuwsonderwerp mag delen. Het zijn derhalve korte stukjes, waarin rabbijn Sacks' indringende boodschap inzake (religieuze) tolerantie en verdraagzaamheid steeds weer helder opduikt. Nooit wordt hij moe te benadrukken dat het allereerste hoofdstuk in de Bijbel vertelt dat wij gemaakt zijn naar het beeld en de gelijkenis van God. Net als God zijn wij creatief. Net als God zijn wij vrij. Antoine Bodar zei ooit: iedereen is een kind van God, alleen weten we dat niet allemaal. Daarop rust de waardigheid van elk mens. Daarom is een respectvolle omgang met de ander een vereiste. Ook onze vijanden zijn geschapen als het evenbeeld van God. Wie een schepsel van God aantast, tast God zelf aan. Rabbijn Sacks: “… Ik vind het verbijsterend dat het geloof ons verdeelt, juist in een tijd waarin globalisering ons wereldwijd dwingt om samen op te trekken. We moeten samen optrekken tegen milieuvernieling, politieke vervolging, armoede en ziekte, maar niet tegen elkaar; en al helemaal niet uit naam van de God wiens beeld wij allemaal dragen…”. Even verder: “… De echte vraag, die keer op keer heeft weerklonken door de wandelgangen van de geschiedenis, is of we manieren kunnen vinden met elkaar te leven, ook als we geen manieren kunnen vinden met elkaar te geloven of te aanbidden…”. Nadat in machtsdenken verstrikte Europese katholieken en protestanten elkaar jarenlang de tent uit vochten, drong op een gegeven moment het besef door dat het niet loont om te zeggen: “… Geloofsovertuigingen zijn belangrijk, en daarom moet iedereen precies de juiste hebben…”. In plaats daarvan kun je ook een andere conclusie trekken: “… Geloofsovertuigingen zijn belangrijk, en daarom moet iedereen het recht hebben op een leven volgens zijn of haar eigen overtuiging…”. Religie is dan ook niet het meest geschikte middel om conflicten te beslechten, meent rabbijn Sacks (zie de rampzalige opstand van de Joden tegen de Romeinen in de eerste eeuw van onze jaartelling, die resulteerde in een verbanning die bijna 2000 jaar duurde). Dat is aan de politiek. Democratie is “... het slechtste systeem dat ooit is uitgevonden, afgezien van alle andere…”. De macht van de meerderheid kan immers leiden tot tirannie en het verlies van rechten van minderheden. “… De goede kant van democratie is echter dat daarmee conflicten op een niet-gewelddadige manier kunnen worden opgelost. Dankzij democratie is een regeringswissel mogelijk zonder revolutie of burgeroorlog. En bovenal staat democratie garant voor de vrije verwoording van afwijkende geluiden…”. Democratie bouwt geen samenleving die ideaal is, maar wel draaglijk.

 

Luisteren naar de andere kant

Prachtig omschrijft Sacks het verschil tussen macht en invloed. Kierkegaard zei ooit: “… Zodra een koning sterft, sterft zijn macht. Zodra een profeet sterft, begint zijn invloed…”. De koningen van weleer zijn we allang vergeten, de profeten blijven inspireren. “… Niet ieder van ons heeft macht. Maar iedereen heeft wel invloed…”. We maken de mensen in onze omgeving beter of slechter dan ze zonder ons zouden zijn geweest. We kunnen ze besmetten met ons cynisme en materialisme, maar ook opbouwen met onze ‘kleine daden’ van vriendelijkheid en liefde. Aansluitend waarschuwt rabbijn Sacks voor de heersende cancelcultuur in de woke-beweging: “… Ik maak me grote zorgen over iets wat ik beschouw als de aanval op het vrije woord, die momenteel om zich heen grijpt binnen Britse universiteiten uit naam van de ‘safe space’ (een plek die veilig is, maar ook buitensluit), ‘trigger warnings’ (gevoeligheid die verwordt tot overgevoeligheid) en vormen van ‘microagressie’ (beledigingen die niet zo bedoeld zijn). Vorige maand wilden studenten zelfs niet dat een afgevaardigde van de christelijke studentenbeweging werd toegelaten tot Oxford College, omdat sommige studenten die aanwezigheid wel eens als ongemakkelijk en storend konden ervaren. Gelukkig werd dat verbod snel opgeheven dankzij het protest dat volgde. Maar toch…”. Even verder: “… Ik weet dat al dit activisme is ontstaan uit de nobelste motieven, om de gevoelens van kwetsbare mensen te beschermen, en dat juich ik toe. Maar zo’n doel bereik je niet door afwijkende meningen te verbieden. Een veilige plek is juist precies het tegenovergestelde: een plek waar je respectvol luistert naar standpunten die afwijken van de jouwe, omdat je weet dat er ook respectvol naar jouw standpunten wordt geluisterd. Dat is academische vrijheid…”. Kijk naar de rabbijnen die al eeuwenlang ruzieën ‘omwille van de hemel’. Waarheid ontstaat per definitie uit onenigheid en discussie. Tolerantie betekent dat je ruimte schept voor verschillen. Rechtvaardigheid heeft te maken met ‘Audi alteram partem’: luisteren naar de andere kant. George Orwell zei ooit: “… Als vrijheid ook maar iets betekent, is dat het recht om mensen te zeggen wat ze niet willen horen…”. Maar het vrije woord betekent niet dat woorden geen prijs hebben: “… Het betekent dat woorden de vrijheid en waardigheid van anderen respecteren. Als we dat vergeten, zal blijken dat het vrije woord een torenhoge prijs heeft…” (zie de zelfmoorden veroorzaakt door pesten via internet). Rabbijn Sacks: “… verschillen zijn juist wat ons menselijk maakt. Een samenleving die geen plaats heeft voor verschillen, heeft ook geen plaats voor menselijkheid…”. Om onze eigen identiteit te bevestigen, hoeven we niet eerst die van een ander te ontkennen: “… Je hoeft niet Frans te zijn om te houden van Flaubert, of Russisch om Tolstoj te bewonderen, of Japans om te genieten van een haiku…”.  

 

Voor Joden is leven lezen

Deel twee bevat een aantal zogeheten ‘Credo-columns’ die rabbijn Sacks iedere maand leverde aan dagblad The Times. Een prachtig item gaat over de humanistische advertentie op bussen: ‘Er bestaat waarschijnlijk geen God’. Rabbijn Sacks trekt lijnen naar de ongelooflijke onwaarschijnlijkheid van alles wat bestaat. Het leven op aarde. Aartsvader Abraham, die de meest invloedrijke figuur ooit zou worden: “… meer dan de helft van de zes miljard mensen die nu leven, doen dat volgens zijn religieuze nalatenschap…”. Het minieme volkje Israël dat langer bestaat dan elk wereldrijk dat er ooit alles aan deed om het te vernietigen. De kleine, vervolgde sekte van de christenen, die op een dag de grootste beweging ter wereld zou zijn. “… Alles wat interessant is aan het leven, het heelal en noem maar op, is onwaarschijnlijk. Zoals Nicholas Taleb ons zegt in ‘De zwarte zwaan’. Het boek met de ondertitel ‘De impact van het hoogst onwaarschijnlijke’. De titel verwijst naar het feit dat mensen het bestaan van een zwarte zwaan stellig ontkenden, omdat niemand er ooit een had gezien – totdat iemand er een ontdekte in Australië…”. Wanneer Joden aan het leven denken, denken ze aan een boek. Voor Joden is leven lezen: “… Ik werd dan ook geraakt door Caitlin Morans krachtige pleidooi van afgelopen augustus om de plaatselijke bibliotheken uit te zonderen van overheidsbezuinigingen. Ze stelde dat bibliotheken ‘de kathedralen van de geest’ zijn, ‘de ziekenhuizen van de ziel, de themaparken van de fantasie'. Op een koud, regenachtig eiland zijn het de enige overdekte, publieke plaatsen waar je geen consument bent, maar een burger. Een mens met hersens en een hart en een verlangen om te worden opgetild, in plaats van een klant met een bankpas…”. Elke boekenkaft die wordt geopend is even opwindend als het moment waarop Alice haar gouden sleutel in het deurslot steekt: “… Dat is een idee dat we nooit mogen kwijtraken. Ze democratiseren kennis en geven ieder van ons evenveel toegang tot het erfgoed van de mensheid. Er bestaan allerlei soorten armoede waaraan we een einde horen te maken, maar ik vraag me af of intellectuele verarming niet de diepste en meest slopende is…”. Hoe moeilijk het leven ook is, je kunt je altijd nog terugtrekken met, en laten troosten door, een boek.

 

Verantwoordelijkheid

Deel drie is gevuld met een greep uit de artikelen die rabbijn Sacks schreef voor verschillende kranten en tijdschriften, als achtergrondcommentaar bij het nieuws. Evenals Hilary Mantel in “Vorstelijke personages” - zie mijn vorige blog - waarschuwt hij voor op hol geslagen relativisme en afzwakking van morele verantwoordelijkheid. Vrije samenlevingen worden niet verslagen door terreur, maar ze beginnen te sterven als terreur wordt goedgepraat. Zie de ‘ontwijkende bewegingen’ inzake de aanslagen in Londen: “… ontkenning van verantwoordelijkheid (de plegers waren slachtoffers van uitsluiting), beschuldiging van het slachtoffer (Londenaren waren collectief verantwoordelijkheid voor de oorlog in Irak), en ontkenning van de schade (het aantal dodelijke slachtoffers op 7/7 was een handjevol, vergeleken met het aantal doden in Afghanistan en Irak)…”. Je kunt religie achterlijk vinden, maar zelfs Freud, die religie betitelde als de ‘compulsieve neurose van de mensheid’, zag in dat de joods-christelijke ethiek mensen trainde om hun lusten te bedwingen en zelfbeheersing op te brengen. “… Verbondenheid met een religieuze gemeenschap is de beste voorspeller van altruïsme en empathie: beter dan opleidingsniveau, leeftijd, inkomen, gender of huidskleur…”. De markt en de staat draaien om competitie, moraliteit om samenwerking: “… Moraliteit is de alchemie die zelfzuchtige genen verandert in onbaatzuchtige mensen, egoïsten in altruïsten, en streven uit eigenbelang in empathie, sympathie en mededogen met en voor anderen…”.  Als een samenleving zijn godsdienstige wortels doorsnijdt neemt het ‘ik’ de plaats in van ‘wij’, en genot voor vandaag de leefbaarheid voor morgen. Zo raakt een samenleving in de problemen. Wij zijn, met ons inmiddels niet meer vol te houden hedonisme, zelf onze grootste vijand: “… Als de religie sterft en het consumentisme haar plaats inneemt, blijven mensen achter met een cultuur die hen aanmoedigt spullen te kopen die ze niet nodig hebben met geld dat ze niet bezitten voor geluk dat niet lang zal duren…”. Zelfs de bankencrisis maakt duidelijk dat de markteconomie elk besef van goed en kwaad kwijt is. Het Jodendom is nooit tegen kapitalisme geweest. Integendeel. Maar het heeft wel altijd gehamerd op eerlijkheid én op het belang van een wekelijkse rustdag die wordt gewijd aan het gezin: de sjabbat.  

 

Morele dieren

In het christendom gaat het vaak om de 'leer': orthodoxie. In het Jodendom om het 'leven': orthopraxie. Wij zijn ‘morele dieren’. Moraliteit is ons ‘ingebouwde navigatiesysteem’. In de jaren zestig van de vorige eeuw ontstond er een morele revolutie die de hele maatschappelijke erfenis aan traditionele ethiek en zelfbeheersing achter zich liet. Wat heeft ons dat gebracht? “… Je hoeft geen victoriaanse sentimenteel te zijn om te beseffen dat er sindsdien iets grondig is misgegaan. Vandaag de dag wordt 40 procent van de kinderen in Groot-Brittannië buiten het huwelijk geboren. Groot-Brittannië telt het hoogste percentage eenoudergezinnen en tienermoeders ter wereld. Dit heeft geleid tot nieuwe vormen van kinderarmoede die zelfs serieuze overheidsuitgaven niet hebben kunnen verbeteren…”. Armoede is een diep vernederende ervaring – zie “Moeder van 40.000 kinderen” van Jasper van den Bovenkamp. In 2007 bleek uit een rapport van Unicef dat Britse kinderen de minst gelukkige ter wereld waren: “… Hele gemeenschappen groeien op zonder vader of mannelijk rolmodel. Een gezin grootbrengen is onder de beste omstandigheden al niet makkelijk. Proberen dat voor elkaar te krijgen met die hele last op de schouders van vrouwen - in 91 procent van de eenoudergezinnen wonen de kinderen bij de moeder – is praktisch absurd en moreel onverdedigbaar..”. Jongens die opgroeien volgens de regels van straatbendes heeft niemand meer in de hand, de ouders niet, de leraren niet, en zelfs de politie niet. “… De ineenstorting van families en gemeenschappen laat een spoor van asociale jongeren achter die niet door hun ouders zijn verzorgd en die het gemiddeld - jazeker, er zijn uitzonderingen – op school slechter doen dan hun klasgenoten, vatbaarder zijn voor drugs- en alcoholverslaving, minder kans maken op een stabiele baan en meer kans op de gevangenis…”. Daar kunnen ze niets aan doen: “… Ze zijn het slachtoffer van een tsunami aan wensdenken die het Westen overspoelde met de boodschap dat je seks kunt hebben zonder de verantwoordelijkheid voor je huwelijk, kinderen zonder de verantwoordelijkheid voor je ouderschap, sociale orde zonder de verantwoordelijkheid voor je moraliteit, en eigenwaarde zonder de verantwoordelijkheid voor je werk en je beloonde prestaties…”. Evenals Hilary Mantel in mijn vorige blog wijst rabbijn Sacks op het feit dat volgens onderzoek vooral meisjes in Engeland het slachtoffer worden van deze 'vrijheid-blijheidmentaliteit' (wat ook bij ons inmiddels het geval is – zie het rtl-item: ‘Ongekende daling’ mentale gezondheid meisjes van 13 september jongstleden). Een kwart van de veertienjarige meisjes in Groot-Brittannië heeft zich wel eens beschadigd. Depressie en zelfdoding zijn spectaculair gestegen. Veel meisjes die zich continu vergelijken met de opgepoetste levens van generatiegenoten op sociale media, hebben last van paniekstoornissen en zijn en niet opgewassen tegen groepsdruk. Wat kan religie voor hen betekenen?

 

Geen wollig idealisme maar koppig pragmatisme

Deel vier bevat een aantal toespraken die rabbijn Sacks hield als lid van het Hogerhuis. Hij legt daarin uit wat de meerwaarde is van religies voor de samenleving. Religie wordt maar al te vaak verkeerd begrepen: “… Ze wordt gezien als een hoeveelheid vreemde opvattingen en excentrieke rituelen die we uitstekend kunnen missen…”. Het is duidelijk dat iedere religie moet worstelen met zijn eigen demonen. Maar religie is ook, en misschien wel vooral, ‘een vormer van karakter’, en een onafgebroken onderricht in ‘een leven dat geleefd wordt voorbij het ik’. Religie verlost ons van onze eenzaamheid. “… Ver voordat deze taken werden overgenomen door de staat, bouwden religieuze groepen hier en elders al scholen, ziekenhuizen en ondersteuningsnetwerken…”. Over de religieuze diversiteit van de negen grootste geloofsgemeenschappen in Groot-Brittannië: “… Elke geloofsvorm is een kaars; niet een ervan geeft minder licht door het licht van de andere; en samen helpen ze een deel van het duister uit het hart van de mens te verbannen…”. Hij pleit krachtig voor onderricht in normen en waarden: “… We maken een grove fout als we alleen aan onderwijs denken in termen van kennis en vaardigheden – wat de Amerikaanse schrijver David Brooks de ‘cv-deugden’ noemt, in tegenstelling tot de ‘grafrededeugden’. En dat is geen wollig idealisme. Dat is koppig pragmatisme…”. Hij wijst erop dat geen enkele samenleving in het verleden de reis naar moreel relativisme en individualisme lang heeft volgehouden: zie het verval van de Griekse en Romeinse beschavingen. En over het huidige antisemitisme: “… Een van de altijd terugkerende historische feiten is dat de meeste antisemieten zichzelf niet beschouwen als antisemiet. ‘Wij hebben geen hekel aan de Joden,’ zeiden ze in de middeleeuwen, ‘alleen maar aan hun geloof.’ ‘Wij hebben geen hekel aan de Joden,’ zeiden ze in de negentiende eeuw, ‘alleen maar aan hun ras.’ ‘Wij hebben geen hekel aan de Joden,’ zeggen ze nu, ‘alleen maar aan hun natiestaat’…”. Antisemitisme muteert als het coronavirus. Over het Palestijns-Israëlische conflict: “… Wij willen dat niet alleen Israëlische, maar ook Palestijnse kinderen een toekomst hebben in vrede, voorspoed, vrijheid en hoop. Daarom komen wij in opstand tegen mensen die Palestijnse kinderen leren degenen te haten met wie ze op een dag zullen moeten samenleven; die geld dat bestemd is voor hulpverlening misbruiken om wapens te kopen en tunnels te graven, waarmee ze de regio weer in een duistere tijd van barbarisme willen storten…”. Een religie die in naam van de God van Abraham, de almachtige, genadige en barmhartige God, wreedheden begaat, onschuldige mensen afslacht en onthoofdt, kinderen behandelt als slaven, burgers inzet als menselijk schild en jonge mensen als vernietigingswapens, kan onmogelijk om de God van Abraham draaien en vertegenwoordigt niet de islam die ooit de bewondering van de wereld verdiende. “… Het was Nietzsche – niet de profeten – die de wil tot macht aanbad. Het was Machiavelli – niet de heilige schrift – die onderwees dat je beter gevreesd kunt zijn dan geliefd…”.

 

De Sjechina

Het laatste deel is gewijd aan de veelvuldige lezingen die rabbijn Sacks overal heeft gehouden waar hij werd uitgenodigd, en is wat mij betreft het boeiendst, omdat ze wat langer en daarom diepgravender zijn dan de voorgaande artikelen. Prachtige oneliners komen voorbij, als: “… Wie is een held? Iemand die een vijand verandert in een vriend…”. Over het gevaar van het uitbesteden van taken (en dat schreef hij in een tijd toen er nog geen sprake was van een energiecrisis): “… Dat leek destijds een goed idee, alsof het Westen tegen de wereld zei: jullie doen de procedure en dan doen wij de consumptie…”. Waarom we religie nodig hebben? “… De wetenschap vertelt ons wat er is, maar niet wat er hoort te zijn. De technologie schenkt ons kracht, maar kan ons niet vertellen hoe we die kracht horen te gebruiken. De liberale democratische staat doet principieel geen morele uitspraken. De markt biedt ons keuzes, maar zegt er niet bij wat de beste zijn. De evolutionaire biologie vertelt ons waarom we bepaalde verlangens hebben, maar niet welke verlangens we horen te willen bevredigen en welke niet…”. Rabbijn Sacks wijst er op dat de Joden hebben bewezen dat je je identiteit kunt behouden in een wereld die totaal anders is dan jij bent: “… Dat betekent een bereidheid om te leven in een toestand van cognitieve dissonantie en dat is niet voor iedereen weggelegd. Maar het is wel creatief…”. Evenals William James in “Vormen van religieuze ervaring” leert rabbijn Sacks dat religie te maken heeft met de persoonlijke gemeenschap met God: “… wanneer je bidt, wanneer je studeert en wanneer je jezelf openstelt voor de hemel in de diepste diepten van je ziel…”. In die momenten van alleen-zijn, gebeurt het: “… En daar, in de afzondering van je ziel, zul je de ‘Sjechina’ horen, de aanwezigheid van God, die tot je fluistert, door de teksten van onze traditie en door de inzichten van onze wijsgeren…”. Dan hoor je de muziek achter alle rumoer van de wereld.

 

Het recht om anders te zijn

Hij gaat diep op de visie van kardinaal Ratzinger in, die ooit stelde dat een beschaving die het geloof in God verliest, uiteindelijk het geloof in zichzelf verliest. Ik denk dat dat waar is, omdat geloof in God heel veel met je allerdiepste kern te maken heeft. Historicus Will Durant schrijft dat een zekere spanning tussen religie en de samenleving een kenmerk is van de hogere stadia van iedere beschaving. Daarna begint religie “… ‘een zelfmoordgevecht uit naam van het al verloren doel van het verleden’ en ‘priesterlijke controle over kunsten en letteren wordt dan ervaren als een beklemmende of een haatdragende belemmering', en de intellectuele geschiedschrijving neemt dan het wezen aan van een ‘conflict tussen wetenschap en geloof’. De intellectuele klassen verlaten de antieke theologie en – na enige aarzeling – de morele wet die eraan verbonden is; literatuur en filosofie worden antiklerikaal. De beweging van bevrijding stijgt op tot een uitzinnige verheerlijking van de rede en stort neer door een verlammende desillusie over ieder dogma en ieder idee. Gedrag dat beroofd is van zijn religieuze fundament, takelt af tot hedonistische chaos; en het leven zelf, zonder de troost van het geloof, wordt een last die voor de bewuste arme even zwaar is als voor de vermoeide rijke. Uiteindelijk vallen de ondergang van een samenleving en haar religie vaak samen, als lichaam en ziel, in een harmonieuze dood. In de tussentijd ontstijgt er vanuit de onderdrukten een nieuwe mythe, die een nieuwe vorm geeft aan de menselijke hoop, nieuwe moed aan de menselijke inspanning, en die na eeuwen vol chaos een nieuwe beschaving bouwt…”. Welnu. Kan de val van een beschaving worden voorkomen? Rabbijn Sacks:“… het geweldige, profetische antwoord daarop is: ja, dat kan…”. Mits we vertrouwen op God. We kunnen ons weer naar binnen richten. We kunnen nederig trouw zijn aan ons geloof en tegelijk proberen een zegen te zijn voor anderen. “… Wij moeten Europa helpen zijn ziel terug te vinden…”. Er bestaat een verschil tussen de materiële en spirituele dimensie van een beschaving. Een creatieve minderheid kan tegelijk trouw blijven aan het eigen geloof en sterke banden met de buitenwereld aangaan, kan de heilige vlam brandend houden en daardoor de samenleving transformeren. Want telkens als je probeert te zijn als je buren, “… zul je worden verslagen door je buren. Telkens als je macht aanbidt, zul je worden verslagen door de macht. Telkens als je streeft naar overheersing, zul je worden overheerst…”. Rabbijn Sacks legt uit hoe het christendom gekenmerkt wordt door een hellenistische en een Hebreeuwse stem. De hellenistische stem spreekt over universele waarheden die het anderen wil op leggen door te ‘bekeren’. De Hebreeuwse stem dwingt niemand, spreekt over het persoonlijke, wil ‘inspireren’. Wat ondertussen de joods-christelijke ethiek is gaan heten wordt constant aangevallen door twee gevaren: door hen die religie helemaal willen afschaffen, en door hen die iets zien in één wereldomvattende kerk die nog christelijk, nog joods is. De Ene in de hemel heeft echter gezorgd voor diversiteit op aarde. De Joden leefden en stierven (soms) voor het recht om anders te zijn.

 

Uitgave: KokBoekencentrum – 2022, vertaling Jaap Slingerland, 400 blz., ISBN 978 904 353 814 5, 32,99

Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten