Menu

zondag 10 oktober 2021

Alles voor het moederland – Michel Krielaars

 


Subtitel: De Stalinterreur ten tijde van Isaak Babel en Vasili Grossman

 

Omdat ik ChefBoeken van het NRC en Ruslanddeskundige Michel Krielaars een steengoede schrijver vind, ben ik doorgegaan met het lezen van zijn werk. “Alles voor het moederland” is een veel rauwer boek dan “Het brilletje van Tsjechov” – zie mijn vorige blog.  Aanvankelijk waren de grote Russisch-Joodse schrijvers Isaak Babel (1894 – 1940) en Vasili Grossman (1905 – 1964) enthousiast over het Rusland van na de revolutie. Ze accepteerden dat er offers gebracht moesten worden voor de nieuwe samenleving en waren blind voor de wreedheden van Stalin. In de loop van de jaren maakte hun geestdrift echter plaats voor desillusie en angst en zagen ze hoe hun ideaal verwerd tot een terreurregime. Eerder besprak ik van Grossman “Alles stroomt”.

 

In ongenade

Tien jaar werkte oorlogscorrespondent Grossman aan ‘de ondergrondse bijbel van de Sovjet-samenleving’: “Leven en lot”. Toen het in 1960 eindelijk af was klopte de KGB op zijn deur om het manuscript te ‘arresteren’ en voorgoed te laten verdwijnen. Grossman was een gewaardeerde Sovjetauteur -  zijn boeken nationale bestsellers. Maar in dit epos ging hij te ver met zijn kritiek op de heilstaat. Bovendien beweerde hij dat het communisme van Stalin en het nationaalsocialisme van Hitler één pot nat waren. Dat hij niet zelf werd opgepakt, had alles te maken met de dooi onder partijleider Nikita Chroesjtsjov. Leonard Brezjnev, die een maand na het overlijden van Grossman aan de macht kwam, draaide de duimschroeven weer aan, en verwijderde al zijn boeken uit de boekhandels en bibliotheken. Twintig jaar later bleken er stiekem toch twee kopieën van het manuscript achterover te zijn gedrukt, en kon onder de liberale politicus Michaïl Gorbatsjov het meesterwerk alsnog verschijnen. Ook het oeuvre van Isaak Babel verdween van de aardbodem. Pas in 1990 verscheen de bijna volledige editie van zijn werk. Nadat Stalin in 1928 zijn rigide vijfjarenplannen begon uit te voeren, trok de gevierde schrijver van de verhalenbundels “De Rode ruiterij” en “Verhalen van Odessa” zich terug en publiceerde niets meer. Dat viel natuurlijk op. Door voortdurend op reis te zijn lukte het hem een tijd uit handen van het Stalin-regime te blijven. Zijn vriendschap met de vrouw van het hoofd van de geheime politie, Nikolaj Jezjov, deed hem de das om. Toen zelfs Jezjov in ongenade viel, beschuldigde hij Babel van spionage en werd de schrijver geëxecuteerd. Waarom ging Babel om met de opperbeul van Stalin? Speelde zijn onbedwingbare nieuwsgierigheid hem parten? Waarom zette Grossman een handtekening onder een openbare brief waarmee hij willens en wetens anderen de dood in joeg? Waren de schrijvers ondanks alles overtuigd van het gelijk van de Partij? Was het grenzeloze naïviteit? Handelden ze vooral uit angst?  

 

Morgen zullen we gelukkig zijn

Dankzij de communistische revolutie was er een eind gekomen aan de discriminatie van Russische Joden. In het vervolg hoefden ze niet meer bang te zijn voor pogroms. Antisemitisme werd verboden. Geen wonder dat beide schrijvers, die deel uitmaakten van de ‘nieuwe intelligentia’, geloofden in de ‘nieuwe mens’: de ‘Homo Sovieticus’. Aan de hand van een schilderij van Joeri Pimenov, ‘Het nieuwe Moskou’ (1937), beschrijft Krielaars de schijnwereld waarin Isaak Babel en Vasili Grossman in hebben rondgelopen. Stalins industrialisatie en collectivisatie van de landbouw lokten meer dan 10 miljoen hongerige boeren naar de grote steden om er in de staatsfabrieken te gaan werken: “… Sommigen hadden zelfs koeien meegenomen, die ze op hun balkon stalden…”. Compleet nieuwe fabriekscentra werden uit de grond gestampt. Op het platteland hadden de overgebleven boeren niets meer te zeggen over have en goed. In kolchozen, gemeenschappelijke bedrijven, moest er collectief voor land en vee worden gezorgd. De oude elite was verdreven of vermoord. Privébezit afgeschaft. “… Eeuwenoude machtsverhoudingen waren op hun kop gezet, tradities en waarden terzijde geschoven. De Russisch-orthodoxe rites werd tot bijgeloof verklaard en verboden, kerken werden met de grond gelijkgemaakt, dit alles tot verbijstering van de oudere generatie…”. Daarentegen konden de kinderen die aan de onderkant van de maatschappij waren geboren wel doorleren en carrière maken. Iedereen was letterlijk in álles afhankelijk van de staat. Een en ander kwam tot stand via miljoenen hongerdoden, in met name de Oekraïne. Alhoewel de afstand tussen het aangekondigde paradijs en de realiteit van het dagelijkse leven enorm was, geloofde de idealistische en optimistische rode jeugd hartstochtelijk in de utopische propaganda van hun vergoddelijkte leider Stalin: “… Ze had het enerverende gevoel deel te nemen aan een groot historisch transformatieproces: de opbouw van het socialisme, dat uiteindelijk zou uitmonden in het communistische paradijs…”. De jeugd was geboren om ‘sprookjes te laten uitkomen’: “… Morgen zullen we gelukkig zijn…”.

 

The sky is the limit

Krielaars: “… Opmerkelijk is dat aan de opbouw van de nieuwe Sovjet-Unie in de jaren twintig en dertig relatief veel Joden deelnamen. Ze blonken vooral uit op het gebied van propaganda. Door middel van beeldende kunst, literatuur, journalistiek, fotografie en film hielpen ze de zegeningen van het socialisme van Brest-Litovsk tot Vladivostok te verkondigen, om zo de loyaliteit van het volk aan de Communistische Partij en haar opperste leider te smeden. Die propaganda was zo knap gemaakt dat de Partij haar volgelingen op den duur alles wijs kon maken…”. Dat is precies waarom wij, in ónze tijd vol complottheorieën, om het maar niet te hebben over al het fakegebeuren op sociale media, boeken als van Krielaars moeten lezen en de geschiedenis moeten bestuderen. Het is toch van de zotte dat één op de zeven jongeren wereldwijd kampt met psychische problemen, zoals Unicef onlangs meldde? Heeft dat niet mede te maken met de enorme discrepantie tussen de volmaakte, dus bij voorbaat onbereikbare, wereld die jongeren dag en nacht krijgen voorgeschoteld en de weerbarstige realiteit waarin je je wel een loser móet voelen? ‘The sky is the limit’? Laat me niet lachen. Alle onheil begint met een leugen, zegt Martin Buber in “Recht en onrecht”. En het erge is: we hebben het allang éérder meegemaakt. Waarom leren we daar niet van? Enfin, als Krielaars vervolgens het enorme antisemitisme in het tsarenrijk aan de kaak stelt, is het meer dan begrijpelijk, dat de meeste Joden de revolutie met heel hun hebben en houden omarmden. Het ‘Sla ze dood, de Joden’, klonk overal. Er werd hen niets minder dan een uitweg uit de hel geboden. Grossmans personage in “Alles stroomt”, die na de dood van Stalin vrijkomt uit de Goelag, gelooft dan ook nog altijd in Marx, Engels, Lenin en Stalin: “… Hij geloofde immers, of liever: hij wilde geloven, of liever: hij kon niet anders dan geloven…”.

 

Lebn vi Got in Odes (leven als God in Odessa)

In het voorjaar van 2011 bezoekt Krielaars de bruisende, mondaine havenstad Odessa, waar Isaak Babel werd geboren. In 1900 trok de plaats als een magneet Joden aan die er tussen meer dan dertig nationaliteiten  onbelemmerd hun internationale handelsgeest konden uitleven. Er werden zo’n vijfenvijftig talen gesproken. Bijna alle bedrijven waren in handen van Joden en 75 procent van de christelijke arbeiders werkten daar. Deze bezitsverhouding leidde tot de nodige pogroms. In de loop der jaren deden er steeds vaker boeren aan mee: “… Ze waren naar de stad getrokken om werk te vinden en werden door de Russisch-orthodoxe Kerk opgejut tegen hun Joodse medeburgers, die vaak hun bazen waren. De lokale overheid liet hun volledig hun gang gaan…”. De Joden zaten op hun beurt niet bij de pakken neer, en richtten zelfverdedigingsorganisaties op. Veel jongeren zochten hun heil bij revolutionaire en zionistische organisaties (zie de roman “Afscheid van Odessa” van Vladimir Zjabotinski). De Haskala, de Joodse Verlichting, viel er in goede aarde. “… Wijken met binnenplaatsen vol biddende Joden, zoals Isaac Bashevis Singer die in zijn boeken beschrijft, bestonden in Odessa niet…”. De streng religieuze Joden zagen de stad als een boevenhol vol afvalligen en bleven er weg. Odessa is ook de stad van Joodse beroemdheden als Sjolem Aleichem – zie “Tevje de Melkboer”. Van Simon Doebnov - de schrijver van de tiendelige wereldgeschiedenis van het Joodse volk. Van dichteres Anna Achmatova. Van de historicus en zionistenleider Josif Klausner - de hypergeleerde oudoom van Amos Oz uit “Een verhaal van liefde en duisternis”. En van Konstantin Paustovski zie zijn romantische autobiografie “De tijd van de grote verwachtingen”. In de jaren negentig zijn nagenoeg alle Joden uit Odessa naar Israël vertrokken.

 

Triomf van het materialisme

Krielaars: “… Babels jonge jaren voltrokken zich in een sfeer van geweld, repressie en aanhoudend antisemitisme. Je zou denken dat hij hierdoor een angstig mens werd, maar het tegendeel was het geval. Want als iets hem fascineerde, dan was het geweld. Met het uitbreken van de oorlog tegen Duitsland in 1914 en de drie jaar later volgende revolutie nam die fascinatie alleen maar toe…”. Het was Gorki die de prille schrijver aanmoedigde zich onder de mensen te begeven om zijn literaire talent tot wasdom te laten komen. Hij vertrok dan ook naar het Roemeense front om de oorlog aan den lijve te ondervinden. Hij werkte een tijdje als vertaler bij de geheime bolsjewistische politie (Tsjeka) en het nieuwe volkscommissariaat van Onderwijs. Hij reisde tijdens de burgeroorlog naar de zuidelijke Wolga om spijkers, lederwaren en trekharmonica’s met de boeren te ruilen tegen graan, voor de hongerende bevolking in de steden. Hij schreef er een heel vrolijk verhaal over, maar in werkelijkheid werden de boeren afgeperst, en als ze hun graan niet afstonden naar Siberië gedeporteerd of geëxecuteerd. Schrijver Andrej Bely: “… Wij leven midden in een periode waarin de triomf van het materialisme de materie uit de wereld heeft geholpen. Er is niets te eten…”. Babel trouwt tegen de wil van haar vader met zijn mooie en rijke lief Zjenja Gronfein. Zjenja werd al zijn gereis al gauw zat, wat resulteerde in een scheiding van tafel en bed. Anders dan hij zelf had zijn naaste familie niets met het communistische regime. Zjenja trok naar Parijs, later gevolgd door zijn schoonmoeder. Zijn zus en moeder  trokken naar Brussel. Hij ging ze weliswaar vaak opzoeken, maar ze weigerden mee terug te komen naar de Sovjet-Unie. In Parijs werd zijn dochter Natalja geboren. Thuis had hij een verhouding met een actrice waarmee hij een zoon kreeg, en later nog met een veel jonger meisje, maar hij bleef zijn eigenlijke vrouw oneindig missen. Na 1935 kreeg hij geen uitreisvisum meer en zou hij zijn familie nooit meer zien.

 

Vergiftigd door Rusland

Babel  verwierf literaire roem als oorlogscorrespondent. Ook al maakte diens verhalen in “De Rode ruiterij” woedende kritieken los. De wreedheden waar Babel over schreef zouden voortkomen uit ‘het delirium van een Hebreeuwse erotomaan’. Gevestigde schrijvers als Gorki namen het echter voor hem op. Babel verdedigde zich met het argument dat hij fictie schreef en gaf toe dat hij het Rode Leger geen recht had gedaan. Hij kon zich het een en ander veroorloven omdat zijn ster ook buiten de Sovjet-Unie rijzende was, wat hem tot een ideaal visitekaartje maakte. Hij begon verder scenario’s voor films te schrijven, indertijd een nieuw medium. Hij bewerkte de verhalen van Sjolem Aleichem en die van hem zelf. Hij was zo vaak van huis dat de Sovjetautoriteiten hem echter begonnen te wantrouwen. Om reputatieschade te voorkomen schikte hij zich in de literaire eisen van het Sovjetregime en leverde hij een tijd lang als een fabrieksarbeider aan de lopende band propagandaverhalen. Het leven in de verpauperde Sovjet-Unie viel hem zwaar, maar net als veel andere progressieve intellectuelen, zag hij het communisme als het enige alternatief voor de politieke chaos in het kapitalistische West-Europa. Hij hield van zijn geboorteland. Alleen daar floreerde hij. Tijdens een Marseille-trip: “… Het geestelijk leven in Rusland is zoveel nobeler. Ik ben vergiftigd door Rusland, ik mis het, ik denk alleen maar aan Rusland…”.

 

Ingenieurs van de ziel

Babel werd door het regime ongelooflijk in de watten gelegd voor al zijn vaderlandsliefde. Woningen, auto met chauffeur, kokkin, werkster, drievoudige rantsoenen betreffende kleding en voedsel, gratis tandarts. Stalin zorgde goed voor zijn propagandamachines: ‘de ingenieurs van de ziel’. Hij liet vijftig peperdure datsja’s voor hen neerzetten op een landgoed, waarvan Babel er een verwierf: de schrijverskolonie Peredelkino. Ondertussen crepeerde het gewone volk. Op den duur begon Babels geweten te knagen. Had hij zijn ziel aan de duivel verkocht? Zijn stijl veranderde. Er doken steeds meer troostende  natuurbeschrijvingen op in zijn werk. Hij begon de verdwijning van de oudere generatie Joden met hun Jiddischkeit en hun religieuze gewoontes te betreuren. Toen op het eerste Schrijverscongres in 1934 niet meer viel te ontkennen dat het hopeloos gesteld was met zijn literaire productie, beweerde hij dat hij een grootmeester was geworden in een nieuw literair genre: ‘de kunst van het zwijgen.’ Babels bezoeken aan het huis van een geheime-politiechef deden hem uiteindelijk de das om. Opmerkelijk is dat niet Babel, maar Grossman wat daar gebeurde zou vereeuwigen, in het intrigerende verhaal “Mama” (1960). Het is beschreven uit het perspectief van een kindermeisje. Babel en Stalin komen langs. Uiteindelijk wordt de vrouw des huizes bang voor haar eigen man, die na de dagelijkse massa-executies in de Loebjanka ’s ochtends grauw en gespannen thuiskomt. Krielaars: “… Het is het dagelijkse leven van terreur, dat Grossman als geen ander weet te beschrijven. Om de eenvoudigste reden dat hij er middenin had gestaan en het geweld als de gewoonste zaak ter wereld was gaan ervaren…”.

 

De Holodomor 

In 1929 begon de ‘dekoelakisatie’, Stalins deportatie van miljoenen boeren die verzet boden tegen zijn meedogenloze landbouwpolitiek. “… Opnieuw gebeurde dat met geweld: beestachtig wrede slachtpartijen onder de boeren waren aan de orde van de dag…”. Babel waande zich in een soort hallucinante nachtmerrie, waar hij niet uit stapte omdat hij erover wilde schrijven. “… Het leven was voor hem een surrealistisch experiment geworden, waarbij hij voor zichzelf wilde testen hoe een mens zich onder de meest extreme druk gedraagt…”. Weinigen hebben zo eerlijk en zo vol spijt geschreven over de collectivisatie van de landbouw als de later dissidente schrijver Lev Kopelev (1912-1997), die  als fanatieke bolsjewiek en journalist ook meedeed aan de propagandacampagnes op het platteland. Grossman schrijft dat de uitvoerders van het regime waren ‘behekst’ door een ideologie van een betere wereld, die dwangmethodes noodzakelijk maakte. Ze beschouwden hun slachtoffers niet als mensen: “… de beulen houden zelf op mens te zijn; ze doden de mens in zichzelf, ze zijn hun eigen beul, terwijl de doden voor altijd mensen blijven…”. In de praktijk leverden de graanrekwisities amper iets op. Vooral in de Oekraïne groeide na de dekoelakisatie praktisch niets meer. De lokale bestuurders logen uit angst voor Stalin alles aan elkaar. De nieuwe kolchozen zouden graan in overvloed produceren. Daarop ontstond er een hongersnood. De mensen mochten de dorpen niet uit. Ieder stationnetje werd bewaakt. De gordijnen werden gesloten als er treinen door hongergebieden reden, zodat de passagiers de over de akkers kruipende bedelaars niet konden zien. Overal lagen doden op de erven en straten. In 2001 dook het geheime dagboek van Nina Loegovskaja op, ‘de Anne Frank van Stalins Rusland’, een Moskous tienermeisje dat schrijft over de impact van de hongersnood. Grossman: “… Er waren er die krankzinnig werden. Die slachtten de doden en kookten ze, ze doodden zelfs hun eigen kinderen en aten ze op. In hen was het beest opgestaan toen de mens in hen stierf…”. Het verklaart mede waarom er in Rusland nog altijd geen publiek debat is over de verschrikkingen in de Stalin-tijd: “… Het is te gruwelijk, te absurdistisch, te traumatisch om er op een normale manier op te kunnen reageren…”. Iedere Rus heeft wel familie die op de een of andere manier met de ‘Holodomor’, de massamoord door honger, te maken heeft gehad. Waarschijnlijk was de oorlog met Duitsland dan ook een opluchting: eindelijk samen tegen een gezamenlijke vijand.

 

Quota

Grossman noemt de grondlegger van het communisme, Lenin, de oervader van de Sovjetterreur. Een van zijn personages: “… In een periode van duizend jaar was Rusland nog geen zes maanden een vrij land. Jouw Lenin erfde Ruslands vrijheid niet, hij verpletterde haar…”. Krielaars bezoekt het geïmproviseerde concentratiekamp in een vijftiende-eeuws klooster op de Solovetski-eilanden in de Witte Zee. ‘MET EEN IJZEREN VUIST ZULLEN WE DE MENSHEID NAAR HET GELUK LEIDEN’, staat er boven de poort. Maksim Gorki (pseudoniem voor ‘Maksim de bittere’), die er ook is geweest, en met eigen ogen de wantoestanden heeft gezien, schreef er desondanks een ronkend rapport over: “… Blind of bang, dat is opnieuw de vraag…”. Hij werd bijgestaan door westerse fellowtravellers als de schrijver G.B. Shaw en de filmer Joris Ivens. Toch probeerde de empathische Gorki altijd menselijk te blijven. Hij moet een echte gelovige in de communistische heilsleer zijn geweest. Gorki was de uitvinder van het socialistisch realisme, de stoere en vooral onleesbare arbeiders- en fabrieksroman. Tijdens de Grote Terreur (1937-1938) leek de massapsychose die de stalinistische propaganda bewerkstelligde ieders autonome denken uit te schakelen. Allemaal gaven ze een ander aan om het eigen hachje te redden. Stalin die na de zelfmoord van zijn vrouw leefde als een holbewoner, werd als een god vereerd. Op den duur deed het alleen nog maar toe of er het gestelde quota aan te arresteren ‘vijanden van het volk’ werd gehaald. Eén op de tweehonderd volwassen Sovjetburgers werd geliquideerd. Tussen 1929 en 1953 zaten er zo’n 28,7 miljoen Sovjetburgers in kampen of ballingsoorden. Van hen zijn er 2,7 miljoen omgekomen. Desondanks haalt Poetin Stalin weer uit de mottenballen. De helft van de Russen adoreert de dictator. Respect voor het individu is Rusland vreemd, beweert een wetenschapper. Krielaars interviewt diverse overlevers en deskundigen van de Grote Terreur.

 

Koorddanser

Visali Grossman werd geboren in een volkomen geassimileerd links milieu in Berditsjev. Zijn ouders gingen al snel ieder huns weegs, waardoor hij opgevoed werd door zijn moeder. Aanvankelijk studeerde hij scheikunde. Hij was zo arm als een luis; hij had niet eens een eigen kamer zodat hij de nachten bij vrienden moest doorbrengen. Toen hij probeerde wat bij te verdienen met onderricht aan door de oorlog dakloos en wees geworden kinderen, deed de realiteit van wat hij zag zijn dromen over roem en grootheid uit elkaar spatten, en besloot hij te gaan schrijven. Grossman werd beschermd door de literaire groep de ‘Perevaltsy’, die zich verzette tegen het simplisme en vulgarisme van de proletarische schrijvers. De leden voelden zich evenmin thuis bij de futuristen en constructivisten. Volgens hen werd de Sovjetliteratuur bevolkt door bordkartonnen en stereotiepe personages. Literatuur moest ‘waar’ zijn. Uit het hart van de schrijver komen. Literatuur was niet bedoeld om nieuwe machthebbers te behagen. Het hoeft geen betoog dat dit soort opvattingen de leidslieden van de groep de kop kostte. Tijdens het bewind van Stalin werden er zo’n 1500 schrijvers gearresteerd, waarvan de meesten het niet overleefden. Grossman wist wonder boven wonder de dans te ontspringen. Hij wees het socialistisch realisme dan ook slechts stilzwijgend af en doopte zijn pen diep in haar inkt. Terwijl Grossman feestte met de culturele elite werden zijn vrienden afgemaakt. Hij is allerminst een beklagenswaardige en onderdrukte schrijver geweest, zoals velen menen, en zwom in het geld. Krielaars zet het beeld neer van een koorddanser: “… Als schrijver probeerde hij dan ook zijn eigen gang te gaan, weliswaar binnen de parameters van het socialistisch realisme, maar dan wel tot de uiterste randen daarvan…”.  

 

Operatie Barbarossa

Aan de hand van reportages van de indertijd mateloos populaire Grossman beschrijft Krielaars de aanval van Hitler op Stalins Rusland: Operatie Barbarossa. Grossman vertelt als geen ander hoe de overgebleven lokale Oekraïense boeren het Sovjetgezag haatten vanwege de hongersnood die hen was aangedaan. Velen onthaalden de Duitse troepen dan ook als bevrijders en reageerden hun woede af op de Joden. Krielaars bezoekt het reusachtige, 52 meter hoge, standbeeld van Moeder Rusland bij Wolgograd, zoals Stalingrad sinds 1961 heet. Het is de ultieme verbeelding van Ruslands overwinning op Hitler-Duitsland, die dagelijks op tv wordt bewierookt. Grossman beschrijft de lege sjtetls waar miljoenen mensen zijn geëxecuteerd en in massagraven gedumpt. Met als gids Grossmans “Zwartboek” volgt Krielaars het spoor van de massaslachting der Joden. Het is te gruwelijk om na te vertellen. Berditsjev, de Jiddenhoofdstad van de Sovjet-Unie, waar in een veld in de buurt van het vliegveld 12000 mensen werden vermoord. Bergen grond moesten er over de massagraven worden gegooid die vol met bloed stonden. De aarde bewoog alsof zij stuiptrekkend ademhaalde. Het gehucht Mirno, het dorp Radjanskoje: hetzelfde verhaal. Het drama van Babi Jar, het ‘Oudewijvenravijn’. Monumenten zijn er amper. Men wil liever niet herinnerd worden aan de Holocaust waar zoveel Oekraïners mee instemden.

 

De duizendjarige slavenziel

Grossman schrijft ook over de ontdekking van het concentratiekamp Treblinka door het Rode Leger, waarvan de Duitsers tijdens hun terugtocht de sporen hebben getracht uit te wissen. Een maanlandschap met stenen resten van platgebrande barakken en een door vrijkomende lichaamsgassen verende aarde was overgebleven. In de verhalen van de overlevenden gaat het altijd over de SS’er Sepp, het grootste monster onder de bewakers, en symbool van de onmenselijke mens die in het bijna industriële vernietigingssysteem van de nazi’s was opgestaan. Grossman heeft in zijn oeuvre de ‘duizendjarige slavenziel’ van de Russen diepgaand onderzocht. De meegaande houding kun je alleen begrijpen als je inziet hoe een dictatuur er in slaagt zijn burgers intellectueel en moreel te verlammen. In ieder geval begint alles met het uitschakelen van het individualistische denken. Als de waarheid je het leven kost kan dat je moreel op de knieën dwingen: “… Met ontzetting en treurigheid begreep hij dat hij niet in staat was zijn eigen ziel te bewaren en te beschermen. Er was een kracht in hem gevaren die hem in een slaaf veranderde…”. Grossman heeft het over een onzichtbare last, een hypnotiserende kracht, die zijn hart deed stokken en zijn wil oploste: “… Alleen mensen die die kracht zelf niet kennen, kunnen zich erover verbazen dat anderen zich eraan onderwerpen…”. Het gevolg is dat hij het gevoel krijgt vervelend en beperkt van geest te zijn: “… Zelfs mijn werk leek zijn glans verloren te hebben, alsof het schuilging onder een laag as of stof en hem niet langer met licht en vreugde kon vervullen…”. Het doet me denken aan de kritiek ten aanzien van de rechterlijke macht inzake de kindertoeslagaffaire, die elke menselijkheid uit het oog verloor. En aan Etty Hillesum die schrijft dat in haar een diepe put zit waar God verblijft. Vaak liggen er stenen en gruis voor die put, zodat God ‘opgegraven’ moet worden.  

 

Beesten

Na Treblinka volgen Warschau en Łódź. Evenals Christina Lamb in “Ons lichaam, jullie slachtveld” slaat het ontstellende wangedrag van het Rode Leger Grossman volledig uit het lood: “… De door hem eerder zo bewonderde manschappen van de tankbrigades gedroegen zich op buitenlandse bodem als beesten, die zich schuldig maakten aan massale verkrachtingen. Onderscheid tussen Russische dwangarbeidsters en Duitse vrouwen maakten ze daarbij niet…”. Een vrouw legt hem druk gebarend in gebroken Russisch uit dat ze die dag al door tien man is verkracht. Een verhaal gaat over een zogende moeder die wordt verkracht in een schuur. Haar familie komt naar de loods om haar belagers te vragen haar een moment rust te gunnen, want haar baby krijst van de honger. Grossmans verslagen worden heden ten dage nog steeds niet geloofd in Rusland. Krielaars: “… Het enige waar het volgens hem in het leven om draait, zijn menselijkheid en de mens…”.

 

De teloorgang van het gezonde verstand

Na de oorlog hoopte Grossman dat er een periode van vrijheid zou aanbreken en Stalin de ideologische teugels zou laten vieren. Het tegenovergestelde gebeurde. De nieuwe vijand werd de Verenigde Staten. Van de Sovjetintellectuelen werd geëist dat ze de westerse cultuur geselden, omdat die in een verregaande staat van ontbinding zou verkeren en een poel van verderf was. Het aloude Russische antisemitisme kwam in volle kracht naar boven. Geen gezond verstand leek ertegenop te kunnen. De gekste complottheorieën maakten van de Joden paria’s. Er kwam pas een abrupt einde aan de nieuwe terreurgolf toen Stalin op 5 maart 1953 plotseling overleed. De poorten van de Goelag gingen open. Bijna 3 miljoen onschuldige Sovjetburgers keerden als vrije burgers terug naar huis. Dertig jaar lang hadden de grillen van één man iedereen laten sidderen. Sommige onderdanen werden overmand door verdriet. Anderen raakten hysterisch. Er klonk waanzinnig vrouwengegil en gesnik. Mensen vielen flauw: god was dood. Menigeen daarentegen werd gek van vreugde. De kampen waren in jubelstemming. Duizenden werden doodgedrukt en vertrapt in de menigte tijdens zijn begrafenis. Maar de dissidenten moesten hun mond houden. Veel Russen kwamen de waarheid over Stalin pas te weten toen Chroesjtsjov in 1956 in zijn geheime rede op het twintigste partijcongres bekendmaakte dat de beschuldigingen allemaal fake waren en Stalin een massamoordenaar was.

 

Uit de as herrezen

Toch werd Grossmans roman "Leven en lot" nog steeds gezien als een opruiende roman, die nog veel meer dan “Dokter Zjivago” een bedreiging vormde voor de Sovjetstaat. Publicatie van zijn magnum opus was ten strengste verboden. Na inbeslagname werd Grossman verder met rust gelaten. De drie jaar die Grossman nog zou leven, hij stierf aan kanker, was hij een gebroken man: “… Van al zijn verwachtingen over een betere samenleving was niets, maar dan ook niets terechtgekomen…”. Zijn Joodse identiteit werd steeds belangrijker voor hem. Maar als postume wraak op zijn kwelgeesten herrees hij in 1970 uit zijn as, toen in Frankfurt de eerste Russische editie van “Alles stroomt” verscheen. Zestien jaar na zijn dood kwam daar “Leven en lot” nog eens overheen. Het verscheen in 1988 in het Russisch, op het hoogtepunt van de politieke en culturele dooi onder partijleider Michaïl Gorbatsjov. Ondertussen wordt in de politiestaat van Poetin, Stalin met fluwelen handschoenen, in alle voorzichtigheid die mogelijk is, zachtjes gerehabiliteerd…

 

Uitgave: Atlas Contact – 2017, 344 blz., ISBN 978 904 503 388 4, 20,99

Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten