Subtitel: Wie ben je, wat ben je, en waarvoor ben je op deze wereld
In “De sterren vertellen” van Willem Glashouwer (zie mijn vorige blog), komt een fragment voor over Zarathustra of Zoroaster, een sprookjesachtige Iraanse profeet en de grondlegger van het zoroastrisme, een pre-islamitische godsdienst die tegenwoordig haar aanhangers vooral vindt onder de Parsi’s in India. Thomas Hyde, een eminente oriëntalist (1636-1703) citeert Abulfaragius (een Arabische christelijke historicus, 1226-1286) die beweert dat Zoroaster, Zerdusht oftewel Zarathustra de Pers, een leerling van de Bijbelse profeet Daniël zou zijn geweest. Hij voorspelde de magiërs (die volgens hem astronomen uit Perzië waren) dat wanneer ze een nieuwe ster zagen opdoemen, dat betekende dat er een mysterieus kind was geboren die ze moesten gaan aanbidden. In de Zend Avesta wordt verder vermeld dat deze ster zou verschijnen in het teken van de Maagd. Of het allemaal waar is? Wie weet. Over de Wijzen uit het Oosten is zóveel gefantaseerd. Zie bijvoorbeeld “Gaspard, Melchior en Balthazar” van Michel Tournier. In ieder geval leefde Zarathustra volgens de legenden op het platteland als herder, toen hij om en nabij zijn twintigste levensjaar een crisis ervoer en rond ging dwalen. Na tien jaar kreeg hij, gezeten aan de oevers van de Oxus (de Amu Darja) een visioen van de god Ahura Mazda. De ‘god van het geluk’ volgens de Perzisch-Nederlandse schrijver Kader Abdolah (1954). De ‘Encyclopaedia Britannica’ dateert deze gebeurtenis rond 600 voor Christus. Anderen, waaronder Abdolah zelf, veel eerder. Hoe leuk is het dat zijn nieuwste roman, weliswaar in een ietwat kinderlijke en zuigende (vind ik persoonlijk) duizend-en-één-nachtstijl, óók over Zarathustra gaat! Eerder besprak ik van Abdolah: “Papegaai vloog over de IJssel”.
Uitvinder van de moraal
Glashouwer: “… Over
Zarathustra is weinig bekend. Zijn leven veranderde toen de god Ahoera Mazda in
een visioen aan hem verscheen. Als gevolg van deze ervaring begon Zarathustra de
monotheïstische visie te prediken dat
Ahoera Mazda de opperste god was en dat alleen hij moest worden vereerd. In het
boek “Also sprach Zarathustra” van Friedrich Nietzsche uit 1885 is Zarathustra
de hoofdpersoon. Vaak beschouwd als de eerste die een absolute scheiding tussen
goed en kwaad poneert, en vandaar als uitvinder van de moraal – zoals Solon als
vader van de westerse wetgeving wordt bestempeld – laat Nietzsche Zarathustra
terugkeren om de Übermensch te prediken, die de menselijke onverantwoordelijkheid begrijpt en een uitgeleefde moraal ten grave draagt...".
De God des hemels
Filosoof en theoloog Willem Ouweneel schrijft in “De zesde kanteling” ook over ‘de grote profeet Spitama Zarathustra (uit het geslacht Spitama)’ die onder de herdersvolken in het noordoosten van Iran opkwam. Over de tijd waarin Zarathustra leefde, denken geleerden verschillend: “… Eilers vindt dat -1000 à -700 het meest in aanmerking komt. Anderen denken zelfs aan -1400 à -1200. Altheim stelt de jaren van Zarathoestra echter met beslistheid op -599/98 en -522/21, en wel op grond van een gevonden, in het Arabisch vertaald fragment uit de kroniek van Porphyrios, waaruit bleek dat de profeet in -522/21 was gestorven. Vanuit de historische melding dat hij 77 jaar was toen hij stierf, komt men op het geboortejaar -599/98. König en Oliphant noemen als levensjaren ca. -628-ca.551. Deze visie heeft m.i. sterke papieren, en wel vanwege een bron die beweert dat Zarathoestra 258 jaar vóór de Macedoniër Alexander verschenen zou zijn. Alexander de Grote veroverde het Perzische rijk in -330; 258 jaar eerder brengt ons tot het jaar -588 of 587. Dit zou het jaar zijn waarin hij koning Visjtaspa (Grieks: Hystaspes) tot zijn geloof bekeerde. Volgens de hier gevolgde chronologie was dit dezelfde als Hystaspes, stadhouder van Parthië en de vader van koning Darius I (zie onder). In het bekeringsjaar -588 of 587 zou Zarathoestra veertig jaar geweest zijn, zodat hij ca. -628 geboren moet zijn…”. Ik licht dit even uit omdat Zarathustra met zijn leer hierdoor opmerkelijk goed in de geheimzinnige ‘Spilperiode’ past, een naam die is gemunt door filosoof Karl Jaspers, waarin zich wereldwijd een wonderlijke revolutie voltrok in het levensbeschouwelijke en religieuze denken. Net zoals in Griekenland en India tijdens de Spilperiode de tendens opkwam het veelgodendom door een abstract eengodendom te vervangen, zo voerde ook Zarathoestra het monotheïsme in: “… In deze ‘Achsenzeit’ ontstonden onder meer het confucianisme in China, het boeddhisme in India, het zoroastrisme in Perzië en voltrok zich de profetische revolte in Israël. Ook kwamen in deze fase van de Oudheid de Griekse en Romeinse filosofie tot bloei. De rode draad die deze uiteenlopende denktradities verbindt, is de breuk die plaatsvond met de oude godenwereld en mythologie. De oude mythen kwamen onder kritiek te staan en er kwamen nieuwe interpretaties op…” (Enne Koops / Historiek 19.02.24). Ouweneel linkt deze periode aan de verwoesting van de eerste tempel in Jeruzalem, waardoor de Sjechina (de goddelijke presentie) zich uit Jeruzalem terugtrok en God ‘de God des hemels’ werd. Heeft een en ander met elkaar te maken? Dat is een opwindend idee. Volgens Ouweneel waren Darius uit het Bijbelboek Daniël, Ahasveros uit het Bijbelboek Ester en Arthahsasta uit het Bijbelboek Nehemia allemaal orthodoxe zoroastriërs.
Taal
Kader Abdolah is niet gelovig en heeft dus niets met bovenstaande gedachtekronkels. Hij begint zijn verhaal met de volgende mededeling: “… Alles in dit boek is gebaseerd op onzekere historische archeologische gegevens. En geschreven naar de zekere orde van de literatuur…”. Zijn insteek is de taal die op de Euraziatische steppen werd gesproken, waar het hedendaagse Hindi, Grieks, Russisch, Duits, Italiaans, Frans, Spaans en ook Nederlands van afstammen. Er zijn veel zogeheten ‘gatha’s’ van Zarathustra bewaard gebleven: lofliederen, waarin hij met zijn enige god Ahura Mazda spreekt, dan wel de mensen de weg wijst naar een rechtvaardige wereld. Tussendoor vertelt Abdolah ook het beroemde verhaal over een steppeliefde van de Griekse historicus Khars Mitleni die met Alexander de Grote (zie boven) meereisde toen hij Perzië binnenviel. Volgens hem was het verhaal zo beroemd dat de mensen er schilderingen van maakten op de binnenmuren van hun huizen, op de muren van de bazaars en de wanden van hun tempels. Het dateert uit de tijd van de Meden, die het eerste Perzische koninkrijk stichtten. Het is exemplarisch voor de vele oosterse liefdesverhalen zoals “Lely en Madjonen”, “Shiran en Farahd”, en ook dat van “Romeo en Julia”. Het gaat over prins Zariadares die verliefd wordt op de wonderschone prinses Odatis uit een vijandig buurland. Ze “… zagen elkaar voor het eerst in elkaars dromen…”. Het viel mij op hoe vaak ‘dromen’ een rol spelen in Abdolah’s boek. Veel Iraniërs schijnen heden ten dage nog steeds christen te worden omdat ze Jezus zien in hun dromen. De vader van prinses Odatis bepaalt op een feest haar lot door de slimme, koninklijke adelaar, die een man voor haar moet kiezen, boven een veld met honderden aanbidders te laten vliegen. De vermomde prins Zariadares bindt een groene sjaal van de prinses aan zijn paard. De adelaar ruikt de geur van de prinses en landt zodoende zonder te aarzelen op zijn schouder.
De heilige plant Hum
Volgens Abdolah waren de steppebewoners echte paardenfluisteraars. Ze wisten de kleine, wilde paarden te temmen die bijzonder moedig waren en zelfs door de goden werden geprezen: “… Ze vochten samen met de helden tegen demonen, draken, monsters en grote slangen en ze hielpen de helden hun dromen waar te maken…”. De karrenwielen van massieve schijven veranderden gaandeweg in wielen met houten spaken en een leren en koperen rand. Het heilige boek Avesta van Zarathustra heeft het ook over vermaarde boogschutters. Hum of Heomeh was een jonge god die tegen de demonen van Ahriman (satan) vocht. De manifestatie van deze god is een geneeskrachtige en hallucinogene plant: hum. Er bestaan zo’n vijfenzestig verschillende soorten - die van Zarathustra is de ‘Ephedra sinica’. In de Chinese traditionele geneeskunde wordt hum (ma huang) al duizenden jaren gebruikt tegen astma, hooikoorts en verkoudheid. Volgens een mythe heeft een adelaar op bevel van de god Hum de plant vanuit de hoge hemel naar de aarde gebracht als een geschenk voor de mensen, die er een drank van maakten: “… De god van de oorlog dronk deze drank om de draak Vetra te kunnen verslaan, die de bron van de regen blokkeerde waardoor de mensheid geen water meer had…”. Abdolah: “… Zoroastriërs drinken nog altijd van de humdrank na hun gebeden in hun vuurtempels, net zoals christenen een slokje wijn drinken na de preek van de priester…”. Volgens hem smaakt het vooral naar Hollands Heineken-bier. “… In Iran wonen nog zo’n twintigduizend zoroastriërs, en een grote gemeenschap van hen woont in Yazd, aan de rand van de woestijn…”.
Mithra
Abdolah schrijft dat Zarathoestra een einde maakte aan het ‘slachten van de koe’ als offer aan de ‘godin’ van licht en zon Mitra: “… Overal in de overgeleverde taferelen en schilderingen zie je Mitra op de rug van een koe zitten met een fakkel en een dolk in haar handen…”. Ik ken echter helemaal geen geen ‘godin’ Mitra, wel een ‘god’ Mitra. Bovendien is Mitra’s koe in de verhalen die ik op internet tegenkwam een (wilde) stier, die staat voor de onbeheerste, donkere driftkrachten in de mens, dewelke moeten worden overwonnen (zie Karen Armstrong in “Compassie”). Abdolah zegt een stuk verder dat mijn verhaal een veranderde versie is van het oorspronkelijke. Volgens een scheppingsmythe schenkt Mitra met haar fakkel licht op aarde, vertelt Abdolah. Ze rijdt een stukje op de rug van een koe, plant op een gegeven moment een dolk in haar nek waardoor de koe dood bloedt. Uit haar buik groeien planten en gewassen. Uit een plant met twee takken ontstaan een man en vrouw. Abdolah constateert verder dat de Meden geen vrouwen hebben afgebeeld op de stenen taferelen in de rotsen van de bergen bij Hamadan: we weten alleen hoe de mannen eruit zien.
De leegloop van de steppe
Volgens Glashouwer - zie mijn vorige blog - wordt ‘afgodendienst’ in de Bijbel vooral bekritiseerd vanwege het vereren van de ‘schepping in plaats van de Schepper’. Abdolah verwoordt dat mooi in verband met de Aria’s die op de steppen leefden: “… Ze waren van boven en beneden omsingeld door de natuur en door de hemel, die ze zowel nieuwsgierig als bang maakten. Ze waren bang voor de bliksem, en voor gevaarlijke dieren. Ze zagen het water, de regen, het vuur, het donker, de bliksem allemaal als levende wezens: als zichtbare, tastbare schepselen die net als de mens een geest en intelligentie hadden. En ze zagen die wezens als een teken van een reeks hogere machten die in de hemel bivakkeerden…”. Abdolah wijdt de ‘leegloop van de steppe’ vooral aan de uitvinding van de snelle, wendbare, tweewielige strijdwagen, waarvan je stevig staand kon schieten. De steppe-immigranten met hun vee en goden fuseerden met de lokale landbouwers in Iran. Die gemeenschap zou de geschiedenis ingaan als het rijk van de Meden en Perzen, dat gevolgd zou worden door het Parthische Rijk en het grote Perzische Rijk van koningen als Cyrus en Darius.
Ahura en Ariman
Zarathustra zou zijn geïnspireerd door de god Zerwan die volgens een kleitablet in den beginne de enige was. Uit Zerwan’s droom stapte de zoon waar hij naar verlangde: Ahura. Uit zijn duistere twijfels kwam Ariman tevoorschijn. Abdolah meent dat Ahura later transformeert naar de ‘God van de christenen’, waarmee hij waarschijnlijk Jezus bedoelt, en Allah van de moslims. “… Ook Ahriman ondergaat een metamorfose: een paar duizend jaar later wordt hij de duivel van de christenen en de Sjaitan van de mohammedanen…”. Ahura creëerde de Waarheid en licht, geluk, schoonheid en kennis plus de izadan (aartsengelen). Ariman creëerde de Leugens en duisternis, ongeluk, kwaad, ziektes en lelijkheid plus de demonen. Ahura schiep hemel en aarde. De lokale bewoners waren het niet eens met de mythe over Mithra, die later veranderde in de godin Anahita. Volgens hen werd de Koe door Ahriman gedood die jaloers was op de grandioze schepping van zijn broer. Hij vervuilde ook nog eens het water en vergiftigde de planten. Ahura schiep de mens, in zeven dagen. Hij noemde hem Kiomaars, wat de ‘aardse’, de ‘sterfelijke’ betekent. Ahriman kreeg het voor elkaar de mens te doden, maar zijn zaad viel op de grond waar na veertig jaar een plant uit groeide waaruit de mensheid ontstond zoals hierboven beschreven.
Koning Damsjid
De eerste legendarische koning van Iran was Djamshid: “… ‘Djam’ betekent de sjah, of koning, en ‘shid’ is stralend…”. Hij regeerde duizend jaar. Hij verloste zijn onderdanen van onwetendheid door zijn wijsheid. In zijn koninkrijk kenden mens en dier geen lijden. De mensen waren vegetariërs. Zijn volk bestond uit vier rangen: priesters, soldaten, boeren en ambachtslieden. Hij introduceerde nieuwe ambachten, zoals textielwerk, kleermakerij, architectuur, bouw, scheepvaart, mijnbouw en het bewerken van edelstenen. Hij grossierde in gedroogde geneeskrachtige planten en geurige parfums zoals muskus en amber. Hij bedacht krachtige wapens. Hij sloot een compromis met Ahriman wiens demonen hem hielpen kastelen en paleizen te bouwen. Vanwege een periode van ijzige kou gaf hij opdracht diep onder de grond een enorme schuilplaats te bouwen waar het heilige vuur heen werd gebracht. Toen de kou week en de mensen weer boven de grond kwamen, leidde Djamshid ze naar warme, groene oorden. Tot Ahriman hem in zijn oor fluisterde dat hij nog machtiger zou zijn als hij de hemel in vloog. Er werd een voertuig gebouwd en met behulp van demonen koos Djamshid het luchtruim. Op de eerste dag van de lente wordt zijn reis langs de hemel nog steeds gevierd met een groot landelijk feest: ‘Noroez’. Damshid werd na zijn terugkeer nogal hooghartig, hoogmoedig en verblind door macht. Hij gaf de mensen toestemming koeien te slachten en te eten. Zijn eerste zonde. Hij beweerde dat hij God op aarde was. Zijn tweede zonde. Ahura werd zo kwaad op hem dat hij de goddelijke zegen van hem wegnam. Djamshid raakte in nood, ontheemd en werd vermoord door zijn broer. Er ontstond chaos. De vreugde verdween. De leugen regeerde. Toen stond Zarathustra op…
Jung
Abelkader haalt psychoanalyticus Carl Gustav Jung aan die in 1934 een lange speech hield over “Also sprach Zarathustra” van Nietzsche. Het boek dat hem bijna doodde, aldus de schrijver. Hij gebruikte de gatha’s als model voor zijn werk. “… Zarathustra was de bedenker, de uitvinder van het gevecht tussen goed en kwaad. Ik heb mezelf in hem teruggevonden…”, aldus Nietzsche. De leer van Zarathustra vertolkt de kosmische strijd tussen de krachten van licht en duisternis die hij eindeloos en eeuwig verklaart. Hij stond op tegen de magiërs, heksen, tovenaars en vooral de corrupte priesters van zijn tijd, die de ontredderde mensen in de tempels dronken voerden en aanzetten tot ongepaste daden. Nietzsche keerde zich ook tegen de traditionele waarden van zijn omgeving. Maar hij was niet constructief. Hij kwam niet met een oplossing of alternatief. Dat deed Zarathustra wel. Volgens Abdolah leefde Zarathustra ruim 1500 jaar voor Christus. Sommige wetenschappers beargumenteren zelfs dat Zarathustra nooit heeft bestaan, maar een hele groep van mensen vertegenwoordigt.
Heksenjong
De legende. Wanneer de demonen merken dat het huis waar de moeder van Zarathustra geboren wordt ongewoon verlicht is, de fruitbomen vruchtbaarder en de moestuin weelderiger dan normaal, ja, dat zelfs de koeien meer melk geven, begrijpen ze dat er een ‘uitverkorene’ woont. Ze doen er alles aan om haar ouders te beschadigen. Ze strooien roddels rond dat ze een bastaard is. Ze sturen een heks op het meisje af om haar mee te lokken. Als ze weg weet te vluchten, komt ze in het huis van haar toekomstige echtgenoot terecht. Volgens de mythen proberen de duivels ook herhaaldelijk haar baby uit de weg te ruimen. Ze kidnappen Zarathustra en gooien hem in het vuur, maar hij blijft ongedeerd. Ze stelen hem uit huis en gooien hem voor een kudde wild galopperende runderen, maar een grote witte koe blijft stokstijf staan en begint luid te loeien. Ze ontvreemden hem nog een keertje. Gooien hem naar een wolf die hem zachtjes beetpakt en naar zijn hol sleept, waar hij langdurig naast gaat zitten huilen. Uiteindelijk plaatst zijn vader vuurkorven rond het huis en op het dak, waar de demonen niet langs durven. In zijn jeugd is er nog een hoop gedoe omdat de dorpelingen Zarathustra maar een raar kind vinden: een heksenjong. Een magiër maakt een eind aan de hetze door te verkondigen dat hij juist de ‘langverwachte’ is. ‘Noroez’ is ook de feestdag waarop de geboorte van Zarathustra wordt gevierd. De oude Perzische koningen kozen deze dag altijd uit om de troon te bestijgen.
Klokkenluider
De hoogbegaafde Zarathustra wordt leerling op de priesterschool. Daar gaat de meeste aandacht uit naar het ‘vuur’, het meest essentiële element waar de wereld van is gemaakt: “… En vuur was weer gemaakt van licht, het licht van in den beginne. En alles droeg vuur in zijn binnenste: alles was dus vuur…”. Al gauw wint hij het vertrouwen van de hoofdpriester. Hij ziet echter dat de goden geen macht hebben, dat het godensysteem niet werkt en dat de priesters de mensen voor de gek houden om hun kaste overeind te houden. Zo rolt hij in de benarde positie van klokkenluider.
Goede gedachten, goede spraak, goede daden
Abdolah vertelt hoe Zarathustra tijdens zijn zwerftochten een engel ontmoet die hem naar een vergadering van izadan leidt waartussen de onmetelijk grote god Ahura (letterlijk: ‘grote heer’) Mazda (letterlijk: ‘alwetend’) verschijnt. De opdracht die Zarathustra krijgt: “… Verspreid goede gedachten, goede spraak en goede daden op aarde…”. Slechte gedachten verzieken je geest. Goede gedachten geven je rust. Wie niet luistert gaat het laaiende vuur van de hel in. Wie goed doet komt in de ‘tuinen van geluk’ terecht. Voor eeuwig. In het begin van zijn missie lijkt Zarathustra meer een activist dan een visionair. Iedereen keert zich tegen hem. Je kunt niet in één klap een duizenden jaren oud godenstelsel ontmantelen. Hij vlucht de bergen in en verblijft tien jaar in een grot om, zoals alle messiassen en oude filosofen in vroegere tijden, in contact te komen met zijn ‘diepste zelf’, waar Ahura Mazda al op hem zit te wachten, aldus Abdolah. Op zijn veertigste keert Zarathustra weer terug onder de mensen. Dat zint Ahriman natuurlijk helemaal niet. Hij stuurt een heks in de gedaante van een mooie vrouw op Zarathustra af, die gelukkig snel genoeg ziet dat ze een staart heeft. Daarna geeft hij een paar demonen de opdracht Zarathustra te elimineren, maar Zarathustra weet met zijn naasten te ontsnappen naar het koninkrijk van koning Ghoshtasb.
Tovenaar of messias
Een oudere neef, Medoyah, beschermt Zarathustra en wordt zijn eerste volgeling. Volgens Medoyah heeft Zarathustra niet tien jaar in de bergen geleefd, maar in de hemel! Medoyah vertelt ook hoe ze tijdens hun ontsnappingstocht op een zee stuiten die zich evenals bij Mozes splijt, zodat ze op het droog gekomen pad veilig naar de andere oever kunnen lopen. Hij beschrijft dat Zarathustra in een bos opgenomen wordt door wolken die hem, zittend op een troon, naar het paleis van de geïmponeerde koning Ghostasb brengen. Welwillend luistert de koning naar zijn verhaal. Koning Ghostab biedt Zarathustra en zijn naasten een overnachting in het gastenverblijf aan. Ahriman fluistert de grootvizier echter in zijn oor dat hij de volgende dag het slaapvertrek van Zarathustra moet doorzoeken. In de strozakken worden allerlei enge spullen gevonden: botten, schedels, varkensstaarten, gedroogde slangenkoppen, vuile drankjes en stinkende mengsels in vieze flessen. Daarop belandt Zarathustra in de gevangenis. Is hij tóch een tovenaar? Zoals elke messias wordt hij gelouterd door pijn en lijden en staat hij op uit de dood. Als Zarathustra het doodzieke lievelingspaard van de koning weet te genezen, neemt deze hem weer in genade aan en stelt hem op de proef. Ten eerste moet Zarathustra de koning de toekomst laten zien. Ten tweede moet hij de koning ‘van ijzer’, dat wil zeggen ‘onverslaanbaar’ maken.
Van ijzer
Na een paar dagen staan er vier hemelse ruiters op gevleugelde paarden en in groene gewaden voor de poort. Ze geven de koning een flesje met drank waardoor hij in slaap valt. Drie dagen en nachten rijdt hij in zijn dromen langs de toekomst. Hij ziet dat hij de wereld zal veroveren met de leer van Zarathustra en koning van de zeven grote rijken op aarde zal worden. Hij wordt echter niet ‘van ijzer’. Dat privilege is weggelegd voor zijn zoon Esfandiyar. Opvallend is dat Esfandiyar het kind van een Romeinse prinses is en er zo Romeins uitziet dat zijn vader sowieso argwaan tegen hem koestert. Veel christelijke denkers duiden het Romeinse Rijk ook als 'het rijk van ijzer': zie het beeld in de droom van Nebukadnezar. De koning is zo jaloers op zijn troonopvolger dat hij hem een eind weg van huis laat vechten tegen een dwarse volksheld, met zijn dood als gevolg. Esfandiyar heeft namelijk wel zeker een zwakke plek: zijn ogen. Zoals Achillus in de Griekse mythologie ook een zwakke plek heeft: zijn hiel. De omgeving van Zarathustra verwijt hem zijn falen. Zarathustra begrijpt het zelf ook niet en trekt zich vertwijfeld terug als kluizenaar. Alleen en anoniem eindigt zijn leven in een uithoek van het land: Balch, in het huidige Afghanistan. Hij wordt in het halfdonker in een vuurtempel doodgestoken door een handlanger van een vreemde koning, die hem niet is vergeten. Onder het bewind van de zoon van Esfandiyar raakt ook het Perzische rijk in verval.
Freddie Mercury
De boodschapper verdween maar zijn boodschap niet. De gatha’s van Zarathustra resette en verfriste de religie van het land dat in een voortdurende strijd met zijn buurlanden was verwikkeld. Uiteindelijk omarmde ook de elite de religie van Zarathustra. Tot de mohammedanen het Perzische rijk veroverden, met veel geweld bekeerden en de gatha’s van Zarathustra vervingen door de soera’s van hun eigen profeet. De Iraniërs voegden de leer van Zarathustra toe aan de islam en maakten er een Perzische islam van. Zo ontstond het sjiisme dat lijnrecht tegenover het Arabische soennisme kwam te staan. Er wonen heden ten dage niet alleen zoroastriërs in Iran en India, er leven ook een paar duizend zoroastrische immigranten verspreid over de wereld. Een van hen was de bekende zanger Freddie Mercury. In de film ‘Bohemian Rhapsody’ waarschuwt vader Mercury zijn zoon, als hij uit gaat, de leer van Zarathustra niet te vergeten. Zie ook het fragment naar aanleiding van het Live Aid-optreden dat zijn vader becommentarieert met de meegegeven leer over ‘goede daden, goede spraak, goede gedachten’. Zarathustra is verder te zien op het beroemde schilderij van Rafaël: ‘De school van Athene’. Hij is degene die met een hemelbol in zijn hand staat, beneden in de rechterhoek.
Koningsverhalen
Na de dood van Zarathustra verzamelen priesters de verloren gatha’s, voegen er de nodige mythes aan toe en brengen uiteindelijk een heilig boek tot stand: de Avesta (letterlijk: ‘fundament, document, onderdak, leidraad’). Het verhaal gaat dat er in de Koninklijke bibliotheek van het mysterieuze paleis van Darius de Grote in Persepolis een stapel van duizenden koeienhuiden lag waarop de gata’s waren geschreven. Alexander de Grote zou ze allemaal in de fik hebben gestoken toen hij het Perzische Rijk binnenviel, omdat de gatha’s als de ziel van de Perzische mens werden gezien. De moslims gingen nog een stap verder. Veranderden het alfabet en schaften de Perzische taal af. Transformeerden alle vuurtempels tot moskeeën en doofden het heilige vuur, dat inmiddels duizenden jaren oud was. Allerlei oosterse verhalen die in andere heilige boeken voorkomen staan ook in de Avesta, maar dan met andere namen, zoals dat van Jozef die verleid wordt door de vrouw van Potifar. Abelkader hervertelt een aantal mythische liefdes- en koningsverhalen van de grote Perzische dichter Ferdowsi (935-1020) uit zijn heldenepos ‘Shahname’. In navolging van de traditionele vertellers uit zijn jeugd die met een groot doek te paard van het ene dorp naar het andere gingen om de koningsverhalen te vertellen: “… Dan hingen ze hun grote beschilderde doek aan een muur en gingen wij, kinderen, er in een halve cirkel omheen op de grond zitten. De verteller wees met zijn stok naar de helden op zijn doek en vertelde dan over hun levens en daden…”.
Wachten
Tenslotte. Er zijn zeventien gebroken fragmenten van de oorspronkelijke gatha’s van Zarathustra overgebleven. Toen Zarathustra geleidelijk aan door begon te krijgen dat hij niet de beloofde messias was, kwam hij met een gatha waarin hij het over een heilsprofeet, een zogenoemde ‘sociant’ heeft, die na hem zal komen om de mens bij te staan. Op een buitengewoon ontroerende manier vraagt hij: “… Ahura! Wanneer zult u de glorie van de wereldoverwinning op u nemen? Wanneer zal de pracht van religie als de pracht van de zon overal schijnen? Ahura! Wie is de verlosser die de mensheid gaat bevrijden van haar leed? En hoe ziet hij eruit?...”. Ahura vertelt het hem niet. Maar honderden jaren na zijn dood beantwoorden de zoroastrische priesters zijn vraag in de Avesta: “… De verlosser is handig en sterk. Hij is mooi en glanzend. Wij prijzen de sociant. Hij komt…”. De aanhangers van het zoroastrisme wachten op de komst van Bharam. De moslims hebben het over Mohammed als de laatste profeet. De Iraniërs wachten op een messias die waarschijnlijk Mahdi zal heten. De hindoes op de komst van Vishnu. De boeddhisten op Boeddha. De Mongolen op de herrijzenis van Djenghis Khan. En ik, als christen, wacht op de terugkeer van Jezus. Zie ook het prachtige gedicht “Iemand die als niemand anders is” van Forough Farrokhzad: “… Ik heb gedroomd dat er iemand komt. / Vannacht droomde ik van een heldere ster. / Mijn oogleden trillen. / En mijn schoenen schikken zich vanzelf netjes. // Iemand komt. / Iemand komt. / Iemand die anders is. / Iemand die beter is. / Iemand die op niemand lijkt. / Niet op vader. / Niet op Ensi. / Niet op Yahya. / Niet op moeder. / En hij is zoals hij zou moeten zijn. / Hoger dan de bomen van de buren. // Ik heb de trap naar het dak geveegd. / Ook de ramen gelapt. / Iemand komt. / Iemand komt. / Iemand die met ons is. / In zijn hart. / In zijn adem. / In zijn stem. // Hij komt samen met de regen. / Hij komt van onder het gefluister van de pentuniabloemen. / Hij komt en hij dekt de tafel. / Hij verdeelt brood gelijk. / En Coca-Cola gelijk. / Ik heb gedroomd…”. Fijne kerst!
Uitgave: Prometheus – 2024, 400 blz., ISBN 978 904 465 630 5, € 24,99
Rechtstreeks bestellen bij bol: klik hier
Geen opmerkingen :
Een reactie posten