Menu

dinsdag 18 september 2018

De kinderen van de nacht.
Over wolven en mensen – Dik van der Meulen


“… Listen to them – the children of the night. What Music they make!...” Dracula

Wat ligt er meer voor de hand dan na “Woman Who Run With the Wolves” (zie mijn vorige blog) een boek over wolven te lezen?! Zo kwam ik op de cultuurstudie van Dik van der Meulen (1963) over wolven en mensen, “De kinderen van de nacht”, waarmee hij de Jan Wolkersprijs 2017 won.

Waarom vrouwen van wolven (en apen) houden

Vorige week was ik bij het Film by the Sea festival waar filmjournalist Harry Peters een college gaf over het nut van het vertellen van verhalen. Verhalen scheppen orde in de chaos. Verhalen kunnen je dingen laten verkennen, je met zaken confronteren, je bevestigen in je denkbeelden, of je een geschiedenis laten herhalen. Af en toe bestaat het leven uit een wonderlijke samenloop van omstandigheden. Stine Jensen (publiciste en filosoof) was ook present en hield een lezing aan de hand van haar dissertatie – lang geleden – over de vraag waarom vrouwen van apen houden. In feite net zo’n cultuurstudie als van Van der Meulen, waar ik mee bezig was. En in dit geval natuurlijk vooral toegespitst op de rol van de aap in films. Bijvoorbeeld “King Kong”, “Tarzan, the Ape Man” en de documentaires over primatologen als Diane Fossey, Jane Goodall en Biruté Galdikas: allemaal vrouwen. Pas na haar college las ik tot mijn verrassing in Van der Meulen’s boek een fragment over Stine Jensen. Hij vertelt hoe haar proefschrift onverwacht onder het stof vandaan werd gehaald toen gorilla Bokito een vrouw aanviel (mei 2007). Destijds een hot item in de media dat velen zich nog wel zullen herinneren. De meeste dissertaties verdwijnen, na door twee of drie belangstellende wetenschappers te zijn gelezen, in een diepe la. Zo niet die van Jensen. Na het Bokito-drama wist de uitgever niet hoe snel hij haar verhaal een tweede leven moest geven. Hij maakte er een appetijtelijk boek van. Later zou Jensen totaal onterecht worden verweten dat ze een slaatje uit het gebeuren sloeg. Ze promoveerde immers lang daarvoor: in 2002.

Woman Who Run With the Wolves
Het frappante is dat vrouwen niet alleen iets met apen, maar ook met wolven lijken te hebben. Ene Tanja Askani, die een wolvenverblijf in het Wildpark Lūneburger Heide - waar je een ‘wolfevent’ kunt meemaken - onderhoudt, vertelt in het prachtig geïllustreerde “De kinderen van de nacht”, dat negentig procent van haar klanten vrouw zijn. Estés in “Woman Who Run With the Wolves”: “… Gezonde wolven en gezonde vrouwen delen bepaalde psychische kenmerken: een scherp gevoel, een speelse geest en een sterke neiging tot toewijding. Wolven en vrouwen zijn van nature sociaal, belangstellend, verdraagzaam en krachtig. Ze hebben een sterk ontwikkelde intuïtie en zijn intens betrokken bij hun jongen, hun verwanten en de groep. Ze zijn er goed in zich aan telkens wisselende omstandigheden aan te passen; ze zijn buitengewoon trouw en moedig…”. Toe maar. Opvallend is dat vooral vrouwen wolven mystificeren. Wat dit betreft gaat misschien wel het ontroerendste verhaal van Van der Meulen over de miraculeuze genezing van biologe Gudrun Pflūger, die getroffen werd door een agressieve hersentumor. Ze vertelt dat in de herfst van dat jaar, in de verlaten Canadese wildernis, ineens zes wolven op haar afkwamen. Ze ging instinctief op de grond liggen. Terwijl de wolven om haar heen kwamen staan duwde de alfawolvin zachtjes tegen haar aan. De biologe legt een direct verband tussen deze overweldigende ervaring en haar genezing. Staat de vrouw vanwege haar vermogen om te baren dichter bij de natuur dan de man? Volgens Stine Jensen is de vrouw de bemiddelaar tussen natuur en cultuur. Misschien symboliseren de apen in haar verhaal in de eerste plaats ongecompliceerde viriliteit en mannelijkheid. En staat de wolf vooral voor door vrouwen lang bevochten onafhankelijkheid.

Niemand die meer weet wat de Wijzen wisten
Dik van der Meulen’s fascinatie voor wolven begon met een mini-lp van het beroemde muzieksprookje “Peter en de wolf” van Sergej Prokovjef, dat hij in zijn kinderjaren grijs heeft gedraaid. Hij sloot zich over de hele wereld aan bij groepen ‘wolfers’ om in de wilde natuur wolven te gaan spotten. Het leuke is dat de wolf na een lange tijd van afwezigheid op een natuurlijke manier begint terug te keren naar onze contreien – al vinden sommige schapenboeren het wat minder. Hoe weet je of je een wolf tegen bent gekomen? Van der Meulen geeft een uitgebreid signalement. Het opvallendste is zijn verende, bijna dansende loop, waarbij vergeleken honden ‘zwoegen’. Verder is de wolf herkenbaar aan zijn gebit. Zijn reukvermogen is zeker veertig keer sterker dan dat van een mens. Waarschijnlijk bestaat zijn taal dan ook uit geur. Zijn staart drukt zijn stemming uit. Blaffen doet hij bijna niet, wel huilen. Een wolf heeft (vergeleken bij honden) lange poten, een lange snuit, dikke, dichte beharing met een aanzet tot manen, een brede kop en schuin staande, ovale, meestal gele ogen. Op een spannende manier doet Van der Meulen de evolutie van de wolf uit de doeken. Hij vertelt over hoe een wolf een hond werd en opduikt in onze vaderlandse geschiedenis. Wie kent niet het verhaal over Pompey, het in marmer gehouwen, trouwe hondje van Willem van Oranje, dat vol verdriet aan de voeten van zijn meester op het prinselijke praalgraf in Delft rust? Van der Meulen heeft het over de dire- of reuzenwolf die in de fictieve wereld van de televisieserie “Games of Thrones” optreedt als waak- of vechthond van diverse hoofdrolspelers. Het is een hardnekkig misverstand dat in een wolvenroedel een pikorde bestaat. Tenminste niet bij wilde wolven. In gevangenschap bestaat er wel hiërarchie. Wolven kunnen vriendjes worden en ‘spelen’ met beren en raven. Mensen hebben van wolven ook niet zo veel te vrezen. Integendeel. Van der Meulen vertelt prachtige eskimo- en indianenverhalen over wolven die verkleumde mensen warm hielden tijdens sneeuwstormen of genazen door hun wonden te likken. Over inheemse jagers die nieuwe technieken ontwikkelden door naar wolven te kijken. En over de sjamanistische ‘wolvenmagie’ van lang geleden – maar inmiddels ‘weet niemand meer wat de Wijzen wisten’.

Who’s Afraid of the Big Bad Wolf
Prachtig beschrijft Van der Meulen de gang van sprookjes als "De wolf met de zeven geitjes" en “Roodkapje” door onze geschiedenis. “Roodkapje” is vooral een waarschuwend verhaal over een meisje dat haar maagdelijkheid verliest omdat ze een bruut vertrouwt. Het heeft zich geleend voor allerlei rijmelarijen, toneelversies, toondichten, verfilmingen, satires, en natuurlijk pornobewerkingen. Een wolvin is de icoon van het oude Rome. Zij redde en zoogde de tweelingbroertjes Romulus en Remus, de latere stichters van Rome, die ter verdrinking in de Tiber werden gegooid. Van der Meulen beschrijft de rol van de wolf in de Bijbel, in het epos Gilgamesj, in de Ilias van Homerus, in de dierenfabels van Aesopus, in de zeventiende-eeuwse fabels van Jean de La Fontaine, bij Aristoteles en Plinius, bij Dante en ‘onze’ Jacob van Maerlant. Het gaat over de wolf Ysengrim, die veelvuldig de dupe is geweest van de streken “Van den vos Reynaerde”. En natuurlijk over de Transsylvanische graaf “Dracula”, de aristocratische vampier van Bram Stoker. Een verhaal dat teruggaat op de ongekend wrede krijgsheer uit de middeleeuwen Vlad Dracula, alias ‘De Spietser’. Hij placht zijn tegenstanders aan palen te rijgen. In het verleden werd er niet alleen jacht gemaakt op heksen, maar ook op weerwolven. Misschien is er een associatie met hondsdolheid? Van der Meulen belandt vanzelf in het heden, met Midas, de boze wolf van Walt Disney die constant achter de drie biggetjes aanzit, maar ze nooit te pakken krijgt. En verder de ongekend populaire vampierserie “Twilight”, de sympathieke heen- en weerwolf uit “Pluk van de Petteflet” van Annie M.G. Schmidt en Dolfje het aardige weerwolfje, van kinderboekenschrijver Paul van Loon.

De wolf in Nederland
Vanaf de late middeleeuwen kwamen overal in Europa meldingen binnen van wolven die het platteland onveilig maakten en zelfs steden binnendrongen. Ze deden zich te goed aan gesneuvelde mannen en paarden tijdens de vele oorlogen en aan de door ondervoeding en ziekten gestorvenen. Er is veel documentatiemateriaal over wolvenoverlast en wolvenjacht. Vooral uit de Zuidelijke Nederlanden; welvarende streken met bloeiende handelssteden als Gent, Antwerpen en Brugge. Voor het vangen van een wolf kon je een fikse premie opstrijken, waardoor de wolf na 1800 in de West-Europese wildernis snel schaarser werd. Van der Meulen haalt allerlei verslagen aan over wolven die voornamelijk kinderen aanvielen. Van sommige monsters is het de vraag of het wel echt een wolf was. Er zijn mensen geweest die roofdieren uit Afrika in kennels hielden. Brak er eentje uit? En wat betreft het item seksueel toegetakelde vrouwen. Was er wel altijd sprake van een wolf? Liep er niet veel eerder een lustmoordenaar rond? Soms lijkt het ook om verwilderde honden te gaan. Ergens in de negentiende eeuw verdween de wolf uit Nederland. Er was geen prooi meer te vinden. Door menselijke overbejaging werden ook reeën, edelherten en wilde zwijnen een zeldzaamheid.

Germaanse mythologie
Via de muziek van Wagner en zijn grote vierluik “Der Ring des Nibelungen” komt Van der Meulen uit bij Hitler, die zich 'oom Wolf' liet noemen, en de Germaanse mythologie. Regelmatig duiken er wolven op in de noordse godenwereld van de Edda. Wodan wordt begeleid door twee trouwe wolven: Geri en Freki. Plus twee raven waar de viervoeters het goed mee kunnen vinden. Er is ook een enge wolventweeling, Skol en Hati, die de zon en de maan willen verslinden. Een neiging die ze van hun agressieve wolvenvader Fenrir hebben geërfd. Verder is daar Siegfried, de Drakendoder, een Wolfssohn die liefdevol over wolven zingt – zorgzame dieren volgens hem, die nooit hun jongen in de steek zullen laten. Hitler indentificeerde zich sterk met Siegfried. Maar liefst drie van Hitler’s militaire hoofdkwartieren kregen de naam ‘Wolfsschlucht’, en zijn Fūhrerhauptquartier in Oost-Pruisen heette ‘Wolfsschanze’. De stad die de nazi’s stichtten ten behoeve van de autofabriek voor volkswagens heet ‘Wolfsburg’. Hitlers' zus Paula had de naam ‘Wolf’ aangenomen en enkele van zijn honden noemde hij ‘Wolf’. Het symbool voor de SS was een zogeheten wolfsangel. Een rune. Tegen het einde van de oorlog richtten Joseph Goebbels en Robert Ley de speciale nazi-eenheid ‘Werwolf’ op. Hitler en de zijnen worden nog steeds als wolven voorgesteld. Extreemrechtse groeperingen noemen zich graag weerwolven, en vlak ook de Turkse Grijze wolven niet uit. Tolkien had weer niets met wolven. Zijn “The Lord of the Rings”, dat zwaar leunt op de Germaanse heldensage, zit vol boze wolven.

Het aloude verbond tussen angst en erotiek

Van der Meulen heeft het over de opkomst van wolvenroedels in Canadese en Amerikaanse wildparken en de uitgestrekte bossen van West-Europa, die ‘hardcore wolf groupies’ aantrekken. De wolf is goed voor de natuur. Ze eten verzwakte en zieke planteneters op, zodat er vanzelf een sterke en gezonde populatie overblijft. Er is dan ook druk gediscussieerd om wolven uit te zetten in de Oostvaardersplassen (zie het natuurspektakel ‘De nieuwe wildernis’ uit 2013). Eigenlijk is bij ons zelfs de Veluwe te klein voor het territorium van de wolf, maar af en toe zal er best eens eentje de grens over wandelen. Zolang de wolven schuw blijven is dat geen probleem. Als ze aan mensen wennen worden ze pas gevaarlijk. Of als ze het aanleggen met honden, waardoor er zeer grote, bijtgrage hybriden ontstaan. Bij een kruising tussen wolf en hond schakelt het groei-gen zich namelijk uit. Verder gaat het boek over ‘wolfskinderen’ en de beroemde middeleeuwse wolf die de heilige Fransiscus van Assisi aan banden wist te leggen door hem te benaderen als zijn ‘broeder’. Van der Meulen maakt zelfs een uitstapje naar de psychoanalyse van Sigmund Freud. Een van zijn beroemdste droomverslagen handelt over de geschiedenis van ‘De Wolvenman’. Ook het schilderij “She-Wolf” van de Amerikaanse kunstenaar Jackson Pollock komt aan de orde. De schrijver Gerard Reve, die zijn liefdespartner Wolf noemde, wordt aangehaald. Een van zijn boeken heeft de titel "Wolf". Evenals een boek van Jan Cremer. Het aloude verbond van angst en erotiek kreeg gestalte in de wolf, oreert Van der Meulen. En daarom fascineert de wolf ons zo…

Uitgave: Querido – 2017, 376 blz., ISBN 978 902 140 942 9, € 19,99
Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten