Menu

woensdag 15 december 2021

Onderworpen – Michel Houellebecq

 


Net als mijn vorige blog gaat “Onderworpen” (2015) over een bekering. In dit geval van iemand tot de islam. Filosoof Cees Zweistra voert naar aanleiding van de roman “Onderworpen” in zijn studie “Waarheidszoekers” aan, dat mensen die zich vervreemd voelen van de maatschappij een 'thuis' missen. Hij vraagt zich af of de nieuwe complottheorieën uit kunnen groeien tot het 'thuis' van een heuse nieuwe religie. Pas na de coronapandemie zal blijken of ze blijven bestaan. De literaire ‘enfant terrible’ van Frankrijk, Michel Houellebecq (1956), laat in zijn boek de nihilistische Franse samenleving in 2022 moeiteloos opgaan in de patriarchale islam. Destijds viel de uitgave van “Onderworpen” nota bene samen met de aanslag op Charlie Hebdo. Als lezer moet je je eerst door een berg zielige seks heen werken, maar uiteindelijk wordt het toch een pakkend en provocerend godsdienstfilosofisch sprookje: voor mannen dan. Eerder besprak ik van Houellebecq “H.P. Lovecraft. Tegen de wereld, tegen het leven” en “Serotonine”.

 

Mediastilte

François, een letterkundige, begin veertig, heeft het geschopt tot professor aan de Sorbonne en is een groot kenner van het oeuvre van Joris-Karl Huysmans (wat me direct aan Jan Siebelink doet denken, die ook een Huysmans-adept is: “… Ik las het voor het eerst als twintigjarige en mijn leven veranderde…”). Het citaat van Huysmans, waarmee Houellebecq zijn verhaal begint, is illustrerend voor de ontwortelde mens die een nieuw ‘thuis’ zoekt: “… ik word geobsedeerd door het katholicisme, bedwelmd door zijn sfeer van wierook en was, ik sluip eromheen, tot tranen geroerd door zijn gebeden, tot het bot uitgeperst door zijn psalmen en gezangen. Ik ben mijn leven behoorlijk moe, mezelf behoorlijk beu, maar om daarom nu een ander bestaan te willen leiden, dat gaat wel heel ver!...” (uit: “En route”). Een ontworteld mens is François zeker: hij deelt mee dat hij langzaam aan het ‘wegkwijnen’ is. Hij leeft op in eenzaamheid verorberde, uitgebreid beschreven magnetronmaaltijden, en alcohol. Omdat zijn geestelijk desolate vriendinnen hem doen denken aan ‘met olie besmeurde vogels’ brengt hij zijn avonden door op YouPorn. Alleen ‘s woensdags hoeft hij de deur uit om fysiek op de universiteit aanwezig te zijn. Aan de vooravond van de presidentsverkiezingen in 2022 laait de strijd op tussen MarineLe Pen van het Front National, die er in haar mantelpakjes uit probeert te zien als Angela Merkel, en de Moslimbroederschap van de gematigde en charismatische Mohammed Ben Abbes. Niet dat François het allemaal veel kan boeien: “… ik voelde me net zo geëngageerd als een toilethanddoek…”. Tijdens een receptie die hij bezoekt zijn er geweersalvo’s hoorbaar in het centrum van Parijs. Karkassen van auto’s staan in de fik. Tot de tanden gewapende leden van de mobiele eenheid paraderen rond. Maar de centrumlinkse media spreken niet over het geweld in de voorsteden. En de etnische rellen worden doodgezwegen: “… ze zijn echt bang dat het Front National de verkiezingen wint…”.

 

Stoofpotjevrouwen

Wordt er een burgeroorlog op poten gezet? Wat gaat er gebeuren als er een islamitische regimewisseling plaats vindt? François praat met deze en gene. Iemand adviseert hem zijn rekening naar een Engelse bank te verhuizen. Een ander dat hij beter een tijdje de stad uit kan gaan, alhoewel hij met zijn woonadres in Chinatown waarschijnlijk weinig te vrezen heeft. Terwijl hij het centrum doorkruist, gaat het door zijn hoofd dat de moderne lingeriewinkels niet bang hoeven te zijn: “… De rijke Saoedische vrouwen, overdag gekleed in ondoordringbare zwarte boerka’s, veranderden ’s avonds in paradijsvogels en tooiden zich met taillebanden, opengewerkte bh’s, strings versierd met fleurig kantwerk en edelstenen: precies het tegendeel van de westerse vrouwen, die overdag classy en sexy waren omdat hun sociale status op het spel stond, maar ’s avonds als ze thuiskwamen in elkaar zakten, uitgeput elk idee van verleiding lieten varen en zich omkleedden in losse, vormeloze kleren…”. Welk sociaal model hij verkieslijker vindt laat zich raden. Waarom Houellebecq zoveel aandacht besteed aan eten: “… Fijnproeverij had haar intrede bij hen gedaan als een nieuwe belangstelling, opgeroepen door de groeiende desinteresse van hun zinnen, als een passie van geestelijken die bij gebrek aan vleselijke geneugten staan te hinneken voor verfijnde gerechten en oude wijnen…”. En even verder: “… Het lijdt geen twijfel dat er, toen de vrouw nog zelf haar groenten kocht en schilde, haar vlees klaarmaakte en haar stoofpotjes urenlang liet sudderen, zich een liefdevolle, voedende relatie kon ontwikkelen; door de opkomst van voorverpakt voedsel was dat gevoel in vergetelheid geraakt…”. Waar moest je tegenwoordig nog ‘stoofpotjesvrouwen’ vinden? Ze moet natuurlijk ook op gezette tijden in een hoer kunnen veranderen, want voedsel is maar een zwakke compensatie voor de geneugten van het vlees. 

 

Keizer Augustus

Op zijn verjaardag kondigt zijn laatste, ruim twintig jaar jonger vriendinnetje aan, dat ze met haar Joodse familie naar Israël vertrekt. De dag daarop blijven de hekken van de universiteit gesloten. Die zondag besluit François ook zijn biezen te pakken, en richting het zuidwesten te rijden. Het is doodstil op de weg. De radio doet het niet. Als hij wil tanken blijken de ramen van het tankstation te zijn ingeslagen en liggen er lijken. Het wordt allemaal heel koeltjes verteld, alsof het er amper toe doet. François eindigt in een dorpje waar hij een hotelkamer huurt. Wie schetst zijn verbazing als hij de echtgenoot van een collega tegen het lijf loopt. Ze blijken er een huis te bezitten waar ze hun pensioen willen doorbrengen. Meneer is geheim agent en met een ruime vertrekbonus aan de kant gezet omdat hij teveel weet. Mevrouw komt als dame niet meer aan de bak op de universiteit, als de islam er het bewind gaat voeren. François laat zich uitnodigen en uitgebreid bijpraten over de gekke toestand. Vanzelfsprekend tijdens een delicate maaltijd. Natuurlijk gaan de moslims winnen. Links, verlamd door zijn eigen constitutieve antiracisme, kan niet anders dan het voor hen opnemen. Mohammed Ben Abbes gelooft in een grote beschaving; gelooft in Europa. En een beetje beschaving heeft een religie nodig. Denk maar niet dat Mohammed Ben Abbes zijn macht gaat uitleveren aan Saoedi-Arabë. Hij ziet zichzelf als keizer Augustus. François moet vooral eens Rocamadour gaan bekijken, nu hij hier toch verzeild is: “… Het is maar een kilometer of twintig, u moet er echt naartoe. De bedevaart naar Rocamadour was een van de beroemdste van het christendom, weet u. Hendrik Plantagenet, Dominicus van Osma, Bernardus van Clairvaux, Lodewijk de Heilige, Lodewijk XI, Filips de Schone… Allemaal zijn ze daar voor de voeten van de zwarte Madonna neergeknield, allemaal hebben ze op hun knieën de trappen naar het sanctuarium beklommen, nederig biddend om vergiffenis voor hun zonden. In Rocamadour kunt u echt navoelen wat een grote beschaving het middeleeuwse christendom was…”. Het idee van het vaderland is niet voldoende, het moet worden verbonden met iets sterkers, met een mystiek van hogere orde: “… De Franse Revolutie, de Republiek, het vaderland… Ja, het heeft iets opgeleverd, en dat heeft iets meer dan een eeuw geduurd. Het middeleeuwse christendom heeft meer dan duizend jaar geduurd…”. En de ware godheid van de middeleeuwen, het levend hart van de vroomheid, was niet de Vader, en zelfs niet Jezus Christus, maar de Maagd Maria.

 

Verlaten door de Geest

Elke dag zit François een tijdje voor de zwarte Madonna met het kindje Jezus dat niets kinderlijks heeft: “… Zijn sereniteit, de indruk van spirituele macht, van onaantastbare kracht die hij uitstraalde waren haast angstaanjagend…”. Zijn gedachten waaieren alle kanten op: “… Nietzsche had het goed gezien met zijn oudewijvenflair, het christendom was in wezen een vrouwelijke religie…”. Als hij weer naar huis gaat en een laatste bezoek brengt aan de verlaten Chapelle Notre-Dame: “… Zij bezat de heerschappij, zij bezat de macht, maar geleidelijk voelde ik dat ik het contact kwijtraakte, dat ze zich verwijderde in de ruimte en de eeuwen terwijl ik ineenzakte op mijn bank, verschrompeld en beperkt. Na een halve minuut stond ik weer op, definitief verlaten door de Geest, teruggebracht tot mijn beschadigde, vergankelijke lichaam, en ik liep triest de treden weer af in de richting van de parkeerplaats…”. Als hij terug is in Parijs overkomt hem hetzelfde. Eerst merkt hij niets anders dan dat de koosjerafdeling in de Géant Casino na de machtswisseling is vertrokken: “… maar opportunisme is supermarkten wel toevertrouwd…”. Dan dringt het tot hem door dat alle rokjes en jurkjes uit het straatbeeld zijn verdwenen. Thuis krijgt hij bericht dat hij ontslagen is bij de islamitische universiteit Paris-Sorbonne. Met behoud van uitkering. Als hij een onbeduidende collega tegenkomt, vertelt deze dat hij er is blijven werken. Zelfs drie keer zoveel is gaan verdienen. En de volgende maand met zijn tweede echtgenote gaat trouwen. Qua echtelijke relaties staat Francois er zelf slecht voor. Escorts zijn  ook niet alles. Hoe moet het als hij af gaat takelen? De sociale uitgaven zijn drastisch beperkt, het islamitische ‘kerngezin’ zorgt voor zichzelf van de wieg tot het graf. François wordt bijna gedwongen na te denken over de huwelijkse staat. Wanhopig: “… Aan levenswil alleen had ik klaarblijkelijk niet genoeg meer om weerstand te bieden aan de pijnen en zorgen die zich aaneenschakelen in het leven van een gemiddelde westerling, ik was niet in staat voor mezelf te leven, en voor wie anders had ik moeten leven?...”.  Wat François ontbeert is een ‘thuis’.

 

De hoeksteen van de samenleving

Ondertussen zorgt Frankrijks nieuwe president Mohammed Ben Abbas voor een nieuw republikeins optimisme, veroorzaakt door een daling van criminaliteit in de probleemwijken, een vrije val van de werkloosheidscijfers door de massale uittocht van vrouwen uit de arbeidsmarkt en een forse opwaardering van de kinderbijslag (die niet meer gecombineerd mag worden met beroepsmatige activiteiten). De leerplicht houdt op na twaalf jaar. Het middelbaar en hoger onderwijs zijn volledig geprivatiseerd. “… De islamitische scholen hadden vanzelfsprekend niets te vrezen – op onderwijsgebied kende de gulheid van de oliestaten van oudsher geen grenzen…”. En al die hervormingen hebben maar één doel: “… het gezin, de hoeksteen van de samenleving, de plaats en waardigheid terug te geven die het verdient…”.  Kortom, het lijkt de SGP wel. En de gezamenlijke media? Die heeft de Franse politiek in een ‘aan afasie grenzende staat van verbijstering’ gestort. Dit had niemand zien aankomen (wanneer hebben we dat ook alweer meer gehoord?!). Het volk pikt álles: “… Links had altijd het vermogen gehad om antisociale hervormingen geaccepteerd te krijgen die krachtig zouden zijn verworpen als ze van rechts waren gekomen; maar dat gold nog veel meer, zo leek het, voor de moslimpartij…”.

 

Fuck autonomy

Onrustig bekijkt François in een trein een zakenman van een jaar of vijftig in een witte djellaba. Achter zijn laptop gaat de Arabier er steeds zorgelijker uitzien. Tegenover hem zitten echter wel een paar giechelende meiden met hoofddoek, die duidelijk een snoep- en tijdschriftenrazzia in de kiosk hebben gehouden. Waarschijnlijk zijn echtgenotes en thuis had hij er misschien nog wel een paar. “… Onder een islamitisch bewind hadden vrouwen – of nou ja, vrouwen die knap genoeg waren om de begeerte van een rijke echtgenoot te trekken – in feite de mogelijkheid om praktisch heel hun leven kinderen te blijven. Kort na het verlaten van de kindertijd werden ze zelf moeder en doken weer onder in de kindersfeer. Hun kinderen werden groter, vervolgens werden ze grootmoeder, en zo ging hun leven voorbij. Er was maar een korte periode van een paar jaar waarin ze sexy ondergoed kochten, en de kinderspeeltjes voor seksspeeltjes verruilden – die in wezen ongeveer op hetzelfde neerkwamen. Natuurlijk verloren ze hun autonomie, maar fuck autonomy, ik moest toegeven dat ik zelf ook met gemak, en zelfs met heuse opluchting, afstand had gedaan van elke professionele of intellectuele verantwoordelijkheid…”. François zou in ieder geval voor geen goud willen ruilen met de zakenman, die er naarmate zijn inmiddels begonnen telefoongesprekje vordert, haast grijs wordt van angst.

 

De onvermijdelijke terugkeer van het religieuze

Komt tijd, komt raad. François wordt zowaar uitgekozen om een biografie over Huysmans te schrijven. Voor de beroemde Franse Pléiade-reeks. Vanwege deze eer visiteert hij het huis van Rediger, de nieuwe collegevoorzitter van de universiteit, die moslim is geworden. Hij smeekt François bijna terug te komen naar de Sorbonne. François, die tot voor kort niets anders meer wilde dan om vier uur ’s middags met een slof sigaretten, een fles drank en een stapel boeken naar bed gaan, blijkt zowaar ‘begerenswaardig’ te zijn. Alsof hij over een soort ‘aura’ beschikt. Maar ja, voor wat hoort wat. Hij moet zich wel tot de islam bekeren natuurlijk. Een echte atheïst is hij toch nooit geweest? Rediger: “… De enige atheïsten die ik ben tegengekomen waren ‘opstandigen’; ze vonden het niet genoeg om koel te constateren dat God niet bestond, ze zetten zich tegen dat bestaan af op de manier van Bakoenin: ‘En als God wel bestond, moest hij worden afgeschaft’, kortom het waren atheïsten à la Kirillov, ze wezen God af omdat ze de mens in zijn plaats wilden stellen, het waren humanisten, ze hadden een heel verheven idee van menselijke vrijheid, menselijke waardigheid. Ik neem aan dat u zich ook niet in dat portret herkent?’…”. Nee, François gaat over zijn nek van humanisten. Vervolgens begint Rediger - evenals Heino Falcke in “Licht in de duisternis” - over de ongelooflijke schoonheid van het heelal, dat nooit ‘toevallig’  kan zijn ontstaan: “… vooral de gigantische omvang is verbijsterend. Honderden miljarden sterrenstelsels, elk bestaand uit honderden miljarden sterren, sommige op miljarden lichtjaren van elkaar gelegen – honderden triljoenen kilometers. En op de schaal van een miljard lichtjaren begint zich een regelmaat te vormen: met hun knopen en verbindingen vormen de clusters van sterrenstelsels een labyrintische graaf…”. Newton wijdde de laatste jaren van zijn leven aan Bijbelstudie. Was er ooit een briljantere geest dan Newton? En dan Einsteins beroemde uitspraak: “… God dobbelt niet…”. En Voltaire; zijn beeld van God als klokkenmaker is alleen nog maar relevanter geworden sinds de wetenschap steeds nauwere verbanden heeft gelegd tussen astrofysica en deeltjesmechanica: “… Heeft het niet iets koddigs om een nietig schepsel op een anonieme planeet ergens in een zijarm van een normaal sterrenstelsel op zijn achterste beentjes te zien gaan staan om te verkondigen; ‘God bestaat niet?’…”. Het heelal vertoont duidelijk tekenen van de verwezenlijking van een plan dat is bedacht door een gigantische intelligentie. Dat besef moet zich vroeg of laat weer opdringen. De terugkeer van het religieuze is onvermijdelijk.

 

Zombies

Rediger heeft zich in zijn achterliggende zoektocht eerst tot zijn oorspronkelijke traditie gewend: de identitaire beweging (zie de overeenkomst met Joram van Klaveren). Niemand die hem dat overigens kwalijk neemt. Echter, “… zonder het christendom waren de Europese naties enkel nog lichamen zonder ziel: zombies…”. Gaandeweg werd hij steeds meer gegrepen door het idee van de denker Toynbee, dat beschavingen niet doodgaan doordat ze worden vermoord, maar doordat ze zelfmoord plegen. En Europa hád zelfmoord gepleegd. Zie de anarchistische en nihilistische bewegingen met hun oproep tot geweld en de ontkenning van elke morele wet. “… En toen, een paar jaar later, eindigde het allemaal met de niet goed te praten dwaasheid van de Eerste Wereldoorlog. Freud heeft zich niet vergist, Thomas Mann ook niet: als Frankrijk en Duitsland, de twee meest geavanceerde, meest beschaafde naties van de wereld, zich konden overgeven aan die redeloze slachtpartij, dan kon dat alleen maar betekenen dat Europa dood was…”. Okay. Nou, volgens François was de oorlog van 1870 al absurd genoeg. Daar was volgens hem alle volgende smeerlapperij uit voortgekomen: “… alle naties waren één grote moorddadige absurditeit…”. Hadden de Romeinen trouwens een zwakke plek gehad? Een verlangen om te verdwijnen? Rediger geeft François een boekje over de islam mee dat hij zelf heeft geschreven. Het bevat veel sussende opmerkingen om de schroom van de humanistische lezer weg te nemen. Halal voedsel is een soort bio maar dan beter. De islam heeft de polygamie niet uitgevonden, maar de praktijk in de voorgaande ruwe herdersbeschavingen veeleer helpen reguleren. Ook steniging en vrouwenbesnijdenis bestonden al lang voor de islam. De profeet Mohammed had het een eer gevonden slaven vrij te laten en was iedere vorm van rassendiscriminatie tegen gegaan door te verkondigen dat alle mensen in principe gelijk waren voor hun Schepper.

 

Nietzscheaans

De scherpere artikelen van Rediger, op internet, zijn de journalisten ontgaan: hun gebrek aan nieuwsgierigheid is echt een zegen voor intellectuelen. Alhoewel, hoeveel intellectuelen hebben in de loop van de twintigste eeuw Stalin, Mao en Pol Pot niet gesteund zonder dat het hen kwalijk werd genomen: “… een intellectueel hoefde in Frankrijk niet ‘verantwoordelijk’ te zijn, dat lag niet in zijn natuur…”. Hoe dan ook, de  islam is voorbestemd over de wereld te heersen. Ze zou zijn of niet zijn. Het communisme had ook alleen kunnen zegevieren als het wereldwijd was geweest. India en China zouden zich aan de greep van de Islam hebben kunnen onttrekken omdat monotheïsme hun vreemd was, maar ja, ze hadden zich laten besmetten door westerse waarden. Rediger blijft een Nietzscheaan: een puissant rijke aristocratie moet zich volgens hem blijven overgeven aan exorbitante, dolle uitgaven, om het voortbestaan van kunst en weelde te garanderen. Nietzscheaans is ook de missie de wereld te zuiveren van de decadente, marginale persoon van Jezus en de funeste doctrine van de vleeswording. “… Door al het gekoketteer, gevlei en schandelijk geflikfooi van de progressieven was de katholieke Kerk niet meer bij machte om zich te verzetten tegen het zedenverval. Om helder en krachtig het homohuwelijk, het recht op abortus en vrouwenarbeid te verwerpen…”. De fakkel wordt absoluut overgenomen door haar zusterreligie. De islam is doodeenvoudig recenter, eenvoudiger en authentieker. De missie van de imans 2.0  hebben tot doel de jonge Fransen afkomstig uit de moslimimmigratie weer te bekeren. De missie van de imams 3.0 hebben tot doel de autochtone Franse jongeren te bekeren. En de linkse islam is een lachertje: enkel “ … een wanhoopspoging van rottende, ontbindende, klinisch dode marxisten om zich op te hijsen uit de afvalbakken van de geschiedenis door zich vast te klampen aan de opkomende krachten van de islam…”. Bovendien zijn mensen alleen maar te verbinden door “… een beroep te doen op een hoger niveau dat één enkele knoop bevat genaamd God…”.

 

De meest absolute onderworpenheid

Wat François uiteraard het meeste aanspreekt is de polygamie, die gewoon een gevalletje ‘survival of the fittest’ blijkt te zijn:  “… Natuurlijke selectie is een universeel principe, van toepassing op alle levende wezens, maar het neemt heel verschillende vormen aan. Het bestaat zelfs bij planten; maar in dat geval draait het om de toegang tot de voeding in de bodem, water, zonlicht… De mens is een dier, uiteraard; maar hij is geen prairiehond, ook geen antilope. Wat hem een dominante plaats in de natuur geeft zijn niet zijn klauwen, zijn tanden of de snelheid waarmee hij rent; het is toch echt zijn intelligentie. Dus ik zeg u heel serieus: het is doodnormaal dat hoogleraren onder de dominante mannetjes vallen…”. Sterker, François hoeft niet eens zelf op vrouwenjacht. Daar zijn in het herstelde Romeinse rijk islamitische koppelaarsters voor. François maakt kennis met twee echtgenotes van Rediger (misschien heeft hij er nog wel meer). Een van veertig voor in de keuken en eentje van vijftien met een Hello Kitty-T-shirt aan voor andere dingen: “… ‘Het is de onderworpenheid,’ zei Rediger zachtjes. ‘Het ongelofelijke als eenvoudige, nooit eerder zo sterk uitgedrukte idee dat het summum van menselijk geluk in de meest absolute onderworpenheid schuilt’…”. Van de vrouw aan de man, en van de man aan God. En even verder: “… Het standpunt van het boeddhisme is dat de wereld ‘dukkha’ is – ontoereikend, lijden. Zelfs het christendom heeft ernstige bedenkingen – wordt Satan niet de ‘heerser van deze wereld’ genoemd? Voor de islam is de goddelijke schepping juist volmaakt, het is een absoluut meesterwerk. Wat is de Koran in wezen anders dan een immens mystiek lofdicht? Lof aan de Schepper, onderwerping aan zijn wetten…”. François: “… Moslimvrouwen waren toegewijd en onderworpen, daar kon ik op rekenen, zo werden ze opgevoed, en dat is in wezen genoeg om genot te schenken…”. En over de nieuwe, knappe, gehoofddoekte, timide studentes in het nieuwe collegejaar: “… Elk van die meisjes, hoe knap ook, zou blij en trots zijn als ze door mij werd uitverkozen, en vereerd dat ze mijn sponde mocht delen. Ze zouden de liefde waard zijn; en ik zou die liefde weten te tonen…”. Leve het patriarchaat! Ja toch?! Niet dan?! Ik denk wel dat hij overstag gaat…

 

Uitgave: De Arbeiderspers – 2015, vertaling Martin de Haan, 240 blz., ISBN 978 902 951 121 6, 15,99

Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten