Menu

zondag 20 maart 2011

De vrouw met de sleutel – Vonne van der Meer

Advertentie:
“Vrouw, 59, moederlijk voorkomen, brede heupen, prettige stem, komt u voor het slapen instoppen en voorlezen. Discr. verzek. Beslist geen seks. bedoel.”

Na Nina Hagen (vorige blog), nu Vonne van der Meer: de tegenstelling kan niet groter. Nina Hagen’s teksten knallen van het papier. Door Vonne van der Meer word je daarentegen op een heel zachte en fijngevoelige manier als het ware ‘ingestopt’; zoals dat in de advertentie heet.

Het verhaal: Nadat haar man Bob overlijdt aan een hartaanval, blijft Nettie berooid achter, en komt op het lumineuze idee om als een soort troostende al-moeder (vandaar die ‘brede heupen’?) eenzame mensen die niet kunnen slapen een verhaal voor te lezen: “Net toen ik begon te twijfelen aan de haalbaarheid van mijn plan, kwam ik in een boek het woord Mitschlaffer tegen. Een Mitschlaffer rolt zich in ruil voor een paar kopeken op aan het voeteneind van een slapeloze. Zodra die is ingeslapen, sluipt de Mitschlaffer het huis uit op weg naar een volgend adres. Wat ik te bieden heb, is een variant op een heel oud beroep. Ik kan mijn beroepskeuze als het moet historisch onderbouwen. Het werd door joden uitgeoefend in Rusland, in de tijd van Dostojevski. Mijn beroep is dan misschien niet het oudste beroep van de wereld maar wel bijna.”

Na 25 jaar schrijverschap (en dan weet je natuurlijk wel waar je het over hebt...) heeft Vonne van der Meer een subliem verhaal geschreven over verhalen: wat ze met je doen, hoe ze gemaakt worden, hoe ze alles veranderen.

De onstilbare honger naar verhalen: Nettie staat een blauwe maandag voor de klas, en krijgt de kinderen alleen rustig, door met een boek te zwaaien. “Als een dompteur zijn zweep. Het werkte. Geen kind dat niet graag voorgelezen wil worden. Zelfs de grootste lastpak zat na een minuut, elleboog op tafel, hoofd in de kom van zijn hand, aandachtig te luisteren.”

De verhalen die met je op de loop gaan: Ze komt bij een gepensioneerde notaris, ontdekt in de wasmand in zijn badkamer tussen al het degelijke herenondergoed een doorzichtig roodzijden vrouwenhemdje, en ziet als ze te vroeg terugkomt in zijn slaapkamer, terwijl hij zijn pyjama aantrekt, in een spiegel, zijn rug vol lange bloederige krassen zitten. Vrouwennagels? Ze haalt zich de meest gruwelijke taferelen voor de geest, leest trillend haar verhaal uit, en weet niet hoe gauw ze weg moet komen bij die engerd. Later denkt ze: “Kon ik die krassen op zijn rug niet anders zien? Waarom boze krassen, wie zei dat het geen opgewonden krassen waren? Waarom maakte ik er meteen een verkrachting van? Om het huwelijk van een ander paar te begrijpen zou je eerst een maand onder hun echtelijke bed moeten liggen, zei Bob altijd en hij had gelijk: wat wist ik van deze mensen?”.

De creatie van een verhaal: “Het trappenhuis zelf was zo neutraal mogelijk gehouden, maar op iedere deur of overloop ontdekte ik een detail dat iets over de bewoners verried. Die van de eerste verdieping hadden een koperen handje opgehangen dat het kwaad buiten moest houden. Een moslimfamilie? Op de tweede hadden de huurders een ijzeren kooi op de overloop gezet om een hond in te vervoeren. Was er een verband? Hing het koperen handje er om de onreine hond van de bovenburen af te schrikken? Renée (schrijfster in spé) zou over een trappenhuis als dit op een dag misschien een verhaal schrijven waarin je via de voorwerpen de bewoners leerde kennen.”

Mensen die eigenlijk wandelende verhalen zijn: “Vreemd dat je niet kon weten welke rol je in het leven van een ander speelde, meestal wist je het niet. Zou het uitmaken als je daarvan doordrongen was, dag in dag uit? Zou dit besef iedere ontmoeting, ook de stroeve, bijzonder maken, omdat je immers niet wist wat de gevolgen waren van een gesprek, een blik, of je aanwezigheid?”.

Verhalen over liefde: “Regel 1 - wordt nooit verliefd op een klant.” Edoch. Nettie ontmoet Michael; een werkloze, vrijgezelle veertiger, en  valt als een blok voor hem: “Het woord verliefd dekt de lading niet, te verheven, te edel. Dat een handdruk, iemands nabijheid direct zoveel effect op me heeft, heb ik maar een paar maal in mijn leven meegemaakt. Ik wil dit niet. M. is veel jonger dan ik. Hoeveel jonger weet ik niet en wil ik ook niet weten. Hoe groter het leeftijdsverschil, des te belachelijker ik me zal voelen.”
Er ontstaat een hilarische en onmogelijke situatie.
Ze leest hem een onbekend verhaal voor, dat gaandeweg verandert in een ordinair verslag over de stoelgang van een oude man. Ze zou het liefst  door de grond zakken: “Ik kreeg het mijn strot amper uit. Niet in het bijzijn van een vreemde, een man bovendien op wie ik indruk wilde maken. O, kon ik maar als Peter Pan het raam uit vliegen.”
Michael is zich van geen kwaad bewust, en wordt steeds vertrouwelijker. Op een dag bekent hij haar dat hij moeite heeft met relaties, er in feite niets van bakt, en of Nettie hem niet even  uit  kan leggen hoe dat moet met vrouwen.
“Maar geloof me, het móét niet op een bepaalde manier. Geen twee waterdruppels zijn hetzelfde, geen twee vrouwen.”
“Onzin, er valt vast wel iets te leren. Toen jij dat eerste verhaal voorlas van die man op de wc, dacht ik: die is niet preuts. Haar kan ik alles vragen. Iemand die zo open is… Zo iemand kom ik niet nog eens tegen.”
Nettie licht hem liefdevol voor, puttend uit de ervaring van een lang huwelijksleven plus de verhalen van vriendinnen, en met effect: als ze na een vakantieperiode weer bij Michael langs gaat, komt hij tot haar leedwezen op de proppen met een vriendin. “Hoe oud zou ze zijn, midden dertig? Hij liep naar de deur, pakte haar bij de hand en loodste haar de kamer binnen. 'Dit is Fransje.' Ik zag mezelf door haar ogen. Hoe ik daar zat in mijn paarse wollen jurk. Een mollige vrouw, met losse grijze haren en verschrikte blik. Een vampier die zich voedt met het bloed van jonge mannen.”

De helende kracht van verhalen:  Nettie wordt door wanhopige ouders bij de elfjarige Renée geroepen. Een klein kluizenaartje, dat weigert naar school te gaan. “Bij het verlaten van het huis liep ik haar vader tegen het lijf. Hij zei meteen hoeveel artsen en specialisten hij al geraadpleegd heeft. Hij heeft zelfs contact met een psychologe in Japan, waar zoveel jongeren zich in hun kamer verschansen dat er al een naam voor het fenomeen bestaat. (Vergeten hoe het heet, zoek het straks wel op.) Had erg met hem te doen. Geen grotere wanhoop dan om een kind, iedere ouder is op zeker moment een Mater Dolorosa…."
Met eindeloos geduld en heel veel psychologisch inzicht wint ze Renée’s vertrouwen, en helpt haar met verhalen schrijven. Ze aarzelt niet Renée flink aan te pakken:
"Wat wil je worden? Schrijver? Of kletsmajoor?" "Schrijver"…
"Voorzichtig. Ik wil haar het schrijven niet tegenmaken. Alleen een verhaal, het fantaseren over personages en wat ze beleven, kan Renée uit haar isoloment halen. Ze zal zich een weg naar buiten moeten schrijven."
Ze krijgt Renée zover dat ze voor ‘schrijversresearch’ mee naar buiten gaat, en uiteindelijk openbaart ze tijdens een picknik aan Nettie wat haar dwars zit, en is de oplossing voor Renée’s probleem zelfs vrij eenvoudig.

Verhalen die levens redden: Een stewardes die een einde aan haar leven wil maken. Nettie die net die ene keer te vroeg haar huis binnenkomt. " 's Nachts wring ik mezelf uit: waarom heb ik het niet zien aankomen? Vind het moeilijk te begrijpen waarom het leven haar zo zwaar valt, maar nog minder begrijp ik van mensen die het leven een feestje noemen... Hoeze feestje? Wat een flauwekul. Ik geef toe, soms leef je een paar maanden heel zorgeloos, maar dan word je ontslagen of ziek of alles tegelijk... En als je het zelf niet bent, is het iemand om wie je geeft. De zorgenvrije zones zijn er opdat we ons kunnen opladen, adem te halen om het lijden dat zich op gezette tijden aandient, aan te kunnen."

Het begrip door verhalen: "Het maakt niet uit hoe afstotend een personage is, zolang ik zijn motieven maar begrijp of ga begrijpen. Sympathie is geen voorwaarde voor inleving. We brengen uren door met een vrek of een hypochonder, mensen die we in het dagelijks leven liever mijden, met de overambitieuze Madame Bovary, of de hoofdpersoon uit 'Het parfum', een lustmoordenaar. Als de politie hem op de hielen zit, hopen we dat hij ze te slim af is. Niet omdat het zo'n leuke jongen is, maar omdat we - als enigen in de wereld die we al lezend betreden - weten wat zijn obsessie is."

Vooral véél verhalen blijven lezen, dus!

Uitgave: Contact - 2011, 218 blz., ISBN 978 902 543 629 2, € 18,95
Rechtstreeks bestellen: klik hier



Geen opmerkingen :

Een reactie posten