Menu

zondag 20 oktober 2019

De testamenten – Margaret Atwood


Met “De testamenten” won de 79-jarige Margaret Atwood, de ‘grande dame’ van de Canadese literatuur, samen met schrijfster Bernardine Evaristo, de prestigieuze Engelse Booker Prize 2019. Haar roman is een vervolg op “Het verhaal van de Dienstmaagd”, een dystopie uit 1985, die ik eerder besprak (zie hier). Het is Atwoods’ antwoord op de vraag van veel lezers hoe er een einde is gekomen aan de religieuze heilstaat Gilead. Het is intrigerend hoe anders Atwood in de loop der jaren is gaan schrijven: sneller, harder, visueler en humoristischer. Haar personages zijn slimmer, individualistischer, maar tegelijk ook oppervlakkiger. Atwood is absoluut met de tijd mee gegaan. “De testamenten” is trouwens goed zelfstandig te lezen.

Alleen een sukkel zou zoiets geloven, dus geloofde ik het

“De testamenten” wordt bevolkt door drie hoofdpersonen. Ten eerste de eigenzinnige, ouder wordende Tante Lydia die, vijftien jaar na “Het verhaal van de Dienstmaagd”, als de hoogstgeplaatste vrouw in het theocratische Gilead beschouwd kan worden. Ze heeft zelfs een standbeeld gekregen waar dankbare onderdanen offers brengen: eieren, sinaasappels, croissants. Vanaf de eerste bladzijde is ze bezig met iets wat absoluut verboden is. Ze zit stiekem te schrijven in een van de weinig overgebleven bibliotheken, die alleen toegankelijk zijn voor daartoe bevoegden (vrouwen die lezen zijn gevaarlijk). Kennis is macht, volgens haar. Vooral schandalige kennis. Dat weet iedere inlichtingendienst. Ze verzamelt al jaren belastende documenten. Ze is in de weer met minuscule fotocameraatjes en afluisterapparatuur. Ten tweede Agnes, de pleegdochter van een hooggeplaatste Bevelvoerder. Ze hebben maar liefst drie Martha’s, vrouwen die het huishouden op poten houden. Ze leidt tot haar negende jaar een buitengewoon bevoorrecht leventje, met een moeder die zielsveel om haar geeft, met haar speelt en liedjes voor haar zingt: “… U hebt me gevraagd om te vertellen hoe het was om op te groeien in Gilead. Dat zou helpen, zegt u, en ik wil graag behulpzaam zijn. U verwacht misschien alleen maar gruwelen, maar in werkelijkheid werden veel kinderen in Gilead liefgehad en gekoesterd, net als overal, en waren veel volwassenen er net als overal vriendelijk maar onvolmaakt…” (wat me doet denken aan "De meeste mensen deugen" van Rutger Bregman). Atwood spreekt de lezer herhaaldelijk rechtstreeks aan. Met haar vader heeft Agnes niet zoveel, wat niet verwonderlijk is, want op school worden de meiden geïnstrueerd mannen vooral als ‘geile bokken’ te zien, wat eigenlijk een beetje zielige griezels van ze maakt, overgeleverd als ze zijn aan hun onbeheersbare lusten. Ten derde: de zestienjarige Daisy, die aan de andere kant van de grens, in het vrije Canada, wordt grootgebracht door een stel dat een kringloopwinkel draaiende houdt. “… Melanie zei dat al mijn kinderfoto’s bij een brand verloren waren gegaan. Alleen een sukkel zou zoiets geloven, dus ik geloofde het…”.

De alfakip
Volgens Tante Lydia wordt ze nog steeds getolereerd omdat ze de vrouwen leidt met een ijzeren vuist. Als de eunuch van een harem. Bovendien weet ze teveel vuiligheid over de leiders. En ze is discreet. Alle heren aan de top hebben het gevoel dat hun geheimen bij haar veilig zijn. Haar mannelijke evenknie is Bevelvoerder Judd, het hoofd van de Speurders. Ze vertelt hoe het zover heeft kunnen komen. In een ander leven was ze rechter. Amerika kampt met apocalyptische rampen. Op een dag wordt er een coup gepleegd. Zij en andere vrouwelijke hoogopgeleiden worden gevangen genomen en naar een stadion gebracht. Het doet een beetje denken aan de razzia in “Haar naam was Sarah” van Tatiana de Rosnay. Voor haar ogen worden groepen vrouwen geëxecuteerd. De nacht brengen ze door in de gangen en kleedkamers. Na een tijd nemen ze haar mee voor een ondervraging door Bevelvoerder Judd. Ze reageert te brutaal. Ze wordt een tijdlang opgesloten in een donkere cel. In elkaar geslagen. Met tasers bewerkt. Ze weet een ding zeker: “… Dit zal ik je betaald zetten. Het kan me niet schelen hoelang het duurt of hoeveel stront ik in de tussentijd op mijn bord krijg, maar ik zet het je betaald…”. Daarna mag ze drie dagen op adem komen in een soort hotelkamer met een warme douche en lekker eten. Als ze weer bij Bevelvoerder Judd wordt ontboden werkt ze mee: “… Wat heeft het voor zin om jezelf uit morele overwegingen voor een stoomwals te werpen en platgewalst te worden als een sok zonder voet? Je kunt beter opgaan in de menigte, de godlovende, schijnheilige, haatzaaiende menigte. Je kunt beter stenen gooien dan het mikpunt van stenen zijn. Althans beter voor je overlevingskansen…”. Ze doorstaat de vuurproef: als ze een wapen in handen krijgt schiet ze veroordeelden dood. Ze moet het ‘vrouwelijke domein’ opzetten, want de heren Bevelvoerders hebben wel wat anders te doen. Lydia is een keiharde tante. Ze weet hoe macht werkt: “… Als dit een kippenhok is, dacht ik, dan wil ik de alfakip zijn. En om dat te worden moet ik bovenaan staan in de pikorde…”. Verdeel en heers: “… Hou je kalm, nam ik mezelf voor. Geef niet te veel bloot, dat kan tegen je worden gebruikt. Luister goed. Onthoud alle aanwijzingen. Toon geen angst…”.

Klep houden
De moeder van Agnes wordt ziek en overlijdt, waarna haar machtige vader met een vrouw hertrouwt die ze niet mag. Agnes haat haar uitbottende lijf: “… Het volwassen vrouwenlichaam leek wel één grote boobytrap. Als er ergens een gat zat, zou er vroeg of laat iets naar binnen worden geschoven en zou er iets anders uitkomen…”. Tot overmaat van ramp hoort ze ook nog via het welig tierende geruchtencircuit (wat denk je: al die vrouwen!) dat haar overleden moeder niet haar echte moeder is. Een Martha over deze destabiliserende waarheid: “… ‘Die vriendin van je praat teveel,’ antwoordde ze. ‘Ze zou haar klep eens moeten houden.’…”. Haar echte moeder wilde met haar de grens over vluchten, waarbij ze gepakt werd. Volgens de Martha kon ze onmogelijk dood zijn. Een vrouw die kinderen kan krijgen is veel te kostbaar. Waarschijnlijk is ze na een hersenspoeling Dienstmaagd geworden, oftewel seksslavin; iemand die voor onvruchtbare Echtgenotes plaatsvervangend kinderen moet baren. Ze hebben de status van onaanraakbaren. Agnes die leerde dat alle Dienstmaagden sletten dan wel borderliners zijn, begrijpt eindelijk waarom. Ze raakt gefascineerd door de Dienstmaagd die bij hen in huis komt wonen. Haar niet-ouders willen zo snel mogelijk van haar af als er een jongetje wordt geboren. Ze wordt uitgehuwelijkt. Aan de vreselijke Bevelvoerder Judd, die toe is aan zijn zoveelste kindbruidje. Tante Lydia trekt zich Agnes’ lot aan en weet haar uit zijn klauwen te redden. Ze neemt haar als aspirant-leerling onder haar hoede. De Tantes hebben immers ook niet het eeuwige leven. Meisjes die een ‘roeping’ voelen kunnen hen in hun gewijde taak opvolgen.

Infiltrant

De ouders van Daisy worden opgeblazen door een autobom, waarna een kennis, Ada, een halve kerel, zich over haar ontfermt door haar onder te laten duiken. Ada vertelt haar plompverloren dat het omgekomen echtpaar ook al niet haar echte ouders zijn. Dat ze een overlevende uit het tirannieke Gilead is, waar ze juist een protestmars tegen heeft gelopen. Erger, dat ze Baby Nicole is, het boegbeeld en de icoon van alle ontvoerde baby’s die Gilead terug eist. Er bestaat een terroristische organisatie, Mayday, die via een ‘Ondergrondse Vrouwenweg’ - naar de 'Ondergrondse Spoorweg' van de voormalige slaven - asielzoekers uit Gilead helpt: “… Zoals Mark Twain al zei: history does not repeat itself, but it rhymes…”. Daisy doet zich voor als dakloze, en laat zich als Mayday-infiltrant door zendelingen juist Gilead ín smokkelen, om te helpen de staat van binnenuit te ondermijnen. Zo komen de levens van Tante Lydia, Agnes en Daisy bij elkaar.

Macht corrumpeert
“De testamenten” gaat over macht (en het is heel wat beter te pruimen dan “De vorst” van Machiavelli). Hoe macht werkt. Uitvergrote subtiliteiten maken dat des te duidelijker. Tante Lydia die alle zonden van Gilead verzamelt als een verslaggevende engel: “… Mijn grootste vrees: dat al mijn inspanningen vergeefs blijken te zijn en dat Gilead nog duizend jaar zal blijven bestaan. Het grootste deel van de tijd voelt dat hier zo, ver weg van de oorlog, in het stille oog van de storm. Zo vredig, de straten, zo rustig, zo ordelijk; maar onder het bedrieglijk kalme oppervlak trilt iets, als in de buurt van een hoogspanningmast. We zijn allemaal zo gespannen als een veer; we trillen, we bibberen, we zijn op onze qui-vive. Schrikbewind, zeiden we vroeger, maar het is eerder een Verlammingsbewind. Vandaar de onnatuurlijke rust…”. Wie wil weten hoe een machtswisseling in het echt plaatsvindt, zou "Het huis van de moskee" (2005) van Kader Abdolah moeten lezen, een verhaal over hoe ayatolla Khomeini de macht grijpt in Iran. Wat me het meeste is bijgebleven is dat van de ene dag op de andere niemand een ander meer vertrouwt. Zodat je niet meer durft te zeggen wat je denkt. Iets waarvan de kiemen in het normale leven gevaarlijk dicht aan de oppervlakte liggen. De macht van woorden. In Gilead leren de ‘gewone’ vrouwen en meisjes niet lezen en schrijven. ‘Pen is nijd’ is een gevleugeld spreekwoord. De timide Dienstmaagden worden opgetrommeld om in een orgie van geweld in ongenade gevallen mannen aan stukken te scheuren. Alle opgekropte haat vindt op die manier een uitweg.

Een in zichzelf verdeeld huis

Er wordt explosieve informatie naar deze en gene gedropt: “… De waarheid kan mensen die haar eigenlijk niet mogen weten een hoop gedonder geven…”. Hoe je vanzelf een medeplichtige wordt: “… Toen ik pas begon met het lezen van die dossiers, werd ik er onpasselijk van. Probeerde iemand me schrik aan te jagen? Werd mijn geest op deze manier gehard? Was dit een voorbereiding op de taken die ik later als Tante zou moeten uitvoeren? Ik ontdekte langzamerhand hoe de Tantes te werk gingen. Ze registreerden en noteerden. Ze wachtten. Ze gebruikten de vergaarde informatie om doelen te bereiken die alleen zij kenden. Hun machtige wapens waren in feite onfrisse geheimen, zoals de Martha’s altijd al hadden gezegd. Geheimen, leugens, list en bedrog – maar niet alleen geheimen, leugens, list en bedrog van anderen maar ook die van henzelf…”. Waar die informatie over gaat: “… Dienstmaagden die tot onwettige handelingen waren aangezet en daarna de schuld in de schoenen was geschoven; Zonen van Jakob die tegen elkaar hadden samengespannen; steekpenningen en gunsten die op de hoogste niveaus waren uitgedeeld; Echtgenotes die andere Echtgenotes erin hadden geluisd; Martha’s die mensen hadden afgeluisterd en de informatie hadden doorverkocht; mysterieuze voedselvergiftigingen die hadden plaatsgevonden; baby’s die van de ene Echtgenote aan de andere Echtgenote waren doorgegeven op basis van schandelijke, ongefundeerde geruchten. Echtgenotes die waren opgehangen op beschuldigingen van niet-bestaand overspel omdat de Bevelvoerder zijn zinnen had gezet op een andere, jongere Echtgenote. Publieke terechtzittingen – bedoeld om verraders te straffen en het leiderschap te zuiveren – draaiden volledig op vervalste verklaringen die door martelpraktijken waren verkregen. Meineed was niet de uitzondering, maar de gewoonte. Onder de uiterlijke schijn van deugd en zuiverheid was Gilead aan het rotten…”. Wanneer het Agnes en Daisy lukt deze informatie naar Canada te loodsen brengt dat de poppen aan het dansen...

Uitgave: Prometheus – 2019, 448 blz., ISBN 978 904 464 188 2, € 19,99
Rechtstreeks bestellen: klik hier

1 opmerking :

  1. Awesome! Its genuinely remarkable article, I have got much clear idea on the topic of from this
    article.

    BeantwoordenVerwijderen