Menu

woensdag 19 juni 2019

Energie van de Geest – Philip Troost


Subtitel: Het vergeten geheim van een vitaal geloof

Tjarko Evenboer legt in zijn ‘psychologische thriller’ uit dat emoties ‘energieën’ zijn die hoe dan ook een uitweg zoeken – zie mijn vorige blog. Philip Troost (1959) is een christelijke psychotherapeut die uitlegt dat aan de hand van de moderne kwantummechanica álles energie is, dus ook het goddelijke.

Diep in mezelf vind ik niet mezelf

Ik snap lang niet alles wat Troost zegt, maar de basis waarop hij zijn verhaal bouwt ervaar ik net zo en kom ik zelden tegen, al helemaal niet in de kerk. Ik citeer: “ … Terwijl het christendom dit idee van een goddelijke kern in de mens altijd heeft afgewezen, en ik ben het er mee eens, heb ik wel ontdekt dat er toch zoiets bestaat als een kern in mij die met God te maken heeft. Ergens een diepte vanbinnen, voorbij of onder alle lagen van denken en voelen, waar iets in mij schuilt dat van een andere orde is. Daar voel ik mijn verlangen naar God. Daar heb ik weet van de eeuwigheid. Daar roept mijn ziel me terug naar het paradijs waar alles goed was en waar God was. Als ik zojuist zeg dat God in de schepping is, in alle aspecten van de schepping, dan is deze zielslaag in mij wel de kern waar die aanwezigheid van God in mijn ervaring samenbalt. Voorbij de verdeeldheid van al mijn gedachten en gevoelens is het in de energie van deze zielslaag dat ik gewoon weet dat God er is en hoe ik hem kan vinden…”. Ik heb in dit verband al heel vaak de roman “Het evangelie van Pilatus” van de Franse schrijver Eric-Emmanuel Schmitt aangehaald, en ik doe dat weer, omdat hij het voor mij het meest eenvoudig en simpel verwoordt, als hij een kind laat zeggen: “… Mama, diep in mezelf vind ik niet mezelf…”. Misschien is dat het verschil met andere spirituele filosofieën: wij zijn niet God, maar God is wel in ons. Wij zijn ook niet onze adem, maar onze adem is wel in ons.

Alles stroomt
In het boek van Evenboer (zie mijn vorige blog) is de hoofdpersoon Marijn, een hoogsensitieve student. Volgens Troost voelen wij allemaal van alles, als we er maar op letten: “ … ik weet zeker dat ook jij het verschil kent tussen je goed voelen en je beroerd voelen, ook als je er niet precies woorden aan kunt geven. Of dat je op een plek komt en meteen de sfeer die daar hangt aanvoelt. Of het er eensgezind aan toe gaat of dat er spanning in de lucht hangt. En vermoedelijk heb je ook wel in de gaten als iemand je probeert te overtuigen dat het goed met hem gaat, terwijl je voelt dat het niet klopt. Feitelijk ben je dan steeds de energie aan het waarnemen die er is of die juist ontbreekt…”. Troost: “ … een dominee die preekt over het werk van de Heilige Geest zal daarbij niet gauw het woord energie in de mond nemen, terwijl dit in de Bijbel precies het woord is wat in het Grieks op meerdere plaatsen wordt gebruikt voor dat werk van de Geest: ‘energeia’…”. Energie is de bestaanswijze van álles: “ … Zelfs in de meest vaste vormen van materie, zoals een steen of een ijzer, is de energie aanwezig, zij het in de potentiële vorm. Pas als ik de steen weggooi of het ijzer in het vuur houdt, gaat die energie vrijkomen en andere vorm aannemen. Het verschil tussen een steen en de wind is dat de deeltjes bij de steen minder frequent en snel bewegen dan bij de wind en meer samengedrukt zijn. Maar het is dezelfde energie, in potentie aanwezig en die energie komt vrij bij afkoeling, afbraak of andere reactieprikkels. Bijvoorbeeld: de warmte-energie die mijn lijf opneemt als ik bij een houtvuurtje zit, was al aanwezig in het houtblok nog voordat die op het vuur gegooid werd. Alleen toen was die energie nog niet vrijgekomen in de vorm van warmte. Het is even wennen misschien, maar ook van de meeste vaste vormen die wij kennen hebben we te beseffen dat het in potentie een en al beweging is. Trilling. Resonantie. Vandaar dat de filosofen die proberen het ‘zijn’ te doorvorsen, al sinds Heraclitus (500 v. Chr.) op allerlei manieren door hebben dat ‘alles stroomt’. In de taal van vandaag: ‘Alles is energie.’ Beweging, trilling, continue werking. Energie lijkt het DNA te zijn van onze werkelijkheid…”.

Holistisch

Troost denkt dat God de dode materie met de schepping door middel van de ‘big bang’ heeft ‘bezield’ met energie. Vandaar zijn holistische kijk: “… Anders gezegd: als wij onderscheid maken tussen het fysieke en het geestelijke leven, willen we iets uit elkaar halen dat in de schepping één geworden is…”. Troost: “… Het is beter om te zeggen dat het verschil tussen fysiek en geestelijk leven vooral gaat over onze mogelijkheden de ene werkelijkheid waar te nemen. Inmiddels heeft men ontdekt dat slechts 4 procent van alle energie bestaat in de vorm van materie. 96 procent van de werkelijkheid is onzichtbaar. Dat wil niet zeggen dat het daarom niet waarneembaar is. Sommige mensen vinden het heel moeilijk hun gevoelens waar te nemen. Wat ze zien of horen en kunnen vastpakken, dat is de werkelijkheid waar ze wat mee kunnen. Anderen kunnen dat andere energielevel van de gevoelens juist wel goed waarnemen. Ook zijn er mensen die aura’s en energievelden rondom levensvormen kunnen zien of aanvoelen. Maar of het nu gaat om een stuk hout, een verdrietig gevoel of een aura, het is allemaal dezelfde energie in verschillende verschijningsvormen. De fysieke vormen kunnen we gemakkelijk waarnemen met onze zintuigen…”. En even verder: “… Gevoelsmatige gewaarwordingen en geestelijke ervaringen zijn feitelijk energetische golven en trillingen in ons lijf, veroorzaakt door energetische impulsen van buitenaf…”. Het valt voor de westerse christen, die het geloof weggehaald heeft bij het lichamelijke, niet mee om juist dat fysieke met al haar sensaties en belevingen als een kanaal voor godskennis te zien: “… Je lichaam is niet zomaar een zakje botten, spieren en organen, maar een complexe en intelligente samenleving van zo’n vijftigbiljoen cellen, en elke cel is op zichzelf al zo’n energiefabriek met allemaal bewegingen en impulsen die keihard aan het werk zijn om jouw geraaktheid te bewerkstelligen. In wezen weet je brein pas wat je moet doen, ‘nadat’ het informatie heeft ontvangen van de gemeenschap van cellen die je lichaam vormen…”. Dat heb ik eerder gehoord – zie Dick Swaab in “Wij zijn ons brein”.

God is licht
Troost: “… Fysiek en niet-fysiek, het is allemaal dezelfde energie en het beïnvloedt elkaar…”. Energie is meetbaar. Aangetoond is dat een positieve mindset een andere energetische invloed heeft dan een negatieve. Troost vertelt over onderzoeken waarbij ijskristallen van bevroren water werden gefotografeerd. Aangetoond werd dat water dat in contact werd gebracht met negatieve menselijke emoties en stemmingen beduidend minder symmetrische ijskristallen opleveren dan positieve: “… En dan te bedenken dat wij voor 70 procent uit water bestaan…”! Wetenschappelijk is aangetoond dat bewustzijnstoestanden die qua energetische trilling hoog scoren zich allemaal bevinden in de sfeer van wat de Bijbel de ‘vrucht van de Geest’ noemt: liefde, vreugde, vrede. De lage metingen zouden goed passen onder het Bijbelse kopje ‘leven in het vlees’: trots, begeerte, schuld. De levensenergie begint met de frequentie van licht. Jezus heeft gezegd dat Hij ‘het licht van de wereld’ is. Je mond valt toch open?! Even heel technisch: “… De grote Einstein heeft met zijn beroemde formule E=mc² laten zien dat materie (massa) en energie uitwisselbaar zijn. Massa en energie zijn twee kanten van dezelfde medaille. Massa kan omgezet worden in energie, zoals bijvoorbeeld bij kernreacties (als je het hebt over kernenergie: ik heb net de serie “Chernobyl” gezien). En energie kan ook massa vormen, waardoor ooit de oerknalenergie materie kon worden. Zoals Albert Einstein het al zei: ‘Dat wat wij ‘materie’ noemen, is in feite energie waarvan de trilling is verlaagd, opdat deze waarneembaar wordt voor de zintuigen.’ Door de kwamtumfysica in onze tijd wordt inderdaad bevestigd dat de energie waaruit materie is opgebouwd te herleiden is tot lichtenergie. En dat licht is weer te herleiden tot materie, als je begrijpt dat via kernfusie van deeltjes in de zon massa wordt omgezet in lichtenergie…”. Alles is ooit begonnen met dezelfde pure energie van God. Alles begint bij: de zon. Levende organismen bestaan bij de gratie van zonlicht. Licht is de basisaanvoer van leven. Via een geniaal transformatieproces vormt het de energie waardoor wij leven. Troost staat dan ook heel anders in de alternatieve wereld van het Oosten als bijvoorbeeld de christen Ruud van der Ven - zie “Genezing uit het Oosten? Alternatieve therapieën getoetst…”: “… De vraag is niet of spirituele coaches en behandelaars met onzinnige dingen bezig zijn. Dat zijn ze niet. Energie is een gegeven!...”. Weliswaar is er volgens de Bijbel een strijd in ‘de hemelse gewesten’ gaande, dus “… durf ik het aan te stellen dat als de Geest in ons werkt hij daarbij gebruik maakt van energie, net zoals de duivel trouwens…”. En even verder: “… Of moet ik misschien zeggen dat die hele geestelijke strijd in de hemelse gewesten een energetische aangelegenheid is? In elk geval dat wij met die strijd alleen feeling kunnen hebben via het waarnemen van energie…”.

Spanning
Troost legt evenals Evenboer in “Vuurvliegen” uit hoe emoties werken als ‘energieën’ die hoe dan ook een uitweg zoeken. Geblokkeerde energie vormt zich doorgaans om tot destructieve krachten en werkingen: “… De levendmakende energie wordt omgevormd tot ziekmakende patronen en processen…”. Het leven is voortdurend op zoek naar balans: “…Zo gauw er ergens een ladingsverschil is tussen twee cellen of moleculen of nog kleinere eenheden, komt er een stroompje op gang om dit verschil weer op te heffen. Maar dat stroompje veroorzaakt weer op een ander plekje ladingsverschil, zodat het een volgend stroompje veroorzaakt…”. Dit stromen van energie in een bepaalde richting kun je ervaren: “… iedereen kent het verschil tussen ‘lekker in the flow’ of ‘op slot’ zitten. Tussen zin hebben in actie te komen of niet vooruit te branden zijn. Tussen je levendig voelen of futloos…”. En wie dat niet weet raad ik aan “Vuurvliegen” van Tjarko Evenboer toch maar eens te lezen. Uitgebreid staat Troost stil bij je schaduwkant, en alle energie die het kost om die er onder te houden. En de manier om daarmee om te gaan: “… Omdat energie altijd zoekt naar verbinding en balans, treedt er iets in werking zodra ik mijn schaduw en Gods licht bij elkaar breng…”. (Geestelijke) pijn kan alleen helen als er weer gezonde (hoogfrequente) aandacht en liefdevolle zorg naartoe gaat. Om te voelen dat je leeft heb je spanning nodig: “… Wanneer spanning uit het ‘té’ blijft, uit de overspanning en onderspanning, dan is ze juist gezond…”. Gods geest werkt in de spanning van het verschil tussen God en mij: “… Tussen wat God voor ogen staat en wat hij aantreft bij mij. Tussen het volmaakte en onvolmaakte…”. Wat is de richting als we op een meer gezonde manier met onze energie om willen gaan? “… Ik wil het eenvoudig houden: de richting is altijd naar de spanning toe…”. Wij zijn van nature geneigd bij de spanning en de pijn vandaan te lopen: “… De gezonde richting gaat altijd over ‘terugkeer’…”. En even verder: “… Weer gaan meebewegen met de Geest heet in de Bijbel bekering…”. Het gaat om jezelf open te stellen, om overgave en vertrouwen in iets of iemand groter dan jijzelf: “… Iedereen die gelooft, of het nu is in een persoonlijke God of je houdt het meer onpersoonlijk door te geloven in de Liefde of in het hogere of in de universele energie, die kent het verschil tussen het angstig jezelf zien te redden, te wapenen, te beheersen en het je toevertrouwen aan de goddelijke liefde…”. De Geest is toekomstgericht; laat de schepping niet met rust maar pusht haar naar de eindbestemming: “… Het onvolmaakte moet in beweging blijven. Niet berusten, niet tevreden zijn, maar blijven zoeken en uitreiken naar het goede, het kloppende, het volmaakte…”.

Je hebt geen gave, je bént een gave
Als therapeut gaat Troost diep in op het verschil tussen wat we echt willen en wat we moeten. En op de discrepantie tussen ons westerse individualisme en het feit dat wij desondanks kuddedieren zijn: “… Ik kan mijn eigenheid niet profileren en tot bloei brengen los van de omgeving waartegen ik afsteek als ‘anders’ en waarmee ik tegelijk verbonden ben…”. Hij heeft het over volksziekte nummer één: eenzaamheid. Ons eigen aandeel daarin: “… De vraag die niet zo gauw gesteld wordt is deze: hoe doet die persoon dat toch, zichzelf zo eenzaam maken?...” oftewel “… Om de energie van ons voelen en willen en beleven niet in te brengen in de gemeenschap waar we deel van uitmaken…”. Er is maar één manier om dit proces om te keren: “… dat ik niet blijf wachten tot de gemeenschap mijn eenzaamheid oplost, maar dat ik me binnen die gemeenschap weer ga verbinden met mensen…”. En als pastor: “… Ik zou willen dat we wat minder bezig zijn met een gemeente draaiend houden en wat meer gericht op gemeenschapsvorming. Daarbij is de focus niet op de bijdrage die mensen kunnen leveren, maar de bijdrage die ze ‘zijn’. Je hebt geen gave, je bént een gave. Met alles wat erop en aan en in je zit…”. Om verbondenheid te ervaren hoef je het niet met elkaar eens te zijn maar is het nodig elkaar te begrijpen: “… Begrijpen is een energetische beweging: je beweegt je innerlijk richting het anders zijn van de ander, naar hoe de ander het ervaart en beleeft. Hoe het is voor hem of haar, en dat dan 100 procent laten staan!...”. En de andere kant, als niemand je begrijpt: “… De vraag die dan echt helpt is: hoe krijg je het toch voor elkaar dat niemand jou begrijpt? Misschien moet je je nog wat beter laten begrijpen…”.

De Heer raapt mij bij elkaar

Een prachtig fragment gaat over Psalm 27:10, waar in het Hebreeuws letterlijk staat: “… Al verlaten mij vader en moeder, de Heer raapt mij bij elkaar…”. De Heer maakt mij één. De duivel, dia-bolos, is een uiteenwerper. De Schepper is de heelmaker. Heling, heelheid staat in de Bijbel niet tegenover ziekte, maar tegenover fragmentatie. In verband met gebedsgenezing vertelt Troost dat ene Agnes Sanford in 1947 al schreef dat “… de wetenschap een trilling verwacht van zéér, zéér hoge intensiteit en oneindig fijne golflengte te zullen ontdekken, die een geweldige geneeskracht bezit en die veroorzaakt wordt door geestelijke krachten die door de mens heen werken…”. En even verder: “… Deze aanwezigheid van een genezende of regeneratieve kracht, of een creatieve potentie die mogelijkheden schept, is altijd al door medicijnmannen en genezers van welke religie dan ook herkend en onderkend. De nieuwste ontdekkingen van de kwantumfysica over energie zijn niet anders dan een bevestiging van wat intuïtief altijd al is geweten: er is in de natuur een geestelijke of goddelijke werking met genezende kracht in zich. Wij weten nu waar dit over gaat: over energie…”. Troost benadrukt de psychosomatische achtergrond van veel ziekten. Verder gaat het over de vraag hoe je weet of wat jij gelooft waar is. De waarheid is geen bundel inhoudelijke geloofsafspraken, maar zoeken naar een leven dat klopt; een weg die je gaat en de ervaring die je daarbij op doet. Heel persoonlijk. De waarheid over God kunnen we elkaar niet door de strot duwen. We kunnen elkaar hooguit een weg wijzen. Als de ander daar tenminste om vraagt, denk ik. Marijn zegt in “Vuurvliegen”, dat hij zich altijd naar anderen voegt, en precies beweegt in de ruimte die zij hem bieden: zo zit hij in elkaar. Ik denk dat God ook zo in elkaar zit. “… Het zijn niet de antwoorden die het geloof levend houden, maar de vragen…”, zegt Troost. Want in vragen zit energie. Vragen houden je bezig: “… Je gaat er van denken en voelen en praten…”. Wat weten we nu helemaal? Niemand weet wie God is. Niemand heeft God ooit gezien. Waar wij in geloven is niet Gods waarheid zelf, maar ons inzicht in die waarheid tot dan toe.

Naar huis
Troost gelooft dat ‘heiliging’ gaat over het terugvinden van je authentieke zelf: “… perfectie is in de Bijbel geen meetlat maar een reisdoel. En zoals alle religies begrepen hebben, is leven een lange zwerftocht op zoek naar je bestemming, die je pas vindt wanneer je uiteindelijk terugkeert naar huis, naar waar je vandaan kwam. Heiliging gaat over deze 'omweg'. Kennelijk is het de mens-eigen om eerst bij jezelf vandaan te trekken, op zoek naar wat je wilt en wie je bent, om er uiteindelijk achter te komen dat alles wat je zocht er al was, dicht bij jezelf, dicht bij God, je geboortehuis…”. ‘Zonden’ ziet hij als ‘niet tot je bestemming komen’. Zo leuk is het dan ook niet om te ‘zondigen’, volgens mij. Zie “… de man die met zijn egoïsme overal vijanden maakt, maar vanbinnen schreeuwt om gezien en gewaardeerd te worden. De verslaafde die het vreselijk vindt dat zijn familie zoveel last heeft van zijn verslaving. De bedrieger die het liefst verlost zou worden van het moeten leven met geheimen…”. Troost wijst er op dat het belangrijk is naar iemands drijfveren te kijken als het gaat om gedragsverandering. Aan het eind van zijn verhaal vertelt hij welke boeken van bijzonder belang zijn geweest in zijn leven, zodat je eventueel verder kunt lezen: "Leven door de Geest" van Francis Schaeffer, "Vreemdeling in het paradijs" van Henri Nouwen, "Gods tegenwoordigheid geneest" van Leanne Payne, de boeken van de ervaringsgerichte therapeut Riekje Boswijk en een deskundige op het gebied van mystiek, Kees Waaijman. Troost is bijna verontschuldigend als hij in verband met zijn boek schrijft: “… Ik vind het echt vreselijk hoe we als christenen hier in het Westen de weg kwijt zijn door het geestelijk leven steeds weer los te maken van de concrete ervaring en de lichamelijkheid van het bestaan…”. Daar hoeft hij natuurlijk niet verontschuldigend over te doen. Het is mij eerder een raadsel hoe iemand kan geloven zonder ooit iets van God te ervaren…

Uitgave: Kok – 2019, 272 blz., ISBN 978 904 353 127 6, € 22,99
Rechtstreeks bestellen: klik hier

Geen opmerkingen :

Een reactie posten