Menu

maandag 22 april 2013

Wat burnout met je doet – Pieter Dingemanse


Met een pastorale werkgroep een boekje (173 blz.) over burnout uit de serie “Wat … met je doet” – eindredactie Arthur Hegger, psycholoog/psychotherapeut bij Eleos, een stichting voor gereformeerde geestelijke gezondheidszorg – gelezen. Weliswaar al uitgegeven in 2003, maar ik heb niet de indruk dat de problematiek minder is geworden gezien alle krantenberichten die ik sindsdien onder ogen heb gehad over twintigerstwijfel, dertigerscrisis, veertigersvermoeidheid, en last but not least het onlangs gepubliceerde onderzoek van de Landelijke Studenten Vakbond, waaruit blijkt dat maar liefst de helft van de studerenden moe, gestrest of depressief is. Nederland is moe. Die moeheid sluipt vaak zo langzaam het leven binnen, dat mensen soms niet eens in de gaten hebben dat er wat mis is: “… Een risico van de geleidelijke opbouw van vermoeidheid is dat mensen blijven doorgaan. Ze houden vol, ondanks klachten, en kunnen zich hiermee uitputten tot alle reserves opgebruikt zijn…”. Dan is de accu leeg. Een burnout is het laatste stadium in een langdurig uitputtingsproces.

Burnoutsymptomen
Pieter Dingemanse (1976) werkte als GZ-psycholoog met burnout binnen de HSK-groep, een centrum voor arbeidsgerelateerde hulpverlening, en binnen GGZ-Buitenamstel.
Het boek begint met vijf diepte-interviews met mensen met burnoutervaring die maatschappelijk werker Henneke Danner-Rodenboog maakte in het kader van haar afstudeeropdracht aan de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Christelijke Hogeschool Ede.
Voordat je aan het informatieve gedeelte begint heb je dus al een aardig beeld over wat het voor mensen betekent om met burnout te kampen.
Dingemanse staat uitgebreid stil bij burnoutsymptomen. Naast een chronisch gevoel van lichamelijke of geestelijke vermoeidheid is een tweede belangrijke indicator een verminderde betrokkenheid op het werk, want burnout is werkgerelateerd. Verder zijn er vaak lichamelijke symptomen zoals hoofdpijn, maagklachten, duizelingen, hyperventilatie, langdurige griep, enzovoort. Je gedrag verandert. Meestal zijn je huisgenoten de eersten die dat in de gaten hebben, en de laatsten naar wie je luistert. Helder legt de schrijver uiteen wat het verschil is met overspannenheid (in tegenstelling tot burnout ontstaan deze klachten in korte tijd en hebben een duidelijke aanleiding waarvan je ook veel sneller herstelt) en depressie (je hebt wel energie maar vindt nergens plezier in - bij burnout vindt je sommige dingen nog wel leuk om te doen, je bent er echter te moe voor; depressieve mensen zijn constant somber in plaats van in buien; alleen bij depressie is er sprake van gewichtsverlies en geen zin meer hebben in het leven).
Aan de hand van een vragenlijst kun je zelf checken of je last hebt van burnout klachten.

Veranderde kijk op werk
Tot de jaren tachtig was het fenomeen burnout vrijwel onbekend. Onze veranderde kijk op werk heeft de opkomst ervan sterk bevorderd. Werk is steeds meer een ‘zingever’ geworden. Het gaat allang niet meer alleen om ‘brood op de plank’. Werk bepaalt je identiteit. Mensen vragen niet ‘wie je bent’, maar ‘wat je doet’. Werk moet bijdragen aan zelfontplooiing. Werkrelaties moeten betekenisvol zijn. Werknemers willen hun capaciteiten benutten en voldoening halen uit hun baan. Mensen ‘zijn’ hun werk. Daarmee heeft werk een bijna sacrale status gekregen. Het is duidelijk dat de dagelijkse praktijk zelden in de buurt komt van deze torenhoge idealen; wat een hoop frustraties en spanningen teweeg brengt.
Daarnaast is de werkdruk omhoog geschoten. Er wordt veel geëist van mensen. We leven in een prestatiemaatschappij. Er is veel regeldruk van bovenaf omdat er efficiënt gewerkt moet worden, wat gevoelens van onvrijheid met zich mee brengt. Uiteindelijk draait het in onze 24-uurs economie natuurlijk niet om mensen maar om centen.
De meeste stress veroorzaken leidinggevenden. Zij hebben de touwtjes in handen en kunnen jou maken of breken. Vanwege de toegenomen individualisering kunnen werknemers vaak op niemand terugvallen als het moeilijk wordt. De ‘ieder voor zich’ mentaliteit is de norm (zie b.v. ook mijn blog over "Identiteit" van Paul Verhaeghe).
Bij burnout is er sprake van onbalans tussen energie en stress. Als werk je geen goed doet, geen energie geeft; maar je teveel kost, teveel energie vreet, raak je opgebrand.

Falen
Langdurige stress werkt op onze hormoonspiegel. Met name adrenaline en cortisol zorgen ervoor dat ons lichaam goed reageert op stress. Maar we moeten die hormonen wel weer kwijt raken (b.v. door te zweten tijdens het sporten). Een constant verhoogde adrenalinespiegel veroorzaakt een constant verhoogde alertheid, irritatie en spanning. Met uiteindelijk uitputting als gevolg. Het is te vergelijken met een kapotte thermostaat waardoor de kachel het door oververhitting begeeft. Een hoge cortisolspiegel beschadigd op den duur de hippocampus (een klein hersenonderdeeltje) wat weer zijn invloed heeft op het geheugen, het concentratievermogen en het immuunsysteem.
Burnout gaat vaak gepaard met het gevoel te falen. Dan hebben we het over ‘schaamte’ en ‘schuld’: “… Het is verhelderend om deze gevoelens te onderscheiden. Je bent schuldig om wat je ‘gedaan’ hebt en je schaamt je om wie je ‘bent’. Bij schaamte worden je ‘eigen’ grenzen overschreden, bij schuld ben je over de grenzen van de ‘ander’ gegaan. Je kunt dit herkennen aan een accent in het volgende zinnetje: ‘Ik ben schuldig omdat ik ‘dat’ gedaan heb. Ik schaam me omdat ‘ik’ dat gedaan heb.’ Bij schaamte kun je het gevoel krijgen dat je door de grond wilt zakken, alsof je er niet meer wilt zijn. Het raakt je eigen identiteit en je valt jezelf tegen. Je bent je bewust van je eigen afgang. Schuld is meer objectief. Je hebt een (externe) regel overtreden. Je keurt je eigen daad af. Je doet iets dat je moeilijk goed kunt maken…”.
Drie sterke karaktereigenschappen kunnen tegelijk een valkuil zijn voor burnout: perfectionisme, te sterk verantwoordelijkheidsgevoel en daardoor beter voor anderen dan voor jezelf zorgen, en de neiging hebben jezelf groot te houden (wat denk je b.v. van al die ongelooflijk geweldige facebookprofielen!).

Wat helpt
Na een uitgebreide burnoutanalyse gaat Dingemanse ver door over zaken die het herstel kunnen bevorderen. Wat de één helpt, helpt de ander niet, omdat niet iedereen hetzelfde in elkaar steekt. Het is dus zoeken. De eerste stap is meestal een afspraak met je huisarts die je eventueel medicatie voor kan schrijven om rustig te worden of te slapen en op weg helpt naar professionele hulp, waarbij je moet denken aan fysiotherapeuten en bedrijfsmaatschappelijk werkers of psychologen. Een behandeling bij burnout is voor iedereen op maat gesneden.
Dingemanse geeft ruim advies aan partner’s, kinderen, vrienden, en collega’s over hoe ze het beste met burnout kunnen omgaan.
Bij zijn richtlijnen en oefeningen ter bevordering van lichamelijk herstel van burnout moet je denken aan zaken als ontspannen activiteiten, gezonde leefgewoonten en een goede conditie, reageren op lichamelijke signalen, bewust energiegebruik, leren slapen en anders piekeren.
In een hoofdstuk over omgaan met werk gaat het over of je qua capaciteiten wel op de juiste plek zit: is je werk niet te zwaar of juist te licht (hoe zit het met je karakter, je vaardigheden en je verwachtingen) en omgaan met hoge tijdsdruk en conflicten. Belangrijk is een heldere taakomschrijving zodat werknemers weten waar ze aan toe zijn.
Een aantal ‘denkfouten’ wordt bekeken, en de manieren om ze te bestrijden.
En tenslotte gaat het over het werkhervattingsplan: “… Terugkeer naar het werk is het doel van vrijwel iedereen die een burnout heeft. Maar wanneer ga je beginnen? Zo snel mogelijk of toch langer wachten? Het blijkt dat kort uitrusten om de accu op te laden goed is. Langer uitrusten kan echter heel negatief uitwerken. Lichaam en geest raken gewend aan niet-werken. Je kunt dit vergelijken met de eerste dag na een lange vakantie. Je bent er een tijd uit geweest en moet dan weer beginnen. Die dag is voor velen zeer vermoeiend. Lichaam en geest zijn ontwend om lang te werken. Ze passen zich hieraan aan. Bij burnout gebeurt hetzelfde, alleen in veel sterkere mate. Wie langer dan zes weken thuis zit, merkt dit al. Na ongeveer drie maanden ontstaat gewenning. Je geeft je leven een andere daginvulling. De motivatie om weer aan het werk te gaan, moet dan wel sterk zijn. Na een jaar is een langdurig opbouwtraject nodig om terug te keren. Om deze reden is het percentage WAO-ers dat terugkeert in het werk zeer laag. Om te voorkomen dat je te lang thuis blijft, is goede hulp die snel op gang komt van essentieel belang…”.

Niet één en al ellende
Een burnout zet je letterlijk stil; maar betekent niet alleen ellende. Terugkijkend zeggen veel mensen die een burnout hebben meegemaakt dat ze er veel van hebben geleerd: “… Een burnout is vaak een moeilijke periode waar je sterker uit kunt komen. Het is een crisis in het leven van een werknemer waarin hij (opnieuw) over zijn keuzes in het leven gaat nadenken. Tegelijk is het een tweede kans om je leven anders vorm te geven. Soms betekent dit dat je het roer omgooit en een andere koers gaat varen. Wie terugkijkt op zijn burnout kan zeggen: ‘Het was moeilijk, maar ik ben er sterker uitgekomen. En dat is mij heel wat waard!’…”.
Achterin dit verrassend informatieve en duidelijke boek staat een uitgebreide lijst met internetadressen en leestips.

Uitgave: Boekencentrum - 2003, 173 blz., ISBN 978 902 391 312 2, €14,50
Rechtstreeks bestellen: klik hier

2 opmerkingen :

  1. Helder geschreven maar wel een paar opmerkingen over de inhoud. Burn-out is niet aleen werk gerelateerd. Ook mensen zonder werk zijn burn-out waaronder een groot aantal studenten. De testen die er zijn zoals de ubos stellen alleen vragen over werk en daarom lijkt burn-out alleen werk gerelateerd te zijn.

    Een ander is dat leidinggevenden de meeste stress veroorzaken. Dat kan natuurlijk helemaal niet. Als een werknemer mee gaat in het gedrag van zijn leidinggevende en hem of haar zo belangrijk te maken dat de werknemer er voor kiest om zijn of haar humeur daaraan aan te passen, dan raak je uiteindelijk burn-out. Maar als werkgever en natuurlijk iedereen heeft daarin een keuze. De burn-out helpt je om dit beter te gaan zien. Een burn-out is een periode van ontwikkeling waar je anders uit zal komen. Bewuster en hernieuwd met nieuwe eigenschappen en als het goed is een helder doel voor ogen.

    Leon Brinkers burn-out specialist @deopening.nl

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat een fijne aanvulling op mijn blog. Bedankt voor je wijze woorden!

      Verwijderen