Nu ik toch met het thema ‘lopen’ bezig ben, ga ik er nog maar even mee door. Het is raar hoe allerlei berichtjes over dit onderwerp me ineens opvallen. Bijvoorbeeld dit: “… ‘Zitten is het nieuwe roken!’, waarschuwen Amerikaanse wetenschappers tegen langdurig zitten. ‘Inertia’ rukt op als gevaarlijke volksziekte…” (ND 29.05.13). Een professor legt in het artikel uit dat het menselijk lichaam niet gebouwd is op lang stilzitten, terwijl veel werknemers dat dagelijks toch vele uren doen: “… Het is een onnatuurlijke manier van leven. Het hoeft niet te verbazen dat de gevolgen verwoestend zijn…”. Omdat het bloed minder door het menselijk lichaam circuleert neemt de kans op hart- en vaatziekten toe, evenals op diabetes, is er minder vetverbranding, en minder aanmaak van het enzym dat slecht cholesterol omzet in goed cholesterol: “… De stoel vermoordt ons…”. Hij wijst op onderzoeken die hebben aangetoond dat een volwassene die meer dan vier uur per dag achter een beeldscherm zit, vijftig procent meer kans heeft op een dodelijke ziekte of hartaanval dan iemand die dat minder dan twee uur doet. Naar een fitnesscentrum gaan kan dit bewegingstekort niet compenseren. Eigenlijk zou je elk uur tien minuten moeten lopen.
Goed, dat wisten wij natuurlijk allang. Lopen dus. David Grossman (1954), één van Israëls beroemdste auteurs, schreef een roman zo dik als de bijbel – bijna 700 blz. -, over een vrouw die niet zozeer naar iets toeloopt, als wel van iets wegloopt. Je moet er bijna een vakantie voor opnemen, maar o jongens, wat een boek…
Het Israël-pad
Het verhaal begint met het in mijn ogen meest oninteressante deel van het boek (maar het moet natuurlijk wel verteld worden, anders snap je de rest niet), waarin drie koortsige pubers elkaar ’s nachts stiekem opzoeken in een quarantaine-afdeling van een ziekenhuis en voor eeuwig vriendschap sluiten. Ora, Ilan en Avram.
Na deze proloog start het echte verhaal met Ora in de hoofdrol, inmiddels een fysiotherapeute van middelbare leeftijd, moeder van twee volwassen zoons, en getrouwd met Ilan. De jongste zoon heeft beloofd na het afzwaaien uit zijn drie-jarige diensttijd een trektocht met haar te maken door Galilea. De rugzakken staan al klaar. Maar hij tekent voor een paar weken bij als er ergens een conflict uitbreekt. Hierdoor raakt ze totaal ontregeld. Ze is ervan overtuigd dat hij zal worden gedood. Ze moet er niet aan denken hoe het zal zijn als de ‘aanzeggers’ bij haar op de stoep zullen staan: “… Fantasievergiftiging, dat is wat ik had…”. Haar man is met hun oudste zoon op reis, dus met hem kan ze niet praten. Langzaam rijpt het plan om in haar eentje weg te gaan, zodat ze haar niet kunnen bereiken met een eventueel doodsbericht.
En dan komt haar oude vriend Avram in beeld. Ze laat zich ’s avonds door haar Arabische taxichauffeur naar hem toerijden. Hij woont, ten prooi aan verloedering, in een smerig flatje. Is bijna bewusteloos van de slaappillen. Ze ontvoert hem zo ongeveer uit zijn eigen woning, kwakt hem in de taxi, en als hij de zaak onderpiest en kotst gooit de chauffeur hen er in the middle of nowhere uit. En daarna de rugzakken. Zo begint de weergaloze wandeltocht met een brakke Avram. Een man die zwijgt, maar het pad leert hem praten. Een man die niets met Ora te maken wil hebben, maar het pad leert hem luisteren. Een man die opgesloten zit in zichzelf, maar het pad keert hem binnenstebuiten. Ze merken dat ze uiteindelijk op een benummerde route lopen: het Israël-pad. Een bestaand pad, dat een vriend van een vriend van mij zelfs echt gelopen blijkt te hebben.
De levens van een joods trio
Gaandeweg onthult zich wat er is voorgevallen in de levens van dit joodse trio. Om kort te gaan: Ilan en Avram zitten tijdens de jaren zeventig in het leger. Avram wordt door de Egyptische aanvallers gevangen genomen en onwaarschijnlijk wreed gemarteld. Als hij uiteindelijk wordt vrijgelaten en met een vliegtuig terugkomt zijn Ora en Ilan erbij om hem op te vangen. Zijn aanblik is niet te harden: alles aan hem stinkt en is verwond. Zijn wenkbrauwen, zijn nagels, zijn tanden zijn uitgetrokken. De maden kruipen rond in zijn vlees. In het ziekenhuis lappen ze hem op. Ora en Ilan ontfermen zich over hem. Verder heeft hij niemand. Overstuur door wat hun vriend is overkomen, zoeken Ilan en Ora troost bij elkaar, en vrijen, met de geboorte van een zoon als gevolg. Ilan kan het vaderschap niet aan, en verdwijnt. Toch komt hij in de jaren die volgen steeds dichter in de buurt van Ora wonen, en uiteindelijk trekt hij weer bij haar in om een vader te zijn voor haar twee zoons, want tijdens een bezoek aan de geestelijk zwaar beschadigde Avram, heeft Ora geprobeerd hem weer voor het leven te interesseren door met hem naar bed te gaan: de verklaring voor haar tweede zoon.
Klankkast van de werkelijkheid
Grossman laat door alles heen zien hoe zwaar en moeilijk en beangstigend het voor zowel Joden als Palestijnen is om op te groeien en te leven in de Israëlische samenleving met zijn constante terreurdreiging en kans op bomaanslagen. Wat dit met mensen doet. Hoe het hun levens beïnvloedt. En dat de hele wereld, wijzelf incluis, wel een grote mond kan hebben over wat er allemaal gebeurt in Israël, maar dat wij er in onze veilige comfortzone geen idee van hebben hoe het is om daar midden tussen te zitten.
Het ontroerendste is dat Grossman, tijdens het schrijven van dit boek, zelf zijn zoon Uri heeft verloren tijdens de Tweede Libanonoorlog in 2006. Zijn tank werd getroffen door een raket. Het boek was bijna geschreven, Uri kende het plot, en vroeg altijd hoe het stond met de personages, als hij met verlof thuiskwam. Grossman: “… Na afloop van de rouwweek heb ik me opnieuw aan het schrijven gezet. Het grootste deel was toen al af. Wat meer dan wat ook veranderde, was de klankkast van de werkelijkheid waarin de laatste versie tot stand is gekomen…” .
Literaire kracht
Omdat het onmogelijk is dit enorme verhaal in een paar a-viertjes recht te doen, zal ik wat citaten aanhalen waarmee ik hopelijk wat van de literaire kracht van dit boek kan overbrengen.
Ora over haar Arabische chauffeur die constant gediscrimineerd wordt bij de checkpoints: “… Sami was echt een fijngevoelige man, al was dat op het eerste gezicht moeilijk te zien, met dat grote, zware lijf en die grove gelaatstrekken. Zelfs Ilan had dat moeten toegeven, zij het met reserves en altijd een tikkeltje achterdocht: ‘fijngevoelig, fijngevoelig… tot hij de kans krijgt,’ waarschuwde hij altijd, ‘dan zul je zien hoe fijngevoelig de klap is van Mohammed met het zwaard.’…”. Als Arabier onder de Joden slaagt Samin erin door “… een vuurtje van fijnzinnige ironie brandend te houden zichzelf te blijven te midden van alles…”. Samir “… raakte niet verbitterd of rancuneus. Hij koesterde geen stille, borrelende haat in zijn hart. De kleine en grote vernederingen van iedere dag deerden hem niet… Op de een of andere manier bleef hij midden in de hele rotzooi een vrij mens, zoals het haar maar zelden lukte een vrij mens te zijn…”. En vervolgens peinst Ora: “… En het was nu tot barstens toe in haar aan het groeien, haar stupiditeit, haar falen in de principiële, ingewikkelde opdracht een fijngevoelig persoon te zijn, juist hier en nu, in deze tijden. Niet zomaar fijngevoelig, een teer zieltje – er waren woorden die ze in haar hoofd nog altijd alleen maar uitgesproken hoorde worden met de stem van haar moeder – alleen omdat je van nature gewoon niet in staat bent iets anders te zijn, nee, fijngevoelig te zijn met voorbedachte rade en zonder schaamte, fijngevoelig te zijn en onverschrokken in de plaatselijke ketel met zuur te duiken…”.
De humor als Samir het over zijn vijf kinderen heeft: “… Vijf demografische problemen heb ik, zei hij met een stralend gezicht tegen ieder die het vroeg…”.
Psychoanalyse
Eigenlijk is dit boek je reinste psychoanalyse: “… Maar trouweloosheid lag al sinds gisteravond tussen hen in te smeulen…” en “… Al die gedachten, waar komen al die gedachten vandaan en wie zit daar nu op te wachten?...” en “… Via Netta heeft hij een hele groep van mensen leren kennen. Zachte mensen die het moeilijk hebben. ‘Gebroken kopjes,’ noemt Netta ze…” en “… ‘Mijn leven is nu een rotzooi, het valt me niet makkelijk erover te praten.’ ‘Goed, goed, je bent niet verplicht te praten.’ Hij stond er verschrikt bij, totaal door elkaar geschud, als een mierennest waar een lompe voet een trap had gegeven. En moet je nagaan, dacht ze, hoe zulke wendingen in de plot en doldwaze nieuwe combinaties hem ooit opwonden, hem geestelijk en lichamelijk prikkelden, hem ‘belustten’, een woord van hem, ach, verzuchtte ze in stilte tegen hem, heel het oneindige mogelijke, weet je nog? Weet je nog? Jij hebt dat verzonnen, jij hebt ons dat voorgeschreven, blindemannetje spelen in Manhattan en je ogen openen in Harlem, en juist wel de luipaard bij de geitenbok laten nederliggen en kijken wat er gebeurt, misschien zal er één keer in de geschiedenis van het universum een verrassing plaatsvinden? Misschien dat het deze bepaalde luipaard en dat geitenbokje samen zal lukken, juist wel, deze ene keer – ze herinnerde zich niet meer welke woorden hij toen gebruikte: boven zichzelf uit te stijgen? De vacht redden? Het waren woorden van hem, een heel woordenboek van hem, een woordenboek, een idioticon en een taalgids, op zijn zestiende, zijn negentiende en zijn tweeëntwintigste, en daarna was het stil geworden, waren de lichten uitgegaan…”.
Bijbels
Al wandelend ontrollen zich de levens van Ora en Avram tot in de onmogelijkste en diepzinnigste details. Wat een ontzagwekkende observator moet iemand zijn om zo te kunnen schrijven. Doordat het verhaal zich afspeelt in bijbelse streken ging ik er bijna vanzelf in bijbelse teksten over denken. B.v. met de woorden van Hebreeën 4:12: “Want levend en krachtig is het woord van David Grossman, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden”. Oefff…
Uitgave: Cossee - 2009, 688 blz., ISBN 978 905 936 304 5, €25
Rechtstreeks bestellen: klik hier
Zo! Dat is nog eens een recensie. Ik hoorde van een collega dat het een prachtig boek moet zijn. Jouw recensie bevestigt dit!
BeantwoordenVerwijderenMooi geschreven.
Groetjes! Bibi