Menu

vrijdag 7 augustus 2015

Vreemd en bizar. Lastige bijbelverhalen – Piet Schelling


In mijn vorige blog ging het over Ayaan Hirsi Ali die vertelt dat de Koran zo heilig is voor moslims, dat iedere discussie wordt opgevat als gebrek aan eerbied en voldoende is om te leiden tot gewelddadige protesten, relletjes en - vaak - doden. Geregeld horen we dat radicale moslims op grond van teksten uit de Koran tot afschuwelijke uitspraken en daden komen. Hoe zit dat met joden en christenen? In hun heilige schriften komen net zo goed de meest macabere verhalen voor.

Haaks

“Zet tien joden bij elkaar, en je hebt elf meningen”, luidt een bekend spreekwoord. Volgens de joodse traditie zijn er wel zeventig manieren om de Bijbel uit te leggen (want er zijn zeventig volken die allemaal op hun eigen manier de Bijbel interpreteren. Al die deelwaarheden zijn nodig om de hele waarheid van God te verstaan). Een van de bekendste teksten uit het Nieuwe Testament is misschien wel: “Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede” (1 Thess. 5:21). Joden en christenen hebben in ieder geval altijd gediscussieerd en geïnterpreteerd. Tot in het oneindige kun je wel zeggen. Onderling vlogen en vliegen ze elkaar natuurlijk regelmatig in de haren, maar tegenwoordig meestal niet meer met dodelijke gevolgen. Meestal: ik schrijf deze blog na een verdrietige week waarin zes mensen zijn neergestoken tijdens de Gay Pride in Jeruzalem en joodse fundamentalisten een brandbom in een Palestijns huis hebben gegooid, waarbij een babytje is omgekomen.
Ik ben met een groep mensen de Bijbel aan het lezen, wat steeds fascinerend en soms onrustbarend is. Inmiddels zijn we op de helft. Sommigen verzuchtten op bepaalde momenten dat het wel leek of ze een verslag over ISIS zaten te lezen. In het begin van de Bijbel gaat het namelijk over oorlog en nog eens oorlog. Piet Schelling (emerituspredikant en publicist) over moeilijke teksten: “… Stel dat je hoort dat God een vrouw in een blok zout verandert, omdat zij omkijkt naar de stad waar ze jaren heeft gewoond. Of dat iemand wordt geprezen, omdat hij kinderen te pletter gooit. Of dat wordt verteld dat een vader gehoor geeft aan een goddelijke stem die hem opdraagt zijn zoon te offeren. Of dat iemand vertelt dat een man een kind verwekt bij zijn schoondochter. Stel dat je leest dat een landloos volk een vreemd land binnenvalt en daar met geweld de grond opeist. Of dat een koning pasgeboren jongetjes de dood injaagt, omdat hij bang is dat later een van hen hem van de troon zal stoten. Of dat een leraar zijn leerlingen en ouders hun kinderen stokslagen geven om hen in het gareel te houden. Of dat beren ruim veertig kinderen verslinden, omdat ze de spot drijven met een profeet. Stel dat het verhaal de ronde doet dat je alleen vergeving kunt krijgen voor je misstappen als iemand in jouw plaats wordt gedood. Of dat wordt verteld dat Jezus een hulpzoekende vrouw uitmaakt voor hond. Of dat een groep feestviert bij het zien van een menigte die verdrinkt in de zee…”. Het staat allemaal in de Bijbel, en christenen worstelen daarmee. Natuurlijk voel ik mij aangesproken als Maarten ‘t Hart het in zijn moederroman “Magdalena” heeft over ‘die voorhuidenverzamelaar, koning David’. Het is tot nog toe het meest bizarre verhaal dat ik in de Bijbel ben tegengekomen. Koning Saul vraagt als bruidschat voor zijn dochter Michal, die verliefd is op David, de voorhuiden van honderd dode Filistijnen. David trekt er met zijn troepen op uit en komt maar liefst met twééhonderd stuks terug (1 Sam. 18). Een verhaal dat tijdens de godsdienstles op school maar is overgeslagen, want ik had er tot nu toe nooit van gehoord. Schelling: “… Veel teksten staan haaks op onze wetgeving en cultuur…”.

Uitleg waar we misschien wat mee kunnen
Schelling is al een halve eeuw met de Bijbel bezig. Hoe gaat hij om met dit soort buitenissige verhalen? Hij negeert ze niet, zwijgt ze ook niet dood, maar zoekt naar een uitleg waar we misschien wat mee kunnen. Daarbij hanteert hij een aantal vuistregels:
1) “… Maak onderscheid tussen normen (bijvoorbeeld: elkaar groeten, niet stelen, u zeggen) en de achterliggende waarden (bijvoorbeeld: respect, aandacht, vertrouwen, liefde)…”.
Een samenleving kan niet functioneren zonder normen en waarden. “… Normen zijn echter tijd- en cultuurgebonden. Telkens moeten ze aangepast en geactualiseerd worden. (…) Waarden zijn minder aan tijd en cultuur gebonden…”. Zo kan het dus voorkomen dat je een Bijbelse norm verwerpt, terwijl je de achterliggende waarde wél overneemt. Uit het voorhuidenverhaal blijkt dat koning Saul van David af wilde en heimelijk hoopte dat de Filistijnen hem zouden doden. Maar God was aan zijn zijde, en bezorgde David een klinkklare overwinning. Later mocht David echter niet de tempel bouwen: hij had teveel bloed aan zijn handen. Kijk, dat is tenminste iets…
2) “… Besef dat iets waar kan zijn zonder dat het echt gebeurd is…”.
Er zijn altijd discussies geweest tussen mensen die alles wat in de Bijbel staat letterlijk opvatten, en mensen die daar moeite mee hebben, en speuren naar de diepere zin van een verhaal. Schrijvers willen een boodschap overbrengen. Dat kan door middel van fictie of non-fictie.
3) “… Treed de Bijbel als gesprekspartner tegemoet: jij en hij hebben elkaar wat te vertellen…”.
De eenheid van de Bijbel ligt niet in het op dezelfde manier uitleggen van de Bijbel, maar in God die de bron is van alle spreken. Daarom is er ook nooit een definitief einde aan de manier waarop de Bijbel iets tot mensen te zeggen heeft. “… De aandachtige lezer gaat in gesprek met de tekst. Hij stelt vragen aan de tekst: wie spreekt, wie zwijgt, wie komt, wie gaat, wie handelt? Of directer door aan de personages in de tekst te vragen: waarom zeg je dit, waarom laat je dat? (…) Nog boeiender wordt het als de tekst jou vragen gaat stellen…”.
4) “… Hoor met oren die horen dat de Bijbel niet samenvalt met Gods Woord...”.
Schelling: ”… Wel hoort de luisteraar er de Stem van God in. Dit boek is vooral een mensenboek waarvan God gebruikmaakt. Het is geen dictaat door de hemel aangereikt. De schrijvers kijken naar de aarde en naar de hemel en brengen in hun teksten die twee bij elkaar. Elke schrijver doet dat vanuit eigen ervaringen met de wereld en God. Om te bemoedigen, hoop te geven, te corrigeren, te waarschuwen, de weg te wijzen. Dat maakt de Bijbel kleurrijk…”. Dat is precies het verschil met de Koran.
5) “… Lees met ogen die zien dat de Bijbel mensenwerk is waarin God zich laat zien…”.
Wat in de Bijbel staat werd eerst doorverteld en later opgeschreven, en vaak weer herschreven in de loop van bijna 1000 jaar (zo tussen 800 voor Chr. – 200 AD). “… De Bijbel is niet heilig (of juist wel heilig, maar dan in de zin van ‘apart gezet’, en niet in de zin van ‘onfeilbaar’). Er staan dingen in die niet kloppen. Historisch, natuurkundig en biologisch gezien, staan er onjuistheden in. Daar kunnen de schrijvers niets aan doen; wij beschikken over kennis die voor hen niet beschikbaar was. Er zijn ook fouten gemaakt bij het overschrijven van oude teksten en we treffen tegenstrijdigheden aan, de ene tekst die de andere tegenspreekt…”. Dat is allemaal niet erg: “… Waar het om gaat, is dat wij in de gedichten, verhalen en regels een Stem horen die uitstijgt boven onze eigen stemmen. De Stem van God die, in al die woorden door mensen uitgesproken en opgeschreven, tot ons wil spreken…”.

Verhalen

In de voorgaande blogs (zie Henk Vijver, Tahmina Akevi en Ayaan Hirsi Ali) ging het vaak over hoe evident verhalen zijn in de omgang met elkaar. In dit boek komt dat ook weer aan de orde: “… Een belangrijk instrument waarmee God mensen wil ontmoeten en de weg wil wijzen, is het vertellen van verhalen door mensen. Jezus ontvouwt zijn leven en werk verhalenderwijs. Hij leeft in en door verhalen. Hij is zelf een verhaal, Gods verhaal…”.
Schelling behandelt uitvoerig twaalf moeilijke Bijbelverhalen. Ik ga ze, vanwege de lengte van deze blog, niet allemaal aanhalen. Ik geef twee indrukwekkende voorbeelden.
Naar aanleiding van het verhaal over Abraham die van God de opdracht krijgt zijn zoon Isaak te offeren, vraagt Schelling zich af van wélke God dit bevel komt. Degene die hem roept (Genesis 22:1) heeft een andere naam dan degene die later roept de jongen niets te doen (Genesis 22:11): “… Gaat het om een hemels wezen dat Abraham verzoekt, zoals bij Job? Weliswaar met toestemming van God, maar toch. Herinnert deze godheid aan de godsdienst en cultuur van de omgeving waar Abraham vandaan komt? Worstelt Abraham met de eisende en huiveringwekkende godheid van zijn cultuur?...”. En even verder: “… Kinder- en mensenoffers zijn overal en altijd voorgekomen. Ook vandaag. Kinderen en volwassenen die tot slachtoffer worden gemaakt door hen die machtiger zijn dan zij. Het gebeurt in huizen, op straten, in het centrum en in uithoeken van stad en land. Uit angst, machteloosheid, boosheid, machtswellust. Soms in naam van een godheid. Dit verhaal zegt ons onomwonden: nooit zul je kinderen en mensen de dood in jagen om een hoger doel te bereiken! Op die berg, bij het altaar, klinkt het protest daartegen. De mens heeft slechts één roeping: het leven te beschermen en te bewaren. Er zijn grenzen aan het gehoorzamen van God. Dat zegt de verteller van Genesis 22. Trouw aan God, sterke geloofsijver, grote inzet voor de Heer, overgave aan de Stem – het is allemaal waardevol. Maar het zal niet ten koste mogen gaan van mensenlevens. Niemand mag met zijn godsdienst een mens lichamelijk en geestelijk beschadigen. Het verhaal leert dat genade voor recht en liefde voor angst gaat. Zo niet, dan sterft de wereld…”.
In de RTL 5 -serie “Levenslang met dwang”, waarvan de herhalingen momenteel op tv te zien zijn, komt een vrouw voor die doodsbang is voor het getal 666: hexakosioihexekontahexafobie genaamd. De bron van deze angst vinden we in de Bijbel, in het boek Openbaring, waar het ‘het getal van het beest’ genoemd wordt. De vrouw heeft het over ‘het getal van de duivel’. Schelling voert aan dat de schrijver, Johannes, geheimtaal spreekt, en dat het getal 666 verwijst naar de Romeinse keizer, die de christenen vervolgt en uitroeit: “…Openbaring is verzetsliteratuur…”. In de oude talen, zoals Hebreeuws en Grieks, hebben letters ook een getalswaarde. De cijferwaarde van het woord ‘nero-caesar’ is 666. De wrede keizer Nero was al wel dood toen Johannes zijn brief opstelde, maar zijn geest waarde nog rond. Het gerucht ging dat Nero als een reïncarnatie weer tot leven was gekomen in de wrede tiran Domitianus. “… De beschrijving van de afschuwelijke beestpraktijken maakt ons kritisch waakzaam voor hedendaagse ‘beesten’. Systemen, fanatici, organisaties, politieke overtuigingen, leiders die aan de knoppen van de wereldmachine draaien …”.
Amen.

Uitgave: Boekencentrum – 2015, 112 blz., ISBN 978 902 397 006 4, € 11,90
Rechtstreeks bestellen: klik hier

2 opmerkingen :

  1. Mooie recensie! Ik ken het boek niet maar het klinkt wel interessant!
    Ben momenteel nog in Magdalena bezig, heb het bijna uit en 't Hart stelt ook daar wel intrigerende vragen!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Je zou het goed als een vervolg op Magdalena kunnen lezen, Anne :)

    BeantwoordenVerwijderen