Ter afwisseling van alle zware kost is het ook wel eens fijn een luchtiger verhaal te lezen. Het prachtige “De boekhandel voor gebroken harten” van schrijver Robert Hillman (Melbourne- Australië) doet een beetje denken aan “De onvergetelijke reis van August King”. Over een man van weinig woorden, maar met een hart van goud. Tom Hope: “… Hij was altijd al ongemakkelijk in de omgang geweest. Hij moest zichzelf dwingen om te glimlachen…”. Alleen “… Dieren vergaven hem zijn ongemak…”. En over een Jodin die de Tweede Wereldoorlog heeft overleefd, maar ziek is van Europa. De jaren zestig. Door keihard te werken probeert Tom zijn boerderij op poten te houden. Tot de liefde hem inhaalt. Op de achterflap: “… Voor iedereen met een hart dat ooit is gebroken, en misschien ook weer geheeld – en voor iedereen die wel eens in een boekwinkel komt…”. Nou, dat slaat natuurlijk helemaal op mij…
Voor de eenzaamheid geschapen
In zijn onnozelheid heeft Tom zich laten strikken door een stadsmeisje dat geen draad om hem geeft. Binnen twee jaar loopt ze bij hem weg. En komt zwanger terug. Natuurlijk vangt hij haar met open armen op. Peter wordt geboren, een wonderschoon jongetje met pikzwarte haartjes, voor wie zijn moeder ook al niets voelt. Tussen twee haakjes: ze komt bij mij vooral over als manisch-depressief, wat een uiterst treurige zaak is waar niemand voor kiest, maar het verhaal kent geen genade richting haar. Tom verzorgt het jongetje zo goed en zo kwaad als hij kan, ondanks dat hij niet de vader is, en raakt buitengewoon aan hem gehecht. Zijn eega gaat er andermaal vandoor om zich aan te sluiten bij een soort van sekte, waar haar moeder en zus ook lid van zijn, met de mededeling dat ze haar zoon later op komt halen. Dat later duurt al met al een paar jaar. Uiteindelijk staat ze toch voor de deur. Peter wil niet mee. Zijn pseudo-pappa wil hem niet kwijt. Maar tegen een biologische moeder, die ook nog eens zegt Jezus te hebben gevonden, kun je niet op, meent een rechter die zich met de zaak bemoeit. Weer wordt Tom teruggeworpen op zichzelf. Hij lijkt voor de eenzaamheid geschapen. Hij gaat nog een keertje bij het Jezuskamp kijken maar wordt subiet weggestuurd door de pastor: geen contact.
De God van de hopelozen
Wanneer Tom met zijn ziel onder zijn arm door het nabij gelegen stadje Hometown dwaalt, ziet hij dat een veelal leegstaand winkeltje gevuld is met boekenkasten. Op het glas van de etalageruit is een bloknootpapiertje geplakt, beschreven in een schrift dat hij niet kent. Als Tom Hebreeuws had kunnen lezen zou hij hebben geweten dat er een Joods gebed op staat: “… AAN DE GOD VAN DE HOPELOZEN, ZEGEN DEZE WINKEL…”. Een tijdje daarna vindt hij een briefje onder zijn deur. Van juffrouw Hannah Babel die een lasser nodig heeft voor het uithangbord van haar nieuwe boekhandel. Volgens de slager is hij een goede. Juffrouw Hannah blijkt een mooie, temperamentvolle, zwierige, extravagante veertiger die hem opscheept met smerige thee, complimenteert met zijn knappe uiterlijk, schaamteloos aanraakt waar ze kan en er een losvliegende kanarie op nahoudt die op zijn hoofd en schouder gaat zitten: “… Hij had geaccepteerd dat Hannah stapelgek was. Hij mocht haar er geen greintje minder om…”. Of hij ook nog een paar boekenplanken voor haar wil maken. Natuurlijk wil hij dat, ook al heeft de boekhandel geen toekomst volgens hem. Niemand in het stadje houdt zich met boeken bezig. Zelf heeft hij in heel zijn leven één roman gelezen. Dat was best bevallen trouwens. Hij sluit niet uit dat hij ooit weer eens aan een boek begint. Uiteindelijk verbouwt hij de hele winkel, leert het aparte eten van Hannah naar binnen te werken (“… ‘Heel lekker,’ zei Tom, wat ‘oneetbaar’ betekende…”), verdraagt haar onophoudelijke politieke commentaar en laat zich ter begroeting voluit op zijn mond kussen. Love is in the air.
Auschwitz
Na een tijdje stuitert het verhaal terug naar 1944 en wordt verteld uit het perspectief van de Hongaars-Joodse Hannah, die in Auschwitz aankomt, waar haar zoontje verdwijnt als ze een tel in slaap valt. Zelf lijkt ze het te overleven omdat ze Duits spreekt. Hannah laat mondjesmaat iets los over haar traumatische verleden. Over haar omgekomen familie. Over haar twee dode echtgenoten. De een vergast, de ander doodgeschoten. Tom heeft nog nooit van Auschwitz gehoord. Over haar zoontje is ze nauwelijks in staat te praten. Het blijkt dat ze in het kamp een sidoer (Joods gebedsboek) heeft gevonden waar ze haar medegevangenen elke avond uit voorlas, ook al mag een vrouw dat officieel niet doen. Vandaar dat briefje achter de etalageruit? Het gaat over de bevrijding uit het kamp. De hongertocht daarna door het bevroren, geschonden continent. De angst voor dronken Russen die elke vrouw die ze zien verkrachten. En over hoe ze als muzieklerares in Australië terecht komt.
Er staat je iets moois te wachten
Schitterende fragmenten beschrijven auteurs en boeken die ik ogenblikkelijk allemaal zelf zou willen lezen: “… En boeken, ze praatte over boeken. Solzjenitsyn. Tom onderging waardig een verslag over ‘In de eerste cirkel’, net uit; ze had het in drie dagen gelezen. En toen begon ze over een nieuw boek van ‘jullie Thomas Keneally’. ‘Heb ik eigenlijk nooit van gehoord,’ zei Tom. ‘Hij is opgeleid tot priester, wist je dat niet? Waanzin.’…”. P.s.: dat is de auteur van “Schindler’s List”. Hannah is vast van plan van Tom een lezer te maken. Ze begint met “Grote verwachtingen” van Charles Dickens. Als hij vraagt waar het over gaat: “… ‘Over leven’, zei Hannah. ‘Over het mens-zijn, met alle hoop en angst die daarbij hoort. Tom, er staat je iets moois te wachten. Ik meen het serieus. Er staat je iets moois te wachten.’…”. Als ze vraagt of hij er al in heeft gelezen: “… Dat was zo. Hij droeg het in zijn ruime achterzak mee op de boerderij en had er leunend tegen de wand van de melkerij of de hooischuur in staan lezen, en terwijl hij korrels voor de kippen strooide. Hij haalde dertig bladzijden per uur. Miss Havisham… die was gek, toch? ‘Denk je dat ze gek was?’ vroeg Hannah, die zichzelf betrapte op lerarengedrag. ‘Nou, eigenlijk wel. Alles staat te schimmelen op tafel. Dan ben je gek, vind je niet?’ Hannah zei (grote god, moet je jezelf horen): ‘Teleurstelling kan een hartstocht zijn.’ ‘Pardon?’ ‘Haar gevoel verraden te zijn… Ze leeft voor die hartstochtelijke teleurstelling. Ze is er voor eeuwig trouw aan. Die betekent meer voor haar dan een huwelijk ooit zou kunnen. Snap je?’ Tom dacht erover na. ‘Wilde ze de bons krijgen?’ ‘Nee, Tom. Dat niet. Maar kijk eens naar de zin die het haar geeft. Voor haar hele leven.’ ‘Ik kan je niet volgen.’…”. En even verder: “… Ze wilde over Dostojevski praten, over 'Misdaad en straf', en Toergenjev, van alle torenhoge genieën uit de negentiende eeuw favoriet bij de Russische lezers, zelfs nog meer dan Tolstoj, Tom, meer dan Tsjechov…”. Tom vindt de naam ‘Madame Babels Boekwinkel’ veel te chic voor Hometown. Hannah: “… Madame Babel heeft het hoog in de bol, zullen sommige mensen zeggen. Madame Babel die rattenlijkjes at in Polen. Madame Babel die smeekte aan de voeten van de kapo’s. Die Madame Babel heeft het hoog in de bol. Ik snap het…”. Uiteindelijk wordt het ‘Hannahs Boekwinkel’. Maar onder het briefje met het Hebreeuwse gebed schrijft Hannah in het Hebreeuws de naam die alleen haar toebehoort: 'Boekwinkel van de gebroken harten'.
Vrouwen die lezen
Het lezen gaat steeds beter: “… Toms oordeel over ‘Misdaad en straf’ was dat een man die twee vrouwen vermoordde met een bijl niet goed te praten was. ‘Het is een mooi verhaal,’ zei hij tegen Hannah, ‘maar als je naar die Raskolnikov kijkt, dan is hij reddeloos verloren. Het heeft geen zin dat Sonja hem in de gevangenis opzoekt. Hij is een hopeloos geval.’ Hannah gaf hem ‘Aan de grond in Londen en Parijs’ en ‘1984’, en hij had beide boeken in tien dagen uit. Hij was sneller gaan lezen. Hij vond ‘Aan de grond’ geweldig, maar ‘1984’ vergezocht…”. Als de boekhandel eindelijk open gaat tijdens de plaatselijke jaarmarkt: “… Er werden boeken verkocht, vooral Enid Blyton: een aantal Noddy’s, De vijf, De Club van 7. De meeste klanten waren vrouwen. Sommigen pakten een boek van de plank en lieten het met een blik van genot door hun handen gaan. Anderen hielden de boeken enigszins angstvallig vast, alsof het oppakken ervan gold als de belofte ze te kopen…”. Bunty George, die in haar eentje een hele boerderij bestiert doet niet moeilijk en koopt een stapel Agatha Christies. Een forse verpleegkundige smakt “Oorlog en vrede” op de toonbank: “… ‘Dit wilde ik al jaren lezen’, zei ze. ‘Nu heb ik de kans.’ Alsof ze zichzelf een smerig medicijn had voorgeschreven waar ze niettemin veel baat bij zou hebben…”. Een vrouw gaat gillen als ze “Het onbewoonde eiland” ontdekt, dat ze heeft gelezen toen ze klein was. Maar “… had Hometown zoiets spectaculairs nodig? Vijfenzeventighonderd titels? Niemand stelde Hannah die vraag, maar ze voelde hem. Ze merkte ook dat vrouwen zich beter op hun gemak voelden bij de overdaad dan mannen. Misschien waren vrouwen uit gewoonte en van nature blijer met het vooruitzicht van onderdompeling. De mannen schudden zonder uitzondering hun hoofd wanneer ze voor de planken stonden. Zoveel boeken. Het was alsof ze naar de blokken van de piramiden keken toen die op dag één van de bouw lagen te wachten op het Egyptische zand…”. En dan wil Tom ook nog eens met dat gekke mens trouwen! Ze is minstens vijftien jaar ouder! Dat kan toch niks worden?
Sappho
Er komt van alles voorbij. Schapen worden aangevallen door dolle honden. Aboriginals. Noodweer waardoor hele huizen vanwege een overstroming worden meegesleurd. Zwaarbewapende plattelanders die door het lint gaan en elkaar vermoorden. Stomende seks (ja, dat ook). De terreur van het communisme. Dom antisemitisme (iemand in het stadje verkondigt dat primitieve Joden aan hekserij doen - als hij in de winkel een boekje komt kopen voor een jarig kleinkind, ‘Kippetje Tok’, zegt Hannah dat ze op de boerderij een zwarte haan houdt die Hebreeuws kan praten). De nachtmerrie van Vietnam. De maanlading waarvoor Hannah iedereen uitnodigt om te komen kijken bij de nieuwe tv die Tom heeft gekocht. Hun huwelijksplechtigheid wordt voltrokken door middel van het voorlezen van een gedicht van Sappho: “… Het heeft geen zin, lieve moeder, ik kan mijn weven niet voltooien. Je mag het Afrodite verwijten, zacht als ze is, ze heeft mij bijna gedood met liefde voor die jongen…”. Ik weet niet of de plattelandsvrouwen hebben moeten huilen, maar ik wel: tranen met tuiten. Een gigantische boerenbruiloft vindt plaats: Bruegel is er niets bij. Er wordt gegeten, gedronken en gedanst tot iedereen er bij neervalt.
Nog nooit zo gelukkig geweest
Hannah, die meegemaakt heeft hoe Duitse studenten boeken verbrandden, ontkomt ook in Australië niet aan censuur: “… Haar oplossing was om een houten blok neer te zetten op de plaats waar een verboden boek had moeten staan. Op elk blok (Tom had ze op haar aanwijzingen gemaakt) plakte ze een etiket: ‘BORSTAL BOY’ IS VERBODEN IN AUSTRALIË, VRAAG BIJ DE TOONBANK NAAR EEN SAMENVATTING VAN HET VERHAAL. Of “Lady Chatterley’s minnaar”. Of “Eros en cultuur”. De samenvattingen zaten in Hannahs hoofd. Ze was van plan de hele plot van een boek op te dissen voor iedereen die genoeg belangstelling had…”. Haar vreugde als ze een boek verkoopt dat destijds in de fik werd gestoken: “Het proces”, “Afscheid van de wapenen”, “Verliefde vrouwen”, “Anna Karenina”, “The war of the worlds”, “Ulysses”. De verrassing door wie wat koopt. “Het onbehagen in de cultuur” door een slordige vrouw die loopt met behulp van twee wandelstokken. Ze blijkt een van de eerste vrouwen te zijn geweest die in 1910 tot Trinity College in Dublin werden toegelaten. Iemand die al dertig jaar bezig is zich door een lijst klassiekers uit “Punch” heen te lezen. Tom voelt zich een bedrieger. In een keurig pak staat hij s’ middags in de winkel met een brede glimlach boerenvrouwen te vertellen waar ze Georgette Heyer kunnen vinden - een uur daarvoor stond hij nog met zijn poten in de stront naar zijn koeien te fluiten. De mensen komen graag naar de winkel om te genieten van Hannahs verhalen over de verhalenvertellers en de persoonlijke theorieën die ze ontvouwt over het privéleven van schrijvers: “… dat Agatha Christie als jonge vrouw nymfomaan was geweest en dat William Shakespeare er een Joodse maîtresse op na had gehouden…”. Als het warmer wordt biedt ze iedere klant een glas citroenkwast met ijs aan. Tom houdt de administratie bij, want daar is ze zelf te warrig voor. Hij vertelt haar dat als ze op de haar eigen manier doorgaat ze over ongeveer een jaar failliet zal zijn, maar dat deert haar niet. Tom krijgt de kans om land bij te kopen. De boekwinkel verhuist naar een grote schuur. De bovenverdieping stouwt Hannah vol met tweedehands boeken. In een nieuw bestelbusje sjeest ze stad en land of om overal boeken te sjacheren. Ze is nog nooit zo gelukkig geweest. En ik plaatsvervangend ook niet. Op scholen houdt ze lyrische praatjes over hoe heilzaam lezen is voor de ziel. De leerlingen luisteren aandachtig. Hannah gaat door voor kierewiet. Dus wellicht gaat ze iets raars doen.
Drama
Maar een verhaal kan niet zonder drama. Kleine Peter probeert een paar keer weg te lopen uit het Jezuskamp. Hij wordt er opgesloten en vreselijk afgeranseld. Volgens Spreuken 29 vers 15: “… Roede en bestraffing geven wijsheid, maar een aan zichzelf overgelaten knaap maakt zijn moeder te schande…”. Het genot van ongebreidelde vijandschap in de blik van de pastor als hij na de afstraffing vraagt: “… Zijn we weer vrienden, Peter? Want ik zou veel verder dan dit gaan om jou terug te brengen in de armen van Jezus. Veel verder. Zijn we weer vrienden?...”. De ene gelovige is nog gekker dan de andere: “… Trudy zei: ‘Boerenkinkel’ en hij haalde zijn schouders op. Judy Susan zei: ‘Je zult in een grote pan braden in de hel!’ en hij glimlachte. Hij was daar niet degene die gek was. Dat wist hij zeker…”. Temidden van al die waanzin vindt Peter in zichzelf een onverwoestbare kern: “… Het was alsof hij vanbinnen een poel van helder water had. Hij kon naar die poel toe gaan, knielen en drinken…”. Wat een zeer Bijbels beeld is (zie Johannes 7 vers 38). Zijn moeder is niet tegen het regime van de pastor opgewassen, vindt de mishandeling van haar zoon vreselijk, en vraagt tenslotte aan Tom voogd van haar zoon te worden. De zwaar getraumatiseerde Hannah kan het echter niet aan om samen met een jongetje onder één dak te wonen, wil hem ook niet in de weg zitten, en besluit er vandoor te gaan…
Uitgave: Bruna – 2019, vertaling Catalien en Willem van Paassen, 320 blz., ISBN 978 940 051 081 4, € 20,99
Rechtstreeks bestellen: klik hier