Menu

zaterdag 30 oktober 2021

Het nazisme en complottheorieën – Richard J. Evans


Subtitel: De paranoïde verbeelding in het Hitler-tijdperk

 

Ik weet niet hoe het met u is, maar ik word in het dagelijks leven gebombardeerd met complottheorieën. Covid zou ‘maar een griepje zijn’. Achter de coulissen is een geheime wereldelite bezig de ‘Great Reset’ voor te bereiden. In de vaccins zitten ‘chips die je spirituele brein veranderen’. Soms denk ik: wat zou de grote Italiaanse schrijver Umberto Eco van onze woelige tijd vinden? Ik heb zijn intrigerende romans “De slinger van Foucault” en “De begraafplaats van Praag” besproken, die geheel en al draaien rond samenzweringen. Ergens zegt hij: als iemand met de Tempeliers aan komt zetten, weet je dat je met gekken van doen hebt. Ik denk dat je van de term ‘the Great Reset’, die anno 2021 een geheel eigen leven is gaan leiden, onderhand hetzelfde kunt zeggen. Dat Dan Brown nog niet met een onderhavige titel is gekomen! Zelfs in de kerk buitelen de zienswijzen over elkaar heen. Omdat ik mij op deze site nadrukkelijk uitvent als gelovige, denk ik dat u er recht op hebt te weten waar ik sta. Ik ben keurig geprikt en laat als een mak schaap mijn QR-code zien als dat wordt gevraagd. Ik  noem mij tegenwoordig maar een Hugo de Jonge-christen, refererend aan het legendarische interview bij tv-zender Family 7 - zie hier. En voor de verdwaalde dan wel geïnteresseerde gast die in het meningencircus de weg kwijt is, verwijs ik graag naar de wijze preek die schrijver/dominee Frans Verbaas op zondagmiddag 5 september in de protestantse gemeente te Heusden hield – zie hier.

 

Post-truth tijdperk

Wij leven in het tijdperk van ‘post-truth’ en ‘alternative facts’ aldus de Britse historicus Evans: “… Alles gebeurt met een reden, niets is wat het op het eerste gezicht lijkt en alle gebeurtenissen zijn het resultaat van kwaadwillende groeperingen die achter de schermen de touwtjes in handen hebben – al deze ideeën zijn zo oud als de geschiedenis zelf. Maar de laatste jaren lijken complottheorieën aan populariteit en gezag te winnen…”. In mijn vorige blog heb ik het gehad over Stalin, een paranoïde complotdenker bij uitstek, die door middel van propaganda een heel volk in zijn greep hield. Zelfs gerenommeerde schrijvers als Vasili Grossman en Isaak Babel schaarden zich in eerste instantie aan zijn zijde. Vatbaarheid voor complotdenken zegt dus niets over iemands  intellectuele capaciteiten. Integendeel. Volgens een psycholoog in de laatste uitzending van de vierdelige documentaire “Dus ik volg” van Stine Jensen, zijn het juist de slimmeriken die vatbaar zijn voor sektarisch gedachtegoed, omdat ze nieuwsgierig en onderzoekend van aard zijn – zie hier. Complottheorieën komen vooral op in onzekere, gespannen situaties. Mensen zoeken oorzaken voor wat hen overkomt. Evans behandelt in zijn boek vijf complottheorieën die rondzingen inzake Adolf Hitler.

 

Paranoïde stijl

In november 1964 was Richard Hofstadter een van de eersten die in Harper’s Magazine aandacht vroeg voor complottheorieën, in zijn veelgeprezen artikel ‘The Paranoid Style in American Politics’.  Hij serveerde de tegenwoordig zogeheten ‘wappies’ niet af als mensen met een psychische aandoening. Hij had het over de ‘paranoïde stijl’, omdat hij geen ander woord kon verzinnen voor hun ‘verhitte overdrijving, argwaan en samenzweerderige verbeeldingskracht’. Natuurlijk kwam het verschijnsel ook al voor in de geschriften van achttiende-eeuwse vrijmetselaars en Illuminaten (zie “De begraafplaats van Praag”),  maar in de twintigste eeuw stak het pas écht zijn kop op, met het mccarthyisme (zie “Het complot tegen Amerika” van Philip Roth).  In alle uithoeken van de samenleving ontwaarde senator McCarthy destijds communisten die bezig waren de sociale en politieke orde te ondermijnen. Hofstadter: “… doorslaggevende gebeurtenissen worden niet gezien als onderdeel van de loop van de geschiedenis, maar als consequenties van iemands wil…”. Inmiddels bespeelt internet de massa constant met op dit denken gestoeld nepnieuws. “… Al in 1990 kwam de Amerikaanse schrijver Mike Godwin met wat we inmiddels de Wet van Godwin noemen, die stelt dat hoe langer een discussie (op internet) duurt, hoe waarschijnlijker het wordt dat Hitler zal worden genoemd, wat meestal – maar niet altijd – het einde van de discussie betekent…” (zie bijvoorbeeld het gebruik van Jodensterren in corona-demonstraties of de Fryslânrede die rabbijn Tamarah Benima op 30 oktober in Leeuwarden uitsprak). Het is heel normaal geworden degene waar je tegen bent, bijvoorbeeld Donald Trump, te vergelijken met Hitler. Waarom? Hitler is het ultieme ijkpunt van het kwaad. Wie is er fouter dan Hitler?! Echter, niet iedereen is anti-Hitler. Hij heeft zijn bewonderaars, waaronder de Holocaustontkenners.

 

Verborgen hand

Complottheorieën zijn er in twee soorten: sommigen zouden worden uitgebroed door een groepering die de macht wil overnemen over een groot geografisch gebied waar ze een lange tijd, soms zelfs eeuwen, over doen (Joden, communisten, Illuminaten, vrijmetselaars). Sommigen hebben betrekking op een enkele gebeurtenis in de tijd, waar een geheime georganiseerde club voor verantwoordelijk is (de moord op Kennedy, de eerste maanlanding). In het brein van de complotdenker kunnen ze wel over en weer allerlei verbanden met elkaar aangaan: ‘als dit waar is, zal dat ook wel waar zijn’, enzovoort, en zo verder. Kenmerkend is dat er áltijd een verborgen hand wordt gezien achter historische voorvallen. De officiële versie van een gebeurtenis is een leugen. De waarheid wordt verhuld om de machtsposities van overheden en elites te beschermen. En alleen de aanhangers van de complottheorie kennen de waarheid. Zíj weten hoe het zit. Echte complotten bestaan er wel degelijk en niet elke complottheorie is onjuist. Zie het Watergateschandaal of de recente mondkapjesdeal. Dan gaat het altijd om een gering aantal personen die te maken hebben met tijdsbeperkingen. Naarmate er meer mensen bij betrokken zijn, zal de kans dat hun geheim verraden wordt immers toenemen. ‘Nepnieuws’ of ‘alternatieve feiten’ zijn wat anders dan complottheorieën. Een echte complottheorie veronderstelt altijd een groep mensen die heimelijk plannen maakt om een ongeoorloofde actie uit te voeren. Evans: “… In nazi-Duitsland produceerde de staatspropagandamachine onder leiding van Joseph Goebbels enorme hoeveelheden nepnieuws – beter: leugens. Hitlers beleid was er systematisch op gericht om mensen in en buiten Duitsland te misleiden over zijn werkelijke bedoelingen….”. In tegenstelling tot Stalin, met zijn zuiveringsacties en showprocessen, werden bij die propaganda echter nauwelijks complottheorieën ingezet.

 

De protocollen van de wijzen van Sion

Op een werkelijk fascinerende wijze laat Evans zijn licht schijnen op misschien wel de meest beruchte publicatie aller tijden, “De protocollen van de wijzen van Sion”, een kort traktaat dat aan het begin van de twintigste eeuw voor het eerst verscheen. In feite gaat het om een vrij onleesbare en verbijsterend saaie tekst, waarin wordt beweerd dat er een Joods complot bestaat, waarvan de deelnemers de wereldheerschappij willen overnemen (zie Eco’s  “De begraafplaats van Praag” en de ‘Great Reset’). Een en ander moet beoordeeld worden in het licht van de door Napoleon ingevoerde antidiscriminatiewetten inzake de Joden. Hij vond dat de Joodse religieuze minderheid volledige en gelijke burgerrechten moest krijgen. Zijn ultraconservatieve tegenstanders meenden echter dat wanorde, oorlogen en het uiteenvallen van de samenleving alleen kon worden voorkomen als de Europese staten stevig verankerd waren in het christendom: “… Ze vreesden dat de emancipatie van de Joden, die in grote delen van Europa de enige significante niet-christelijke gemeenschap vormden, die principes ondermijnen…”. Geestelijke en oerconservatieve schrijvers veroordeelden de Franse republiek als de creatie van een complot van Joden en vrijmetselaren. De Joden hadden volgens hen immers de internationale financiële wereld en de pers in handen! Vandaar het overal en altijd weer oplaaiende antisemitisme. Evans beschrijft, evenals Umberto Eco, hoe fragmenten uit rare romans als “Biarritz” van Hermann Goedsche en “Joseph Balsamo” van Alexandre Dumas destijds een eigen radicaal-antisemitisch leven gingen leiden: “… met de kanttekening dat het weliswaar fictie was, maar wel degelijk gebaseerd op feiten (een kenmerk van veel complottheorieën, die het onderscheid tussen feiten en fictie weglaten en stellen dat het niet uitmaakt of de details van een verhaal kloppen als die maar de onderliggende fundamentele waarheid aantonen)…”.

 

Vervalsing

“De protocollen van de wijzen van Sion” is een verward, chaotisch en haastig in elkaar geflanst allegaartje van Franse en Russische bronnen. Duidelijk herkenbaar is bijvoorbeeld een satire van ene Joly. De ideeën van “De protocollen” vonden hun uiteindelijke vorm in Rusland, waar ze in het publieke domein belandden. Het resultaat: een door de aanhangers van de tsaristische autocratie en de Orthodoxe kerk gesanctioneerde virulente antisemitische haat, gevoed door apocalyptisch denken, dat zijn uitlaatklep vond in ongekende pogroms (zie het werk van de ‘Zwarte Honderden’). “De protocollen” werd een standaard element in Hitlers propaganda. Ook al wisten de hoge piefen in Duitsland best dat het pamflet op louter onzin berustte. Ze vonden het prima dat opgejutte jeugdige fanatici, die allang bedwelmd waren door het concept van een ‘Arisch meesterras’ en een strijd waarin het ging om de ‘survival of the fittest’, met als vijand de socialistische dan wel communistische Joden die de Europese beschaving wilden verwoesten, het gebruikten voor hun rechts-extremistische visie. Het gekke is dat Hitlers bibliotheek met zestienduizend titels niet eens een exemplaar van “De protocollen” bevat. Niet dat hij al de boeken die hij bezat ook daadwerkelijk las, hoor. Hij verwierf zijn kennis over “De protocollen”, evenals veel anderen, via-via. Ook was hij op de hoogte van de in 1924 in de Duitse pers verschenen beschuldiging dat de tekst van “De protocollen” was gebaseerd op plagiaat. Het artikel kreeg veel publiciteit. Hij bagatelliseert de zaak in “Mein Kampf”, en dat is tevens de enige keer dat hij naar “De protocollen” verwijst. Na een uitspraak van het gerechtshof in Bern dat het betreffende “De protocollen” om vervalsing ging, besloot Goebbels’ ministerie van propaganda de tekst niet al te vaak te gebruiken in hun publieke aankondigingen. Hoewel “De protocollen” dus zelden rechtstreeks werd genoemd, verwezen de nazi’s tot aan het eind van de oorlog naar ‘een wereldwijd Joods complot’. Het ministerie van propaganda had het zelfs over ‘het schaakmat zetten van driehonderd geheime Joodse koningen’. Evans: “… Complotten met dertien mensen zijn misschien nog geloofwaardig, maar driehonderd betrokkenen? Dat is zeer onwaarschijnlijk…”. De waarheid is dat de Joden helaas totaal ongeorganiseerd waren. Enige mate van organisatie had misschien de levens van miljoenen mensen kunnen redden.

 

Nobele leugen

"De protocollen" is tot op zekere hoogte een ‘open’ tekst die een verscheidenheid aan interpretaties toelaat. Historicus John Gwyer publiceerde in 1938 een kritisch essay waarin hij ‘believers’ in de ‘Onzichtbare Hand’ bestempelt als leden van een ‘onfortuinlijke groep’ “… die in staat is overal een complot te zien. Ze kunnen geen krant openslaan, geen boek lezen en geen bioscoop bezoeken zonder het werk van de Onzichtbare Hand te zien, die hen onderwerpt aan subtiele propaganda of probeert hen tot pionnen te maken in een gecompliceerd sabotageplan…”. Hoeveel deze wel héél tegenstrijdige Onzichtbare Hand aan de ene kant ook geeft en aan de andere kant weer neemt. Geloof in de Onzichtbare Hand spaart in ieder geval veel denkwerk uit, en tegenstanders zijn makkelijk en zelfbevestigend te weerleggen: critici zitten zélf in het complot. “… Er is nooit een aanhanger van ‘De protocollen’ geweest die het document probeerde te verdedigen door te bewijzen dat het authentiek is…”. Gerenommeerde nazi’s gaven dan ook toe dat de herkomst van het document obscuur was, maar het doel heiligt de middelen. Het is regelmatig ingezet als ‘nobele leugen’, kreeg een cultstatus, en miljoenen lezers over de hele wereld raakten ervan in de ban: het ‘strookte met wat er gebeurde’. De nazi’s schilderden de twintigste eeuw af als de apocalyptische culminatie van een duizenden jaren durende rassenoorlog waarin ‘de eeuwige Jood’, die opstoker van verwoesting, eindelijk het onderspit zou delgen. Opvallend is dat dergelijke denkbeelden circuleerden in gesloten ideologische cocons die immuun waren voor inhoudelijke bezwaren. Zie de bubbels van gelijkgestemden op internet. Hitler ging ook veel verder dan “De protocollen”, waarin het over van alles en nog wat gaat, behalve de vernietiging van de niet-Joodse wereld. Toen de vervolging en moord op de Joden haar afgrijselijke climax bereikte, werd “De protocollen” dan ook niet meer herdrukt: “… De nazi’s begrepen dat de boodschap van het document overbodig was geworden omdat die was overvleugeld door propaganda die overtuigender en directer was, zoals de antisemitische films ‘Der ewige Jude’ en ‘Jud Süss’…”. De impact van “De protocollen” was eerder direct dan indirect: “… Het document was voor de nazi’s geen onthulling, maar een bevestiging van wat ze al wisten…”.

 

De dolksteeklegende

De tweede complottheorie die Evans onder de loep neemt is de zogeheten 'dolksteeklegende'. De nederlaag van WO I lag de Duitsers zwaar op de maag. Men wilde niet inzien dat de moraal van de militairen was ondermijnd door ernstige tekorten aan munitie, apparatuur, brandstof, levensmiddelen en zelfs uniformen, uitputting, logistieke problemen, onderbezette eenheden, hopeloze offensieven tegen een veel te machtige vijand die met tanks eenvoudig over hen heen denderde, het zinloze en bloederige verlies van bijna een miljoen manschappen en uiteindelijk het totale gebrek aan ontzag voor hogergeplaatsten. Er brak muiterij uit. Steeds meer soldaten gaven zich over aan de geallieerden of deserteerden. En ondertussen had de bevolking geen idee hoe slecht het wanordelijke leger er aan toe was, want daar mocht niet over worden gepraat. Na de wapenstilstand ‘demobiliseerden’ de militairen zichzelf, en keerden stelend en plunderend naar huis terug. Kort gezegd komt het er op neer dat rechts volhield dat het leger bevolkt werd door helden, maar dat het slappe linkse thuisfront hen een dolkstoot in de rug had gegeven door het bijltje erbij neer te gooien in plaats van hen te steunen. Het was allemaal de schuld van de revolutionairen die keizer Wilhelm II het land uit hadden gejaagd, de pacifisten, de socialisten, de communisten en uiteindelijk natuurlijk die verwijfde Joden, want wie trokken er ánders - internationaal - aan de touwtjes?! Feiten deden er niet meer toe. Hitler heeft niet zo heel veel aandacht aan de dolksteeklegende geschonken; hij wilde iedereen te vriend houden.    

 

Wie stak de Rijksdag in brand?

Complottheorieën duiken vaak op rond gewelddadige, onverwachte politieke gebeurtenissen: “… De moord op president John F. Kennedy in Dallas in 1963 en de verwoesting van de Twin Towers van het World Trade Center in New York op 11 september 2001 zijn wellicht de twee voornaamste maalstromen waarin hedendaagse complotdenkers zich hebben laten meezuigen om, als ze weer bovenkomen, complexe hypothesen en pseudoverklaringen te spuien. De aanhangers van elkaar bestrijdende theorieën vechten langdurige conflicten uit met adembenemend gedetailleerde en ingewikkelde bewijzen waarin leken hopeloos verdwalen…”. Er kwamen ook allerlei alternatieve geschiedenissen op gang rond het, uit protest tegen de opkomende nazi’s, door de Nederlandse communist Marinus van der Lubbe in brand gestoken Rijksdaggebouw in Berlijn (27.01.1933). Dat kon die jongen niet in zijn eentje hebben gedaan. Volgens de nazikopstukken in wording moest er een bende brandstichters zijn geweest. Goebbels schreef in zijn dagboek dat deze van plan waren ‘met vuur en terreur verwarring te zaaien’ zodat er paniek zou uitbreken. Overal werden er communisten opgepakt, die klaarblijkelijk uit waren op een machtsgreep. Rijkspresident Hindenburg tekende een nooddecreet waardoor in het hele land de burgerrechten werden afgeschaft. Er kwam een einde aan de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vergadering en de persvrijheid. De autonomie van bepaalde deelstaten werd geschorst, telefoontaps en onderschepping van de correspondentie en andere inbreuken op de rechten van individuele burgers gelegaliseerd. In een nieuwe wet kwam op brandstichting de doodstraf te staan. En zo werd de weg geplaveid voor de dictatuur van de nazi’s. Het Derde Rijk stoelde op een complottheorie. Talloze communisten beargumenteerden op hun beurt dat de nazi’s de verantwoordelijken moesten zijn. Zij sponnen immers garen bij de brand: “… deze zogeheten ‘cui bono-argumenten’, wie er beter van wordt, komen in veel complottheorieën voor…”. Tot op de dag van vandaag wordt er over gesteggeld. Als de Rijksdagbrand er niet was geweest, hadden de nazi’s hun dictatuur wel op een andere manier weten door te drukken, betoogt Evans. Net zo goed als dat een op autocratie uit zijnde overheid heden ten dage echt geen coronapandemie nodig heeft om eventuele snode plannen uit te voeren. Machtswellustelingen vinden altijd wel hun weggetjes.

 

Hess’ vlucht naar Groot-Brittannië

Waarom vloog plaatsvervangend leider van de nazipartij Rudolf Hess, op zondag 10 mei 1944, met een Messerschmitt over de Noordzee, richting Groot-Brittannië? Was dat inderdaad omdat hij, zoals hij zelf stelde, een ‘missie voor de mensheid’ had te vervullen? Wilde Hitler echt de oorlog met Groot-Brittannië beëindigen, zoals hij beweerde? Pleegde hij zijn actie op eigen houtje en niet op bevel van de Führer, zoals hij altijd heeft volgehouden? Dacht hij werkelijk dat de geslepen, maar verbijsterde Churchill in zijn belachelijke voorstel, die de onnozelste eisen bevatte, zou tuinen? Of, nog gekker, was Hess misschien door Churchill naar het Verenigd Koninkrijk gelokt, zoals de paranoïde Stalin dacht? Zodat ze de handen ineen konden slaan om de Sovjet Unie aan te vallen? Hess blijkt een verbazingwekkende persoonlijkheid: “… hij wijdde zich aan astrologie, occulte zaken, homeopathie en merkwaardige voedselmodegrillen…”. Vonden de nazi’s hem een beetje koekoek? Een en ander leidde tot de volgende bak: “… Hess wordt bij Churchill gebracht, die hem vraagt: ‘Dus u bent die krankzinnige?’ Waarop Hess antwoordt: ‘Nee, ik ben zijn plaatsvervanger.’…”. Feit is dat hij langzaamaan gedegradeerd werd in de partijtop. Ondanks zijn felle antisemitisme, werd hij toch alom beschouwd als een van de weinige eerlijke, onomkoopbare personen in de nazileiding en genoot hij het vertrouwen van een groot deel van de bevolking.

 

Zou het niet eens zo kunnen zijn dat…

Zoals altijd, suggereren complotdenkers (zie Joseph P. Farrell, Abdallah Melaouhi, Wolf-Rüdiger Hess, Padfield, Picknett, Hugh Thomas) dat het nodige documentatiemateriaal rond Hess’ optreden is verdonkeremaand, zodat het nageslacht nooit meer achter de waarheid kan komen: “… En als de details ontbreken, moet de verbeelding maar als een substituut dienen…”.  Even verder: “… Na de vondst van vervalste documenten in de dossiers over Hess en aanverwante zaken in de British National Archives, verscherpte dat instituut de toelatingsvoorwaarden voor bezoekers, die sinds 2006 alleen aantekeningen mogen maken in gebonden, geniete of gestikte boekjes om te voorkomen dat ze vellen papier met vervalste documenten in de dossiers stoppen…”. Evans: “… Complotdenkers kennen ook vaak disproportioneel veel gewicht toe aan op zich authentieke bronnen. Ze verbinden de stippen tussen authentieke stukken historisch bewijsmateriaal om een beeld te schetsen dat op geen enkele manier plausibel is…”. Bewijst de namenlijst van bijvoorbeeld de besloten Bildenbergconferenties dat daar door een onbetrouwbare elite een eng complot wordt gesmeed? De stapels boeken die zijn geschreven over samenzweringen inzake Hess hangen van niet-onderbouwde speculaties, suggesties en insinuaties aan elkaar: ‘We denken dat…’, ‘we vermoeden dat…’. “… Het doet er niet eens meer toe of theorieën kunnen worden bewezen of enige basis hebben in verifieerbaar gedocumenteerd materiaal. Alleen de amusementswaarde telt…”. Toen het Hess op drieënnegentigjarige leeftijd eindelijk lukte om na diverse vergeefse pogingen zelfmoord te plegen in de Spandaugevangenis, werd het gebouw onmiddellijk gesloopt om te voorkomen dat de locatie een bedevaartsoord voor (neo)nazi’s zou worden. Op het terrein verrees een supermarkt voor de Britse militairen en hun gezinnen, die naar de supermarktketen Tesco prompt ‘Hessco’ werd genoemd. De meest bizarre complottheorie rond Hess vond ik wel de bewering dat een dubbelganger zijn straf zou hebben ondergaan. Wie gaat er nu zijn hele leven lang voor iemand anders in de gevangenis zitten?!

 

Er ist wieder da

In het laatste hoofdstuk behandelt Evans de complottheorie dat Hitler geen zelfmoord pleegde, maar ontsnapte uit de Berlijnse bunker waar hij zich in had opgesloten. Stalin was daar bijvoorbeeld vast van overtuigd. “… De gedachte dat Hitler in de een of andere vorm nog leefde, speelt al decennialang een rol in boeken, films en de amusementsindustrie. In de film ‘The Boys from Brazil’ (1978) gebruikte Jozef Mengele, de kamparts van Auschwitz, monsters van Hitlers bloed om genetisch exacte kopieën van de Führer te maken; in hetzelfde jaar probeerden neonazi’s in een aflevering van de serie ‘The New Avengers’ met Patrick McNee en Joanna Lumley Hitler te bevrijden uit een schijndood. ‘They Saved Hitler’s Brain’ was gebaseerd op een vergelijkbaar scenario; de titel van die film werd geparodieerd in een aflevering van The Simpsons die ‘They Saved Lisa’s Brain’ heette. In ‘Flesh Feast’ (1970) heeft een groep nazi’s zich ontfermd over Hitlers lichaam om het te klonen, al doet de door Veronica Lake vertolkte wetenschapper die de leiding heeft over het experiment dat alleen om wraak op Hitler te nemen voor de dood van haar ouders in een concentratiekamp; ze gooit vleesetende maden in zijn gezicht. In Armin Müller-Stahls film ‘Gespräch mit dem Biest’ (1996) komt Hitler, 103 jaar oud, uit een ondergrondse bunker voor een interview met een journalist die hem uiteindelijk neerschiet. De verhaallijn van Timur Vermes’ recente roman ‘Er ist wieder da’, waarin Hitler na tientallen jaren ontwaakt en terugkeert in de hedendaagse Duitse maatschappij die hij ziet door de ideologische oogkleppen van de nazi’s, hoort in dezelfde categorie thuis…”. Zie ook “Der Untergang”. In deze films gaat het meestal over het goede dat na een heroïsche strijd het ultieme kwaad overwint. ‘Er ist wieder da’ heeft echter een minder geruststellende boodschap. In dit boek wordt Hitler geleidelijk geaccepteerd door de hedendaagse Duitse samenleving.

 

Literair onderwereld

Naast al die fictie zijn er de meest serieuze pseudo-studies verschenen waarin wordt beweerd dat Hitler daadwerkelijk aan de dood is ontsnapt. In de literaire onderwereld van pan-Germanistische nationalisten, neonazi’s, antisemieten, Holocaustontkenners, pseudowetenschappers, ufologen, occultisten, birthers, truthers, fantasten en complotdenkers wordt vaak beweerd dat hij met Eva Braun naar Argentinië is gevlucht. Angela Merkel zou zelfs één van hun dochters zijn! Duidelijk is dat dit allemaal aanhangers van alternatieve kennis zijn. Minachting voor ‘officiële’ kennis is zo ongeveer het enige wat ze gemeen hebben. Verder bestaat er nog een hoop lariekoek van documentairemakers die uit zijn op sensationele en prikkelende reportages voor tv-zenders als The History Channel en dergelijke. Soms gaat het ook om doelbewust misleidend materiaal van de Sovjets en later de Russen. Hoewel internet de wereld van ondergrondse pseudo-informatie de kans heeft gegeven zich verder en sneller te verspreiden dan vroeger mogelijk was, is er inhoudelijk niets nieuws onder de zon: “… De mythe past in de klassieke context van de grote leider die de dood te snel af is en in het geheim voortleeft als een bron van inspiratie voor zijn volgelingen, zoals de oude Britse koning Arthur, de middeleeuwse Duitse keizer Frederik I Barbarossa of zelfs de Franse keizer Napoleon, die naar verluidt onlangs nog is gezien…”. Je zou ze kunnen zien als een soort tegenhangers van Jezus Christus. Wie zei ook alweer: alles komt altijd uit de Bijbel?

 

Onschuldig?

Is een en ander wel zo onschuldig? Evans: “… Complottheorieën bestaan al sinds mensenheugenis, maar ze hebben pas in de afgelopen eeuwen, en dan met name sinds de Verlichting en de Franse revolutie, de kenmerken aangenomen waarmee we de laatste jaren vertrouwd zijn geraakt toen ze zich onverbiddelijk gingen verspreiden via de nieuwsmedia, internet en de fictieve werelden van televisieseries en Hollywoodfilms. Ze hanteren veel van de elementaire en veelgebruikte structuren en argumentatiemethoden van de moderne wetenschap (of lijken dat te doen) en zijn daarvan in allerlei opzichten ook het product. Ze presenteren aan hun gebruikers een zwart-witte wereld met individuele helden – meestal buitenstaanders – die een loodzware strijd voeren om de waarheid aan het licht te brengen, en collectief opererende slechteriken, die doorgaans machtsposities bekleden en alles in het werk stellen om de waarheid te verhullen. In weerwil van de morele ambiguïteit van het echte leven schetsen deze theorieën een beeld van absolute morele waarheden, van goed en kwaad, een beeld dat makkelijker te begrijpen en daardoor interessanter en opwindender weer te geven is dan de grijze complexiteit van de gedocumenteerde werkelijkheid. De lezer, televisiekijker of bioscoopbezoeker put bevrediging uit identificatie met de onbevreesde held terwijl hij of – minder vaak – zij de sluier van geheimhouding verwijdert die door instituties is aangebracht en zo de samenzweerders ontmaskert die gebeurtenissen manipuleren uit eigenbelang…”. Roger Clarke: “… Complotdenkers vervuilen kennisbronnen door laagopgeleiden op een neerbuigende manier uit te buiten en hun onwetendheid te versterken. Ze moedigen mensen aan om academisch werk te verwerpen en doen afbreuk aan de reputatie van echte historici… Als we de geloofwaardigheid van deugdelijk onderzochte boeken en films ondermijnen, vervangen we de werkelijkheid door mythen…”. Al gauw wordt er gedacht dat als het niet klopt wat serieuze onderzoekers beweren, ze het in andere zaken ook wel mis zullen hebben. En als de waarheid eenmaal in diskrediet is gebracht, kan het moeilijker worden om de maatschappij te organiseren op grond van rationele denkbeelden en beredeneerbare, geïnformeerde beslissingen. Zie alle verwikkelingen rond de coronacrisis.

 

Uitgave: Spectrum – 2020, vertaling Robert Neugarten, 432 blz., ISBN 978 900 036 990 4, 27,99

Rechtsreeks bestellen: klik hier

zondag 10 oktober 2021

Alles voor het moederland – Michel Krielaars

 


Subtitel: De Stalinterreur ten tijde van Isaak Babel en Vasili Grossman

 

Omdat ik ChefBoeken van het NRC en Ruslanddeskundige Michel Krielaars een steengoede schrijver vind, ben ik doorgegaan met het lezen van zijn werk. “Alles voor het moederland” is een veel rauwer boek dan “Het brilletje van Tsjechov” – zie mijn vorige blog.  Aanvankelijk waren de grote Russisch-Joodse schrijvers Isaak Babel (1894 – 1940) en Vasili Grossman (1905 – 1964) enthousiast over het Rusland van na de revolutie. Ze accepteerden dat er offers gebracht moesten worden voor de nieuwe samenleving en waren blind voor de wreedheden van Stalin. In de loop van de jaren maakte hun geestdrift echter plaats voor desillusie en angst en zagen ze hoe hun ideaal verwerd tot een terreurregime. Eerder besprak ik van Grossman “Alles stroomt”.

 

In ongenade

Tien jaar werkte oorlogscorrespondent Grossman aan ‘de ondergrondse bijbel van de Sovjet-samenleving’: “Leven en lot”. Toen het in 1960 eindelijk af was klopte de KGB op zijn deur om het manuscript te ‘arresteren’ en voorgoed te laten verdwijnen. Grossman was een gewaardeerde Sovjetauteur -  zijn boeken nationale bestsellers. Maar in dit epos ging hij te ver met zijn kritiek op de heilstaat. Bovendien beweerde hij dat het communisme van Stalin en het nationaalsocialisme van Hitler één pot nat waren. Dat hij niet zelf werd opgepakt, had alles te maken met de dooi onder partijleider Nikita Chroesjtsjov. Leonard Brezjnev, die een maand na het overlijden van Grossman aan de macht kwam, draaide de duimschroeven weer aan, en verwijderde al zijn boeken uit de boekhandels en bibliotheken. Twintig jaar later bleken er stiekem toch twee kopieën van het manuscript achterover te zijn gedrukt, en kon onder de liberale politicus Michaïl Gorbatsjov het meesterwerk alsnog verschijnen. Ook het oeuvre van Isaak Babel verdween van de aardbodem. Pas in 1990 verscheen de bijna volledige editie van zijn werk. Nadat Stalin in 1928 zijn rigide vijfjarenplannen begon uit te voeren, trok de gevierde schrijver van de verhalenbundels “De Rode ruiterij” en “Verhalen van Odessa” zich terug en publiceerde niets meer. Dat viel natuurlijk op. Door voortdurend op reis te zijn lukte het hem een tijd uit handen van het Stalin-regime te blijven. Zijn vriendschap met de vrouw van het hoofd van de geheime politie, Nikolaj Jezjov, deed hem de das om. Toen zelfs Jezjov in ongenade viel, beschuldigde hij Babel van spionage en werd de schrijver geëxecuteerd. Waarom ging Babel om met de opperbeul van Stalin? Speelde zijn onbedwingbare nieuwsgierigheid hem parten? Waarom zette Grossman een handtekening onder een openbare brief waarmee hij willens en wetens anderen de dood in joeg? Waren de schrijvers ondanks alles overtuigd van het gelijk van de Partij? Was het grenzeloze naïviteit? Handelden ze vooral uit angst?  

 

Morgen zullen we gelukkig zijn

Dankzij de communistische revolutie was er een eind gekomen aan de discriminatie van Russische Joden. In het vervolg hoefden ze niet meer bang te zijn voor pogroms. Antisemitisme werd verboden. Geen wonder dat beide schrijvers, die deel uitmaakten van de ‘nieuwe intelligentia’, geloofden in de ‘nieuwe mens’: de ‘Homo Sovieticus’. Aan de hand van een schilderij van Joeri Pimenov, ‘Het nieuwe Moskou’ (1937), beschrijft Krielaars de schijnwereld waarin Isaak Babel en Vasili Grossman in hebben rondgelopen. Stalins industrialisatie en collectivisatie van de landbouw lokten meer dan 10 miljoen hongerige boeren naar de grote steden om er in de staatsfabrieken te gaan werken: “… Sommigen hadden zelfs koeien meegenomen, die ze op hun balkon stalden…”. Compleet nieuwe fabriekscentra werden uit de grond gestampt. Op het platteland hadden de overgebleven boeren niets meer te zeggen over have en goed. In kolchozen, gemeenschappelijke bedrijven, moest er collectief voor land en vee worden gezorgd. De oude elite was verdreven of vermoord. Privébezit afgeschaft. “… Eeuwenoude machtsverhoudingen waren op hun kop gezet, tradities en waarden terzijde geschoven. De Russisch-orthodoxe rites werd tot bijgeloof verklaard en verboden, kerken werden met de grond gelijkgemaakt, dit alles tot verbijstering van de oudere generatie…”. Daarentegen konden de kinderen die aan de onderkant van de maatschappij waren geboren wel doorleren en carrière maken. Iedereen was letterlijk in álles afhankelijk van de staat. Een en ander kwam tot stand via miljoenen hongerdoden, in met name de Oekraïne. Alhoewel de afstand tussen het aangekondigde paradijs en de realiteit van het dagelijkse leven enorm was, geloofde de idealistische en optimistische rode jeugd hartstochtelijk in de utopische propaganda van hun vergoddelijkte leider Stalin: “… Ze had het enerverende gevoel deel te nemen aan een groot historisch transformatieproces: de opbouw van het socialisme, dat uiteindelijk zou uitmonden in het communistische paradijs…”. De jeugd was geboren om ‘sprookjes te laten uitkomen’: “… Morgen zullen we gelukkig zijn…”.

 

The sky is the limit

Krielaars: “… Opmerkelijk is dat aan de opbouw van de nieuwe Sovjet-Unie in de jaren twintig en dertig relatief veel Joden deelnamen. Ze blonken vooral uit op het gebied van propaganda. Door middel van beeldende kunst, literatuur, journalistiek, fotografie en film hielpen ze de zegeningen van het socialisme van Brest-Litovsk tot Vladivostok te verkondigen, om zo de loyaliteit van het volk aan de Communistische Partij en haar opperste leider te smeden. Die propaganda was zo knap gemaakt dat de Partij haar volgelingen op den duur alles wijs kon maken…”. Dat is precies waarom wij, in ónze tijd vol complottheorieën, om het maar niet te hebben over al het fakegebeuren op sociale media, boeken als van Krielaars moeten lezen en de geschiedenis moeten bestuderen. Het is toch van de zotte dat één op de zeven jongeren wereldwijd kampt met psychische problemen, zoals Unicef onlangs meldde? Heeft dat niet mede te maken met de enorme discrepantie tussen de volmaakte, dus bij voorbaat onbereikbare, wereld die jongeren dag en nacht krijgen voorgeschoteld en de weerbarstige realiteit waarin je je wel een loser móet voelen? ‘The sky is the limit’? Laat me niet lachen. Alle onheil begint met een leugen, zegt Martin Buber in “Recht en onrecht”. En het erge is: we hebben het allang éérder meegemaakt. Waarom leren we daar niet van? Enfin, als Krielaars vervolgens het enorme antisemitisme in het tsarenrijk aan de kaak stelt, is het meer dan begrijpelijk, dat de meeste Joden de revolutie met heel hun hebben en houden omarmden. Het ‘Sla ze dood, de Joden’, klonk overal. Er werd hen niets minder dan een uitweg uit de hel geboden. Grossmans personage in “Alles stroomt”, die na de dood van Stalin vrijkomt uit de Goelag, gelooft dan ook nog altijd in Marx, Engels, Lenin en Stalin: “… Hij geloofde immers, of liever: hij wilde geloven, of liever: hij kon niet anders dan geloven…”.

 

Lebn vi Got in Odes (leven als God in Odessa)

In het voorjaar van 2011 bezoekt Krielaars de bruisende, mondaine havenstad Odessa, waar Isaak Babel werd geboren. In 1900 trok de plaats als een magneet Joden aan die er tussen meer dan dertig nationaliteiten  onbelemmerd hun internationale handelsgeest konden uitleven. Er werden zo’n vijfenvijftig talen gesproken. Bijna alle bedrijven waren in handen van Joden en 75 procent van de christelijke arbeiders werkten daar. Deze bezitsverhouding leidde tot de nodige pogroms. In de loop der jaren deden er steeds vaker boeren aan mee: “… Ze waren naar de stad getrokken om werk te vinden en werden door de Russisch-orthodoxe Kerk opgejut tegen hun Joodse medeburgers, die vaak hun bazen waren. De lokale overheid liet hun volledig hun gang gaan…”. De Joden zaten op hun beurt niet bij de pakken neer, en richtten zelfverdedigingsorganisaties op. Veel jongeren zochten hun heil bij revolutionaire en zionistische organisaties (zie de roman “Afscheid van Odessa” van Vladimir Zjabotinski). De Haskala, de Joodse Verlichting, viel er in goede aarde. “… Wijken met binnenplaatsen vol biddende Joden, zoals Isaac Bashevis Singer die in zijn boeken beschrijft, bestonden in Odessa niet…”. De streng religieuze Joden zagen de stad als een boevenhol vol afvalligen en bleven er weg. Odessa is ook de stad van Joodse beroemdheden als Sjolem Aleichem – zie “Tevje de Melkboer”. Van Simon Doebnov - de schrijver van de tiendelige wereldgeschiedenis van het Joodse volk. Van dichteres Anna Achmatova. Van de historicus en zionistenleider Josif Klausner - de hypergeleerde oudoom van Amos Oz uit “Een verhaal van liefde en duisternis”. En van Konstantin Paustovski zie zijn romantische autobiografie “De tijd van de grote verwachtingen”. In de jaren negentig zijn nagenoeg alle Joden uit Odessa naar Israël vertrokken.

 

Triomf van het materialisme

Krielaars: “… Babels jonge jaren voltrokken zich in een sfeer van geweld, repressie en aanhoudend antisemitisme. Je zou denken dat hij hierdoor een angstig mens werd, maar het tegendeel was het geval. Want als iets hem fascineerde, dan was het geweld. Met het uitbreken van de oorlog tegen Duitsland in 1914 en de drie jaar later volgende revolutie nam die fascinatie alleen maar toe…”. Het was Gorki die de prille schrijver aanmoedigde zich onder de mensen te begeven om zijn literaire talent tot wasdom te laten komen. Hij vertrok dan ook naar het Roemeense front om de oorlog aan den lijve te ondervinden. Hij werkte een tijdje als vertaler bij de geheime bolsjewistische politie (Tsjeka) en het nieuwe volkscommissariaat van Onderwijs. Hij reisde tijdens de burgeroorlog naar de zuidelijke Wolga om spijkers, lederwaren en trekharmonica’s met de boeren te ruilen tegen graan, voor de hongerende bevolking in de steden. Hij schreef er een heel vrolijk verhaal over, maar in werkelijkheid werden de boeren afgeperst, en als ze hun graan niet afstonden naar Siberië gedeporteerd of geëxecuteerd. Schrijver Andrej Bely: “… Wij leven midden in een periode waarin de triomf van het materialisme de materie uit de wereld heeft geholpen. Er is niets te eten…”. Babel trouwt tegen de wil van haar vader met zijn mooie en rijke lief Zjenja Gronfein. Zjenja werd al zijn gereis al gauw zat, wat resulteerde in een scheiding van tafel en bed. Anders dan hij zelf had zijn naaste familie niets met het communistische regime. Zjenja trok naar Parijs, later gevolgd door zijn schoonmoeder. Zijn zus en moeder  trokken naar Brussel. Hij ging ze weliswaar vaak opzoeken, maar ze weigerden mee terug te komen naar de Sovjet-Unie. In Parijs werd zijn dochter Natalja geboren. Thuis had hij een verhouding met een actrice waarmee hij een zoon kreeg, en later nog met een veel jonger meisje, maar hij bleef zijn eigenlijke vrouw oneindig missen. Na 1935 kreeg hij geen uitreisvisum meer en zou hij zijn familie nooit meer zien.

 

Vergiftigd door Rusland

Babel  verwierf literaire roem als oorlogscorrespondent. Ook al maakte diens verhalen in “De Rode ruiterij” woedende kritieken los. De wreedheden waar Babel over schreef zouden voortkomen uit ‘het delirium van een Hebreeuwse erotomaan’. Gevestigde schrijvers als Gorki namen het echter voor hem op. Babel verdedigde zich met het argument dat hij fictie schreef en gaf toe dat hij het Rode Leger geen recht had gedaan. Hij kon zich het een en ander veroorloven omdat zijn ster ook buiten de Sovjet-Unie rijzende was, wat hem tot een ideaal visitekaartje maakte. Hij begon verder scenario’s voor films te schrijven, indertijd een nieuw medium. Hij bewerkte de verhalen van Sjolem Aleichem en die van hem zelf. Hij was zo vaak van huis dat de Sovjetautoriteiten hem echter begonnen te wantrouwen. Om reputatieschade te voorkomen schikte hij zich in de literaire eisen van het Sovjetregime en leverde hij een tijd lang als een fabrieksarbeider aan de lopende band propagandaverhalen. Het leven in de verpauperde Sovjet-Unie viel hem zwaar, maar net als veel andere progressieve intellectuelen, zag hij het communisme als het enige alternatief voor de politieke chaos in het kapitalistische West-Europa. Hij hield van zijn geboorteland. Alleen daar floreerde hij. Tijdens een Marseille-trip: “… Het geestelijk leven in Rusland is zoveel nobeler. Ik ben vergiftigd door Rusland, ik mis het, ik denk alleen maar aan Rusland…”.

 

Ingenieurs van de ziel

Babel werd door het regime ongelooflijk in de watten gelegd voor al zijn vaderlandsliefde. Woningen, auto met chauffeur, kokkin, werkster, drievoudige rantsoenen betreffende kleding en voedsel, gratis tandarts. Stalin zorgde goed voor zijn propagandamachines: ‘de ingenieurs van de ziel’. Hij liet vijftig peperdure datsja’s voor hen neerzetten op een landgoed, waarvan Babel er een verwierf: de schrijverskolonie Peredelkino. Ondertussen crepeerde het gewone volk. Op den duur begon Babels geweten te knagen. Had hij zijn ziel aan de duivel verkocht? Zijn stijl veranderde. Er doken steeds meer troostende  natuurbeschrijvingen op in zijn werk. Hij begon de verdwijning van de oudere generatie Joden met hun Jiddischkeit en hun religieuze gewoontes te betreuren. Toen op het eerste Schrijverscongres in 1934 niet meer viel te ontkennen dat het hopeloos gesteld was met zijn literaire productie, beweerde hij dat hij een grootmeester was geworden in een nieuw literair genre: ‘de kunst van het zwijgen.’ Babels bezoeken aan het huis van een geheime-politiechef deden hem uiteindelijk de das om. Opmerkelijk is dat niet Babel, maar Grossman wat daar gebeurde zou vereeuwigen, in het intrigerende verhaal “Mama” (1960). Het is beschreven uit het perspectief van een kindermeisje. Babel en Stalin komen langs. Uiteindelijk wordt de vrouw des huizes bang voor haar eigen man, die na de dagelijkse massa-executies in de Loebjanka ’s ochtends grauw en gespannen thuiskomt. Krielaars: “… Het is het dagelijkse leven van terreur, dat Grossman als geen ander weet te beschrijven. Om de eenvoudigste reden dat hij er middenin had gestaan en het geweld als de gewoonste zaak ter wereld was gaan ervaren…”.

 

De Holodomor 

In 1929 begon de ‘dekoelakisatie’, Stalins deportatie van miljoenen boeren die verzet boden tegen zijn meedogenloze landbouwpolitiek. “… Opnieuw gebeurde dat met geweld: beestachtig wrede slachtpartijen onder de boeren waren aan de orde van de dag…”. Babel waande zich in een soort hallucinante nachtmerrie, waar hij niet uit stapte omdat hij erover wilde schrijven. “… Het leven was voor hem een surrealistisch experiment geworden, waarbij hij voor zichzelf wilde testen hoe een mens zich onder de meest extreme druk gedraagt…”. Weinigen hebben zo eerlijk en zo vol spijt geschreven over de collectivisatie van de landbouw als de later dissidente schrijver Lev Kopelev (1912-1997), die  als fanatieke bolsjewiek en journalist ook meedeed aan de propagandacampagnes op het platteland. Grossman schrijft dat de uitvoerders van het regime waren ‘behekst’ door een ideologie van een betere wereld, die dwangmethodes noodzakelijk maakte. Ze beschouwden hun slachtoffers niet als mensen: “… de beulen houden zelf op mens te zijn; ze doden de mens in zichzelf, ze zijn hun eigen beul, terwijl de doden voor altijd mensen blijven…”. In de praktijk leverden de graanrekwisities amper iets op. Vooral in de Oekraïne groeide na de dekoelakisatie praktisch niets meer. De lokale bestuurders logen uit angst voor Stalin alles aan elkaar. De nieuwe kolchozen zouden graan in overvloed produceren. Daarop ontstond er een hongersnood. De mensen mochten de dorpen niet uit. Ieder stationnetje werd bewaakt. De gordijnen werden gesloten als er treinen door hongergebieden reden, zodat de passagiers de over de akkers kruipende bedelaars niet konden zien. Overal lagen doden op de erven en straten. In 2001 dook het geheime dagboek van Nina Loegovskaja op, ‘de Anne Frank van Stalins Rusland’, een Moskous tienermeisje dat schrijft over de impact van de hongersnood. Grossman: “… Er waren er die krankzinnig werden. Die slachtten de doden en kookten ze, ze doodden zelfs hun eigen kinderen en aten ze op. In hen was het beest opgestaan toen de mens in hen stierf…”. Het verklaart mede waarom er in Rusland nog altijd geen publiek debat is over de verschrikkingen in de Stalin-tijd: “… Het is te gruwelijk, te absurdistisch, te traumatisch om er op een normale manier op te kunnen reageren…”. Iedere Rus heeft wel familie die op de een of andere manier met de ‘Holodomor’, de massamoord door honger, te maken heeft gehad. Waarschijnlijk was de oorlog met Duitsland dan ook een opluchting: eindelijk samen tegen een gezamenlijke vijand.

 

Quota

Grossman noemt de grondlegger van het communisme, Lenin, de oervader van de Sovjetterreur. Een van zijn personages: “… In een periode van duizend jaar was Rusland nog geen zes maanden een vrij land. Jouw Lenin erfde Ruslands vrijheid niet, hij verpletterde haar…”. Krielaars bezoekt het geïmproviseerde concentratiekamp in een vijftiende-eeuws klooster op de Solovetski-eilanden in de Witte Zee. ‘MET EEN IJZEREN VUIST ZULLEN WE DE MENSHEID NAAR HET GELUK LEIDEN’, staat er boven de poort. Maksim Gorki (pseudoniem voor ‘Maksim de bittere’), die er ook is geweest, en met eigen ogen de wantoestanden heeft gezien, schreef er desondanks een ronkend rapport over: “… Blind of bang, dat is opnieuw de vraag…”. Hij werd bijgestaan door westerse fellowtravellers als de schrijver G.B. Shaw en de filmer Joris Ivens. Toch probeerde de empathische Gorki altijd menselijk te blijven. Hij moet een echte gelovige in de communistische heilsleer zijn geweest. Gorki was de uitvinder van het socialistisch realisme, de stoere en vooral onleesbare arbeiders- en fabrieksroman. Tijdens de Grote Terreur (1937-1938) leek de massapsychose die de stalinistische propaganda bewerkstelligde ieders autonome denken uit te schakelen. Allemaal gaven ze een ander aan om het eigen hachje te redden. Stalin die na de zelfmoord van zijn vrouw leefde als een holbewoner, werd als een god vereerd. Op den duur deed het alleen nog maar toe of er het gestelde quota aan te arresteren ‘vijanden van het volk’ werd gehaald. Eén op de tweehonderd volwassen Sovjetburgers werd geliquideerd. Tussen 1929 en 1953 zaten er zo’n 28,7 miljoen Sovjetburgers in kampen of ballingsoorden. Van hen zijn er 2,7 miljoen omgekomen. Desondanks haalt Poetin Stalin weer uit de mottenballen. De helft van de Russen adoreert de dictator. Respect voor het individu is Rusland vreemd, beweert een wetenschapper. Krielaars interviewt diverse overlevers en deskundigen van de Grote Terreur.

 

Koorddanser

Visali Grossman werd geboren in een volkomen geassimileerd links milieu in Berditsjev. Zijn ouders gingen al snel ieder huns weegs, waardoor hij opgevoed werd door zijn moeder. Aanvankelijk studeerde hij scheikunde. Hij was zo arm als een luis; hij had niet eens een eigen kamer zodat hij de nachten bij vrienden moest doorbrengen. Toen hij probeerde wat bij te verdienen met onderricht aan door de oorlog dakloos en wees geworden kinderen, deed de realiteit van wat hij zag zijn dromen over roem en grootheid uit elkaar spatten, en besloot hij te gaan schrijven. Grossman werd beschermd door de literaire groep de ‘Perevaltsy’, die zich verzette tegen het simplisme en vulgarisme van de proletarische schrijvers. De leden voelden zich evenmin thuis bij de futuristen en constructivisten. Volgens hen werd de Sovjetliteratuur bevolkt door bordkartonnen en stereotiepe personages. Literatuur moest ‘waar’ zijn. Uit het hart van de schrijver komen. Literatuur was niet bedoeld om nieuwe machthebbers te behagen. Het hoeft geen betoog dat dit soort opvattingen de leidslieden van de groep de kop kostte. Tijdens het bewind van Stalin werden er zo’n 1500 schrijvers gearresteerd, waarvan de meesten het niet overleefden. Grossman wist wonder boven wonder de dans te ontspringen. Hij wees het socialistisch realisme dan ook slechts stilzwijgend af en doopte zijn pen diep in haar inkt. Terwijl Grossman feestte met de culturele elite werden zijn vrienden afgemaakt. Hij is allerminst een beklagenswaardige en onderdrukte schrijver geweest, zoals velen menen, en zwom in het geld. Krielaars zet het beeld neer van een koorddanser: “… Als schrijver probeerde hij dan ook zijn eigen gang te gaan, weliswaar binnen de parameters van het socialistisch realisme, maar dan wel tot de uiterste randen daarvan…”.  

 

Operatie Barbarossa

Aan de hand van reportages van de indertijd mateloos populaire Grossman beschrijft Krielaars de aanval van Hitler op Stalins Rusland: Operatie Barbarossa. Grossman vertelt als geen ander hoe de overgebleven lokale Oekraïense boeren het Sovjetgezag haatten vanwege de hongersnood die hen was aangedaan. Velen onthaalden de Duitse troepen dan ook als bevrijders en reageerden hun woede af op de Joden. Krielaars bezoekt het reusachtige, 52 meter hoge, standbeeld van Moeder Rusland bij Wolgograd, zoals Stalingrad sinds 1961 heet. Het is de ultieme verbeelding van Ruslands overwinning op Hitler-Duitsland, die dagelijks op tv wordt bewierookt. Grossman beschrijft de lege sjtetls waar miljoenen mensen zijn geëxecuteerd en in massagraven gedumpt. Met als gids Grossmans “Zwartboek” volgt Krielaars het spoor van de massaslachting der Joden. Het is te gruwelijk om na te vertellen. Berditsjev, de Jiddenhoofdstad van de Sovjet-Unie, waar in een veld in de buurt van het vliegveld 12000 mensen werden vermoord. Bergen grond moesten er over de massagraven worden gegooid die vol met bloed stonden. De aarde bewoog alsof zij stuiptrekkend ademhaalde. Het gehucht Mirno, het dorp Radjanskoje: hetzelfde verhaal. Het drama van Babi Jar, het ‘Oudewijvenravijn’. Monumenten zijn er amper. Men wil liever niet herinnerd worden aan de Holocaust waar zoveel Oekraïners mee instemden.

 

De duizendjarige slavenziel

Grossman schrijft ook over de ontdekking van het concentratiekamp Treblinka door het Rode Leger, waarvan de Duitsers tijdens hun terugtocht de sporen hebben getracht uit te wissen. Een maanlandschap met stenen resten van platgebrande barakken en een door vrijkomende lichaamsgassen verende aarde was overgebleven. In de verhalen van de overlevenden gaat het altijd over de SS’er Sepp, het grootste monster onder de bewakers, en symbool van de onmenselijke mens die in het bijna industriële vernietigingssysteem van de nazi’s was opgestaan. Grossman heeft in zijn oeuvre de ‘duizendjarige slavenziel’ van de Russen diepgaand onderzocht. De meegaande houding kun je alleen begrijpen als je inziet hoe een dictatuur er in slaagt zijn burgers intellectueel en moreel te verlammen. In ieder geval begint alles met het uitschakelen van het individualistische denken. Als de waarheid je het leven kost kan dat je moreel op de knieën dwingen: “… Met ontzetting en treurigheid begreep hij dat hij niet in staat was zijn eigen ziel te bewaren en te beschermen. Er was een kracht in hem gevaren die hem in een slaaf veranderde…”. Grossman heeft het over een onzichtbare last, een hypnotiserende kracht, die zijn hart deed stokken en zijn wil oploste: “… Alleen mensen die die kracht zelf niet kennen, kunnen zich erover verbazen dat anderen zich eraan onderwerpen…”. Het gevolg is dat hij het gevoel krijgt vervelend en beperkt van geest te zijn: “… Zelfs mijn werk leek zijn glans verloren te hebben, alsof het schuilging onder een laag as of stof en hem niet langer met licht en vreugde kon vervullen…”. Het doet me denken aan de kritiek ten aanzien van de rechterlijke macht inzake de kindertoeslagaffaire, die elke menselijkheid uit het oog verloor. En aan Etty Hillesum die schrijft dat in haar een diepe put zit waar God verblijft. Vaak liggen er stenen en gruis voor die put, zodat God ‘opgegraven’ moet worden.  

 

Beesten

Na Treblinka volgen Warschau en Łódź. Evenals Christina Lamb in “Ons lichaam, jullie slachtveld” slaat het ontstellende wangedrag van het Rode Leger Grossman volledig uit het lood: “… De door hem eerder zo bewonderde manschappen van de tankbrigades gedroegen zich op buitenlandse bodem als beesten, die zich schuldig maakten aan massale verkrachtingen. Onderscheid tussen Russische dwangarbeidsters en Duitse vrouwen maakten ze daarbij niet…”. Een vrouw legt hem druk gebarend in gebroken Russisch uit dat ze die dag al door tien man is verkracht. Een verhaal gaat over een zogende moeder die wordt verkracht in een schuur. Haar familie komt naar de loods om haar belagers te vragen haar een moment rust te gunnen, want haar baby krijst van de honger. Grossmans verslagen worden heden ten dage nog steeds niet geloofd in Rusland. Krielaars: “… Het enige waar het volgens hem in het leven om draait, zijn menselijkheid en de mens…”.

 

De teloorgang van het gezonde verstand

Na de oorlog hoopte Grossman dat er een periode van vrijheid zou aanbreken en Stalin de ideologische teugels zou laten vieren. Het tegenovergestelde gebeurde. De nieuwe vijand werd de Verenigde Staten. Van de Sovjetintellectuelen werd geëist dat ze de westerse cultuur geselden, omdat die in een verregaande staat van ontbinding zou verkeren en een poel van verderf was. Het aloude Russische antisemitisme kwam in volle kracht naar boven. Geen gezond verstand leek ertegenop te kunnen. De gekste complottheorieën maakten van de Joden paria’s. Er kwam pas een abrupt einde aan de nieuwe terreurgolf toen Stalin op 5 maart 1953 plotseling overleed. De poorten van de Goelag gingen open. Bijna 3 miljoen onschuldige Sovjetburgers keerden als vrije burgers terug naar huis. Dertig jaar lang hadden de grillen van één man iedereen laten sidderen. Sommige onderdanen werden overmand door verdriet. Anderen raakten hysterisch. Er klonk waanzinnig vrouwengegil en gesnik. Mensen vielen flauw: god was dood. Menigeen daarentegen werd gek van vreugde. De kampen waren in jubelstemming. Duizenden werden doodgedrukt en vertrapt in de menigte tijdens zijn begrafenis. Maar de dissidenten moesten hun mond houden. Veel Russen kwamen de waarheid over Stalin pas te weten toen Chroesjtsjov in 1956 in zijn geheime rede op het twintigste partijcongres bekendmaakte dat de beschuldigingen allemaal fake waren en Stalin een massamoordenaar was.

 

Uit de as herrezen

Toch werd Grossmans roman "Leven en lot" nog steeds gezien als een opruiende roman, die nog veel meer dan “Dokter Zjivago” een bedreiging vormde voor de Sovjetstaat. Publicatie van zijn magnum opus was ten strengste verboden. Na inbeslagname werd Grossman verder met rust gelaten. De drie jaar die Grossman nog zou leven, hij stierf aan kanker, was hij een gebroken man: “… Van al zijn verwachtingen over een betere samenleving was niets, maar dan ook niets terechtgekomen…”. Zijn Joodse identiteit werd steeds belangrijker voor hem. Maar als postume wraak op zijn kwelgeesten herrees hij in 1970 uit zijn as, toen in Frankfurt de eerste Russische editie van “Alles stroomt” verscheen. Zestien jaar na zijn dood kwam daar “Leven en lot” nog eens overheen. Het verscheen in 1988 in het Russisch, op het hoogtepunt van de politieke en culturele dooi onder partijleider Michaïl Gorbatsjov. Ondertussen wordt in de politiestaat van Poetin, Stalin met fluwelen handschoenen, in alle voorzichtigheid die mogelijk is, zachtjes gerehabiliteerd…

 

Uitgave: Atlas Contact – 2017, 344 blz., ISBN 978 904 503 388 4, 20,99

Rechtstreeks bestellen: klik hier