Ook “Station Elf”, het vierde boek van Emily St. John Mandel (1979, Comox – Canada, studeerde aan The School of Toronto Dance Theatre, woont tegenwoordig met haar man in New York) is een heerlijk ouderwets verhaal - je hoeft maar één bladzij te lezen om dat te weten - in de apocalyptische verteltraditie. Het meandert rond een zeldzaam stripverhaal dat de ondergang van de wereld door een grieppandemie doorstaat en bijzondere betekenis heeft voor veel van de bezitters. Het boek won volkomen terecht de Arthur C. Clarke Award 2015, één van de meest prestigieuze Science Fiction prijzen.
Preppers
De dag waarop in Toronto de dodelijke Georgische griep uitbreekt zit Jeevan in het theater, waar een beroemde acteur tijdens zijn optreden in “King Lear” bezwijkt aan een hartaanval. Jeevan, die na een paar baantjes als paparazzo en entertainmentjournalist, een opleiding voor ambulanceverpleegkundige volgt schiet hem te hulp, maar het mag niet baten. Het is deze acteur die kort daarvoor aan een klein meisje dat in het stuk meespeelt, en waar Jeevan zich in de chaos kortstondig over ontfermt, twee bijzondere comics heeft gegeven van een serie over “Dr. Elf”. Als Jeevan op weg is naar huis wordt hij gebeld door zijn beste vriend, een in een ziekenhuis dienstdoende arts, die hem adviseert zo snel mogelijk de stad uit te gaan, omdat er een ongekend besmettelijk virus rondwaart. Jeevan wil zijn gehandicapte broer niet achterlaten, laadt in een winkel karren vol met boodschappen en brengt die naar de 21ste verdieping van het appartement waar zijn broer woont. Ziezo: hoog en droog - voorlopig hoeven ze de deur niet uit. Hij weet niet dat deze griep het einde van de beschaving zal veroorzaken. Ik had er nog nooit van gehoord, maar tegen de portier van het wooncomplex zegt hij dat hij een ‘prepper’ is. Dat blijken mensen te zijn die zich van alle kanten voorbereiden op eventuele rampen. Op internet zijn legio forums te vinden waar deze survivallisten elkaar informeren: zie bijvoorbeeld http://preppers.nl/, http://preppers.nl/forum/ en https://www.prepz.nl/. Amazing!
Want overleven is niet genoeg
De griep raast als ‘een neutronenbom’ over de aarde. Iemand zegt dat negenennegentig komma negenennegentig procent van de mensheid is uitgestorven. De elektriciteit valt uit, er komt geen water meer uit de kraan, de wereld is levensgevaarlijk omdat er ten alle tijden en op alle plaatsen hordes halve wilden en moordende rovers kunnen opduiken. Overal ontstaan kleine nederzettingen die nogal vijandig tegenover de buitenwereld staan. In enorme tijdlussen springt het het verhaal heen en weer tussen voor en na de ondergang. Ieder detail blijkt gaandeweg betekenis te hebben. De comics over “Dr. Elf” duiken weer op in een woonwagenkamp. Het kleine meisje dat ze ooit kreeg, Kirsten, bewaart ze twintig jaar later, als een dierbare schat in haar rugzak, terwijl ze over de wereld zwerft te midden van Het Reizend Symfonieorkest, dat de dorpen aandoet om muziek – klassiek, jazz, arrangementen voor orkest van popliedjes van voor de ondergang – ten gehore te geven en Shakespeare voor het voetlicht te brengen: ‘Want overleven is niet genoeg’. “… De eerste paar jaar hadden ze af en toe modernere toneelstukken opgevoerd, maar het verrassende, en dat had niemand zich kunnen indenken, was dat het publiek schijnbaar de voorkeur aan Shakespeare gaf. ‘Mensen willen het beste dat de wereld te bieden had,’ zei Dieter…”. Bood Shakespeare iets dat de overlevenden herkenden? Hen aansprak? Over ‘Een Midzomernachtnachtsdroom’ (uit 1595, maybe 1596): “… In een van de drie tekstversies die het Symfonieorkest bij zich had, Kirstens favoriet, staat naast het woord ‘besmettelijk’ het woord ‘pestilent’ als verklarende noot. Shakespeare was het derde kind, maar het eerste dat niet op jonge leeftijd stierf. Vier van zijn broers en zussen stierven als kind. Zijn zoon, Hamnet, stierf op elfjarige leeftijd en liet een tweelingzus achter. De schouwburgen moesten vanwege de pest steeds hun deuren sluiten, de dood fladderde over het landschap….”.
Terwijl ze op weg zijn naar een vliegveld waar een ‘Museum van de beschaving’ schijnt te zijn opgericht krijgt Het Reizend Symfonieorkest te maken met kidnappers, verstekelingen, en doomsekten. Mensen lezen in het nieuwtestamentische bijbelboek Openbaring over het einde der tijden en trekken er de vreemdste conclusies uit.
Een andere laag volgt de bedenker van de comics. Een meisje dat de kunstacademie heeft gevolgd, met een alcoholische kunstenaar samenwoont wiens schilderijen niet verkopen, een bureaubaantje bij een scheepvaartmaatschappij accepteert waar ze zeeën van tijd over heeft die ze vult met haar levensproject “Dr. Elf”. Op een dag loopt ze de beroemde acteur tegen het lijf die op hetzelfde eiland is geboren als zij. Prachtig wordt verteld hoe ze de dingen uit haar leven verwerkt in haar beeldromans.
Gaia, Moeder Aarde die haar kinderen toedekt
Ik vind het wel opvallend dat in veel eindtijdscenario’s vrouwen, die al het leven op de wereld hebben gebaard, ook weer vrij makkelijk accepteren dat het leven vroeger of later eindigt. Renate Dorrestein in “Weerwater” (zie mijn vorige blog): “… De berenklauw bloeit op dit moment overdadig, met juichende, veelstralige schermen. Ik probeer me voor te stellen wat er zal gebeuren als de vegetatie zich uiteindelijk onherroepelijk boven ons sluit en de natuur ons zal toedekken zoals een moeder haar kind. We zullen tot voedzame compost vergaan en de groei van nog meer groen bevorderen. We worden opgenomen in de kringloop der dingen, zodat er geen atoom van ons verloren zal gaan. Verdampend in de zon en opgaand in de regen zullen we deel uitmaken van het laatste leven hier op aarde. En na misschien wel tienduizenden eeuwen zonder menselijke inmenging zullen er weer vissen het land op kruipen en hun kieuwen voor longen inwisselen en alles zal, door ons gevoed, opnieuw beginnen. Het idee stemt mij rustig…”. In de ondergangsfilm “Melancholia” zit een vrouw, als in trance, bijna verwelkomend naar een aansuizende komeet te staren die de aarde zal verwoesten. En Emily St. John Mandel: “… Mogelijk zou de mensheid binnen afzienbare tijd gewoon uitsterven, een gedachte die Kirsten eerder vredig dan treurig vond. Er waren al zoveel soorten op deze aarde verschenen en later weer verdwenen, wat maakte eentje meer nou uit?...”.
“Station Elf” is niet alleen een boek over de ondergang van de beschaving, maar vooral ook een verhaal over de troost van kunst. Hoe moeilijk het leven ook is, muziek, toneel, tekeningen, verhalen en een museum trekken de personages door het noodlot heen.
Uiteindelijk stuit Het Reizend Symfonieorkest op het vliegveld. Als Kirsten op een nacht hoog in een verkeerstoren ergens heel in de verte lichtjes aan de horizon ziet, trekt ze weer verder met haar groep. Zoals de Wijzen uit het Oosten in het kerstverhaal. Hoop doet leven. Misschien hebben mensen ergens aan de verre einder elektriciteit weten op te wekken. Het is zoals Dorrestein schrijft: “… Maar is de hele geschiedenis niet altijd louter een herhaling van zetten? Op strijd volgt vrede. Op vrede volgt strijd. We heffen het hoofd, we krimpen ineen, we heffen het hoofd weer. We verliezen onophoudelijk de moed en hervinden die evenzeer. Sla de mens met een moker op zijn kop en hij verzint iets, maar nooit iets nieuws…”. Dorrestein heeft vast Prediker (1:9-11) gelezen.
Uitgave: Atlas Contact – 2015, vertaling Astrid Huisman, 384 blz., ISBN 978 902 544 540 9, € 21,99
Ik las het manuscript. Begin juni is het boek leverbaar. Rechtstreeks bestellen: klik hier