Subtitel: Het verhaal van Vanessa Umboh
Vanessa Umboh (1978) richtte de stichting “Stem zonder Gezicht” op om grootschalige armoede op de politieke agenda te krijgen en op te komen voor de 40.000 kinderen in Rotterdam die niet in hun basisbehoeften worden voorzien. Ik kwam haar op het spoor vanwege mijn fascinatie voor het idee van ‘roeping’ of ‘bestemming’ dan wel ‘dharma’ - zie mijn blogs over “Antoine Bodar. Een portret” van Nels Fahner en “Authentiek leven” van Stephen Cope. Het is prachtig toch als je zeker weet: híervoor ben ik geboren – híervoor leef ik?! Umboh hoorde ook ‘een stem in haar binnenste waar ze geen weerstand aan kon bieden’. Heel gek, maar het lijkt wel of er van alles op je pad komt als je je in een bepaald onderwerp verdiept. Zie bijvoorbeeld ook de podcast van Kees van Ekris in de serie “Moderne profeten” van de eo, over Dietrich Bonhoeffer, met als titel letterlijk het ‘profetische’ woord ‘roeping’. Terwijl in zijn vaderland Duitsland het nazisme opkwam, stond Bonhoeffer in Amerika als een soort Arjuna (zie Stehen Cope) in hevige tweestrijd: teruggaan om als Duits theoloog zijn verantwoordelijkheid te nemen, óf zich onder deze verpletterende taak uitdraaien, want daar had hij alle gelegenheid voor. “Moeder van 40.000 kinderen” heb ik niet gelezen omdat het zo mooi is geschreven. Integendeel. Het is een buitengewoon hyper, bijna hysterisch verhaal. Het was echter de moeite waard om het vol te houden, want Umboh komt tegen het eind helemaal terug op haar hijgerigheid. Ik denk echt dat het raadzaam is ons te verdiepen in armoede, omdat ik vrees dat wij allemaal direct of indirect met dit fenomeen te maken gaan krijgen. Als Umboh ons voorschotelt hoeveel verborgen armoede er al was vóór de oorlogssituatie in Oekraïne, en ik vervolgens in de krant lees dat je voor een boodschappenkar gevuld met 55 basisproducten die in september 2021 € 100 kostte, inmiddels € 115,60 betaalt, houd ik mijn hart vast. De Telegraaf (23.06.2022): “… ‘Een stijging van 15,5% is enorm’, zegt Norman Buysse, directeur retail bij GfK. ‘Zo haalt de inflatie dit jaar nog makkelijk de 20%.’…”. Wat betekent dat voor de allerarmsten onder ons? Intussen blijkt de, in mijn ogen nogal decadente, Floriade in Almere een miljoenenstrop van 34 miljoen (!) te hebben. Ik ben geen econoom, maar ik krijg het gevoel dat het geld in Nederland over de balk wordt gesméten. Veel fiducie voor de onderkant van de samenleving verwacht ik van bovenaf dan ook niet. Daar lijken ze in sferen te vertoeven waar een gewoon mens geen voorstelling meer van kan maken. De nieuwe minister van armoede, Carola Schouten (CU), mag dan overlopen van christelijk mededogen, zij kan toch ook geen ijzer met handen breken.
The inner voice
Om armoede uit de algoritmes en tabellen te halen en een gezicht te geven, besloot journalist Jasper van den Bovenkamp (1987) naar aanleiding van zijn interviews met activiste Vanessa Umboh een boek te schrijven. Want als er niks gebeurt, zegt Umboh,“… ‘is deze generatie kinderen tot mislukken gedoemd.’ Het zal een generatie zijn die leert stelen om te overleven…”. Umboh, de spreekbuis voor arm Rotterdam, blijkt een flamboyante veertiger die zélf werkloos en straatarm is. Om zich fulltime in te kunnen zetten voor haar project heeft ze besloten af te zien van een betaalde baan en leeft ze van 28 euro in de week. Daardoor weet ze als geen ander wat armoede is. Volgens haar werkt het huidige beleid niet, “… omdat het top-down vertrekt vanuit koude statistieken en niet vanuit de vraag van de markt’…”. Én omdat er veel te veel aparte loketjes zijn. Bedrijfsleven, politiek, zorg, onderwijs, sport, kunst, cultuur: alles is met elkaar verbonden, dus moet de oplossing per definitie ook holistisch zijn. Umboh heeft een goede baan gehad bij een tbs-instelling. Ze voelde zich echter genoodzaakt de noodklok te luiden omdat men een loopje nam met de regels, menselijke waardigheid, integriteit en veiligheid. Daardoor werd ze er uiteindelijk uitgebonjourd. Een bekend relaas: zie mijn blog over “Ervaring niet vereist” van Léonie Holtes. Umboh kwam met een burn-out thuis te zitten, belandde in de schulden, raakte sociaal geïsoleerd en ging kopje-onder. Totdat ze op zekere dag in de krant las dat één op de vijf Rotterdamse kinderen met honger in de klas zat: “… ‘Toen sprak er een stem tot mij: ‘Vanessa, sta op, en ga voor mijn kinderen staan.’ Ze zegt het alsof ze een eed zweert…”. Ik heb honderden van dit soort verhalen op het Christelijk Informatie Platform gelezen. Mensen die zich door God geroepen voelen tot een of andere taak. Maar Vanessa Umboh rept nergens over geloof in christelijke zin. Wel was er een stem in een gitzwarte nacht: “… ‘She’, noemt ze de stem. Ze had haar al een paar keer eerder genoemd. ‘She guides me,’ liet ze zich bijvoorbeeld nonchalant ontvallen, alsof ik zou begrijpen wat ze daarmee bedoelde. Ik had er een notitie van gemaakt. Wie is ‘she’? Het leven zelf, legt ze uit. ‘Noem haar ‘universe’, of ‘the inner voice’, of mijn ‘higher self’, het maakt niet uit. Waar het om gaat: soms roept het leven je, en dan moet je gaan.’…”. Het gaat om een stem die niet in je hoofd, maar in je buik klinkt: “… Je hoofd kan duizend keer ja zeggen, als je buik nee zegt, moet je het niet doen…”. En even verder: “… Mijn buik, dat was zeg maar mijn hart…”. Kortom, Umboh voelt zich nadrukkelijk ‘geroepen’.
Klokkenluider
Umboh vertelt over haar schrijnende ervaringen in de ggz. Het gesjoemel met mensenlevens. Zie de situatie dat er geen psychiatrische hulp is voor ‘zware gevallen’, simpel omdat ‘lichte gevallen’ meer geld in het laatje brengen. Lang leve de durfinvesteerders! Het marktwerkingsysteem is funest voor zaken als liefde en compassie. Kwetsbare patiënten belanden zonder pardon bij het oud vuil als falende zorg- en welzijnsinstellingen failliet gaan. Umboh werd zonder enige opleiding, laat staan diploma’s, in haar uppie op pad gestuurd met een busje vol verkrachters, moordenaars en pedofielen, om als dagbesteding pandjes op te knappen. Toen ze aangaf een en ander een beetje creepy te vinden, was het enige commentaar: ben je bang? Dan ben je namelijk ‘niet geschikt’ voor dit werk. Ze stelde de nodige misstanden aan de kaak, maar niemand ging erin mee: “… De mensen in deze organisatie kozen voor zichzelf, wellicht voor behoud van hun baan en salaris, ik zal het nooit weten of begrijpen. Dat die keuzes talloze risico’s veroorzaakten voor cliënten, medewerkers en de samenleving was klaarblijkelijk niet hun zorg…”. Daar weten we intussen alles van. Het resultaat van twintig jaar neoliberale kaalslag, schaalvergroting, schrapen, fusiedwang en decentralisatie is inmiddels overál voelbaar. Waar ligt de ondergrens? “… Klachten, meldingen, zelfs twee mega-ernstige, gevaarlijke incidenten waar ik zelf betrokken bij was: ze belandden structureel in de doofpot…”.
Systeemfalen
Een meisje dat in de gevangenis heeft gezeten: “… Door Vanessa ben ik erachter gekomen wat ik kan en wat ik leuk vind. Er is maar één iemand die in jou hoeft te geloven…”. Op advies van Vanessa volgde ze groepstherapie: “… Ik kan weer met liefde naar mezelf kijken. Dat heb ik moeten leren. Tuurlijk, ik was crimineel want ik deed criminele dingen. Toen mijn vriendinnen liefdesbriefjes schreven, telde ik briefjes van vijftig. Maar iedere crimineel heeft een verhaal. Vaak is honger of zorg voor de kinderen de reden waarom mensen het verkeerde circuit ingaan. Ik heb geen spijt van de dingen die ik heb gedaan. Het is echt fucked up dat er in Nederland criminaliteit nodig is. Ik kan niet beschrijven hoe erg het is. Ik heb zo’n honger gehad. Ik heb zo vaak met buikpijn in bed gelegen, omdat er niks in m’n buik zat…”. Umboh: “… als een kwart van mijn stad (op papier – in werkelijkheid zijn het er veel meer) in armoede leeft, dan hebben we het niet meer over zomaar ‘een probleem’ of over ‘een groep’, maar over iets wat dat allemaal overstijgt. Ik noem het systeemfalen…”. Umboh vindt dat we op moeten houden kinderen te veroordelen die ‘het verkeerde pad op gaan’: “… We moeten ons eerst maar eens afvragen waarom wij dat pad hebben aangelegd…”. Ondertussen staat Nederland op plek 14 (!) van de rijkste landen ter wereld. Een kapitalistisch beleid schaalt uiteindelijk alles naar beneden af, behalve de bovenbaasbonussen.
Zoek het lekker zelf uit
Er gaan dingen beter in de stad, vertelt Umboh. Er is een invoelende wethouder aangetreden, Michiel Grauss, wat zeer noodzakelijk was na wethouder ‘Joost-arme-mensen-zijn-dom-Eerdmans’. Het dogma van de laatste: armoede is een keuze. Armoede bestaat niet. Het is een links-politiek statement dat geen enkele relatie met de werkelijkheid heeft. “… Was in het vorige college ‘zelfredzaamheid’ nog het toverwoord – wat feitelijk betekende: zoek het lekker zelf uit -, inmiddels respecteert men schoorvoetend resultaten van hersenonderzoek die aantonen dat mensen in armoede relatief slecht in staat zijn zichzelf te redden…”. Uit onderzoek van de Amerikaanse universiteiten Harvard en Princeton blijkt dat door stress en langdurige schulden het IQ van mensen met gemiddeld 13 punten daalt. Stress slaat het vermogen te organiseren en te plannen volledig lam. Chronische stress verandert de ‘bedrading’ van het brein (zie ook Bessel van der Kolk in “Traumasporen”). Over een ‘probleemgeval’: “… Terwijl hij de weg naar de Kredietplan probeert te vinden, jagen er tien schuldeisers achter hem aan…”. Velen die in armoede leven worden zorgmijdend. Hun zelfbeeld stort in en de afgrond lonkt: “… Ze kunnen hooguit bedenken: wat zal ik vanavond mijn kinderen te eten geven?...”. Zie wat Orwell schreef in “Down and Out in Paris and London” (1933) over ‘naar de haaien gaan’. Umboh: “… Maar al te vaak wordt er klakkeloos van uitgegaan dat mensen in armoede over kennis en mogelijkheden beschikken om hun papieren op orde te brengen, dat ze digitaal vaardig zijn en dat ze een financieel overzicht kunnen maken…”. Niemand lijkt er bij stil te staan dat onder hen veel laaggeletterdheid voorkomt: “… Nederland telt 1,3 miljoen mensen tussen de 15 en 65 jaar die niet goed kunnen lezen. Driewerf hoezee voor de digitale overheid, wier procedures vaak bol staan van hoogdrempelig jargon…”. Vaak gaat het om mensen met een verstandelijke beperking, psychische klachten en complexe thuissituaties. In nagenoeg alle gevallen speelt er een heel spectrum aan sociaal isolement, chronische ziekte, faillissement, arbeidsongeschiktheid, depressie, verslaving, geweld, scheiding, ruzie en noem maar op mee. De hulpverlening houdt geen rekening met deze ingewikkelde werkelijkheid: “… De hulp sluit niet aan bij wat mensen nodig hebben, instanties werken langs elkaar heen en zo groeit er een leger aan hulpverleners om je heen…”.
Dweilen met de kraan open
Wat kwetsbare mensen nodig hebben? “… Niet oordelen, maar naast hen gaan staan. Niet verwijten, maar empoweren…”. De resultaten van Grauss’ visie vindt ze evenwel teleurstellend: “… Die komt in de praktijk toch vooral neer op symptoombestrijding in plaats van een systeemreset…”. Vanuit politieke zetels, maatschappelijke organisaties, bewegingen, actiegroepen en individuele burgers gónst het van de afkeurende woorden over de huidige situatie en goede bedoelingen om die te veranderen. Om maar wat namen te noemen: de Voedselbank, de Kredietbank, de Pauluskerk, de Soepbus van het Leger des Heils, de Soepbus van de Goede Herder, de Zusters, De Bron, Hare Krishna Westkruiskadepark, de Brandaris, de Buurtmaaltijd, Victory Outreach, Stichting MAIT, Buurtsteunpunt Delfshaven, Leeszaal Rotterdam-West, Stichting Isaak en de Schittering, Stichting Okehor, Zorgvrijstaat Rotterdam-West, de Straatadvocaten, RAB, RoSa, het fotoproject ‘Vergeten voordeuren’. Desondanks leeft nog steeds een op de vijf kinderen in armoede. Al jaren. Het is dweilen met de kraan open. Waar blijven de structurele oplossingen? “… Je kunt deze getallen niet negeren of veralgemeniseren of bagatelliseren. Ze staan zwart op wit als een schreeuw om hulp, dringende hulp, acute hulp, langdurige hulp…”.
Ik schaam mij dood
Het simplistische systeem waarin wij de hulpverlening hebben opgetuigd klopt niet, aldus Umboh, en kent zeer gevaarlijke uitwassen: zie de toeslagenaffaire. “… Los daarvan mogen we ons ook best afvragen hoe wenselijk het is dat vele Nederlanders afhankelijk zijn van toeslagen om in de basis te kunnen rondkomen…”. ‘Ze’ kunnen je maken en breken. Zie de boeren zou ik zeggen. Veel goedbedoelde initiatieven van ‘gevers’ werpen hoge drempels op voor de ‘ontvangers’, die altijd maar blij en dankbaar moeten zijn. Over de gapende kloof tussen leef- en systeemwereld: “… heeft iemand de mensen zelf al eens gevraagd waar ze behoefte aan hebben?...”. Heb je wel eens nagedacht over de schaamte van arm-zijn? De taboesfeer die daar omheen hangt? De vernederingen die je moet pikken? Zou jij aan jan en alleman vertellen dat je in feite geen nagel hebt om je kont te krabben? Mensen worden opgeslokt door het systeem. Gereduceerd tot hun rekeningen. Deelname aan de samenleving wordt hun ontzegd. Armoede zuigt hen leeg. Waarom zijn de afgelopen jaren de regels ter voorkoming van gevreesd misbruik en fraude op alle fronten aangescherpt, terwijl het maar niet lukt een fatsoenlijk plan te presenteren om degenen die ‘tussen wal en schip belanden’ te helpen? Ter overweging: over heel 2019 werden onder ontvangers van een bijstandsuitkering 29.000 ‘overtredingen van de inlichtingenplicht’ geconstateerd. Dat is 7 procent van het hele bijstandsbestand. Een deel daarvan heeft ook nog eens ‘ter goede trouw’ gehandeld, dus is ‘minder verwijtbaar’. De rest zou je kunnen aanmerken als fraudegevallen. Dat betekent dat ruim 93 procent van de bijstandsontvangers de boel naar eer en geweten heeft ingevuld. Alsof het er in het zakenleven, met alleen al zijn belastingparadijzen, zo eerlijk aan toe gaat!
Luisteren naar de behoeften
Hoe moet het dan wel? We moeten naar een checklist waar vragen als ‘Hoe zou u door ons geholpen willen worden?’, aldus Umboh. Armoedebestrijding begint met betrokkenheid. Kwetsbare mensen zijn de regie over hun leven kwijt. “… Willen we ze weer op de rails krijgen, dan zullen we ze moeten faciliteren bij door hen zelf te creëren ‘succeservaringen’, de kleine dingen in hun leven die gewoon goed gaan. Om die ervaringen te realiseren, moeten we eerst heel goed luisteren naar hun eigen behoeften. Wanneer zij zien dat die werkelijk centraal staan, komen ze in beweging en vinden ze hun intrinsieke motivatie terug. Geloof me, ik heb het talloze keren zien gebeuren…”. In feite komt Umboh met hetzelfde verhaal als Tielbeke in mijn vorige blog over de klimaatproblematiek: de ‘hulp’ aan mensen in armoede is slechts ‘symptoombestrijding’. Het vercommercialiseerde welzijnswerk legt alleen noodverbandjes aan. Zorgt voor een ‘chronische verzieking’ van mens en maatschappij. Het ergste is dat mensen door het systeem murw worden geslagen. De psychologische gevolgen van armoede zijn veel heftiger dan het gebrek aan geld an sich: “… Mensen zijn continu druk in hun hoofd met vragen die ze niet zouden moeten hebben. Zoals: Is er vanavond te eten? Wat moet ik doen als mijn koelkast stukgaat? Wordt mijn uitkering stopgezet? Armoede ondermijnt elke dag opnieuw de bestaanszekerheid…”. Zie George Orwell die in "Down and Out in Paris and London" vertelt hoe tenslotte zelfs een moord hem koud laat. Neem daarnaast de schuldhulpverlening die een industrie is geworden waar ontzettend veel mensen grof geld aan verdienen: de bewindvoerders, de incassobureaus, noem maar op. “… Het meest frustrerend vind ik de gedachte dat je, als je al het geld bij elkaar optelt dat in dit gemankeerde apparaat van de hulpverlening wordt gestopt, alle schulden van Nederland driemaal kunt wegsaneren…”. Er is een grote tegenbeweging nodig. “… De rijkste 1 procent bezit namelijk de helft van al het vermogen op de wereld. Dat is niet helemaal eerlijk. Tegelijk is het heel prettig: we weten namelijk dat er meer dan genoeg geld is om iedereen een fijn leven te geven…”.
Kindermishandeling
In bijna de helft van gezinnen die vanwege het vermoeden van kindermishandeling in 2018 werden gemeld bij Veilig Thuis, was sprake van armoede. “… Ik heb het van dichtbij en in allerlei gradaties meegemaakt. De kinderen die uit radeloosheid en onmacht van ouders fysiek en psychisch mishandeld werden. De vader en moeder die hun kinderen schopten en sloegen zodat hun vragende en bedelende blik uit de ogen verdween. De ouders die het zichzelf niet konden verkopen dat er wéér geen eten op tafel stond en hun onmacht op de kinderen afreageerden. Moeders die zich gedwongen voelden om hun lichaam te verkopen om hun kinderen te kunnen voeden. Vaders die, om dezelfde reden, op straat ‘extra geld maakten’. Met alle risico’s van dien…”. Umboh vertelt meerdere treurige verhalen over “… Kinderen die structureel liegen. Kinderen die een volslagen parallelle wereld opbouwen. Kinderen die uit loyaliteit met hun ouder(s) de armoede thuis bewust en onbewust verzwijgen, hoezeer ze ook misdeeld zijn (Bewust, omdat sommige ouders hun kinderen heel duidelijk te verstaan geven zich op geen enkele manier over de thuissituatie uit te laten. Onbewust vanuit zelfbescherming: armoede maakt kwetsbaar en vatbaar voor pestgedrag.)…”. Helaas zegt de postcode meer over waar kinderen uiteindelijk terechtkomen dan de Cito-score.
De homo economicus
Umboh brandt echter langzaam maar zeker op. Er is meer nodig dan hoop en liefde om haar vuurtje aan te houden: “… Drie jaar lang heb ik kinderlijk naïef geloofd dat mijn leven, van medemenselijkheid overlopend, navolging en ondersteuning zou krijgen…”. Het lukt haar niet onderdak te vinden voor haar stichting: “… Vroeger vonden we het belangrijk dat er in elke wijk culturele centra, theaters, opvangtehuizen, gezondheidscentra, buurthuizen en sportaccommodaties stonden. Nu vinden we het belangrijk om aan elke vierkante meter vastgoed zoveel mogelijk geld te verdienen…” (als geen ander beschrijft filosoof Cees Zweistra in “Waarheidszoekers” wat er maatschappelijk op het spel staat als mensen zich niet meer ‘thuis’ voelen in de wereld). Zonder ontmoetingsplekken vormt zich geen gemeenschapszin. Om een maatschappelijk doel te bereiken is er een succesvolle samenwerking tussen burgers, de overheid, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld nodig. Liefde, engagement, een open houding, doorzettingsvermogen en samenwerkend leiderschap zijn onontbeerlijk. Nou, vertaal dat maar eens naar de boerenopstand van vandaag-de-dag, zou ik zeggen. Onze participatiesamenleving ontaardde onder het neoliberale bewind in marktwerking, wat de onthechte verhouding tot elkaar en de wereld verklaart. Het gevolg: een epidemie van eenzaamheid en compleet doorgeslagen individualisme. “… Neoliberalen zien de maatschappij als een bedrijf, mensen als concurrenten en onderlinge relaties als transacties…”. We moeten weer samen dingen gaan doen!
Selfcare
Uiteindelijk is Umboh, net als alle andere langdurig gestreste mensen, niet meer in staat doelgericht en probleemoplossend te handelen. Ze verkoopt haar huis voor veel te weinig geld en vertrekt met de noorderzon. Ze verdwijnt een jaar van de radar, vertelt schrijver Jasper van den Bovenkamp. Umboh blijkt tijdens een diepe depressie terug gevallen te zijn op haar ouders. Een periode die haar veel zelfinzicht oplevert: “… Eén: als je de wereld wilt veranderen, zorg dan altijd goed voor jezelf. Twee: de wereld veranderen kun je niet in je eentje. Drie: als je denkt dat je dat wel kunt, dan lijd je aan megalomanie. Vier: ik was megalomaan. Vijf: omdat ik dacht dat ik de verandering zou brengen, benutte ik iedere seconde en verwaarloosde ik mezelf. Zes, en ik herhaal: als je de wereld wilt veranderen, zorg dan eerst goed voor jezelf…”. Umboh: “… ‘Selfcare’ is niet het mondaine geouwehoer van mantra’s reciterende millenials die op hun yogamat uitsluitend naar binnen kijken, maar niet leren hun zwoele blik ook naar buiten te richten. Het is niet de ijzeren discipline volgen van meditatie, nóg een schijfje biologische komkommer, een massage, minimalisme en geestverruimend geborduur ter meerdere eer en glorie van jezelf. Ik gun ieder z’n verwenmomentjes, maar ik vind dat ‘selfcare’ ook gericht moet zijn op het welzijn van de ander, vanuit het simpele idee dat als ik gezond en fit ben ik de ander beter van dienst kan zijn. Een beetje de gedachte achter het gebruik van zuurstofmaskers in het vliegtuig: eerst de volwassenen…”. Ze vertelt hoe haar idealen ontspoorden. Ze werd drammerig en rancuneus: “… mijn liefde voor de naaste in armoede raakte gaandeweg overschaduwd door agressie tegen het systeem dat de armoede veroorzaakte of in stand hield. Meer en meer ging ik het gevecht aan met dat systeem, totdat ik op een dag ontdekte dat ik alleen op het strijdtoneel stond. Ik stond er te zwaaien met mijn zwaard van ik haat je en ik sla je dood…”. En even verder: “… Heimelijk begon ik, meer en meer, met mijn daad van compassie een vorm van wederkerigheid te eisen…”. Mensen vonden haar grote bek een beetje eng. Het lukte Umboh terug te komen op de arbeidsmarkt. Ze vond een baan in de media waar ze alsnog aan projecten werkt om armoede tegen te gaan dan wel uit te bannen.
Verkokerd succesdenken
Het verbluffende is dat de instandhouding van armoede de maatschappij bergen geld kost, en dus eigenlijk oliedom is: “… In het rapport ‘Armoede in kaart’ (2019) berekent het SCP dat er in 2017 iets minder dan 2,2 miljard euro nodig zou zijn geweest om de tekorten van mensen in armoede aan te vullen. De totale rijksuitgaven dat jaar bedroegen 262 miljard euro. Door minder dan 1 procent van die totale uitgaven aan mensen in armoede te besteden zouden dus honderdduizend gezinnen en individuen in één klap weer op een aanvaardbaar financieel niveau zitten. Helemaal ironisch wordt het als je bedenkt dat de meer dan 1 miljoen Nederlandse huishoudens met ernstige financiële problemen onze samenleving jaarlijks zo’n 11 miljard euro kost. Die kosten worden onder andere veroorzaakt door oninbare vorderingen, uitkeringen en een hoger ziekteverzuim…”. Tel uit je winst! Volgens Umboh is het voortbestaan van armoede een kwestie van politiek: “… Terwijl de Rotterdamse gemeenteraad instemt met een metamorfose van de Coolsingel à 58,1 miljoen euro, leeft één op de vijf kinderen in diezelfde stad in armoede…”. Het is een politieke keuze om de bijstand te verlagen, mensen toeslagafhankelijk te maken, sociale werkplaatsen op te heffen, burgers zo veel mogelijk digitaal te laten regelen en ten slotte alle bezwaren af te wimpelen met als excuus efficiency, kostenbesparingen en het nemen van eigen verantwoordelijkheid: “… De correctie op tien jaar neoliberalisme zie ik voor me als een grote rode streep door het verkokerde succesdenken…”. Midden in de coronacrisis – juni 2020 – lanceerden het SCP en CPB een rapport over armoede: "… Daarin werd gesteld dat ‘met het huidige kabinetsbeleid’ de armoede in Nederland de komende jaren met een kwart zal toenemen...". In een kleine disclaimer stond erbij dat de effecten van de coronacrisis niet waren meeberekend. En toen hadden we ook nog geen Poetinprobleem...
Uitgave: Ten Have – 2022, 264 blz., ISBN 978 902 590 799 0, € 20,99
Rechtstreeks bestellen: klik hier