Menu

maandag 27 september 2021

Recht en Onrecht – Martin Buber


Wat te lezen na “Ons lichaam, jullie slachtveld” – zie mijn vorige blog? Je zou toch voor altijd je pen aan de wilgen hangen? Ik liep tegen een essay aan van de Joodse godsdienstfilosoof Martin Buber (1878 – 1965), “Recht en Onrecht”, waarin hij zich een weg door een aantal Psalmen worstelt, om zich  als het ware uit het duister van het onrecht naar het licht van God  te vechten.

 

Grijp in, HEER!

Psalm 12: “… Grijp in, HEER! Niemand is nog trouw, geen mens spreekt nog waarheid. Ze beliegen elkaar allemaal, vals en verraderlijk is hun woord. / HEER, snijd hun valse tongen af, snoer de monden vol grootspraak die zeggen: ‘Met onze tong zijn we sterk, onze mond helpt ons, wie kan ons aan?’ / Zwakken en armen zuchten onder het geweld – ‘Om hen sta ik op,’ zegt de HEER, ‘ik breng de redding die zij verlangen.’ De woorden van de HEER zijn zuiver als zilver, gesmolten in de smeltkuil, gelouterd tot zevenmaal toe. / Behoed hen, HEER, bescherm hen steeds tegen dat volk. Overal sluipen verraders rond en onder de mensen verbreidt zich het kwaad…”.

Buber gebruikt zijn eigen vertaling van de Tenach. Zelf heb ik de teksten opgezocht in de Nieuwe Bijbelvertaling om zijn verhaal beter te begrijpen. Gisteren hoorde ik een preek over dat God in het begin de hemel en de aarde schiep. Maar niet de hel. Die scheppen we blijkbaar zelf. Buber: “… De leugen is het specifiek kwade, dat de mens ingebracht heeft in de natuur. Al onze geweld- en misdaden zijn immers slechts vervolmaking van datgene, wat ook andere natuurwezens in dit opzicht presteren; de leugen is echter volstrekt eigen uitvinding, waarvan naar zijn aard alles wat dieren aan misleiding voortbrengen wezenlijk verschilt…”. Met de leugen begint ‘het’. Door de leugen pleeg je verraad aan je ‘zelf’. De leugen maakt ‘dubbelhartig’: “… In plaats van de menselijke waarheid, dat wil zeggen van het onverdeeld ernstmaken van de menselijke persoon met zichzelf en zijn uitingen, is als levensvorm de leugen gekomen…”. Dat brengt een negatieve invloed op gang in de samenleving  (ik moest denken aan radio Rwanda – zie “De genocidefax” van Roxane van Iperen,  en de vergaande complottheorieën in onze tijd – zie “De begraafplaats van Praag” van Umberto Eco). Het met-elkaar-samenleven is volgens Buber gestoeld op twee principes: welwillendheid en betrouwbaarheid. In plaats daarvan treedt de ‘waan’. Het volk wordt iets 'voorgespiegeld', dat voor waar wordt aangenomen. In de Psalm komt er een tegenreactie: God wordt aangeroepen ter ‘bevrijding’.

 

Verrot als bedorven eten

Psalm 14 (zie de prachtige uitvoering van de Steps of Grace Balletschool – de dansers dragen maskers, zijn niet ‘zichzelf’): “… Dwazen denken: Er is geen God. Verdorven zijn ze, en gruwelijk hun daden, geen van hen deugt. De HEER kijkt vanuit de hemel naar de mensen om te zien of er één verstandig is, één die God zoekt. / Allen zijn afgedwaald, allen ontaard, geen van hen deugt, niet één. Hebben ze dan geen inzicht, de kwaadstichters? Ze verslinden mijn volk of het brood is en roepen de HEER niet aan. / Nog even, en hen overvalt een hevige angst, want God is met de rechtvaardigen. Lach maar om het vertrouwen van de zwakke – hij vindt zijn toevlucht bij de HEER. / Ach, laat uit Sion redding komen voor Israël. Als de HEER het lot van zijn volk ten goede keert, zal Jakob juichen, Israël zich verheugen…”.

Alle mensen zijn volgens deze Psalm van hun oorspronkelijke menselijkheid afgevallen, als ‘bedorven eten verrot’, aldus Buber. Het doet me denken aan een artikel in de Telegraaf (17.11.21) waarin socioloog Bas van Stokkum stelt dat ‘daders niet worden geboren, maar gemaakt’. De mensheid wordt verdeeld in onderdrukkers en onderdrukten: “… De eerstgenoemden zeggen in hun hart: ‘Daar is geen God!’ Zij zeggen het niet hardop, het dringt vanuit het hart niet naar de lippen, met de lippen belijden zij hem. Maar ook in hun hart willen zij het bestaan van God daarmee niet bestrijden: waarom zou er niet een God zijn, als hij zich er maar niet om bekommert, wat de mensen op aarde doen! De waarheid is echter, dat God uitziet naar hetgeen zijn schepsels van zich uit ondernemen. Hij ziet, hoe mensen mensen ‘verzwelgen’…”. De tweedeling, de breuk gaat niet alleen door de mensheid, maar ook door elke mensenziel. De psalmist ziet met een profetische blik wat er gaat komen: de presentie van God verschijnt, midden tussen de kwaaddoeners die dachten dat God zich verre van de mens zou houden. Zijn woorden donderen hen tegemoet. Het grote keerpunt nadert.

 

Feilbare tussenwezens

Psalm 82: “… God staat op in de hemelse raad, hij spreekt recht in de kring van de goden: Hoe lang nog oordeelt u onrechtvaardig en kiest u partij voor wie kwaad doen? / Doe recht aan de weerlozen en wezen, kom op voor verdrukten en zwakken, bevrijd wie weerloos zijn en arm, red hen uit de greep van wie kwaad wil. / U toont geen inzicht, geen begrip, en doolt in duisternis rond, de aarde wankelt op haar grondvesten. Ooit heb ik gezegd: ‘U bent goden, zonen van de Allerhoogste, allemaal.’ / Toch zult u sterven als mensen, ten val komen als aardse vorsten.’ Verhef u, God, spreek recht op aarde, alle volken behoren u toe…”.

Wat is er gebeurd? God spreekt recht in een kring van ‘goden’. Tussenwezens, stamgoden, die de volkeren leiden. Het gaat hier niet om een menselijke overheid, want de ‘goden’ zullen als straf voor het verwaarlozen van hun roeping  als ‘mensen’ sterven. Ze hebben de barmhartigheid verzaakt. De goden zullen ten onder gaan. Hun vonnis luidt: ‘ontgoddelijking’. Zie het boek Daniël, waaruit naar voren komt dat elk land en elk volk vertegenwoordigd wordt door een engelenvorst. Alleen het uitverkoren volk Israël heeft een rechtstreekse relatie met de superieure heerser van de volkerenwereld, JHWH. Als geen ander heeft Franz Kafka de mensenwereld beschreven als een wereld die overgeleverd is aan tussenwezens, die er hun onzinnige spel mee spelen. Zie “Het slot” en “Het proces”. Zie ook “Circe” van Madeline Miller.

 

Deelhebben aan het goede

Psalm 73: “… Ja, God is goed voor Israël, voor wie zuiver zijn van hart! Toch had ik bijna een misstap begaan, bijna waren mijn voeten uitgegleden, want ik keek met afgunst naar de dwazen, benijdde het geluk van wie kwaad doen. / Tot hun dood blijven zij voor ziekte gespaard, hun buik is goedgevuld, aardse kwellingen kennen zij niet, het lijden van anderen gaat aan hen voorbij. / Daarom is hoogmoed hun halssieraad en bedekt geweld hen als een mantel, hun ogen puilen uit het vet, van eigenwaan zwelt hun hart. / Ze spotten, spreken kwaad en dreigen vanaf hun hoge zetels, ze zetten een mond op tot aan de hemel en hun tong roert zich overal op aarde. / Daarom lopen de mensen achter hen aan, drinken hun woorden in als water en zeggen: ‘Hoe zou God iets weten?’ Heeft de Allerhoogste een antwoord? Zo zijn de goddelozen ten voeten uit, ze verrijken zich, onverstoorbaar. / Ja, vergeefs hield ik mijn geweten zuiver en waste ik mijn handen in onschuld! Want ik werd gestraft, dag aan dag, en geslagen, elke morgen weer. / Maar zou ik spreken als zij, ik pleegde verraad aan Gods kinderen! Dus bleef ik nadenken, ik wilde weten waarom – het was de vraag die mij kwelde, tot ik Gods heiligdom binnenging en mij hun einde voor ogen bracht. / Ja, u zet hen op een glibberig pad en stort hen in een diepe afgrond. In een oogwenk is het met hen gedaan, hun ondergang, hun einde is een verschrikking. Ze zijn als een nachtmerrie na het ontwaken, Heer, bij het opstaan verjaagt u ze als beelden uit een droom. / Zolang ik verbitterd was, gekwetst van binnen, dom en dwaas, was ik bij u als een redeloos dier. / Maar nu weet ik mij altijd bij u, u houdt mij aan de hand en leidt mij volgens uw plan. Dan neemt u mij weg, met eer bekleed. / Wie buiten u heb ik in de hemel? Naast u wens ik geen ander op aarde. Al bezwijkt mijn hart en vergaat mijn lichaam, de rots van mijn bestaan, al wat ik heb, is God, nu en altijd. / Wie ver van u blijven, komen om, wie u ontrouw zijn, verdelgt u. Bij God te zijn is mijn enige verlangen, mijn toevlucht vind ik bij God, de HEER. Van al uw daden zal ik verhalen…”.

De rechtvaardige wordt niet met goedheid ‘beloond’, aan de rechtvaardige wordt Gods goedheid ‘geopenbaard’: hij erváárt deze. Het gaat erom hoe je je vanbinnen voelt! “… Wie rein van hart het goddelijk geheim nabijkomt, ervaart dat hij steeds bij God is…”. Buber: “… De leidinggevende raad van God schijnt mij niets anders, dan de zich aan het reine hart onmiddellijk meedelende goddelijke presentie te zijn. Wie deze presentie kent, handelt in de wisselende situaties van zijn leven anders, dan degene die er geen weet van heeft. De presentie maakt zich kenbaar als raad: God raadt, doordat hij laat weten, dat hij er is…”. Zoals een vader in het duister zijn zoontje bij de hand neemt: “… Hij heeft de zoon uit het duister naar het licht geleid, nu kan die in het licht verder gaan. Van het eigen voortgaan en richtingbepalen is hij niet ontslagen…”. De dood is het voorgoed bij de hand genomen worden door de vader. Door God zelf weggenomen-worden. Zie Henoch en Elia. Zie psalm negenenveertig waarin letterlijk staat: “… Maar vrijkopen zal God mijn ziel uit de hand van de seool, de onderwereld, als hij mij neemt…”. Het goede, zegt de psalmist, is God nabijkomen. Dat kunnen de misdadigers niet. Er zijn geen ‘goeden’ (mensen), er is ‘hét goede’. Het goede kun je dan ook niet bezitten. Je kunt er aan ‘deelhebben’.

 

De wegen

Psalm 1: “… Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, maar vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. / Hij zal zijn als een boom geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. / Zo niet de wettelozen! Zij zijn als kaf dat verwaait in de wind. / Wettelozen houden niet stand waar recht heerst, zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen. De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood…”.

Tegenover degenen die Gods weg gaan, staan de zondaars en misdadigers: “… De zondaren missen steeds weer Gods weg, de misdadigers weerstreven hem vanuit een constitutieve grondgesteldheid. De zondaar handelt slecht, de misdadige is het…”. De weg van de misdadige eindigt in het niets. De zondaar verdwaalt ook, maar kan zich altijd weer omkeren, en de weg terug naar God gaan. Buber: “… de psalmist wil blijkbaar zeggen: let op, er bestaat een heimelijk, door de handen van het bestaan zelf verborgen geluk, dat tegen alle ongeluk opweegt – je ziet het niet, maar het is het ware, het enige ware geluk…”. Je omstandigheden zullen je niet gelukkig maken; je kunt alleen gelukkig zijn als je wandelt in het licht van de HEER. 

Als je het hebt over 'een staat van zijn'...

 

Uitgave: Servire – 1975, vertaling F. de Miranda, 63 blz., ISBN 906 077 543 0

Alleen nog tweedehands beschikbaar

donderdag 23 september 2021

Ons lichaam, jullie slachtveld – Christina Lamb

 


 Subtitel: De verzwegen oorlogsmisdaden tegen vrouwen

 

Christina Lamb (1965) is een veel gelauwerd Britse journaliste. Zo ontving ze in 2009 de Prix Bayeux, de belangrijkste Europese prijs voor oorlogsverslaggeving. Ze werkte eerder voor The Financial Times en heeft als buitenlandcorrespondent van The Sunday Times verslag gedaan van tal van conflicten overal ter wereld. Ze schreef verschillende boeken en was co-auteur van de, ook in het Nederlands vertaalde, bestseller “I am Malala”. “Ons lichaam, jullie slachtveld” is veruit het meest verschrikkelijke boek dat ik ooit heb besproken; dus ik begrijp het als je deze blog een keertje overslaat. Ik heb het gelezen, met stukjes en beetjes weliswaar, omdat de overlevenden van oorlogsverkrachtingen gehoord moeten worden, en zowel zij als Christina Lamb er op aandringen hun verhaal van de daken te schreeuwen. De wereld mag niet wegkijken! Ik denk dat je God wel op je blote knietjes mag danken wanneer je als vrouw in Nederland bent geboren (alhoewel 70 procent van de sekswerkers op de Amsterdamse Wallen daar óók tegen hun zin zit!). Dat het bestaan van vrouwen vaak geen enkele waarde heeft, blijkt wel uit het feit dat tussen 1970 en 2017 wereldwijd ongeveer 45 miljoen meisjes werden geaborteerd vanwege hun geslacht: gendercide. Een derde van de wereld krijgt door selectieve abortus te maken met scheve verhoudingen tussen mannen en vrouwen. De gevolgen zijn zowel sociaal als economisch van aard. Een en ander leidt tot meer vrouwenhandel en het asociale en gewelddadige gedrag zal toenemen (ND 16.08.21). De helft van de vrouwen op deze aarde hebben letterlijk en figuurlijk geen léven. Wat gaat er bijvoorbeeld met de meisjes en vrouwen in Afghanistan gebeuren? Wat is er mis met mannen? Hoe kun je jezelf na een verkrachting nog recht in de ogen kijken? Verkrachting werd in 1919 al een oorlogsmisdaad genoemd. Toch wordt het in conflictsituaties nog steeds als bijzaak gezien. Terwijl veel vrouwen die het hebben overleefd, zeggen dat ze liever waren vermoord, omdat ze zich ‘levende doden’ voelen. Ze leren met vallen en opstaan te existeren, maar echt herstel is niet mogelijk.

 

Bijbelse litanie

Lambs proloog begint met een interview in kamp Khanke bij de stad Dohuk in het noorden van Irak, waar ze een tweeëntwintigjarig jezidi-meisje, Naima, tegenkomt, die vertelt over haar ervaringen als seksslavin van IS. Ze somt de namen van haar verkrachters en hun familieleden - die ze in haar hoofd heeft gestampt zodat ze hen misschien ooit kan aanwijzen als daders -  op, die doet denken aan een Bijbelse litanie van de geslachtregisters: “… toen bracht hij me naar het huis van Abu Suleiman en verkocht me voor 8000 dollar. Abu Suleiman verkocht me aan Abu Daud, die me een week hield en toen doorverkocht aan Abu Faisal, een bommenmaker in Mosul. Hij verkrachtte me twintig dagen en verkocht me toen aan Abu Badr…”. Lamb: “… Ik schrijf een boek over verkrachting tijdens oorlogen. Het is het goedkoopste wapen dat de mens kent. Het verwoest families en vaagt dorpen leeg. Het maakt paria’s van jonge meisjes die een einde aan hun leven wensen voor het goed en wel begonnen is. Het brengt kinderen voort die hun moeders elke dag aan hun beproeving herinneren en vaak door hun gemeenschap worden verstoten als ‘slecht bloed’. En het wordt bijna altijd genegeerd in de geschiedenisboeken…”.

 

De meest verzwegen oorlogsmisdaad ter wereld

Verkrachting tijdens oorlogen is niets nieuws. In de Bijbel wordt de omgang met seksslavinnen door Mozes zelfs wettelijk geregeld (Deuteronomium 21 vers 10 – 14). In Numeri 31 vers 35 lijkt hij toestemming te geven 32.000 maagden te verkrachten. De Griekse historicus Herodotus begint zijn boek met een reeks ontvoeringen van vrouwen door de Feniciërs, de Grieken, en de Trojanen. “… ‘De vrouwen zouden natuurlijk nooit zijn geroofd als ze dat niet zelf wilden,’ zegt Herodotus, in een vroeg voorbeeld van hoe mannen geschiedenis zouden gaan schrijven…”. Zie jurist en schrijver Roxane Van Iperen die in ‘Zomergasten’ vertelt dat daders altijd zullen proberen hun slachtoffers de schuld in de schoenen te schuiven. Zo werkt macht. “… Als we het spoor volgen van de oude Grieken, Perzen, Romeinen, Alexander de Grote en het snoer van blonde, blauwogige kinderen in Centraal-Azië, tot de ‘troostmeisjes’ van het Japanse Keizerlijk Leger en de massaverkrachtingen door het Rode Leger tijdens de Tweede Wereldoorlog, dan zien we dat vrouwen sinds jaar en dag als oorlogsbuit worden beschouwd…”. Lambs artikelen over gekidnapte schoolmeisjes, zoals de ‘bushbruiden’ van de moordzuchtige terreurbeweging Boko Haram die in kampen nageslacht moesten produceren, als in een duivelse maar ware versie van Margaret Atwoods “Het verhaal van de dienstmaagd”, werden door haar redacteur soms beoordeeld als té schokkend voor de lezers of kregen het stempel ‘verontrustende inhoud’. Verkrachting is de meest verzwegen oorlogsmisdaad ter wereld: “… 21 jaar na de instelling van het Internationaal Strafhof is er nog niet één veroordeling wegens oorlogsverkrachting geweest. De enige werd in hoger beroep vernietigd…”.

 

Levend verbrande maagden

Lamb heeft de vluchtelingenkampen op de vijf Griekse eilanden bezocht die door de Europese Unie als ‘hotspots’ zijn aangewezen. Vrouwen worden er zozeer belaagd door vrouwenhandelaars dat ze ’s nachts luiers dragen zodat ze hun tent niet uit hoeven. “… Even verderop genoten zorgeloze vakantiegangers van de zon, de zee en met ouzo weggespoelde moussaka…”. Het eiland Leros, waar oude barakken staan waarin ooit duizenden ‘onhandelbare’ geesteszieken onder middeleeuwse omstandigheden werden gehuisvest (zie de documentaire ‘Island of Outcasts’) is ronduit sinister. Roestige ambulancewrakken getuigen er nog van. “… Het kamp werd omringd door een dubbel hek met bovenop rollen scheermesjesdraad, als in een gevangenis. ‘Dat moet mensen van buiten weren,’ zei Yiannis. ‘Misschien wil iemand kinderen of jonge vrouwen stelen of organen kopen of drugs dealen.’…”. De jezidi-afdeling is een kamp binnen een kamp. Voor hun eigen veiligheid zitten ze afgeschermd van de andere vluchtelingen, omdat soennitische moslims hen zien als ‘duivelaanbidders’. Een vrouw vertelt dat de laatste genocide, die door IS, de vierenzeventigste was. Al hun buren - moslims, Perzen, Mongolen, Ottomanen, Irakezen – hebben geprobeerd de jezidi’s uit te roeien. Een meisje duwt Lamb een telefoontje in handen om haar een filmpje te laten zien van een ijzeren kooi met daarin een tiental doodsbange jonge vrouwen, omringd door een meute joelende Arabische mannen met kalasjnikovs, die de boel in de hens zetten. “… ‘Dat is mijn zusje,’ zei het meisje. ‘Ze verbranden maagden levend.’…”.

 

Slavernij

Lamb hoort over drie Duitse mannen - een toegewijd christen en lid van de Grünen, Winfried Kretschmann, dr. Michael Blume en psycholoog Jan Kizilhan – in de deelstaat Baden-Württemberg, die een luchtbrug hebben opgezet om de meest getraumatiseerde jezidi-vrouwen uit Iraakse kampen te halen. De vluchtelingen worden ondergebracht in 23 geheime opvangcentra in 21 verschillende stadjes: ter bescherming tegen ongewenste aandacht. Ze krijgt het voor elkaar contact te leggen. De jezidivrouwen informeren haar over het pamflet dat de ‘IS-afdeling voor de herinvoering van de fatwa’ in 2014 heeft uitgegeven aangaande het ‘houden, vangen en seksueel misbruiken van slaven’. Ze vertellen haar over onthoofdingen en kruisigingen. Lambs verhalen zijn onvoorstelbaar. Over de baby van een tot bekering gedwongen moeder die voor haar ogen werd gemarteld en gedood omdat ze over een passage struikelde toen ze de Koran moest lezen. Over een achtjarig meisje dat van de ene naar de andere man werd doorverkocht om honderden keren te worden verkracht. Over jongetjes die aan de dood ontsnapten als ze nog geen haar op hun enkels hadden: de toekomstige kindsoldaten. “… ‘Ze verhandelden ons op internet,’ vertelde ze. Strijders hadden een forum dat de Markt van het Kalifaat heette en waarop ze vrouwen aanboden naast PlayStationconsoles en tweedehands auto’s…”.

 

Mijn leven bestond uit verkrachting

Een jezidimeisje, Rojian, vertelt hoe ze zes weken lang elke dag drie tot vier keer werd verkracht: “… Mijn leven bestond uit verkrachting…”. Ze was opgelucht toen haar misbruiker zei dat hij een ander meisje ging kopen. Maar hij kwam terug met een kind van tien. “… ‘Die nacht waren ze in de kamer naast de mijne,’ zei ze. ‘Ik heb nog nooit iemand zo hard horen schreeuwen, ze riep om haar moeder. Ik huilde meer om dat meisje dan ik ooit om mezelf heb gedaan.’…”. Ze vindt het niet fijn om naar school te gaan. Er zijn maar twee jezidimeisjes. “… De anderen zijn Afghanen en Syriërs, en ze zeggen steeds IS-dingen of laten op hun telefoon IS-gebeden of –poëzie horen om ons bang te maken. Ik denk niet dat ik hier ooit overheen kom’…”. Psychotherapie helpt deze vrouwen niet omdat ze niemand meer vertrouwen. Van de vluchtelingen die naar Duitsland komen zijn 70 procent sterke jonge mannen die hun reis kunnen betalen. De jezidivrouwen zijn panisch voor hen. Soms duurt het een paar jaar voor deze vrouwen weer kunnen praten. Wat wel helpt is kunst, schilderen, yoga en contact met dieren zoals paarden. En als ze zien hoe hun kinderen weer dansen, zingen en lachen in de peuterspeelzaal. Een grote opsteker is ook het feit dat hun spiritueel leider, de baba sheikh, het voor de verkrachte vrouwen opneemt.

 

IS kinderspel vergeleken bij Boko Haram

Toevallig werd de ontvoering van de 276 schoolmeisjes uit Chibok door de slagers van Boko Haram in Nigeria in 2014 wereldnieuws omdat een twitterbericht werd opgepikt door een filmproducent in Los Angeles en meer dan een miljoen keer werd geretweet door beroemdheden als supermodel Naomi Campbell, celebrity Kim Kardashian, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton en first lady Michelle Obama. Lamb was onderdeel van de internationale media die vervolgens in Nigeria neerstreek. Het olierijke land had juist Zuid-Afrika ingehaald als Afrika’s grootste economie en president Goodluck, die in The New York Times werd weggezet als ‘onthutsend traag en onbekwaam om deze monsterlijke misdaad aan te pakken’,  baalde als een stekker: “… Het lot van de Chibokmeisjes en zijn klaarblijkelijke onverschilligheid leken exemplarisch voor een regering die slechts geïnteresseerd was in zelfverrijking…”. Na een tijdje was de mediahype voorbij en verdween iedereen weer met stille trom, zonder dat er ook maar iemand een poot uitstak. De terreurgroep gaf ondertussen een video vrij: “… ‘Ik heb jullie meisjes ontvoerd,’ kraaide Abubakar Shekau, leider van Boko Haram, manisch giechelend als een horrorclown. ‘Ik verkoop ze op de markt, bij Allah. Ik verkoop ze en huwelijk ze uit.’…”. Volgens Lamb is Boko Haram zo meedogenloos dat zelfs Al-Quida ze te extreem vond. Een deskundige noemt IS kinderspel vergeleken bij Boko Haram. Lamb vliegt later terug om de vluchtelingen voor Boko Haram te interviewen, die in 25 uit de grond gestampte kampen wonen, bestaande uit eindeloze rijen witte tenten die geen bescherming bieden tegen de hitte van 40 graden. “… Rantsoenen bestonden slechts uit rijst en elke maand een stuk zeep – later zag ik de bloem, spijsolie en bonen die ze verondersteld werden te krijgen te koop op de markt even verderop…”. Lamb ontmoet moeders van dertien (!): “… Als ik me verzette, dwong hij me bloed te drinken. Ze riepen ons vaak bijeen om toe te kijken hoe vrouwen werden gegeseld of hoe hun hoofd met stenen kapot werd geslagen wegens overspel…”. De, ook lichamelijk vaak, geruïneerde vrouwen die weten te ontvluchten worden met de nek aangekeken: “… Mensen denken dat ontvoerde vrouwen sympathisanten zijn geworden, en dat er een vloek over hen is uitgesproken…”. Er is voor hen maar één manier om aan voedsel te komen: “… Alle hulpverleners zeiden me dat seksueel misbruik in de kampen schering en inslag is. De opzichter van een kamp stond terecht wegens verkrachting van kinderen. Sommige vrouwen vonden de omstandigheden in de kampen zo ondraaglijk dat ze liever buiten gingen wonen, bedelend op straat…”. Volgens de woordvoerder van het Nigeriaanse leger heeft alle internationale aandacht voor Boko Haram de situatie alleen maar verergerd: “… Jullie hebben van die meisjes hun kroonjuwelen gemaakt,’ zei hij, en haalde zijn schouders op…”.

 

Een mensenrechtennachtmerrie

Wie boeddhisten associeert met vrede en lotusbloemen en meditatie moet maar eens met de Rohinga’s  in vluchtelingenkamp Kutupalong, in het toch al overbevolkte en doodarme Bangladesh gaan praten. Boeddhistische horden verdreven binnen drie maanden meer dan 650.000 moslims uit Myanmar – twee derde van de Rohingyabevolking. “… De VN noemde het een ‘schoolvoorbeeld’ van etnische zuivering…”. Mensenrechtencommissaris van de VN Zeid Ra’ad alHussein: “… Wat voor haat doet een man een mes drijven in een baby die huilt om zijn moeders melk? Om vervolgens de moeder te dwingen daarbij toe te kijken terwijl ze wordt verkracht door dezelfde veiligheidstroepen die haar zouden moeten beschermen?...”. Rapporten hebben het over dorpen die bezaaid lagen met de dode lichamen van vrouwen met bloed tussen hun benen. 

In de onafhankelijkheidsoorlog van 1971 moeten in Bangladesh tweehonderd- tot vierhonderdduizend vrouwen zijn verkracht door Pakistaanse soldaten. “… Ze noemen hen ‘birangona’s, van het Bengaalse woord ‘bir’, dat ‘dapper’ of ‘oorlogsheldin betekent. De titel kregen ze in 1972 van de eerste Bengaalse president sjeik Mujibur Rahman, en was bedoeld om hen te erkennen als oorlogsheldinnen en als blijk van respect…”. Helaas is Bangladesh een oerconservatief islamitisch land, dat deze vrouwen uitkotst omdat hun eer is geschonden. John Hastings, een methodistische predikant uit Groot-Brittanië die twintig jaar in Bengalen woonde: “…’Ik weet zeker dat soldaten baby’s in de lucht gooiden en opvingen op hun bajonet,’ zei hij. ‘Ik weet zeker dat soldaten meisjes herhaaldelijk verkrachtten en hen daarna vermoordden door hun bajonet tussen hun benen omhoog te duwen.’…”.

 

Onze missie is het helen van harten

Lamb zoekt ook de overlevenden van de genocide en massaverkrachtingen in Rwanda op (zie “De genocidefax” van Roxane van Iperen). Ze schrijft over Godeliève Mukasarasi die een organisatie voor weduwen en wezen heeft opgezet. Aan haar kantoor staat op een bord “Onze missie is bijzonder, onze missie is het helen van harten”. Mukasarasi vertelt hoe surrealistisch het is als goede bekenden waarmee je een biertje drinkt in het café, je buurman, de onderwijzers en winkeliers uit je omgeving, ineens je moordenaars worden. Alsof iedereen zijn verstand verliest: “… Ik zag mensen diepe kuilen graven waar ze lijken in gooiden. Ze martelden vrouwen en sommigen verkrachtten zelfs dode lichamen. Ik heb dat met eigen ogen gezien…”. Regeringsfunctionarissen die kwamen vragen op welke manier ze haar konden helpen, vroeg ze haar cliënten kippen en geiten te geven. Iemand vertelt dat een geit haar hielp haar stem te vinden: “… ‘Als je een geit hebt, heb je iets,’ lachte ze. ‘Je kunt haar mee naar buiten nemen zodat ze kan grazen. Je kunt ertegen praten. Je kunt ertegen schreeuwen. En zelfs als je ertegen schreeuwt en haar achternazit, doe je tenminste je mond open…”. Mukasarasi kreeg het voor elkaar met gevaar voor eigen leven vijf andere vrouwen te bewegen tijdens het Rwandatribunaal te getuigen inzake seksueel geweld. Tot dan toe hadden alle rechtbanken verkrachtingen als bijkomende schade en normale incidenten van oorlogen beschouwd. Genocide is al zwaar genoeg. Gelukkig was er een vrouw, rechter Pilay, die diep geschokt was door wat de vrouwen vertelden en meer wilde weten. Zij zorgde er voor dat verkrachting voor de allereerste keer werd beschouwd als oorlogsmisdaad.

 

Het werk van journalisten en historici

In 2018 interviewt Lamb Bakira Hasečić op haar kantoor van de Vereniging van Vrouwelijke Oorlogsslachtoffers in Bosnië. Ze spoorde meer dan honderd oorlogsmisdadigers op. “… Binnen waren de muren behangen met foto’s en krantenknipsels, en ook hing er een met rode stippen bezaaide kaart van Bosnië. Elke stip markeerde een verkrachtingskamp, en dat waren er 57, waar tussen de twintig- en vijftigduizend vrouwen werden verkracht tijdens de Bosnische oorlog…”. Er werden zoveel lichamen van de “De brug over de Drina” (zie de roman van Ivo Andrić) gegooid dat de manager van de stroomafwaarts in Servië gelegen waterkrachtcentrale klaagde dat die zijn dam verstopten. Nieuw was de aandacht die het kreeg: “… De woekering van verkrachting als oorlogswapen in het voormalige Joegoslavië en het gevangenhouden van vrouwen in verkrachtingskampen schokten de wereld…”. Niemand kan weg komen met ‘Wir haben es nicht gewusst’: “… Voor het eerst in de moderne geschiedenis legden journalisten en historici de moedwillige en systematische inzet vast van verkrachting en seksueel geweld als wapens voor etnische zuiveringen en genocide…”.

 

Moeder Aarde

Door de bergen van Sarajevo reist Lamb naar de stad Tuzla waar ze de leidinggevende forensisch antropoloog Dragana Vučetić spreekt. Ook wel ‘de Bottenvrouw’ genaamd. Zij probeert de lichaamsresten die uit de overal verspreide massagraven tevoorschijn komen te identificeren. In Sebrenica ontmoet Lamb dr. Branka Antić-Štauber die de organisatie Snaga Žene oftewel ‘girlpower’, een hulpverleningsproject voor vrouwelijke oorlogsslachtoffers leidt: “… We hebben verschillende vormen van therapie geprobeerd, maar na vijf jaar was er nog geen vooruitgang, alles was donker…”. Dan beginnen de vrouwen met tuintherapie: rozen kweken. Dat verandert alles: “… toen de struiken groot waren, knipten ze de rozen niet af. Ze vertelden me dat ze koffie zaten te drinken en genoten van de schoonheid en de geuren in hun tuinen!...”. Wroeten in de aarde is een natuurlijke manier van genezen: alsof moeder Aarde beschadigde vrouwen roept. Ze vertelt over de fysieke klachten die overlevenden ontwikkelen: “… Sommigen hebben baarmoederhalskanker gekregen, velen hebben een schildklierstoornis omdat de schildklier het stressgevoeligste orgaan is, en ze hebben een laag insulinegehalte, wat diabetes in de hand werkt…”. Sommige meisjes menstrueren na een verkrachting nooit meer: “… Door de stress stijgt de hormoonspiegel naar een abnormaal niveau, en alles houdt dan op omdat de adrenaline en het cortisol die dan vrijkomen al het andere blokkeren…”. Branka over verkrachtingstrauma: “… Het is onmogelijk om hier voorgoed van te genezen, maar het helpt om er zo snel mogelijk over te praten en het verhaal te delen met iemand die meeleeft. Wat hun genezing beslist helpt, heb ik gemerkt, is wanneer daders worden gestraft, want dat geeft het slachtoffer de officiële erkenning dat wat haar is overkomen niet haar fout was en dat ze onschuldig is…”.

 

Het Rode Leger, Dwaze Moeders en Troostmeisjes

Lamb staat stil bij het Rode Leger dat tijdens de Tweede Wereldoorlog honderdduizenden vrouwen molesteerde toen het zich een weg naar de Duitse hoofdstad vocht: “… Maar liefst een op de drie vrouwen in Berlijn werd verkracht, naar schatting honderdduizend,’ en ‘tenminste twee miljoen’ in totaal volgens historicus Antony Beevor, die het ‘het grootste fenomeen van massaverkrachting in de geschiedenis’ noemde…”. Niemand bood excuus aan. Niemand werd vervolgd. Toen het anonieme “Eine Frau in Berlin” in 1953 uitkwam, werd het weggehoond en uit de handel genomen. Pas na de openbaringen van Antony Beevor kwam er een herdruk, in 2003, en werd het een bestseller. Verder vertelt Lamb het verhaal van de ‘Dwaze Moeders’ in Argentinië, waar tijdens de zeven jaar van militaire dictatuur, de zogenoemde ‘Vuile Oorlog’ van 1976 tot 1983, volgens de officiële bronnen dertienduizend, volgens mensenrechtenorganisaties dertigduizend, Argentijnse mannen en vrouwen ‘verdwenen’. In de nieuwe democratie werd de zoektocht naar vermisten door moeders en grootmoeders een heroïsch symbool van verzet, maar de waarheid over vrouwen die gedwongen werden met hun folteraars te slapen, een taboe. In Manilla ontmoet Lamb de ‘troostmeisjes’ dan wel ‘Lola’s’ (een koosnaam voor ‘grootmoeder’), Narcisa Claveria en Estelita Dy, beiden tegen de negentig. Ze strijden nog steeds voor erkenning en gerechtigheid.”… Naar schatting tweehonderdduizend meisjes en vrouwen in Azië zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog door Japanse soldaten tot seksuele slavernij gedwongen. De meesten kwamen uit Zuid-Korea, maar ze kwamen ook uit andere door Japan bezette landen, waaronder China, Malakka, Birma (Myanmar), Nederlands-Indië (Indonesië) en de Filipijnen, en een kleiner aantal was van Europese afkomst. Het was een officieel systeem, dat ironisch genoeg was bedacht om de internationale verontwaardiging te sussen over de massaverkrachtingen van Chinese vrouwen en meisjes in 1937 door het Japanse Keizerlijke Leger tijdens de aanval op Nanking in de Tweede Chinees-Japanse Oorlog…”.

 

De Wonderdokter

In de Democratische Republiek Congo (‘de verkrachtingshoofdstad van de wereld’) bezoekt Lamb het vrouwenziekenhuis in Bukavu, dat gynaecoloog dr. Denis Mukwege, ‘de Wonderdokter’ die de Nobelprijs voor de Vrede won, uit de grond stampte. De patiënten “… leden allemaal aan bekkenbodemverzakking of andere schade als gevolg van de bevalling, of ze waren slachtoffer van zulk extreem seksueel geweld dat hun genitaliën waren gescheurd en ze aan fistels leden – gaten in de sluitspier tot in de blaas of de endeldarm, met als gevolg het lekken van urine of feces of beide. In het ziekenhuis waren in de twintig jaar dat het bestond meer dan 55.000 slachtoffers van verkrachting behandeld. Dagelijks kwamen er vijf à zeven bij…”. En dat is nog maar het topje van de ijsberg, want veel vrouwen zoeken geen hulp omdat ze zich schamen voor wat hen is overkomen. Dr. Mukwege heeft meer slachtoffers van verkrachting behandeld dan wie ook ter wereld (en hij is ook nog eens predikant van een pinkstergemeente). Hij zit gevangen in zijn eigen ziekenhuis. Een leger bewakers moet hem beschermen tegen zijn vijanden. Een lid van het team chirurgen leidt Lamb rond. Op een onderzoekstafel zit een verkracht meisje van vier. Hij laat haar kennis maken met een slachtoffertje van zeven maanden. Het aantal misbruikte baby’s neemt alleen maar toe. Een verkrachte vrouw van zesentachtig (!) vertelt dat ze heeft gezien hoe een jong meisje werd gedwongen haar eigen kind op te eten. Er blijkt een sekte te bestaan die zich het ‘Leger van Jezus’ noemt, waarvan de militieleden denken dat ze bovennatuurlijke bescherming krijgen als ze baby’s en kleine kinderen verkrachten (in Nederland doen trouwens ook geruchten rond ritueel misbruik de ronde waarin hetzelfde wordt beweerd / zie mijn blog over “Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel” van Yvonne Keuls).

 

City of Joy

Rebellen verkrachten, nagenoeg straffeloos, alles wat ze tegen komen om mensen uit een gebied te jagen, zodat zij de delfstoffen kunnen ontginnen. Het is een economische oorlog om de bevolking te terroriseren; en ‘wij’ zijn daar mede schuldig aan. Congo wordt stelselmatig geplunderd vanwege zijn goud, diamanten, koper, tin, en vooral kobalt, dat ‘wij’ nodig hebben voor de batterijen van ‘onze’ elektrische auto’s, mobieltjes en laptops, maar ook coltan – columbiet en tantaliet, waaruit tantaal komt dat noodzakelijk is voor de condensatoren ervan. Microsoft, Apple en IBM kunnen niet bestaan zonder conflictmineralen uit Congo. “… Met een klein beetje goede wil zou de internationale gemeenschap een eind kunnen maken aan deze oorlog. Maar die wil ontbreekt, want we hebben er allemaal belang bij dat het een puinhoop blijft in de DRC, zodat de multinationals coltan en goud enzovoort kunnen plunderen…”. Dr. Mukwege vertelt hoe er voor hem werd geapplaudiseerd in Oslo. Maar vervolgens gebeurde er niets. Onze elektrische auto’s zijn té belangrijk. Want de klimaatverandering en het milieu… Ondertussen worden de vrouwen in Congo vermoord en behandeld als beesten. Ze lijden verschrikkelijk. Een vriendin van dr. Mukwege, Christine Schuler Deschryver, heeft daarom in de buurt van het ziekenhuis een therapiecentrum voor verkrachte vrouwen opgezet: ‘City of Joy’. In de acht jaar sinds het werd geopend hebben al twaalfhonderdvierennegentig vrouwen de intensieve training van een half jaar gevolgd die er wordt gegeven. Het doel: pijn omzetten in kracht. De vrouwen krijgen een opleiding waardoor ze op eigen benen kunnen staan. Iedereen met een diploma vertrekt met een mobieltje, zodat ze altijd in contact kunnen blijven met het vrouwencentrum.

 

Het zwijgen doorbreken

Lambs boek is verre van compleet. Ze heeft het niet over de schokkende rapporten inzake seksueel misbruik door VN-soldaten. Of over de verkrachting van mannen in het Midden-Oosten en Afrika. In de gevangenissen van Assad wordt negentig procent van de Syrische mannen slachtoffer van seksueel geweld. In Afghanistan hebben heel wat politieagenten een voorliefde voor ‘theejongens’, een eufemistisch woord voor kleine jongetjes die hun hele leven worden misbruikt. De verkrachtingen tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog, de Vietnamoorlog en de Spaanse Burgeroorlog (zie “Voor wie de klok luidt” van Ernest Hemingway) worden slechts aangestipt. Om maar te zwijgen over Nederlands-Indië en de Rode Khmer. Zijn alle mannen onder de juiste omstandigheden in staat tot moorddadig gedrag en seksueel geweld (zie wat Anjet Daanje daarover schrijft in “De herinnerde soldaat” )? Niemand die het weet. Veel heeft te maken met het al dan niet aanwezige culturele respect voor vrouwen. Hoe voeden we jongens op? Volgens socioloog Bas van Stokkom worden daders niet geboren, maar gemaakt (Telegraaf; 17.11.21).  In de Tweede Wereldoorlog bleken Britse soldaten veel minder geneigd tot seksueel geweld dan Russische soldaten. Wat helpt om het moreel op te vijzelen is de aanwezigheid van vrouwen in legers en justitiële apparaten: het is opmerkelijk dat in het Israëlisch-Palestijnse conflict nooit sprake van verkrachting is geweest. Lamb wijst op het werk van de over de hele wereld bekende hollywoodster Angelina Jolie die het opneemt voor vrouwenrechten, en de indrukwekkende kunstprojecten die de aandacht vragen voor het leed dat vrouwen overal ter wereld wordt aangedaan. “Heroinat”, een oorlogsmonument in Pristina, dat een vrouwengezicht voorstelt dat bestaat uit twintigduizend spelden, één voor elk slachtoffer. “Thinking of You” van Alketa Xhafa Mripa: een voetbalveld met duizenden frisgewassen jurken aan waslijnen als symbool voor de geschonden vrouwen.  Lamb: “… Wil er een eind komen aan de straffeloosheid van verkrachters, dan moet er een eind komen aan de stilte…”. Vrouwenrechtenactiviste en VN-ambtenaar Pramila Patten: “… Verkrachting is het enige misdrijf waarna de kans dat de samenleving het slachtoffer stigmatiseert groter is dan dat ze de dader bestraft…”. Lamb: “… Zolang wij blijven zwijgen, zijn we medeplichtig aan de bewering dat dit acceptabel is…”.

 

Uitgave: Ambo/Anthos 2021, vertaling Catalien van Paassen, 432 blz., ISBN 978 902 634 266 0, 25,99

Rechtstreeks bestellen: klik hier