Menu

dinsdag 18 oktober 2011

Meisjes te koop – Iana Matei


Ondertitel: Mijn strijd tegen vrouwenhandel

Terwijl ik met dit boek bezig was, las ik in de krant dat de Nobelpijs voor de Vrede dit jaar is gewonnen door drie geweldige vrouwen: Tawakul Karman (Jemenitisch mensenrechtenactiviste), Ellen Johson Sirleaf (eerste en enige vrouwelijke president van Afrika) en Leymah Roberta Gwobee (directeur Women Peace and Security Network Africa), vanwege hun geweldloze inzet voor de vrijheid van vrouwen.


Ik citeer een rijtje knelpunten waar vrouwen van over de hele wereld onder lijden, uit het ND van 8 oktober:
• Huiselijk geweld: In Nederland overlijdt ten minste één vrouw per week aan de gevolgen van huiselijk geweld.
• Seksueel misbruik: Een op de drie vrouwen is wel eens aangerand of gedwongen tot seks.
• Uitbuiting: Zeventig procent van de mensen die moeten rondkomen van 1 dollar per dag is vrouw. Tachtig procent van alle vluchtelingen is vrouw. Veel culturen beschouwen meisjes als volkomen waardeloos vergeleken bij jongens.
• Huwelijksdwang: Gedwongen uithuwelijking treft 10 miljoen meisjes per jaar.
• Vrouwenhandel: In Europa worden honderdduizenden vrouwen jaarlijks als slavinnen verhandelt in de seksindustrie.
• Ongelijkheid: In Arabische landen als Saudi-Arabië en Jemen mogen vrouwen zich niet met de politiek bemoeien, worden ze achtergesteld in het familierecht, en telt hun getuigenis voor de rechtbank minder dan dat van een man.
• Selectieve abortus: Aborteren op geslacht komt vooral voor in het zuidwesten van Azië en China, wat tot een tekort aan vrouwen in Azië heeft geleid.
• Meisjesbesnijdenis: Elk jaar ondergaan zo’n 3 miljoen meisjes een vorm van besnijdenis wanneer zij tussen de zeven en twaalf jaar oud zijn, wat vaak tot genitale verminking leidt.
• Niet naar school: vijfhonderd miljoen vrouwen kunnen niet lezen en schrijven, en veel meisjes mogen geen onderwijs volgen (Afghanistan, Roma-meisjes).
• Autorijden: In Saudi-Arabië is autorijden voor vrouwen verboden (uit onderzoek blijkt trouwens dat ook in Nederland bij gezamenlijke ritten van man en vrouw, negen van de tien keer de man achter het stuur zit).

Mocht je geloven dat in 1863 de slavernij definitief is afgeschaft, dan heb je dat mis.
Undercover, en óók in Nederland, worden naar schatting 1,2 miljoen meisjes als seksslavin misbruikt. De handel in vrouwen en kinderen levert vandaag de dag meer op dan die in wapens of drugs!
Uit Roemenië komt de grootste seksaanvoer: “… Dikwijls nemen de pooiers niet eens de moeite om een appartement te huren: ze dwingen de (ontvoerde) meisjes te slapen in de bossen rondom, in tenten of schuilplaatsen van karton en laten hen werken achter de bosjes vlakbij…”.
Iana Matei (1960), een Roemeens psychologe, heeft hier een boekje over open gedaan: “… Aan al die meisjes die door de hel zijn gegaan wijd ik tegenwoordig mijn leven. Ik kan hen niet allemaal redden, maar als ik te hulp geroepen word, snel ik toe…”. Haar verhaal is schrijnend; maar moet wél verteld worden!
Ze heeft het in een autobiografische vorm gegoten, en schrijft zakelijk en vol vaart (met veel dank aan co-auteur Anne Berthod). Daardoor is het goed te lezen en ook weer niet zo onthutsend dat je er emotioneel al te zeer door van slag raakt (alhoewel je van dit soort verhalen best eens een nachtje wakker mag liggen – vind ik). Want: “… Ons probleem is ook het uwe. De Roemeense handelaren in mensenvlees rekruteren in ons land, maar exporteren hun ongelukkige koopwaar naar dat van jullie, het zijn jullie burgers die die handel voeden, en die die meisjes misbruiken, om het maar duidelijk te stellen…”.

Iana Matei groeit op onder het bewind van de communistische dictator Ceausescu. “… Er was geen enkele opening naar de buitenwereld…”, vertelt ze. Sarcastisch: “… Het enige wat telde was de persoonsverering van het genie uit de Karpaten…”.
Op school tellen alleen de bètavakken. Wat Iana wil is lezen, schrijven en tekenen. Dus is ze op zijn zachts gezegd niet gelukkig. Gedreven door haar liefde voor kunst kiest ze de studie van muurschilderingen. In Roemenië zijn er oude, te restaureren monumenten in overvloed. Ze trouwt met een collega en krijgt een zoontje, Stefan. Haar man is echter een alcoholist met een kwade dronk. Als het op een dag mis gaat met Stefan erbij, besluit ze van hem te scheiden.
Iana is politiek aktief, en als ze ziet dat er na de val van Ceausescu niets verandert, doet ze met een vijftigtal demonstranten mee aan een hongerstaking op het Piata Universitatii in Boekarest. Dat gaat maanden goed, tot de regering het plein op 13 juni 1990 schoonveegt. Er vallen doden. Net op tijd wordt Iana door medestanders een auto ingesleurd. Dan komt ze tot de schrikbarende ontdekking dat ze haar tas in haar tent heeft laten liggen. Daarin: haar identiteitspapieren. Ze kan niet meer naar huis.
Iana vlucht naar Joegoslavië, komt in een vluchtelingenkamp terecht, vecht net zolang tot ze haar zoontje weer bij zich heeft, en samen worden ze toegelaten in: Australië. Daar probeert Iana een nieuw bestaan op te bouwen. Alleen heeft dit land een geschiedenis van nog geen 200 jaar. Dat betekent dat er niet veel schilderingen zijn te vinden om te restaureren!
Een begeleidster adviseert haar terug te gaan naar de universiteit. Uit een beroepentest blijkt dat Iana een natuurlijke geschiktheid heeft voor menselijke contacten. Daarom kiest ze voor een studie psychologie, waarvoor ze ter afronding een scriptie schrijft over het probleem van straatkinderen. Daaruit groeit de stichting: ‘Reaching Out’. Als ze voor een vakantie terug gaat naar Roemenië ziet ze straatkinderen op plaatsen waar alle infrastructuur ontbreekt. ‘Reaching Out’ redt het wel zonder haar, besluit Iana, en gaat in Roemenië aan de slag. Al gauw kent de politie haar naam, en op een dag wordt ze gebeld, met de mededeling dat ze opgescheept zitten met drie hoertjes. Of zij zich over hen wil ontfermen. Zo komt Iana voor het eerst oog in oog te staan met drie minderjarige meisjes die zijn verkocht om te dienen als seksslavin. Niemand die ooit van het probleem heeft gehoord. Sterker nog: niemand die eigenlijk kan geloven dat dit soort dingen bestaan.
Een heilige verontwaardiging breekt los in Iana. Ze wordt het onvermoeibaar kloppende hart van een opvanghuis, waar ze met de getraumatiseerde meisjes vaak heel wat te stellen heeft. Ondanks alles zijn het ook gewoon “… pubers die meestal maar één ding willen: precies het omgekeerde van wat ik wil…”. Inmiddels heeft ze in tien jaar tijd meer dan 400 meisjes uit de klauwen van diverse mensenhandelaars gered. Iana is niet bang. Ze kidnapt de meisjes terug, staat ze bij in rechtszaken tegen hun pooiers en steunt ze bij terugkeer naar school en in de maatschappij.
Om represailles van mensenhandelaars te voorkomen probeert ze met haar opvanghuis zoveel mogelijk in de luwte te blijven. Ze veegt de vloer aan met sensatiejournalistiek: focus op de daders, niet op de slachtoffers. Het is zo vernederend om met al je ellende in de onbarmhartige schijnwerpers van de media te staan...

Iana Matei groeide uit tot dé expert op het gebied van mensenhandel in Oost-Europa en adviseerde onder meer de Verenigde naties en de Amerikaanse regering.
In 2010 werd ze door Reader’s Digest uitgeroepen tot ‘Europeaan van het jaar’, in 2006 kreeg zij de eretitel ‘Held van het jaar’ van de regering van de VS, en zij is winnaar van de Abolitionist Award uitgereikt door het Britse Hogerhuis.
Ze is begonnen aan de bouw van een hotel in de prachtige Karpaten (het land van Dracula), om daaruit het almaar uitbreidende opvangwerk te bekostigen. Maar het geld is op. Als je dit boek koopt, help je Iana Matei in haar strijd tegen mensenhandel.

Uit het ND van maandag 17 oktober 2011:
“… Tijdens het onderzoek voor zijn geruchtmakende boek over moderne slavernij, ‘A Crime So Monstrous’ (2008), deed de Amerikaanse journalist Benjamin Skinner naar eigen zeggen een opvallende ontdekking over Nederland. ‘De mentaliteit daar is dat het de overheid niets aangaat wat er in de slaapkamer gebeurt. Zolang jij er geen last van hebt, heb je je niet te bemoeien met wat de buurman uitvreet.’ Na al zijn reizen over de wereld was Skinner hogelijk verbaasd. Wisten Nederlanders dan niet dat seksueel geweld en mensenhandel hand in hand gaan? En dat zich onder hun ogen toestanden afspelen waarbij die in sommige derde wereldlanden
verbleken? …”.

Toch is een kentering zichtbaar. Vorige week kwam op televisie vaak de schrijfster Maria Genova voorbij, van wie deze maand haar boek, “Vrouwen te koop” (zowaar een lichte variatie op “Meisjes te koop”), verscheen. Zij heeft drie jaar onderzoek gedaan in de Nederlandse seksbranche: “… Ik wist niet dat het een wereld was waarin zoveel dwang en criminaliteit voorkomt. Volgens het Openbaar Ministerie wordt zestig tot tachtig procent van de meiden gedwongen te werken, of moet hun geld aan de pooier afstaan. Ik weet wat de werkelijkheid is achter de zogenaamde glimlach achter de ramen…”.
Bij Pauw & Witteman zei ze: “… Als er in Nederland bij wijze van spreke giftige koekjes worden verkocht, is het huis te klein; maar dat er honderden vrouwenlevens worden geruïneerd, kan niemand wat schelen…”.

Nog een lichtend licht in deze beweging is de Amsterdamse PvdA-wethouder Lodewijk Asscher die, sinds hij in aanraking kwam met zijn stads- en partijgenoot, de ex-prostituee Karina Schaapman, geldt als iemand die er alles aan doet om een bres te slaan in het kwaad van de gedwongen prostitutie. Wederom het ND van 17-10 bij monde van Koert van Bekkum:
“… Steeds weer hekelt Asscher de ‘zwijgafspraak’ in Nederland om het niet te hebben over de gruwelen van de peeskamer. De realiteit is dat verreweg de meeste prostituees slachtoffer zijn van intimidatie, mishandeling, verkrachting of zelfs mensenhandel. Wie de moderne prostitutie verdedigt, maakt zich schuldig aan ‘morele lafheid’ en ‘comfortfeminisme’ vindt Asscher. Vandaar dat hij panden opkoopt, ramen sluit, uitstapprogramma’s subsidieert, en van harte hoopt dat de Eerste Kamer binnenkort akkoord gaat met een nieuwe prostitutiewet, waarin de ergste gaten van die uit 2001 worden gedicht…
‘Als ChristenUnie en SGP de heer Asscher nu maar niet al te luidruchtig omhelzen, dan wordt er in z’n eigen politieke kringen hopelijk geluisterd’, twitterde vrijdag een voormalig voorlichter op het Binnenhof. En zo is het. Na zes jaar strijd geldt Asscher weliswaar niet meer als de ‘grote verpreutser’. In de PvdA-bolwerken Groningen, Leeuwarden en Utrecht vindt hij zelfs navolging. Maar van een echte mentaliteitsverandering, zoals in de Scandinavische landen na het aanpakken van de ‘klant’ door het betalen voor seks strafbaar te stellen, is nog geen sprake. Al stemt het laatste voorbeeld wel hoopvol: laat de aanpak van de moderne slavernij doorgaan, misschien komt er uiteindelijk toch een kentering in de moraal…”.

Iana Matei schrijft in “Meisjes te koop” dat er eigenlijk geen goede oplossingen bestaan. Alle oplossingen hebben vervelende konsekwenties en gevolgen. Je kunt betaald hoerenlopen strafbaar stellen, maar dan verdwijnt het in de onderwereld, zijn de prostituees nóg meer chanteerbaarder en heb je er helemaal geen greep meer op. Zij pleit voor een keiharde aanpak van de mensenhandelaren zelf (... Een fatalistische Deense politieman uit haar boek: "Zo gaat dat. Een jaar als je een vrouw verhandelt, tien jaar als je geld steelt van de regering..."). Alleen als die levenslang, en wat haar betreft, voor ‘altijd en eeuwig’ achter de tralies gaan, zal dat misschien rust brengen in de sector.

Toevallig is het deze week de "Week van de moderne slavernij". Woensdag 19 oktober zendt de VPRO om 23.45 u. op Ned.2 de indrukwekkende documantaire "Import: Fatale Beloften" uit, waarin de hedendaagse mensenhandel een gezicht krijgt.
Laten we vooral niet ‘wegkijken’. Een beetje verontwaardiging is echt op zijn plaats. En niet alleen deze week!

Uitgave: Van Gennep - 2011

Geen opmerkingen :

Een reactie posten