dinsdag 7 juni 2011
Ego’s en andere ongemakken – Roos Vonk
Ondertitel: "Psychologie van alledaagse menselijke eigenaardigheden".
Afgelopen zaterdagochtend hoorde ik bij de Tros-Nieuwsshow op Radio 1 (even reclame maken; want dat is echt een leuk programma gemaakt door Mieke Verweij en Peter de Bie met een boekenrubriek geleidt door om-de-beurt Arie Storm (Het Parool), Pieter Steinz (NRC) en de altijd weergaloze Ingrid Hoogervorst) een interview met hoogleraar Sociale Psychologie Roos Vonk (1960) van de Radbouduniversiteit in Nijmegen over haar nieuwe boek: “Menselijke gebreken voor gevorderden”.
Roos Vonk. Nooit van gehoord, maar als ze net zo schreef als ze praatte, dan moest het wel een pakkend boek zijn. Ze raadde aan eerst “Ego’s en andere ongemakken” te lezen, omdat “Menselijke gebreken” daar min of meer een vervolg op is. Dat heb ik gedaan; en inderdaad, op iedere bladzij wordt met spetterend plezier de ontnuchterende waarheid over ons alledaagse bestaan uit de doeken gedaan. Dacht ik b.v. altijd stiekem dat ik eigenlijk best wel een beetje beter, en slimmer, en aardiger, en handiger, en mooier was dan de rest van de mensheid; vertelt Vonk helaas dat ik precies zo ben als ieder ander! (Wees eerlijk: jij dacht waarschijnlijk hetzelfde… Dat komt doordat je je eigen rooskleurige verdraaiingen niet kent, want die worden via onbewuste processen geproduceerd door het psychologisch immuunsysteem). Volgens Vonk leef je met een klein beetje meer zelfinzicht een heel stuk prettiger, dus: lezen dit boek.
‘Ego’s en andere ongemakken’ bestaat uit 67 stukjes die ooit als columns werden geplaatst in Psychologie Magazine en Intermediair. De leukste zaken zal ik er even uitlichten.
Roos Vonk deed onderzoek naar het fenomeen ‘slijmen’. Wat blijkt: mensen herkennen slijmgedrag tegenover iemand anders direct, maar tegenover zichzelf juist helemaal niet. “… Ik moet de eerste leidinggevende nog tegenkomen die zegt: ‘Heerlijk als iemand tegen me slijmt; een goeie slijmbal zal ik graag vooruit helpen!’ Toch werkt het zo… Zelfs toen ik dit door mijn onderzoek allemaal wist, vond ik het toch heel fijn toen ik op een Amerikaans congres werd aangesproken door een carrièrejager die zei: ‘I love love LOVE your work!’…”. Nog gekker: ook de slijmbal is zich totaal niet bewust van zijn eigen trucs. “… Alleen de tandenknarsende collega’s van de slijmerd hebben in de gaten wat er gebeurt. De collega komt hogerop en het ego van de baas wordt lekker opgepept. Het is een samenzwering waarin beide partijen zich onwetend houden van wat er werkelijk aan de hand is, en nog lang en gelukkig leven…”. Ik zou zeggen: doe er vooral je voordeel mee – slijm tegen de klippen op.
Nog zoiets opmerkelijks: wij, westerlingen, zijn gewend om te praten over dingen die fout gaan. Door het te bespreken hopen we ze op te lossen: gooi het in de groep. Maar als je een probleem de deur uit wilt werken, kun je het, door er aandacht aan te besteden, juist ook verergeren. Zoals de boeddhisten al heel lang weten: energie volgt aandacht. “… Als we zouden accepteren dat ‘shit happens’- dat de wereld en wijzelf niet volmaakt zijn – houden we opeens verbluffend veel energie over die we kunnen besteden aan iets dat de moeite waard is om te versterken…”.
Mensen apen elkaar onbewust na. Iedereen weet dat als er in een groep mensen iemand gaat hoesten of gapen, geheid anderen volgen. Zo imiteren we in een gesprek ook vanzelf elkaars gezichtsuitdrukking. Dat heeft zijn functie: de imitator begrijpt de ander beter, de ander heeft zelf ook het idee dat ie beter begrepen wordt, de interactie verloopt soepeler en zo vinden we elkaar steeds aardiger. Wat heb je aan kennis over imitatie? “… Behalve dat het gewoon leuk is – als je erop gaat letten zie je er de hele dag voorbeelden van – kun je er je voordeel mee doen. Dat doen mensen veel te weinig. Ze doen automatisch opschepperige collega’s na, waardoor ze in een spiraal van egoblaat terecht komen; ze doen nors tegen een norse buurman die weer nors terugdoet en hun humeur verpest; en in onderhandelingen beantwoorden ze hardheid en onbuigzaamheid met dito gedrag, waardoor de zaak vastloopt. Als je de primitieve principes die aan dit imitatiegedrag ten grondslag liggen, kunt overwinnen, dan kun je het gedrag van anderen sturen, immers: de ander gaat jou nadoen. Bewonder je opschepperige collega, wees lief voor je buurman en mild voor je baas. Je geeft ze dan iets wat ze van anderen nooit krijgen! Zo maak je in één klap je collega bescheiden, je buurman vriendelijk en je baas buigzaam…”.
Eigenbelang of collectief belang. “… Een schrijnend voorbeeld is onze totaal uit de hand gelopen bio-industrie, die elke vleeseter in stand helpt houden. Ik hoor vleeseters wel eens zeggen dat vlees ‘gewoon lekker’ en ‘heel natuurlijk’ is, maar ik denk dat geen zinnig mens die weet wat aan zijn stukje vlees voorafgaat, dit serieus kan menen. Tachtig procent van het landbouwareaal in de wereld wordt gebruikt voor veehouderij en de helft van de wereldgraanvoorziening gaat op aan ons vee, dat het goeddeels omzet in poep die bossen, bodem en grondwater vervuilt. De uitstoot aan CO2 en (nog schadelijker) CH4 van de bio-industrie is zo hoog dat we in één klap alle klimaatdoelstellingen voor particulieren halen als we allemaal slechts één dag geen vlees zouden eten. Als dát niet een uitweg is uit het sociale dilemma dat klimaatverandering heet! – het sociale dilemma dat we met z’n allen creëren door ‘lekker’, ‘makkelijk’ en ‘goedkoop’ te laten prevaleren boven de derde wereld, het milieu en dierenwelzijn. Met die afweging hoor je bij de mega-free riders (free riders = psych. jargon voor mensen die misbruik maken van anderen) van de wereld – in gezelschap van vele andere uitvreters die hun belang ook zo belangrijk vinden. Laat dat maar een troost zijn…”.
Ahum...
Wat nooit verveelt en altijd leuk blijft: het eeuwige dilemma tussen man en vrouw.
“… Een goede vriendin had ooit een affaire met mijn collega. Na hun date belde ik meteen. ‘Maar, Roos,’ voegde ze me na haar uitgebreide verslag toe, ‘jij weet van niks. Hij zei na afloop dat jij het niet mag weten.’ Natuurlijk durfde ze hem niet te zeggen dat ik het allang wist.
Maar hoe kon hij eigenlijk denken dat ze zijn avances niet allang met mij besproken had? Wat denkt zo’n man waar vrouwen met elkaar over praten? Hij heeft geen idee, en dat is misschien maar goed ook. Vrouwen praten over ALLES. Ze praten ook meer dan mannen. Het moet gezegd: dat komt deels door overbodige woorden. Vrouwen gebruiken veel zwerfwoorden zoals ‘eigenlijk’, ‘een beetje’, ‘in zekere zin’, en ‘zou je misschien even…’. Maar ze praten ook vaak over niks, net zo makkelijk. Dan praten ze maar wat, omdat dat hun manier is om in relatie te zijn. Dat werkt mannen op de zenuwen: waar gáát het over, wees eens een keertje stil! Mannen zijn minder bezig met het smeden van een sociale band. Ze willen eigenlijk het liefst met rust gelaten worden. Samen winkelen vinden ze buitengewoon stressvol en ‘samen dingen doen’ een bezoeking.
Mannen praten stelliger. Zijn kernachtiger, ze zeggen wat ze te melden hebben. Maar ze hebben ook minder gedachten dan vrouwen, dus ze hebben domweg minder te zeggen. Het is stiller in hun hoofd. Als wij een man vragen ‘Waar denk je aan?’en hij zegt ‘Aan niks’, dan denken wij ‘ja ja’ (en slaan aan het fantaseren over waar hij werkelijk aan dacht). Aan niks denken, dat kan helemaal niet! Maar mannen kunnen dat wel.
Mannen zijn in feite meditatiever ingesteld dan vrouwen. In ons hoofd is het een enorm gekwebbel. We willen ook altijd multi-taskend onszelf nuttig maken. Een man kan gewoon water opzetten en voor zich uit kijken tot het kookt. Volledig in vrede met de wereld zoals die is. Vrouwen niet, die maken zich met van alles nuttig in die drie minuten. Die regelen en redderen en trekken eraan om het beter te maken. Vooral aan de man. ‘Sta daar niet zo, dóe eens wat!’ (Vandaar de uitspraak: ‘Een vrouw trouwt met een man en hoopt dat hij verandert, en dat doet hij niet. Een man trouwt met een vrouw en hoopt dat ze niet verandert, en dat doet ze wel.’)
Vrouwen volgen allerlei spirituele trainingen om hun hoofd leeg te maken en in het hier-en-nu te zijn, en meer accepterend te worden. Dus om net zo te worden als mannen, eigenlijk, een beetje, in zekere zin…”.
Last but not least: het spotlight-effect. Je kunt je ontspannen. Al je beperkingen, je genante vertoningen, je missers en knoeiers: niemand behalve jijzelf heeft ze in de gaten.
“… Het goede nieuws is: relax! Stommiteiten, gemiste vergaderingen, kapsels die niet willen zitten, wat het ook is waar je je druk om maakt: andere mensen merken het helemaal niet op. Morgen is er weer een dag en dan is iedereen het vergeten. Het slechte nieuws is: de wereld is niet met je bezig. In de woorden van Roger Rosenblatt (Rules for aging): ‘I promise you: Nobody is thinking about you. They are thinking about themselves – just like you.’...". Ha-ha.
Uitgave: Scriptum Psychologie - 2009
Abonneren op:
Reacties posten
(
Atom
)
Geen opmerkingen :
Een reactie posten