Menu

zondag 18 mei 2025

Generatie Angsstoornis – Jonathan Haidt

 


Subtitel: wat sociale media met onze kinderen doen

 

“… Zoveel is zeker…”, schrijft Jorge Luis Borges speels in “De geschiedenis van de eeuwigheid en andere essays”, “… dat iedere schrijver zijn voorlopers creëert…”. Dat geldt zeker voor de Amerikaanse sociaal-psycholoog Jonathan Haidt (1963), wiens visie op sociale media zoals verwoordt in zijn bestseller “Generatie Angststoornis” direct herkenbaar is in “Fahrenheit 451” (zie mijn vorige blog). Hij schreef een vlammend betoog waarin hij waarschuwt voor de negatieve invloed die het doorlopend koekeloeren op schermen heeft voor met name kinderen. Als je wordt geleefd door je smartphone, wie ben je dan zélf nog… Ik was verrast toen ik las dat er inmiddels een tegenbeweging onder Generatie Z op gang is gekomen die wel klaar is met de dwang van Big Tech, het heft in eigen hand neemt, en zich behelpt met oude Nokia’s waarmee je enkel kunt bellen en sms’en.  Terwijl ik zijn boek aan het lezen was publiceerde “De ongelooflijke podcast” een aflevering met Jonathan Haidt: zie hier.

 

Machteloze ouders

De meeste ouders die Haidt spreekt, voelen zich machteloos en zijn bezorgd omdat er iets abnormaals met hun kinderen aan de hand is: ze missen van alles omdat ze hun tijd doorbrengen op internet. “… Sommige ouders hebben het gevoel dat ze hun kind zijn kwijtgeraakt…”. Een moeder vertelt over het constante gevecht dat ze levert  met haar veertienjarige dochter die zelfs dreigt zichzelf van het leven te beroven als ze niet op Instagram mag: “… Ze ging iedere zomer zes weken naar een zomerkamp waar geen telefoons waren toegestaan – geen enkele vorm van elektronica. Telkens als we haar van dat kamp ophaalden, was ze haar normale zelf. Maar zodra ze haar telefoon weer begon te gebruiken, keerde diezelfde strijd en somberheid terug. Vorig jaar heb ik haar telefoon twee maanden afgepakt en haar een klaptelefoon gegeven en opnieuw werd ze weer haar normale zelf…”. Wanneer het jongens betreft, gaan zulk soort verhalen meestal over videogames en porno. De ouders van een licht autistische puber over zijn gedragsverandering: “… Al snel kwam alle depressie, woede en luiheid naar buiten. Hij begon tegen ons te snauwen…”. Toen ze besloten zijn apparaten de deur uit te doen, begon hij ontwenningsverschijnselen te vertonen: prikkelbaarheid, agressie en zich terug trekken op zijn kamer. Hij heeft alleen vrienden met wie hij online communiceert. Moeten ze hem veroordelen tot sociaal isolement? 

 

Nieuwe bedrading

In de jaren 2010-2015, die Haidt de periode van de ‘Great Rewiring’, de ‘nieuwe bedrading’ noemt, verslechterde de mentale gezondheid onder de adolescenten van Gen Z plotseling dramatisch. Angst en depressie komen sindsdien twee en een half keer vaker voor dan daarvoor. Jonge tienermeisjes worden harder getroffen dan welke groep ook. “… Uit een onderzoek uit 2023 onder Amerikaanse studenten bleek dat 37 procent aangaf zich ‘altijd’ of ‘meestal’ angstig te voelen, terwijl nog eens 31 procent zich ‘ongeveer de helft van de tijd’ zo voelde. Dit betekent dat slechts een derde van de studenten aangaf minder dan de helft van de tijd of nooit angst te voelen…”. Het is belangrijk te beseffen dat we zijn afgestemd op sociale gevaren, zoals gemeden worden of te schande worden gemaakt, omdat onze overleving ooit afhing van het vormen van sterke sociale groepen. “… Mensen – en met name adolescenten – maken zich vaak meer zorgen over de dreiging van een ‘sociale dood’ dan van een fysieke dood…”. De kans op depressie neemt toe naarmate we sociaal geïsoleerd raken of ons eenzaam en nutteloos voelen. Mensen worden niet depressief als ze met échte rampen (oorlog, terrorisme, klimaatverandering) worden geconfronteerd: “… Collectieve angst kan mensen samenbinden en motiveren om actie te ondernemen…”. Degenen die betrokken zijn bij ‘daadwerkelijk’ politiek activisme blijken juist gelukkiger en energieker dan gemiddeld. Het zijn de emotionele pósts, op sociale media (bijvoorbeeld over een wereld die op instorten staat), waar jonge mensen aan onderdoor gaan. Ze werken besmettelijk. Het aantal zelfbeschadigingen onder jonge adolescente meisjes (10-14 jaar) die in het ziekenhuis terecht kwamen verdrievoudigde  bijna tussen 2010 en 2020. Het aantal oudere meisjes (15-19 jaar) verdubbelde. Van 2010 tot 2021 steeg het percentage suïcides onder jonge meisjes met 167 procent.

 

Voor altijd elders

In de jaren 2012 en 2013 hadden smartphones de meeste huishoudens bereikt, waardoor tieners voortdurend online konden zijn. “… Dat is het moment waarop de geestelijke gezondheid van meisjes dramatisch kelderde, en die van jongens op ingrijpende wijze veranderde door meerdere en niet altijd even duidelijke factoren…”. In 2015 bleken tieners gemiddeld zeven uur per dag te besteden aan schermmedia. Een op de vier gaf aan ‘bijna altijd’ online te zijn. In 2022 was dat aantal verdubbeld tot 46 procent. Een en ander lijkt een verklaring voor de plotselinge inzinking van de geestelijke gezondheid onder adolescenten. Ook als Gen Z iets lijkt te doen in de echte wereld, kan hun aandacht nog altijd uitgaan naar het in de gaten houden en piekeren over de toestand in het sociale metaversum. Zij zijn ‘voor altijd elders’. Dat betekent een diepgaande transformatie van het menselijk bewustzijn en van menselijke relaties. Het markeert het definitieve einde van de ‘spelgerichte kindertijd’ en de geboorte van de ‘schermgerichte kindertijd’. Vanaf 2012 kon iedereen selfies maken en vergeleken tienermeisjes zich constant met elkaar. De daaropvolgende jaren kwamen ook nog de ‘filters’ op: “… het beeld dat meisjes van zichzelf in de spiegel zagen, werd steeds minder aantrekkelijk in vergelijking met wat ze op de telefoon zagen…”.  Terwijl het sociale leven van meisjes zich verplaatste naar sociale media drongen jongens steeds dieper door tot de virtuele wereld, via online multiplayer-videogames, YouTube, Reddit en hardcoreporno. Een en ander maakte dat velen hun vermogen verloren om volledig aanwezig te zijn bij de mensen om hen heen. Het leven met zijn sociale patronen, rolmodellen, emoties, fysieke activiteiten en zelfs slaappatronen veranderde in de loop van slechts vijf jaar fundamenteel. Gen Z is de eerste generatie die hun pubertijd doorbrengt in de virtuele wereld. In het hele Westen vinden scholieren met een smartphone het inmiddels moeilijker om contact te maken met hun medeleerlingen. Haidt heeft het over “… het grootste ongecontroleerde experiment dat de mensheid ooit met haar eigen kinderen heeft uitgevoerd…”: alsof we ze naar Mars sturen…

 

Leven na de ‘Great Rewiring’

Na de ‘Great Rewiring’ besteden de adolescenten het grootste deel van hun tijd aan interactie via hun smartphone, het consumeren van content van zowel vreemden als vrienden, het spelen van mobiele games, het bekijken van video’s en het posten van berichten op sociale media. Rond 2015 hadden adolescenten steeds minder persoonlijke ontmoetingen. Dat betekent biologisch, psychologische en cultureel een radicale verandering. Het weerhoudt kinderen van dingen die nodig zijn om een gezonde, gelukkige, competente en succesvolle volwassene te worden, volgens Haidt. In de late kindertijd zijn onze hersenen druk bezig met het maken van nieuwe verbindingen: “… Terwijl kinderen op zoek gaan naar ervaringen en allerlei nieuwe vaardigheden oefenen, sterven neuronen en synapsen af die weinig worden gebruikt, terwijl frequent gebruikte verbindingen juist sterker en sneller worden…”. Drie sterke innerlijke motivaties zijn hierbij leidend: de drang tot vrij spel, de drang tot onderlinge afstemming en de drang tot sociaal leren. In de virtuele wereld kunnen kinderen niet langer goed profiteren van deze psychologische kracht.

 

Ervaring

Intensief, vaak en vrij spelen zorgt voor nieuwe bedrading van het brein. Wanneer jonge zoogdieren niet kunnen spelen, blijven ze sociaal, cognitief en emotioneel onderontwikkeld. Spelenderwijs pikken kinderen de sociale vaardigheden op om zich in de volwassen wereld staande te houden: “… Fysiek spel, buiten en met andere kinderen van verschillende leeftijden, is de gezondste, meest natuurlijke en meest nuttige vorm van spelen. Spelen met een bepaalde mate van fysiek risico is essentieel omdat het kinderen leert hoe ze voor zichzelf en voor elkaar moeten zorgen…”. Niet ‘informatie’, maar ‘ervaring’ is de sleutel tot emotionele ontwikkeling. Kinderen zijn goed in spelen omdat ze van nature bij anderen willen horen en het plezier van de groep niet willen bederven. Zie hoe lachende en kirrende baby's nog voor ze kunnen praten of lopen hun ouders al in spelletjes met gedeelde emoties betrekken. Zo ontstaat wederzijds vertrouwen. ‘Hechting’. Op deze manier leren kinderen als vanzelf de gezichtsuitdrukkingen en emoties van anderen te lezen en zich op hun omgeving af te stemmen: de basis voor latere emotionele zelfregulatie. Schermen kunnen deze essentiële face-to-face-interacties verstoren. Gen Z heeft lichaamstaal ingeruild voor emoji’s. Schermen zijn ‘ervaringsblokkers’. Kinderen worden gepusht hun eigen ‘merkmanager’ te worden. De chronische sociale vergelijkingscultuur is immens schadelijk omdat de eisen die ze stelt totaal onhaalbaar zijn: je bent per definitie een loser.

 

Sociale elektriciteit

Ook het samen dezelfde dingen doen, bevordert een gevoel van gemeenschap en erbij horen. Zie de oeroude rituelen onder inheemse volken die antropologen beschrijven, waardoor een soort ‘sociale elektriciteit’ ontstaat. In 2014 was bijna een derde van de tienermeisjes meer dan twíntig uur per week actief op sociale media. In hun eentje. Dat is de helft van een (vaak ook nog eens volkomen vreugdeloze) fulltimebaan. Socialemediaplatforms zijn de meest efficiënte conformiteitsbevorderaars ooit. Ze kapen het kopieergedrag van tieners. Terwijl ouders jarenlang tevergeefs worstelen om hun kinderen rechtop te laten zitten of te laten stoppen met zeuren, lukt de mentale modellen op sociale media dit moeiteloos binnen een paar uur. Meestal gaat het om influencers van twijfelachtig allooi. ‘Likes’ stoelen op een vorm van prestige die niets meer te maken heeft met excellentie in de echte wereld. Het gaat er niet om dat je iets belangrijks hebt gedaan, maar om hoe vaak je ‘gezien’ wordt. De leeftijdsgroep 10-15 jaar is de gevoeligste periode voor beschadiging door sociale media: “… De lessen die in deze jaren worden geleerd en de identiteiten die worden gevormd, zullen waarschijnlijk beter worden ‘ingeprent’ of blijven hangen dan gedrag dat is aangeleerd op andere leeftijden…”.

 

Vogelvrij

Volgens Haidt kiezen ouders voor de verkeerde veiligheidsmaatregelen inzake hun kroost. Goedbedoelende ouders die hun kinderen in een bubbel van tevredenheid trachten op te voeden, schaden hun ontwikkeling en blokkeren hun (psychologische) immuunsysteem: het vermogen om met frustratie, ongelukjes, plagen, uitsluiting, onrechtvaardigheid en normale conflicten te dealen. Online zijn kinderen echter vogelvrij. De vangrails ontbreken ten ene male in het Wilde Westen van de virtuele wereld: dáár zitten tegenwoordig de kinderlokkers. Een meisje van tien vertelt dat ze online porno keek terwijl haar helikopterouder in de kamer ernaast zorgde dat ze dagelijks negen verschillende soorten groenten en fruit at. In 2018 werd er een recordaantal van 45 miljoen illegale afbeeldingen gevonden, meldde The New York Times.

 

In de verdedigingsmodus

Angstige kinderen die de buitenwereld niet meer verkennen zonder toezicht (wat zorgt dat kinderhersenen in de ‘ontdekkingsmodus’ gaan), stagneren in de ‘verdedigingsmodus’ en leren niet omgaan met de risico’s in het dagelijks leven: de zogeheten ‘rubberen-tegel-generatie’. Zie hoe de nogal uitbundige cultuur van de millennial-studenten heeft plaats gemaakt voor de Gen Z-studenten, die niet meer tegen controversiële sprekers kunnen. Ze voelen zich al heel gauw ‘emotioneel onveilig’ en ‘getraumatiseerd’. Er is echter geen manier om met andere mensen samen te leven zonder conflicten en ontberingen. Tegenslag, mislukkingen, afknappers en blunders zijn nodig om veerkracht en zelfredzaamheid te kunnen ontwikkelen. “… Zoals de stoïcijnen en boeddhisten ons lang geleden al leerden: geluk kan niet worden bereikt door alle ‘triggers’ uit het leven te elimineren; geluk is eerder het gevolg van leren hoe je externe gebeurtenissen hun kracht ontneemt om negatieve emoties op te wekken…”. Kinderen die ‘in de watten’ worden gelegd zullen moeite hebben zich op school aan te passen. Overbeschermde  kinderen worden angstige volwassenen. Risicovol spel en spannende ervaringen hebben een antifobisch effect. Kinderen zijn van nature sensatiezoekers, altijd op zoek naar nieuwe dingen en opwindend avontuur, als ze tenminste niet worden tegengehouden door volwassenen. Blauwe plekken en snijwonden horen daarbij. Daar worden ze zelfstandig van. Zo leren ze gevaar inschatten.

 

Angstig ouderschap

Vrienden doen dingen samen, ze raken elkaar aan, knuffelen en vechten. Fouten maken hoort erbij en kunnen in realtime worden verholpen. In de onlinewereld kunnen kleine fouten zich eeuwig wreken en zorgen voor grootschalige publieke schande. Ouders begonnen in de jaren negentig hun kinderen als dure racewagens te zien en zichzelf als de pitcrew die zich tot het uiterste moest inspannen om het allerbeste uit hen te halen. Hierdoor kregen kinderen veel minder ruimte om vrij te spelen. Daarnaast kwam het ‘angstig ouderschap’ op: overal zag men gevaar. Het paradoxale is dat als ouders hun kinderen gewoon een beetje hun gang laten gaan, zonder al te veel hun hand vast te houden, ze meestal vanzelf opgroeien tot competente en verantwoordelijke volwassenen. Omdat de puberteit een stadium is van ‘herbedrading’ van de hersenen, is het een periode waarin we ons vooral zorgen moeten maken over wat kinderen ‘meemaken’. Er is een grote verscheidenheid aan sociale ervaring nodig om je te ontwikkelen tot een flexibel en sociaal vaardig wezen. Een ‘beetje stress’ is daarbij gunstig. Smartphones verminderen de belangstelling voor en verdringen alle niet-schermgerichte vormen van ervaring. In de online-wereld doet leeftijd er niet toe. Kinderen kunnen er anale seks zien, lang voordat ze voor het eerst iemand hebben gekust. Door gemis aan 'overgangsrituelen', zoals gebruikelijk bij oude culturen en religies, bedenken jongeren in moderne samenlevingen die soms spontaan. Zie de pijnlijke ontgroeningpraktijken bij studentenverenigingen. Als alternatief voor de aloude overgangsrituelen stelt Haidt een stapsgewijze toename (om de twee jaar) van virtuele vrijheid en verantwoordelijkheden voor.

 

Digitale dopamine

Het gevolg van een schermgerichte kindertijd is dat er veel nieuwe neurale paden in de hersenen van Gen Z worden aangemaakt die relateren aan smartphones. Zij zijn ontwikkeld om jouw aandacht te monopoliseren. De scherpe daling van de tijd doorgebracht met vrienden linkt met sociale achterstand veroorzaakt door schermgerichte activiteiten. Het vermogen om volledige aandacht aan de ander te besteden verslechtert. De kwaliteit en intimiteit van persoonlijke contacten nemen af. “… The Great Rewiring verwoestte het sociale leven van Gen Z door hen te verbinden met bijna iedereen op de wereld en door hen los te koppelen van de mensen om hen heen…”.  Gen Z is een ongelooflijk geïsoleerde groep mensen. Er is nauwelijks gemeenschapsgevoel op de campus, vertelt een student. Tieners veranderen in wandelende zombies omdat ze te weinig slaap krijgen. Een gemiddelde adolescent krijgt elke vijf minuten een melding dat er een bericht is binnengekomen die hem of haar uit zijn concentratie haalt. Omdat de frontale cortex bij kinderen nog onvolgroeid is, is het voor app-ontwerpers niet moeilijk de aandacht te trekken met onmiddellijk opwindende zintuiglijke prikkels. Daar staan kinderhersens namelijk op voorgesorteerd. Zie de huidige aandachtsproblematiek (ADHD!) en de verstoring van executieve functies die te maken hebben met ‘planning’. Big Tech heeft de intentie gebruikers verslaafd te maken aan hun producten: “… De smartphone is de moderne injectienaald, die 24/7 digitale dopamine aflevert aan een technologische generatie…”.

 

Meisjes

Waarom doen sociale media meisjes meer kwaad dan jongens?  Omdat meisjes meer tijd doorbrengen op deelplatforms, die het allerslechtst zijn voor de geestelijke gezondheid. Een en ander heeft te maken met genderverschillen. Meisjes en vrouwen streven naar ‘communion’ (verbinding maken, erbij willen horen), jongens en mannen naar ‘agency’ (opvallen en invloed uitoefenen). “… Sociale media líjken de behoefte aan verbondenheid en gemeenschap te bevredigen, maar frustreren die ook in veel opzichten…”. Meisjes worden veel meer beïnvloed door visuele sociale vergelijking en perfectionisme dan jongens. Zie de song van Olovia Rodrigo uit 2021: ‘Jealousy, Jealousy’. Zo gauw ze op sociale media gaan worden meisjes onderworpen aan een streng en wreed oordeel over hun uiterlijk en lichaam en geconfronteerd met schoonheidsnormen die buiten hun bereik liggen, wat is verworden tot een wedstrijd onderling. Tuning-apps en filters maken dat je jezelf kunt veranderen in een steeds onrealistischer Instagram-schoonheid, alleen maar door aan wat knoppen te draaien. Een dertienjarig meisje beschrijft hoe ze geobsedeerd wordt door andere mooie meisjes: “… ik blijf lelijk/voel me lelijk, ik moet er constant om huilen…”. Meisjes uiten hun agressie indirect en relationeel. Ze roddelen, beschadigen elkaars reputatie, zetten vriendinnen tegen elkaar op en cyberpesten. Dit kan zelfs leiden tot het overwegen van suïcide: “… Voor depressieve of verstoten tieners betekent de fysieke dood het einde van de pijn, terwijl de sociale dood een hel op aarde is…”.  Meisjes delen gemakkelijker hun emoties en stoornissen dan jongens, wat hen kwetsbaar maakt voor psychogene besmetting. Er doen escalerende trends de ronde van zelfidentificatie met het syndroom van Gilles de la Tourette en de meervoudige persoonlijkheidsstoornis DIS. De recente groei inzake genderdysforie lijkt hier ook verband mee te houden. Ze komt vooral voor in sociale clusters. Meisjes worden vaker lastig gevallen: mannen gebruiken dwang, bedrog en geweld om seks te krijgen. Mannen jagen in de virtuele wereld op tienermeisjes en zelfs op meisjes die nog jonger zijn. Jongens zetten meisjes op school onder druk om naaktfoto’s te delen. De contacten via sociale media zijn oppervlakkig, immaterieel en onbevredigend. “… De gelukkigste meisjes zijn niet degenen met de meeste vriendschappen, maar degenen die sterke, ondersteunende vriendschappen hebben, zelfs als dat betekent dat ze maar één goede vriend of vriendin hebben…”.

 

Jongens

Jongens vallen op een andere manier in de digitale afgrond. Jongens leggen het af tegen meisjes in het onderwijs: “… Vrouwen halen inmiddels 59 procent van de bachelordiploma’s, terwijl dat bij mannen slechts 41 procent is…”. Jongens halen lagere cijfers, hebben vaker ADHD, een grotere kans dat ze als volwassene niet kunnen lezen en drie keer meer kans van school te worden gestuurd. “… Is dat een overwinning voor meisjes en vrouwen? Alleen als je het leven ziet als een strijd tussen de seksen…”. Het is evenwel onwaarschijnlijk dat een wereld van falende mannen een wereld is waarin vrouwen floreren. Het onderwijs waardeert het vermogen om stil te zitten en luisteren, waar vooral meisjes goed in zijn. Er zijn steeds minder mannelijke rolmodellen, waaronder vaders. Jongens hebben meer moeite om zichzelf te lanceren. De groep tussen 16 en 24 jaar die niet op school zit of werkt, wordt groter. Jongens trekken zich makkelijker terug: zie de Japanse ‘hikikomori’ die als kluizenaars op hun kamer wonen. De onlinewereld zorgt dat ze geestelijk niet verhongeren: de meesten vinden een ‘loonslaaf’ zijn duizend keer erger. Echter, hoe langer je binnen blijft, hoe banger je wordt om naar buiten te gaan. Jongens nemen veel minder risico’s dan vroeger. Door overbezorgde ouders krijgen jongens niet genoeg ruimte om zich te laten gelden, vriendschappen op te bouwen met uitdagend spel en vrijuit avontuur na te jagen in de echte wereld. Naarmate traditioneel ‘mannelijke’ vaardigheden en eigenschappen minder worden gewaardeerd, verplaatsen hun activiteiten zich naar de virtuele (game-)wereld zonder fysieke en sociale risico’s. Onderzoek toont aan dat onlineporno maakt dat mannen minder goed in staat zijn, zo niet ongeschikt raken om seks, liefde, intimiteit en een huwelijkspartner te vinden in de echte wereld. Driedimensionale sekspoppen en seksrobots worden steeds levensechter. Een programmeerbare mechanische vriendin verdient al gauw de voorkeur boven alle afwijzingen die jongens scoren op dating-apps. Alleen worden ze er niet romantischer en competenter van. Er is een verband tussen eenzaamheid en problematisch videogamegebruik. Er zijn verslaafde jongens die langere perioden niet meer eten, douchen en slapen. Er is sprake van een ware ‘vriendschapsrecessie’. Wanneer je niet meer geworteld bent in een mensengemeenschap nemen wanhoop en anomalie (normloosheid) toe, aldus de Franse socioloog  Émile Durkheim. Grenzeloosheid ‘bevrijdt’ echter niet, het maakt eerder angstig en voelt verloren. Het is erg moeilijk om op eigen kracht een betekenisvol leven op te bouwen. Dit lijkt de verklaring voor de plotselinge en snelle toename van de overtuiging onder jongeren dat hun leven zinloos is.

 

Spiritualiteit

Het schermgerichte leven leidt tot spirituele uitholling, constateert de overigens atheïstische Haidt. Bij ons allemaal. Er zijn zaken die ons verheffen en er zijn zaken die ons naar beneden halen. Spirituele praktijken zoals bidden, verbeteren het menselijk welzijn, omdat het de focus op onszelf vermindert en ons opent voor iets wat het zelf overstijgt. Vooral  als we dat in gemeenschap met anderen doen. Het geeft een gevoel van verbondenheid en vertrouwen (is er daarom een trend aan de gang onder jongeren om de kerk weer op te zoeken?). De homo sapiens is evengoed een ‘homo duplex’ oftewel ‘mens van twee sferen’. De profane sfeer van het dagelijks leven en de heilige sfeer waarin het ego wordt overstegen. De sterkste gemeenschappen ontstaan wanneer er ‘iets’ is dat hen optilt naar een ‘hoger niveau’. Het maakt mensen gelukkiger. Religies zorgen voor collectieve ervaringen, rituelen, door bepaalde tijden (sabbat), plaatsen (kerken, tempels) en voorwerpen (het kruis, Bijbel, Koran) te markeren als heilig. Hierdoor voelen ongelijksoortige individuen zich één. Samen ‘het brood breken’ vermindert de kans op conflicten. Dat kan de virtuele wereld niet bieden. Meditatie helpt onze springerige ‘apengeest’ te kalmeren. Wat de Boeddha ‘samadhi’ noemt is een toestand van ‘mentale eenheid’ waarin de geest niet verstrooid is. In de stilte kun je tot jezelf komen. Zelftranscendentie is een van de belangrijkste kenmerken van spirituele ervaring. Daarbij overstijgen we ons zelf waardoor er ruimte komt voor gevoelens van verwondering en ontzag: ‘awe’. Zo kunnen we ons verbinden met dingen buiten onszelf. Sociale mediaplatforms zijn daarentegen plekken waarin het helemaal om jou draait. De Tao Te Ching (vierde eeuw voor Christus): “… Gedachten die ons plagen zijn veelal ideeën over onszelf en anderen, ideeën over eer en schande, ideeën over goed en kwaad, ideeën over profijt en eer, ideeën over superioriteit. Ze zijn als stof op het voetstuk van de geest, en verhinderen de vrijheid…”.

 

Oordeel niet

Sociale media zijn per definitie in strijd met de grote religieuze en spirituele tradities van de wereld. Zie Jezus in de Bergrede: “… Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt…”. Sociale media leren ons het tegenovergestelde: duimpje omhoog – duimpje omlaag.  De belangrijkste religies op aarde geven ons allemaal de raad niet te oordelen, niet snel boos te worden maar vergevingsgezind te zijn, omdat je anders blijft verstoken van de kracht om lief te hebben. Haidt: “… Vanuit spiritueel perspectief zijn sociale media een ziekte van de geest…”. De Boeddha: “… In deze wereld is haat nog nooit verdreven door haat. Alleen liefde verdrijft haat. Dat is de wet. Eeuwenoud en onuitputtelijk…”. Haidt beschrijft hoe wandelingen in de natuur ons gevoel voor ‘awe’ kunnen opwekken. Het maakt uit waar we ons aan blootstellen. Dat bepaalt de kwaliteit van je geest. Kleuren je gedachten. Haidt heeft het over het ‘Godvormige gat’ in ons, een ‘leegte’, die we kunnen vullen met schoonheid of troep. Ooit hoorde ik iemand vertellen over twee wolven die we in ons hebben: een witte en een zwarte. Welke geven we te eten? We moeten de controle over ons leven niet overlaten aan de algoritmes, maar terugpakken.

 

Laten we onze kinderen weer terugbrengen op aarde

In het laatste hoofdstuk doet Haidt suggesties om de problemen te lijf te gaan. Slechts drie bedrijven – Google, Apple en Facebook – bepalen de manier waarop het grootste deel van de mensheid zijn beperkte aandacht besteedt. Hun technologie draait erom jou geestelijk afhankelijk te maken van hun producten. Daarom is er wetgeving en overheidsregulering nodig tegen hun roofzuchtige onlinepraktijken. Haidt pleit ervoor de leeftijd van digitale volwassenheid te verhogen naar zestien jaar. Dan zijn kinderen in ieder geval de meest kwetsbare periode voor schade door sociale media voorbij. Hij is een warm voorstander van het terugdraaien van overbescherming van kinderen en het bevorderen van zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid (in de V.S. kunnen ouders om het minste of geringste worden aangeklaagd voor kinderverwaarlozing). Hij haalt het het Polynesische spreekwoord ‘Vissen op witvisjes, terwijl je op een walvis staat’ aan. De twee walvissen: scholen telefoonvrij maken én kinderen veel meer gelegenheid geven om vrij en ongestructureerd te spelen, zónder toezicht. Hoe simpel kan het zijn.  

 

Uitgave: Ten Have – 2024, vertaling Karl van Klaveren, 416 blz., ISBN  978 902 591 267 3, € 24,99

Rechtstreeks bestellen bij bol: klik hier 

Geen opmerkingen :

Een reactie posten